kenmerk 11 vervolg een


Bomen en struiken met lange smalle bladeren, bladeren niet bitter smakend .


De groep met deze kenmerken wordt in twee opgedeeld: deze zonder beharing onderzijde blad, en deze met bladbeharing onderzijde blad. Opgelet, in het begin van het groeiseizoen kunnen sommige soorten aanvankelijk wat beharing hebben, die echter later in het jaar verdwijnt. Dit wordt aangegeven. 

 


vervolg  Zonder beharing onderzijde blad 

11o Twijgen glad en rond of weinig kantig; jonge bladeren en twijgen donzig behaard, en dit geruime tijd blijvend; bladeren 5-6 maal zo lang als breed, tot 10-12 cm L, 1,5-2 cm B; steunblaadjes uitlopend in een lang, spits uiteinde, aan de top van de bladsteel zijn bij jonge bladeren twee karakteristieke steunblad-achtige aanhangsels te zien. (Bekijk jonge bladeren aan de toppen van langloten.) 

►  naar 11p

 Zie ook bemerking onder x mollissima

11p Stipuulachtige bladaanhangsels (pseudo-stipulen) aan de voet van de jonge bladschijf later op het seizoen. Jonge stengels donzig behaard; twijgen in de loop van het seizoen vrijwel kaal wordend; uitsluitend vrouwelijke kloon; in vergelijking met de volgende kloon lichtgekleurde struik; laat op het seizoen van ver herkenbaar aan typische goudgeelverkleuring. 

►  Salix x mollissima var. undulata (S. triandra x S. viminalis) 

 

11q  Vaak stipuulachtige bladaanhangsels (pseudo-stipulen) aan de voet van de jonge bladschijf later op het seizoen; twijgen in de loop van het seizoen donzig behaard blijvend; vanaf de zomer tot en met de winter zijn de knoppen duidelijk behaard; uitsluitend vrouwelijke kloon; in vergelijking met de vorige variëteit vrij donker gekleurd. Behaarde en ingedeukte katjesknop dubbel zo lang als bij undulata, beste kenmerk.

►  Salix x mollissima var. mollissima (S. triandra x S. viminalis) 


11r Bladeren eerst dicht witte beharing maar zeer spoedig kalend;  bladeren langer dan de andere x mollissima's, zowat even lang als de viminalis-ouder; bladrand aanvankelijk met zeer kleine tandjes (klierachtig) maar spoedig gaaf en dikwijls wat omgerold; katjes geven doorslag bij determinatie, schutblad katje onderaan groen, midden wit en bovenaan roze-gespikkeld; zeer witte zijdeachtige beharing van de katjesschubben; soms enkele vrouwelijke bloemen gemengd met mannelijke; katjesdragende twijgen olijfgroen, oudere grijsbruin. 

►  Salix x mollissima var. hippophaefolia (S. triandra x S. viminalis) 


 Bemerking

De hybride Salix x mollissima behoort tot een cluster waarin een hele reeks kunstmatig gecreëerde kruisingen toeven die uiterlijk variëren van var. ‘undulata’ (meer neigend naar  S. triandra) tot de var. ‘hippophaefolia’ (meer neigend naar S. viminalis). De variëteit ‘mollissima’ zit in dat spectrum zowat in het midden, maar toch iets meer naar S. viminalis neigend o.a. omwille van de zware beharing van knoppen en twijgen.


11s De Kraakwilgvariëteiten  (sleutel determinatie katjes S. alba , S. x fragilis en S. euxina: zie einde Bijlage 9)

Meest blinkend blad van de fragilissen; blad breder dan 1,5 cm; grootste breedte ongeveer in midden; stomata alleen onderzijde blad, soms ook op bovenkant maar duidelijk in mindere mate; steunblad onopvallend, vroeg afvallend of afwezig; volledig kaal blad behalve in jonge toestand; bladrand tanding meestal gebogen of afgerond; twijgen opstaand of opgericht; gemakkelijk afbrekend zonder dat schors meekomt; kale eenjarige twijgen  karakteristiek okergrijs; extra knopschub en top van winterknoppen zwart na afsterven; meestal boom, tot 15 m H; soms meerdere bolvormige kronen.

