Module 5:
Verkennen

Gebruik van index

Opdracht 5.1 

Bij lijsten kunnen we elementen selecteren m.b.v. de index. 

#opdracht 5.1 (a) 

weekdagen=["Ma","Di","Wo","Do","Vr","Za","Zo"] 

print(weekdagen[4])

Wat verwacht je dat de bovenstaande code als resultaat heeft? 

Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet 

kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”. 


#opdracht 5.1 (a) 

weekdagen=["Ma","Di","Wo","Do","Vr","Za","Zo"] 

print(weekdagen[4])

Wat verwacht je dat de bovenstaande code als resultaat heeft? 

Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet 

kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”. 

Opdracht 5.2 

Je kan in een lijst met de index van een element individuele elementen aanpassen. 

Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”. 

# opdracht 5.2 

zin="Met deze zin gaan we op onderzoek." 

print(zin[4]) 

print(zin[5:10]) 

Verklaring:

Index 

Net zoals bij lijsten, kan je in een string de verschillende karakters benaderen met de index. Je kan dit doen vanaf het begin van de string, maar ook vanaf het einde. 

Slicing

Je kan met indexen ook een stukje uit de string afzonderen. Dit heet slicing (wegsnijden).

Bewerkingen + en *

Opdracht 5.3

Je kan met het ‘+’-teken lijsten samenvoegen. (zie hiernaast)





Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”.

#Opdracht 5.3

tekst1 = "De klinkers zijn: " 

tekst2 = "a, e, i, o, u. " 

zin = tekst1 + tekst2 

print(zin)

Opdracht 5.4

Je kan met het vermenigvuldigingsteken “*” een lijst vullen met allemaal dezelfde elementen, bijvoorbeeld:


Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”.

tekenreeks = "x"*5 

print(tekenreeks)

Verklaring

Wat je hier onderzocht hebt wordt in het Engels “concatenate” genoemd, in het Nederlands is dit “aaneenschakeling”. Je kan met het “+”-teken twee strings aan elkaar schakelen… 

Met de code:

>>>tekst1 + tekst2

schakel je dus de twee strings aan elkaar, eerst tekst1, gevolgde door tekst2 en krijg je: 

“De klinkers zijn: “+”a, e, i, o, u” è “De klinkers zijn: a, e, i, o, u” 

Omdat een vermenigvuldiging niets minder is als een optelling die een aantal keren wordt uitgevoerd krijg je: 

“x”*5 è “x”+”x”+”x”+”x”+”x” ==> ”xxxxx”

De methoden « in » en « len » 

Opdracht 5.5 

Met de instructie “in” kunnen we controleren of een lijst een bepaald element bevat. 

klinkers = ["a","e","i","o","u"]

print("i" in klinkers)

print('t' in klinkers)

Wat verwacht je dat onderstaande code gaat doen?

weekdagen="De weekdagen zijn: ma, di, wo, do, vr." 

weekend="Het weekend is: za, zo." 

print("ma" in weekdagen) 

print("za" in weekdagen) 

dagen = weekdagen + weekend 

print("Het" in dagen)

Opdracht 5.5

Met de functie “len” kunnen we de lengte van een lijst bepalen. 

#opdracht 5.6 

weekdagen=["Ma","Di","Wo","Do","Vr","Za","Zo"] 

print(len(weekdagen)) 

Wat verwacht je dat onderstaande instructie als resultaat gaat geven? Als je denkt dat deze instructie niet kan gebruikt worden bij strings, dan is je antwoord “Foutmelding”.

naam = “Python”

print(len(naam)