Eerste Fries

Het eerste Fries is niet het zinnetje van de man uit mijn familie die wij zijn gaan kennen als Gijsbert Jacobs van Holckema, in 1656 geschreven in het album amicorum van zijn vriend Sixtus van Brunsvelt, edoch de juridisch getinte tekst zoals afgedrukt bij Johannes Arcerius in Franeker bij een proefschrift uit 1654. Men noemt dit het Eerst gedrukte Fries in een zogeheten Lofdicht over de Drusgracht en het Zuidveense Recht bij Diemen. Een en ander moet in verband gebracht worden met de ontdekking van geschriften uit de renaisance aangaande de oudheid. Men schrijft er in de eigen volkstaal min of meer waar Holland begint, daar bij Diemen, daar waar Duitsers varen, daar komt men vanzelf in aanraking met de 'slechte' kant van het recht. Dat slecht uiteraard van slaag, slacht en slagveld, en rijmend op recht of rijocht, de jacht. Aldat, om de landgrens van de Fries figuurlijk af te palen bij Holland. Een eeuw eerder hanteerde men ook al Fries bij de overdracht van Karel V aan Philips II. Men heeft dus het eerst gesproken Fries (Burmania, 1555), eerst gedrukte Fries (Arcerius, 1654) en het eerst geschreven Fries (Holckema, 1656).

© 2016 F.N. Heinsius