Babylonische talen

Babylonische talen zijn aan de Bijbel ontleende beeldspraken voor een verwarde en verhitte (religieuze) discussie met het doel te verhullen en te verdraaien. Het woord Bijbel is in naamwoordelijke zin al uit het woord Babel ontstaan (transformatiereeks: bijbel<bibal<bebol<babul). In Genesis 11 wordt verteld hoe de mensen, die allen nog één taal spraken, een hoge toren wilden bouwen met de spits tot in de hemel. Archeologen hebben hierna een verband gelegd tussen deze 'toren van Babel' en de zogeheten ziggurat waar de landheer zijn belastinginkomsten in natura vanzelfsprekend verlangde te ontvangen in ruil voor veiligheid en defensie. Deze Tempeltoren in Mesopotamië bestond uit een aantal etages die naar boven toe steeds kleiner werden. Het grondvlak was meestal vierkant of rechthoekig. Bovenop stond het cultusvertrek. De Bijbel schrijft dat de God van Israël dit stoute en hoogmoedige plan in de war stuurde door te bewerkstelligen dat de mensen elkaar niet meer verstonden. Volgens het verhaal kreeg de stad hierom de naam Babel afkomstig uit het Aramees: 'verwarren'. Het zegt niet met zoveel woorden dat hier de oorzaak ligt van het grote aantal talen dat op de wereld gesproken wordt. De Babylonische spraakverwarring die daaruit voortvloeide vormt zo een laatste redmiddel om de hogere machten gunstig te stemmen. Filologie onderzoekt de oude talen.

Babylon

© 2016 F.N. Heinsius