Chanoeka

Antiochus Epiphanes wilde dus een einde maken aan de bijzondere positie van de Joden en Judea: het moest een gewone gebied worden, waar de Griekse goden aanbeden werden. Dat was in alle andere streken van zijn rijk ook gebeurd. Maar in al die andere landen hadden de mensen een stel goden, die vergelijkbaar waren met de Griekse goden. Zo kon in Egypte Isis gelijkgesteld worden met Aphrodite, in Syrië Baal met Zeus enz. De bewoners van die landen hadden geen problemen met deze gelijkschakeling.

Maar de Joden aanbaden één God, en weigerden aan deze gelijkschakeling mee te werken. En dus besloot de koning in 167 v.Chr. een eind te maken aan het hele Joodse geloof: het manifest werd opgezegd, de tempeldienst en de spijswetten werden afgeschaft, en het vieren van de Sabbat en de besnijdenis werden verboden. Thora-rollen werden verbrand, en op het in bezit hebben van een Thora-rol stond de doodstraf. En een beeld van Zeus werd in de tempel gezet.

Of zoals het in Daniël staat (8:11-12a.):

Zelfs tegen de Vorst van het heer maakte hij zich groot, en Hem werd het dagelijks offer ontnomen en Zijn heilige woning werd neergeworpen. En een eredienst werd in overtreding ingesteld tegenover het dagelijks offer.

en Daniël 11:31:

Zij zullen het heiligdom, de vesting ontheiligen, het dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt

Veel Joden accepteerden dit, maar velen ook niet. Velen vluchtten naar de woestijn. Een deel daarvan werd omgebracht toen zij zich op Sabbat niet wilden verdedigen.

Dat leidde tot een discussie over de vraag of de Sabbat zo bedoeld was.

De bronnen geven daarover geen informatie, maar we kunnen ons voorstellen hoe dat gegaan moet zijn. Aan de ene kant mensen die vonden dat de het Sabbatsgebod letterlijk moest worden nageleefd: “Waar blijven we als we op eigen houtje uitzonderingen op de wet van God gaan maken?”

Aan de andere kant mensen die er op wezen, dat de geschiedenis van Israël vol oorlogen was, en dat daarbij de Sabbat ook niet kon zijn geheiligd.

Had God Israel niet opgeroepen alle inwoners van Kanaan uit te roeien? (Deut. 7)

En dat kan toch niet als je de Sabbat er tussen door viert?

Had het volk Israël niet zeven dagen om Jericho getrokken, en moest daarbij niet een Sabbat zijn geweest? En had Goliath niet veertig dagen lang de slagorden van Israël getart, en waren daar niet Sabbatten bij geweest, zonder dat het volk die heiligde?

En had David hem daarna niet met Gods hulp gedood?

En verbood God niet mensen te doden, en viel daaronder ook niet dat je iemands leven moest redden als je dat kon, ook op de Sabbat?

Discussies over de Sabbat vinden we ook in het Nieuwe Testament.

De leider van hen die ook op de Sabbat oorlog wilden voeren was Mattathias uit de stad Modin. Zijn nakomelingen noemt men wel de Hasmoneeën, naar Hasmon, een voorvader van Mattathias. Onder zijn leiding werd een guerilla-oorlog gevoerd, zo nodig dus ook op Sabbat.

Toen Mattathias stierf wees hij zijn zoon Judas als commandant aan, hoewel hij niet de oudste zoon was. Hij kreeg de bijnaam Maccabaeus. Hij bleek een groot militair. In diverse veldslagen wist hij het leger van de koning te verslaan. En omdat de koning ook een oorlog met de Parthen voorzag en omdat de Romeinen wantrouwig werden trok Antiochus de besluiten in. Het manifest zou weer gelden.

Judas reinigde de tempel en herstelde het brandoffer, precies drie jaar nadat het eerste offer aan Zeus daar had plaatsgevonden (in 164 v. Chr.)

Deze herinwijding van de tempel werd feestelijk gevierd, en de Joden vieren het nog steeds: het Chanoekafeest, ook wel het feest der Lichten genoemd.

Het duurt acht dagen.

Een oude traditie vertelt hoe bij de herinwijding er voor de kandelaar maar heilige olie voor één dag was, maar de kandelaar bleef toch daar toch acht dagen op branden.

Op dit feest wordt op elke dag een kaarsje meer aangestoken. En de kinderen krijgen elke dag een cadeau.

De herinwijding van de tempel wordt door Daniël niet voorspeld. In plaats daarvan wordt de eindtijd aangekondigd.

Niemand minder dan de grote natuurkundige Newton heeft een studie gemaakt o.a. van de profetieën uit het boek Daniël. Hij kwam tot andere conclusies: hij zocht de vervulling ervan in de Romeinse tijd.

De Chasidiem waren met het herstel van de oude situatie tevreden, maar Judas en zijn familie niet.

Niet alleen de Joden, ook de Samaritanen moesten een beeld van Zeus accepteren in hun tempel op de Gerizim. Maar zij hadden geen Judas Maccabaeus!

De (apocriefe) boeken van de Maccabeeën geven een goed beeld van die moeilijke tijd, gezien door de ogen van een vrome Jood.

Händel heeft een oratorium aan Judas Maccabaeus gewijd. De melodie van het bekende "U zij de glorie" komt uit dit oratorium.