Deze met mos begroeide wal in het Belvederebos vlak bij het dorp Nunspeet is een herinnering aan "hoe het zo gekomen is". Niet zo spectaculair als een kasteel of oude boerderij, maar toch. Bij de start van het kadaster in 1832 werd de toenmalige toestand in kaart gebracht. Uit het kadaster blijkt dat daar de grens lag tussen de heide met schaapskooi van boerderij Oenenburg en het stuifzand van "de gemeente van Nunspeet". Het verschil tussen het voormalige stuifzandgebied en de heide is nog goed te zien in het terrein: aan de westkant (rechts op de foto) is het terrein heuvelachtiger.
De meest waarschijnlijke verklaring voor het ontstaan van de wal is, dat die is aangelegd toen het stuifzand werd bebost in de jaren zestig van de 19e eeuw. De greppel waaruit het zand kwam ligt aan de Oenenburgse kant. Aan die kant graasden de schapen, die dan eerst een greppel en daarachter een wal tegenkwamen voor ze zich aan de jonge dennetjes van burgemeester Vitringa konden vergrijpen.