kenmerk 13 vervolg een


vervolg  'Lijstjes, korte en lange' 


13g  Bijna idem als 13f; verschil: lijstjes 2-38 mm L en minstens een aantal rossige haren onderzijde blad. 

Salix x charrieri (S. aurita x S. cinerea ssp. oleifolia) 

 

13h  Lijstjes  duidelijk aanwezig 4-47 mm L; volgroeide bladeren intermediair tussen mat grijzig-groen en glanzend donkergroen; onderzijde blad enkele rossige haren tussen een meerderheid van grijze; twijgen intermediair behaard; komt meer voor dan de zuivere S. cinerea ssp. oleifolia (Rossige wilg). 

Salix x guinieri (S. cinerea ssp. cinerea x S. cinerea ssp. oleifolia) 

 

13i  Lijstjes 2-5 mm L; bladeren helder groen bovenaan, blauwachtig-groen onderaan; spaarzaam grijs behaard of kaal bovenaan; onderzijde variabel behaard, soms rossig, nervatuur onderzijde niet opvallend; 2-4,5 (-5)cm L; 0,8-2,3 cm B; meestal met een rechte bladtop, eerder zeldzaam gedraaid; bladrand niet helemaal gaafrandig en dikwijls lichtjes teruggeslagen, niet sterk rimpelig of gegolfd maar vlak; steunblaadjes klein en spoedig afvallend; dunne kale twijgjes vaak opvallend oranje of roodachtig; meestal tot 1m H. 

Salix x subsericea (S. cinerea x S. repens) 

 

13j Lijstjes 2-15 mm L; blad kortlot omgekeerd eirond tot elliptisch; 0,8-4,5 cm L, 0,4-2 cm B; blad licht behaard onderzijde, al dan niet behaard bovenzijde; bladrand vaak wat omgekruld en wat meer golvend naar de top toe; top zelf soms vlak, soms gedraaid; gekartelde bladrand; steunblaadjes opvallend en persistent; bij verdroging soms enkele zwartwordende blaadjes.   

Salix x ambigua (S. aurita x S. repens) 

 

13k Lijstjes 2-26 mm L; blad 3-4,5 cm L; rest kenmerken zoals 13j. 

Salix x straebleri  (S. aurita x S. cinerea x S. repens ssp. repens) 

 

13L Lijstjes 3-25 mm L en meestal opvallend hoger dan bij andere wilgen; heeft bladeren zoals S. caprea én S. cinerea ssp. cinerea plus intermediaire vormen; uitgesproken nervatuur onderzijde blad; zowel langwerpige als ovale en ronde bladeren; bladrand gegolfd; bij volgroeide bladeren nog slechts spaarzaam behaard tot bijna kaal; geen rossige haren; steunblaadjes vroeg afvallend of ontbrekend behalve bij snelgroeiende jonge twijgen; groter dan beide ouders. 

Salix x reichardtii  (S. caprea x S. cinerea) 

 

13m Vergelijkbaar met 13L Salix x reichardtii maar onderzijde blad met rosse beharing; eerder boompje dan struik maar sterk vertakt vanaf de basis.  (Opm. Meikle: de rosse beharing wordt niet altijd overgeërfd.)

Salix x quercifolia (S. caprea x S. cinerea ssp. oleifolia) 

 

13n Lijstjes 1-10-(16) mm L, talrijk, sterk variërend in lengte; bladeren  3-12,5 cm L, 1-3,4  cm B; blad spits wigvormig aan basis en top; breed middengedeelte; kortlot onderkant vage nervatuur, langlot onder meer uitgesproken nervatuur; twee wat verschillende bladvormen naargelang ze meer neigen naar de ene of de andere ouder. Met grauwe behaarde twijgen.

Bij de vrouwelijke katjes is de stempel even lang als de stijl.  Bij S. x smithiana is de stempel langer dan de stijl. Bij de mannelijke katjes van x holosericea zijn de katjes korter dan die van x smithiana.


Salix x holosericea  (S. cinerea  ssp. cinerea x S. viminalis)