Volkstaal

Alledaags gesproken taal waarin het nationale karakter en de volkswijsheid impliciet naar voren komen. Een veel gehoorde calvinistische zegswijze die in ons land veel voorkomt over misplaatste zuinigheid is bijvoorbeeld: "Ons bin zunig!".

- Recht zo die gaat

- Voor wat, hoort wat

- Wie niet waagt, wie niet wint

- Op de kleintjes letten

- Hoge bomen vangen veel wind

- Hardlopers zijn doodlopers

- Waar een wil is, is een weg

- Beter goed gejat, dan slecht bedacht

- Zoekt, en gij zult vinden

- Ik hou van je, maar hoe lang nog

- Wie niet weet, die moet zwijgen

- Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald

- Ons bint zunig

- Een gokje wagen

- Men neme een, maar krijge twee

- Waar niets is, krijgt men niet

- Daar valt niets te halen

- Op de winkel passen

- De schoorsteen moet ook roken

- Die wat waagt, die wat wint

- Geld maakt niet gelukkig

- Een halve waarheid, is een hele leugen

- Een mens lijdt het meest, van dat wat hij vreest

- De beste stuurlui, die staan aan wal

- Geluk is niet te koop

- Het kan vriezen, en het kan dooien

- De kont tegen de krib gooien

- Het gaat handen vol geld kosten

- Onder de duim houden

- Van het kastje naar de muur sturen

- Alle hens aan dek

- Naar de kelder gaan

- Ze kunnen het dak op

- Op hoop van zegen

- De kust is veilig

- We zien wel waar het schip strandt

- Hard van stapel lopen

- Een storm in een glas water

- Een zwaluw maakt nog geen zomer

- De wind uit de zeilen nemen

- Tussen wal en schip geraken

- Het loopt de spuigaten uit

- etc.

© 2016 F.N. Heinsius