In deze verdieping gaan we een spel ontwikkelen waarin de computer een getal moet raden. Jij, de gebruiker, gaat steeds aangeven of een getal groter, kleiner of gelijk is.
Het script houdt bij hoeveel pogingen de computer moet ondernemen.
Om tot dit script te komen gaan we:
Een script schrijven dat een getal aanvaard van 1 t/m 20
De computer een getal laten genereren van 1 t/m 20 en dan de gebruiker dit getal laten raden.
Dit is eigenlijk de analyse voor het volgende script.
De computer moet een getal raden dat jij in gedachten hebt.
Oefening 3.5:
Schrijf een script dat aan de gebruiker een natuurlijk getal vraagt tussen 1 en 20.
Als de gebruiker een getal ingeeft dat niet voldoet aan de voorwaarde moet het script een nieuwe ingave vragen, anders geeft het als output: “Voldoet”.
Voorbeeld:
Oefening 3.6:
Laat de computer een getal van 1 tot 20 genereren;
Laat de gebruiker dan het getal raden.
Bij elke poging geeft de computer aan of het getal te hoog of te laag is.
Als de gebruiker het getal geraden heeft, geeft de computer het aantal pogingen dat nodig was op het scherm weer.
Voorbeeld:
Oefening 3.7:
Draai oefening 3.6 nu om. Laat de gebruiker een getal ingeven van 1 tot/met 20 en laat de computer raden naar het getal.
De gebruiker geeft steeds aan of het getal dat gezocht wordt groter (G), kleiner (K) of gelijk(=) aan het getal dat gezocht wordt.
Als de computer het getal geraden heeft, geeft de computer het aantal pogingen dat nodig was op het scherm weer.
Je kan de computer natuurlijk gewoon laten gokken, maar er bestaat een algoritme waarbij de computer in maximaal 5 stappen het juiste getal raadt.