Keuren

(West Frysk) West-Germaanse rechtsgeschriften waarvan de Friezen menen dat het om het oudste inheemse Fries zou gaan. Bekend zijn de korte zinnetjes als: Hueth ist riucht?, Hweth queth thet wird 'godis'? of Hv monich riucht ist er? De vage teksten hebben veel weg van religieuze uitingen als 'een goede voor een kwade geven' (aflaattekst). Men dateert het materiaal uit de eerste helft van de 11de eeuw. De Lex Frisionum tekende het gewoonterecht van de Friezen op met een drukwerk in het jaar 1557 in Bazel, waarbij men de originele manuscripten vernietigde, waarschijnlijk in het Latijn gesteld. Die bron is derhalve verdwenen. De volgende bron, de 17 keuren en 24 landrechten, is eveneens vernietigd. Men moet aannemen dat ook dat werk in het Latijn is genoteerd. Men hanteert in beide bronnen min of meer gelijke landgrenzen, de gebruikelijke grenzen als Sinkfal of beter gezegd Onder-Velsen tot aan de Wezer. Men dient echter vooral te bedenken dat bij dergelijke optekening vooral het Volk centraal staat en hoe het zich gedragen moet jegens de rechtsprekende, de eigenaar van de grond, meestal de hoogste edele. Alleen de Lex Frisionum noemt deze landgrenzen vrij expliciet. In alle andere bronnen spreekt men honderduit over Germania Inferior, het lager gelegen inferieure landsdeel van Europa en overwegend in negatieve zin, uiteenvallend in een onderdrukt Bataafs volk tussen de rivieren en een vrij Fries volk boven de rivieren. Op een hoog niveau beschouwd, vormen de 17 keuren derhalve een relatief eenvoudige zaak. Het gaat over het recht, en waar dat feitelijk toegepast is.

© 2016 F.N. Heinsius