Oefening 5.1
Schrijf een script dat aan de gebruiker vraagt om tekst in te geven. Het script print de verschillende karakters van de ingegeven tekst onder elkaar.
Oefening 5.2
Maak een script dat aan de gebruiker vraagt een tekst in te geven, en daarna een letter.
Het script geeft dan een antwoord op de vraag hoeveel keer deze letter in de tekst voorkomt.
Oefening 5.3
Schrijf een script dat aan de gebruiker vraagt om een woord of zin in te geven. Het script beantwoord dan de vraag of het een palindroom of niet is.
Palindroom = woord dat omgekeerd hetzelfde woord oplevert, bijvoorbeeld LEPEL
Oefening 5.4
Schrijf een script dat een rechthoekige driehoek tekent. De gebruiker geeft de grootte van de rechthoekszijde in.
Oefening 5.5
Schrijf een script dat een kerstboom tekent. De gebruiker geeft de hoogte van de kerstboom in.
Tip voor oefening 5.5
Stel voor elke lijn een string samen bestaande uit een aantal spaties en de kruisjes.