Salix euxina (voorheen S. fragilis var. decipiens)

 

11t Blad 9-15 cm L, 1,5-3 cm B, blad smaller dan 3 cm bij jonge twijgen; wordt snel kaal; dikwijls aangetast door de Marssonina schimmel; wat blinkend; onderzijde blauwachtig berijpt; grootste breedte in midden; steunblad onopvallend, vroeg afvallend en soms afwezig; bladrand grof onregelmatig getand; kliertjes top bladsteel; eenjarige twijgen anders gekleurd: groen, olijfgroen, bruin, bruinpaars of roodbruin; twijgjes zeer gemakkelijk afbrekend bij hechtingspunt zonder dat schors meekomt. 

Salix x fragilis var. fragilis (voorheen S. fragilis var. fragilis) !! zie opmerking soortenlijst nomenclatuur fragilis

 

11u Bladeren vergelijkbaar met S. x fragilis var. fragilis, maar wat langer en met dikwijls een lang toegespitste smalle top; bovenzijde niet zo blinkend, eerder matgroen; karakteristieke groene kleur; onderzijde minder wasachtig berijpt en niet blauwachtig; eerst tamelijk behaard daarna kaal wordend; vaak getande bladrand; klieren onder de bladvoet vooral bij waterlot dikwijls bladachtig uitgegroeid;  forser steunblad, vaak getand maar niet persistent; twijgen breken niet gemakkelijk af (hieltje blijft achter); meer opgaande boom, vrij hoog en smal van kroon. Bij tot tegen de grond afgezette exemplaren komt bij één- of tweejarige twijgen de typische donkerrode kleur tot uiting in het najaar. Vrouwelijk.

Salix x fragilis var. russelliana (voorheen S. fragilis var. russelliana)

 

11v Bladafmetingen: niet zo smal als de andere kraakwilgen; grote bladeren, breed aan top van snelgroeiende twijgen; relatief kort maar bij langlot tot 4-6 cm B; hoofdnerf bovenzijde wit-groenig; eerst behaard maar later spaarzaam tot bijna kaal; bladrand opvallende witte punten op de onregelmatige tanden; twijgen zeer breekbaar, van blinkend donkerbruin tot groen, olijfgroen, bruinpaars tot roodbruin; mannelijk; een deel van de mannelijke katjes is kronkelig en soms vertakt (meerdere katjes nakijken)

Salix x fragilis var. furcata  (voorheen S. fragilis var. furcata)

 

11w Blad 8-15 cm L; 1,5-3 cm B; beharing blad boven- en onderzijde schaars tot kaal later op het seizoen, op onderzijde wel wat haartjes blijvend aanwezig; bladkleur groen bovenkant en onderkant blauwachtig; grof en onregelmatig getand; eenjarige twijgen geel, oranje of rood; zeer breekbare twijgen; kleur knopschubben in de winter niet zwart.

Salix x fragilis var. vitellina


11x Blad 9-15 cm L; breder dan 1,5cm; lange spitse top, grootste breedte in het midden; bovenzijde wat blinkend; jong blad tot midden seizoen behaard, daarna spaarzaam tot bijna kaal; bladrand over hele lengte fijn of grof getand; onopvallend steunblad vroeg afvallend; twijgen 1-jarige geel-oranje, eerst wat behaard dan bijna kaal; 1- en 2-jarige gemakkelijk afbrekend zonder schors. 

Salix x fragilis var. vitellina f. basfordiana  (S. alba x S. euxina)   !! voorheen: Salix x rubens var. basfordiana forma basfordiana

 (zie vergelijking basfordiana-sanguinea onder)

11y Blad < 9 cm L, korter toegespitst dan basfordiana; lang spitse top, grootste breedte in het midden; bovenzijde wat blinkend; jong blad tot midden seizoen behaard, daarna spaarzaam tot bijna kaal; bladrand over hele lengte fijn of grof getand; onopvallend steunblad vroeg afvallend; uiteinden van de 1-jarige twijgen oranje-rood, eerst wat behaard daarna bijna kaal;  1- en 2-jarige twijgen gemakkelijk afbrekend zonder schors. 

Salix x fragilis var. vitellina f. sanguinea (S. alba x S. euxina)   !! voorheen: Salix x rubens var. basfordiana forma sanguinea

 (zie vergelijking basfordiana-sanguinea onder)






Salix x fragilis var. vitellina f. sanguinea

In de winter zeer goed herkenbaar in het landschap door zijn 'rode gloed'.

Vergelijking f. basfordiana (links) en f. sanguinea (rechts): bij dezelfde omstandigheden, kapping van beide bomen 2 jaar geleden, geeft nadien oranje twijgen bij f. basfordiana en rode takken bij f. sanguinea.