Bijlage 3  Zeldzame waarnemingen 

(in België) 



Salix appendiculata

Deze bergwilg wordt tot 6 m hoog. Nieuwe twijgen zijn nog behaard, later (2 jaar) zijn ze kaal. Dikwijls bleke vlekken op de schors. De behaarde knoppen zijn dikwijls geel tot rood-oranje en worden tot 6 mm lang. Bijna geen lijstjes. Bladeren langwerpig tot omgekeerd eirond. Bovenkant kaal, glanzend en wat lederachtig. Blad onderkant donzig behaard. L 5-12 (!) cm, B 2-5 (!) cm, prominente zijnerven. Breedst in bovenste helft. Bladrand gaaf, soms golvend. Blijvende en opmerkelijke  steunblaadjes aan de korte bladsteel. De korte mannelijke katjes hebben 2 meeldraden. Langere zijn vrouwelijke katjes. De katjes ontwikkelen zich samen met de bladeren.

Kan kruisen met andere taxa van het subgenus vetrix.



Salix bicolor  syn. phylicifolia  syn. schraderiana

Deze wordt weldra beschreven. Foto's al beschikbaar.


Salix caesia

Foto's beschikbaar.


Salix x calliantha  (Salix daphnoides x S. purpurea)

Foto's beschikbaar.


Salix cantabrica

Heeft lijstjes. Foto's beschikbaar.


Salix (caprea x udensis 'Sekka') x S. x bögelsackii

Foto's beschikbaar.


Salix eleagnos (wilde vorm, syn. Salix incana) 

Blad lineair of lineair lancetvormig; 6-9 cm L; 0,6-1,2 cm B (opmerkelijk breder dan de ssp. angustifolia); bovenzijde donkergroen, onderzijde blijvend wit-donzig, zichtbare nervatuur; bladrand ietwat omgekruld en gewoonlijk gekarteld; jonge twijgen bleekgroen en behaard, oudere twijgen donkergroen en kaal. Lijkt op Salix viminalis maar die heeft zijdeachtige beharing aan de bladonderzijde. Is nog niet waargenomen in België, komt wel voor in Frankrijk, Slovenië, regio Alpen. 

 

Salix fargesii  

Foto's beschikbaar 


Salix glaucophylloides

Foto's beschikbaar


Salix integra (wilde vorm) 

Blad langwerpig ovaal tot ovaal; 2-4,5 cm L, 0,9-1,8 cm B; bladrand gezaagd in bovenste helft; zeer korte bladsteel, het lijken wel zittende bladeren; bladeren veel tegenoverstaand; opvallende witte middennerf bij oudere bladeren; jonge bladeren hebben een paarse middennerf; bladtop stomp of zeer kort toegespitst; jonge twijgen bleekgroen, de oudere grijsbruin; de bladeren hebben een bittere smaak. Struikvormend tot 1,5 m H. 


Salix x leucopithecia 'Snowflake'  (S. gracilistyla x caprea),  syn. 'Winterglory',  S. bakko x gracilistyla,  'Giant Pussy Willow', etc.

Opgaand boompje tot 6m hoog. Jonge bladeren bovenaan blinkend olijfgroen, onderkant grijzig en zacht behaard; vorm lang-elliptisch. Bladstelen en twijgen roodachtig langs de zonnezijde, in de schaduw groen. Knoppen als gracilistyla (groter dan caprea), in de herfst roodachtig langs de zonnezijde. Mannelijke katjes met rode helmknoppen bij rijpheid.

Er zijn meerdere cultivars.


Salix pyrifolia (syn. S. balsamifera Mas)

Blad langwerpig ovaal tot driehoekig; rand gezaagd-getand maar summier naar de top toe; grootste breedte ongeveer in midden; lengte kortlot 28-68 mm; lengte langlot 60-112 mm; breedte kortlot 11-26 mm; breedte langlot 30-43 mm; hartvormige bladvoet; opmerkelijk grote stipulen bij langlot: lengte tot 21 mm, breedte tot 11 mm, oorvormig; geen beharing boven- en onderzijde; zeegroene kleur onderkant blad , donkerder bovenkant; middennerf vuilgeel en opvallend; verkleurt bruin bij verdrogen. Kale twijgen, bleekgroene jonge twijgen en bruin tot grijsbruin bij oudere twijgen. Lijsten: puntjes en 2 mm lijstjes. Woekerende struik tot 2 m hoog.


Salix repens ssp. rosmarinifolia

Foto's beschikbaar.


Salix x seringeana  (een kruising van S. caprea met eleagnos)

De bladeren zijn aan de bovenzijde glanzend donkergroen en de onderzijde is grijs-viltig behaard; de nerven onderkant zijn duidelijk zichtbaar; langwerpig/lancetvormige bladvorm met een spitse en korte top. De bladrand is fijn gezaagd of getand. Een hoge struik met viltige jonge twijgen.



Salix triandra kloon 'Semperflorens'

Vergelijkbaar met de kloon ‘Bruingrijze wis’ wat betreft vorm en afmetingen van de bladeren. De grove randen van de volwassen groen-blauwe bladeren zijn licht gegolfd en bovenaan de bladsteel, tot 17 mm (!) lang, zijn (dikwijls kortstondig) pseudo-stipulen zichtbaar. Takkleur van groen-grijs bij oudere twijgen naar lichtgroen bij langlot. ‘Semperflorens’ kan een hoogte bereiken van 6 m.

Omdat de mannelijke katjes doorbloeiend zijn, worden deze wilgen dikwijls aangeplant door imkers.



Salix 'Zwembadwilg' ( onder voorbehoud)

Een 3-voudige kruising caprea - cinerea - viminalis of gmelinii. Afkomst Aalst zwembadpark, vandaar ook de voorlopige naam. Het zou een 'mannelijke S. x calodendron' kunnen zijn.

Foto's in de galerij onder.



gevorkt katje van hybride

                                                           mannelijke plus vrouwelijke bloempjes in katje purpurea

wit randje aan de bladvoet