kenmerk 3
Sterk afhangende takken ('treurende' takken)
3a Twijgen groengeel, oranjegeel en okergrijs; takken uitgesproken hangend. Bijna uitsluitend mannelijke exemplaren aangeplant. Zeer algemeen aangeplant, af en toe verwilderd. Sommige katjes dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen en kunnen dan ook uitzaaien.
► Salix x pendulina f. salamonii (S. babylonica x S. x fragilis f. vitellina)
3b Twijgen grijsgroen of bruingroen, niet gelig of oranje; takken iets minder afhangend. Blaadjes 1-1,5 cm breed, fijn getand en zijdeachtig behaard in jonge toestand. Vooral mannelijke exemplaren.
► Salix x pendulina f. pendulina (S. alba x S. babylonica x S. euxina)
3d Bruin-gele-oranje takken sterk kronkelig en afhangend; bladeren gekromd-hol.
► Salix x pendulina f. erythroflexuosa (S. babylonica f. tortuosa x S. x pendulina f. salamonii)
3e Olijfgroene takken, afhangend; met opvallend spiraalvormige gekrulde bladeren; zeldzame sierwilg en vrouwelijke mutant van S. babylonica.
► Salix babylonica 'Crispa' (syn. annularis)