Bijlage 2  'Rossige beharing'


Vergelijking wilgen met rosse beharing 


!!!  Soms kan verwarring ontstaan door de aanwezigheid van een rossige schimmel op de onderkant van het blad. Dit is moeilijk zichtbaar met een loep maar duidelijk bij gebruik van een bino (x 50).

Ook de nerven (niet de haartjes) kunnen onderkant blad wat rood kleuren.

In principe kunnen alle hybriden met een S. cinerea-ouder rosse haren hebben op de onderzijde blad. Hierna de bijzonderste. 

 

Salix cinerea ssp. oleifolia (syn. Salix atrocinerea) 

Lijstjes 5-30-(60) mm L; volgroeide bladeren bovenaan glanzend donkergroen; vlak of zelden rimpelig, bladtop niet puntig en zelden gedraaid; onderaan met overwegend roest-bruine haren en opvallende rosse nervatuur; bladvorm elliptisch eirond, omgekeerd eirond; kortlot 4,5-7 cm L, 15-26 mm B; langlot tot 11,5 cm L, tot 4 cm B; meestal minstens 2x zo lang als breed; opvallend en blijvend steunblad; twijgen zwak tot sterk behaard en meer roodachtig dan  Salix  cinerea ssp. cinerea. 

 

Salix x charrieri (S. aurita x S. cinerea ssp. oleifolia) 

Top blad vaak gedraaid. 

Kortlot  3-5 cm L. 

Rossige beharing op nervatuur onderzijde. 

Lijsten frequent en variabel 5-25 mm L. 

 

Salix x guinieri (S. cinerea x S. cinerea ssp. oleifolia) 

Steunblad niet, of vroegtijdig afvallend, behalve bij snelgroeiende jonge twijgen. 

Rossige haren verspreid tussen meerderheid grijze haren onderzijde blad. 

Takken intermediair behaard, kalend in het seizoen. 

Lijsten 4-47 mm L. 

 

Salix x quercifolia (S. caprea x S. cinerea ssp. oleifolia) 

Lijkt op S. x reichardtii maar gewoonlijk niet zo'n forse struik. Rosse beharing onderzijde blad.  Top blad vaak gedraaid.

(Opm. Meikle: de rosse beharing wordt niet altijd overgeërfd.)