Bijbelse taal

In de Bijbelvertaling zijn tal van Nederlandse uitdrukkingen en spreekwoordelijke gezegdes ontstaan die niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijkse vocabulair. Onze moedertaal is op indrukwekkende wijze voorzien van een berg met patriarchale, veelal moralistische, zogeheten 'predikanten-taal' of 'dominees-taal'. Hier volgt een korte opsomming van enkele van deze contstant gebezigde zegswijzen met een korte aanwijzing van de vindplaats. 

- "Gaat heen en zondig niet" Joh.8-11

- "Zoekt en gij zult vinden" Matt.7-7

- "Zeven vette en zeven magere jaren" Gen.41-25

- "In zak en as zitten" Est.4-1

- "Een zondebok kiezen" Lev.16-21

- "De zwaarden omsmeden tot ploegscharen" Jes.2-4

- "Wie het zwaard heeft, zal er door sterven" Matt.26-52

- "Een roepende in de woestijn" Jes.40-3

- "In het zweet uws aanschijns" Gen.3-17

- "Met de mantel der liefde bedekken" Gen.9-23

- "Als een molensteen om de nek" Marc.18-6

- "Woorden in de mond leggen" Ex.4-15

- "Er is niets nieuws onder de zon" Pred.1-10

- "Onderzoekt alles en behoud het goede" Thes.5-19

- "Door het oog van de naald gaan" Matt.19-24

- "Gaat heen en vermenigvuldigt u" Gen.1-28

- "Zoek, en u zult vinden" Matt.7-7

- "Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in" Spr.26-27

- "Ik vrees met groten vreze" Luc.2-9

- "De laatsten zullen de eersten zijn" Marc.10-31

- "Zit niet zo te muggenziften" Matt.23-24

- "De handen in onschuld wassen" Matt.27-24

- "Oog om oog, tand om tand" Ex.21-24

- "Bij de pakken neerzitten" Gen.49-14

- "Een rib uit je lijf" Gen.2-21

- "Een steen des aanstoots" Pet.2-7

- "Een berg werk verzetten" Matt.11-23

- "Dat is uit den boze" Matt.5-37

- "Op twee gedachten hinken" Kon.18-21

- "De geest gewillig, maar het vlees zwak" Marc.26-40

- "Waar het hart vol van is" Matt.12-34

- "Hoogmoed komt voor de val" Spr.16-18

- "Een doorn in het oog" Num.33-35

- "De harp aan de wilgen hangen" Ps.137-2

 © 2016 F.N. Heinsius