kenmerk 11


Bomen en struiken met lange smalle bladeren, bladeren niet bitter smakend


De groep met deze kenmerken wordt in twee opgedeeld: deze zonder beharing onderzijde blad, en deze met bladbeharing onderzijde blad. Opgelet, in het begin van het groeiseizoen kunnen sommige soorten aanvankelijk wat beharing hebben, die echter later in het jaar verdwijnt. Dit wordt aangegeven.

Opgelet, omwille van het soms voorkomen van de vossenlintworm, bladeren proeven die minstens 1,50 m boven de grond hangen.


Zonder beharing onderzijde blad

11a Struikje van 1,5 tot 3 m H; opgaande twijgen en niet afhangend; knoppen wat bolvormig; bladkleur van groen (lente) naar blauw-grijs in de zomer; twijgen purperkleurig en vnl. twijguiteinden wit berijpt; bladeren 7-10 cm L

Salix irrorata



11b Struik of kleine boom tot ca. 10 m H; twijgen witberijpt en dikwijls overhangend; bladeren 5-15 cm L, 0,7-2 cm B; alleen jonge bladeren behaard.

Salix acutifolia


11c Struik of kleine boom tot 10 m H; witberijpte twijgen afstaand of opgericht (niet hangend); jonge twijgen purperbruin kleurig en kaal; bladeren 5-8,8 cm L, 1-2 cm B; kenmerk: bladsteel begint op de knop; soms alleen beharing op de nerven; bij bladeren van eindtwijgen onderzijde alleen aanvankelijk behaard. De katjesknoppen zijn opgezwollen en opmerkelijk rood-geel gekleurd.

Salix daphnoides

11d Blad dun en niet leerachtig; niet glanzend; jongste blaadjes roodpaars en quasi doorzichtig; middennerf eerst paars dan opvallend bleek vooral bovenzijde blad; dikwijls hartvormige bladvoet, soms aanzet tot pseudostipulen; mannelijke kloon; 2 meeldraden gedeeltelijk aaneen gegroeid; struik tot 2-3 m H; lange zeer buigzame takken; wordt bosje bij niet ingrijpen.

Salix 'Americana' (S. eriocephala x petiolaris, volgens Checklist for Cultivars Salix L. -willow, Y. Kuzovkina, 2015)

Amerikaantje of Duits rood (S. eriocephala, volgens Sleutel voor in het wild en verwilderd voorkomende wilgen in de Lage Landen, A. Zwaenepoel, 2018)


11e De triandra-groep (S. triandra en hybriden met S. viminalis)

De groep Salix triandra incl. hybriden heeft een kenschetsende geur wanneer bij de eenjarige twijgjes de schors verwijderd wordt. Sommige auteurs menen een rozengeur te onderkennen.

Schors afbladderend, oranje vlekken worden zichtbaar, jonge twijgen kantig en glad; bladeren 3-12 (–17) cm L, 1-3 (-4) cm B, onderaan ofwel blauwachtig-groen, ofwel groen, alleen allerjongste blaadjes behaard, daarna zeer snel kaal; opvallend grote steunblaadjes, dikwijls niervormig met een naar boven gerichte stompe spits.

► naar 11f


11f Eenjarige twijgen groengeel (twijguiteinden aan de zonlichtzijde bekijken). Vooral vrouwelijke planten.

Salix triandra 'Groene reins'


11g Eenjarige twijgen olijfgroen (twijguiteinden aan de lichtzijde bekijken). Mannelijke en vrouwelijke planten zijn mogelijk.

Salix triandra restgroep of zaailingen


11h Eenjarige twijgen bruin of grijsbruin (twijguiteinden aan de lichtzijde bekijken).

11L tot 11q


11i Eenjarige twijgen koffie-met-melk-kleurig bruin; mannelijke kloon of klonengroep; vrij lage, sterk vertakte struik.

Salix triandra kloon 'Koffiekleur' (met koffie-en-melk-kleurige takken)


11j Eenjarige twijgen donker, chocoladekleurig bruin; vrouwelijke kloon of klonengroep, vrij hoge, niet al te sterk vertakte struik.

Salix triandra kloon 'Chocoladekleur', Zwarte reins (In Nederland is de kloon 'Zwarte driebast' de meest algemene vertegenwoordiger van deze groep.)


11k Zeer kleine blaadjes van slechts 3-4,5 cm L.

Salix triandra 'Voerense kloon'


11l Eenjarige struik (als snijgriend) gemiddeld 1 m (maximum 1,6 m) hoog, blaadjes op de eenjarige twijgen (6,8)-8,6-(10,5) cm L en (9)-12-(15) mm B.

Salix triandra kloon 'Kleine grijze wis'


11m Eenjarige struik (als snijgriend) gemiddeld 1 m (maximum 1,3 m) H, blaadjes op de eenjarige twijgen (6,4)-12,2-(17,3) cm L en (15)-22,3-(31) mm B.

Salix triandra kloon 'Bruingrijze wis'


11n Eénjarige struik (als snijgriend) gemiddeld 3 m (maximum 3,3 m) H, blaadjes op de eenjarige twijgen (12,6)-14,9-(17) cm L en (22)-26,9-(31) mm B.

Salix triandra kloon 'Grote grijze wis'