VSV en JIKP
VSV en JIKP
De wetgeving rond de het voorkomen van uitval (VSV) en het begeleiden van JIKP wordt w.s. per 2025 gewijzigd. Het MBO onderwijs krijgt extra middelen en de RMC-functie wordt uitgebreid van 23 naar 27 jaar. De RMC-functie monitort of jongeren naar school gaan of aan het werk zijn, benadert hen bij uitval en begeleidt hen terug naar onderwijs of werk, in samenwerking met de benodigde ketenpartner. De afdeling Werk & Inkomen wacht niet af tot een jongere aanklopt voor ondersteuning, maar gaat al in het laatste schooljaar samen met school en de jongere in gesprek over de benodigde begeleiding voor het verkrijgen en behouden van werk.
Het Doorstroompunt (RMC) voorkomt voortijdige schooluitval van jongeren tot 27 jaar i.s.m. school
Het Doorstroompunt (RMC) houdt jongeren tot 27 jaar in beeld die uitstromen zonder startkwalificatie
Begeleiding door het Doorstroompunt (RMC) terug naar school/werk/dagbesteding, zo nodig i.s.m. ketenpartner
Geen/laag inkomen is indicatie voor actie
Inzet van het Doorstroompunt (RMC): 25 mln (OCW/WEB/werkagenda mbo/gelijke kansen) Er zijn in Nederland 40 RMC-regio's. Ze krijgen na invoering van de beoogde wet 625.000,- per jaar voor hun nieuwe rol.
De minister van OCW wil voor jongeren in een kwetsbare positie de risico’s op uitval beperken en passende begeleiding voor deze jongeren versterken. Daarom hebben burgemeesters en wethouders sinds 1 januari 2017 de taak om de doelgroep jongeren in een kwetsbare positie te volgen. Deze taak is bij de RMC belegd. Per 1 januari 2019 is deze taak wettelijke veranderd.
Definitie van jongeren in een kwetsbare positie
Een jongere die al dan niet met getuigschrift of een diploma doorstroomt naar de entreeopleiding, basisberoepsopleiding (MBO 2) of uitstroomt uit het onderwijs,
en afkomstig is uit:
Het voorgezet speciaal onderwijs
Het praktijkonderwijs
De basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo
Het leerwerktraject van het vmbo
De entreeopleiding; of
Jongeren die niet vanuit een van de onderwijssoorten, genoemd onder 1 tot en met 5 instroomt in een entreeopleiding
Waarom monitoren?
De Doorstroompunt (RMC)-regio’s hebben samen met partners de verantwoordelijkheid om een sluitend vangnet te bieden voor jongeren in een kwetsbare positie met als doel maatschappelijk uitval te voorkomen. Dat doen we met onze partners in de regio: scholen, werk & inkomen, wijk- en jeugdteams. Deze partijen hebben allen een eigen rol om maatschappelijke uitval van jongeren te voorkomen. Het gaat om jongeren die vanwege een bijzondere thuissituatie, gedragsproblemen of specifieke leerbehoeften kwetsbaar zijn en daarmee een verhoogde kans hebben op maatschappelijke uitval zonder afgeronde opleiding of goed arbeidsperspectief. Zij bevinden zich op het snijvlak van onderwijs, arbeidsmarkt en (jeugd)zorg en hebben extra aandacht nodig om goed te worden voorbereid op de toenemende eisen die de samenleving, het onderwijs en de arbeidsmarkt aan hen stelt.
Dashboard Jongeren in een kwetsbare positie
Ingrado (koepelorganisatie van de Doorstroompunten (RMC)) en het ministerie van OCW hebben met het CBS een openbaar dashboard ontwikkeld waarin de Doorstroompunten-regio’s de doelgroep jongeren in een kwetsbare positie onderling kunnen vergelijken en cohorten kunnen volgen. Deze standaard is in eerste instantie een hulpmiddel voor regio’s om jongeren in beeld te brengen. Maar we wilden ook kijken of we met behulp van de standaard een landelijk vergelijkbaar beeld kunnen creëren zodat de Doorstroompunten-regio’s de doelgroep jongeren in een kwetsbare positie onderling kunnen vergelijken en we op langere termijn trends en ontwikkelingen kunnen onderscheiden als input voor nieuw beleid.
de Doorstroompunten factsheets Jongeren in een kwetsbare positie DUO maakt elk jaar factsheets op basis van beschikbare voorlopige of definitieve cijfers.
ROC factsheets Jongeren in een kwetsbare positie Ze beschrijven per regio de situatie in het onderwijs van jongeren in een kwetsbare positie.
De Rijksoverheid wil voorkomen dat jongeren tussen de 12 en 23 zonder startkwalificatie van school gaan (voortijdig schoolverlaten). Zonder startkwalificatie hebben jongeren namelijk minder kans op de arbeidsmarkt. Het Rijk, scholen en gemeenten nemen samen maatregelen om jongeren weer naar school te helpen. Jongeren die zonder startkwalificatie gaan werken hebben een grotere kans hun baan te verliezen dan een medewerker met een diploma. En ze hebben vaker flexibele banen, waardoor ze ook als volwassene weinig inkomen hebben. In het schooljaar 2020/2021 waren er 24.385 voortijdig schoolverlaters. Een voortijdig schoolverlaters is een jongere die:
tussen de 12 en de 23 jaar oud is;
niet staat ingeschreven op een school;
geen startkwalificatie heeft (een diploma op minimaal mbo 2, havo- of vwo-niveau);
niet uit het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs komt.
Schoolverlaters uit het vso-pro hebben geen startkwalificatie verplichting en worden daarom niet meegerekend in de VSV cijfer, maar wanneer ze doorstromen naar een mbo-entree of mbo 2 vervolgopleiding worden ze wel kwalificatie-plichtig en worden als VSV-er meegerekend wanneer daar uitvallen of ze géén MBO 2 diploma halen. De Rijksoverheid stelt jaarlijks € 49,6 miljoen beschikbaar voor het regionale vsv-programma. Gemeenten krijgen daar € 19,2 miljoen van, mbo-scholen € 30,4 miljoen. Gemeenten en scholen maken voor de besteding van dit geld een gezamenlijk plan. Op dit moment lopen de plannen van 2021 tot en met 2024.
De Rijksoverheid wil drie doelen halen met de aanpak voortijdig schoolverlaten:
Minder schooluitval. De Rijksoverheid wil in 2024 maximaal 20.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters hebben. Dat zijn er ruim 4000 minder dan de hoeveelheid schoolverlaters in schooljaar 2020-2021. In het studiejaar 2021-2022 stopten ruim 30.000 jongeren – vrijwel uitsluitend mbo’ers – met hun opleiding zonder een startkwalificatie te halen. Dat is bijna een kwart meer dan een jaar eerder.
Voortijdig schoolverlaters terug naar school of naar werk begeleiden.
Jongeren in een kwetsbare positie helpen bij de overgang naar vervolgonderwijs of met een baan vinden.
Gemeenten en scholen in een RMC-regio hebben de wettelijke taak elke vier jaar een regionaal programma op te stellen en uit te voeren dat enerzijds gericht is op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen de 12-23 jaar. En anderzijds is het programma gericht op het begeleiden van jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen, deze worden 'Jongeren In een Kwetsbare Positie' (JIKP) genoemd. Deze regionale programma’s worden structureel vanuit de Rijksoverheid gefinancierd. Voortijdig schoolverlaten is nog steeds een groot maatschappelijk vraagstuk. Jongeren zonder startkwalificatie hebben minder kansen op de arbeidsmarkt, met alle gevolgen van dien in hun latere leven.