Johannes de Doper

Alle evangelisten schrijven over Johannes de Doper. Lucas over zijn geboorte, en iedereen over zijn optreden en dood.

Zijn geboorte wordt door de engel Gabriel aangekondigd (Lucas 1:5-25), terwijl zijn ouders al oud zijn. Hij wordt een half jaar voor Jezus geboren.

Als volwassene roept hij de mensen op tot bekering en doopt ze aan de Jordaan

In Matt. 3:4 lees ik: “Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een lederen gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing”

Dat kleed van kameelhaar is wel merkwaardig. Een kameel was onrein (Lev. 11:4): je mocht niets van een kameel eten. Dus als Johannes een haar van zijn kleed in zijn mond kreeg was hij ook onrein. Waarom neem je zo’n risico, zou je denken.

Elia droeg ook een kleed van haar (II Kon. 1:8). Misschien ook kameelhaar.

Misschien was het de algemene dracht van profeten: in Zach. 13:4 lees ik:

Te dien dage zullen de profeten beschaamd staan, ieder om wat hij schouwt, wanneer hij als profeet optreedt, en zij zullen geen haren mantel aantrekken om leugens te vertellen.

Johannes doopt ook Jezus.

Hij werd gevangen genomen door Herodes Antipas die Herodias van zijn broer had afgepakt. Dat gold als incest. (Lev. 18:16).

Tijdens zijn gevangenschap laat hij aan Jezus vragen: Zijt Gij het die komen zou, of hebben wij een ander te verwachten?

Niet lang daarna danst Salomé, de dochter van Herodias, voor Herodes Antipas, en toen ze daarvoor alles mocht kiezen koos ze het hoofd van Johannes de Doper, en dat kreeg zij. De naam Salomé wordt in de Bijbel overigens niet genoemd.


Richard Strauss componeerde een opera over Salomé. Het bevat de beroemde dans van de zeven sluiers.<= Schilderij van Moreau.

Als je de verhalen over Johannes de Doper leest, denk je dat de discipelen van Johannes wel discipelen van Jezus geworden zullen zijn, of naar huis zijn gegaan, maar dat blijkt niet zo te zijn. In Hand. 18:24-28 komen we Apollos, en in Hand. 19:1-7 nog een paar mensen tegen die gedoopt zijn in de doop van Johannes.

Zij worden door Aquila en Priscilla bekeerd tot het Christendom.

Het blijkt nu, dat er veel meer mensen waren, die gedoopt waren in de doop van Johannes, en ze hebben zich niet allemaal tot het Christendom bekeerd.

Over hun verdere geschiedenis is weinig bekend.

Johannes-Christenen worden ze wel genoemd, of ook wel Mandaeanen. Johannes is voor hen een groot profeet, maar niet de Messias.

In de Koran heten ze Sabeanen, en ze behoren bij de mensen van het Boek. Dat betekent dat ze niet vervolgd hoeven worden.

Ze woonden eerst in Irak en Iran, maar daar werden ze onderdrukt, en velen zijn gevlucht, vooral naar de U.S.A. Hun aantal neemt sterk af. Er zouden nu nog zo’n 20.000 zijn.

Waarschijnlijk hebben de aanhangers van Johannes de Doper en andere groepen, die een vergelijkbaar geloof hadden, zich bij elkaar aangesloten, en vormen ze samen de Mandaeanen.

Ze hebben een aantal heilige boeken, die inhoudelijk nogal verschillen van de Bijbel.

Het verhaal over Johannes die Jezus doopt komt er wel in voor.

Jezus is voor hen een afvallige. Ook van Mohammed moeten ze niets hebben.

De doop is voor hen uiteraard een belangrijk ritueel.

Van Johannes de Doper zijn heel veel afbeeldingen. WikiCommons heeft er een rubriek aan gewijd. De volgende afbeelding zijn er aan ontleend.

Ook van Salomé zijn er veel afbeeldingen.

Bijbelse illustratie

Bijbelse illustratie

Pluschow

Francesc Comes (1390)

Salome met hoofd van Johannes