opleiden en certificering
opleiden en certificering
Veel branche cursussen zijn op en door de vso-pro scholen, vaak in samenwerking met branche organisaties ontwikkeld, om de (vak)specifieke competenties van jongeren binnen vso-pro te bevorderen en daardoor een gerichter toeleiding naar arbeid mogelijk te maken. In de afgelopen jaren is er veel ontwikkeld aan de aanbod kant, als aan de vraag kant met steeds meer 'afnemende' scholen en leerlingen.
De cursussen worden inmiddels op verschillende manieren ingezet: deels in 'voortrajecten' voor leerlingen die een kwalificatie op mbo-niveau 1 kunnen/willen behalen en deels als 'afronding' voor leerlingen die daar niet aan toekomen bijvoorbeeld:
Scholing Voor Arbeid (SVA) is een label van KPC Groep.
SWB Veilig werken als alternatief voor het VCA
Meer voorbeelden van brancheopleidingen en (zelfstudie-) lesmiddelen.
Vergelijking van niveau branchecertificaten en kwalificatiedossiers mbo1
Overeenkomsten in niveau betreffen de specifieke 'smalle' taken die kenmerkend zijn voor de branchecertificaten. Deze moeten op een vergelijkbaar niveau worden uitgevoerd als binnen mbo-niveau 1. Het gaat dan bijvoorbeeld om: Het volgen van procedures (zoals werken conform veiligheidsvoorschriften). Materialen en middelen inzetten (zoals schoonmaakmaterialen uitkiezen en hier op de voorgeschreven manier mee omgaan). Vakdeskundigheid toepassen (met name manuele of fysieke vaardigheden, soms ook mentaal).
Het verschil in niveau komt met name tot uiting in de smalle formulering van de taken. Voor een branchecertificaat leren leerlingen precies díe ene handeling goed uit te voeren, terwijl dat voor niveau 1 deel uitmaakt van een omvattender geheel. De vraag is dus of leerlingen die een branchecertificaat halen ook de transfer kunnen maken naar andere handelingen, of naar dezelfde handelingen maar volgens een andere procedure (bijvoorbeeld een ander administratief programma gebruiken, of andere gerechten in de keuken klaarmaken). Op dat vlak wordt het potentieel van de leerling niet in kaart gebracht, voor zover dat af te leiden valt uit de toet draaiboeken.
Praktijkleren is in 2019 op de uitvoeringsagenda van Perspectief op Werk geplaatst en wordt sinds 2021 landelijk aangeboden. Dit nieuwe aanbod is vergelijkbaar is met bovenstaand aanbod branchecertificering, echter in deze nieuwere variant heeft het MBO in samenwerking met het SBB en alle landelijke partijen de gehele MBO kwalificatie structuur toegankelijk gemaakt. De aanpak is bedoeld voor vso- en pro-leerlingen. Maar ook voor mensen in de Wajong, met een WSW-indicatie, een WIW-baan of een ID-baan.
Met de SBB praktijkverklaring kunnen ingeschreven vso-pro leerlingen kansen en mogelijkheden krijgen om zich in te zetten op de arbeidsmarkt. De aanpak is gebaseerd op de systematiek uit het middelbaar beroepsonderwijs van leren in de praktijk. Sinds 2010 experimenteerde het SBB in opdracht van het ministerie onder de projectnaam Boris al met scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.
Lees hier hier meer over het voorbeeld van de Praktijkschool Oost ter Hout in Haarlem
Praktijkverklaring (in de 3e leerweg)
De werkende of werkzoekende krijgt een praktijkopleiding op maat, waarbij in de praktijk van het bedrijf delen (werkprocessen) uit mbo-opleidingen worden geleerd op basis van de mogelijkheden van de kandidaat en het bedrijf. De praktijkverklaring vermeldt welke werkprocessen in het bedrijf zijn geleerd en maakt deel uit van de mbo-verklaring. De praktijkverklaring in de 3e leerweg is met name geschikt voor deelnemers die slechts een deel van het kwalificatiedossier kunnen behalen.
MBO verklaring (in de 3e leerweg)
In deze aanpak gaat men uit van het uiteindelijk behalen van een MBO-Verklaring en een formelere status heeft dan een praktijkverklaring. De MBO Verklaring omvat het complete praktische gedeelte van een kwalificatie dossier aangevuld met de 0-meting en de Proeve van Bekwaamheid. Als aanvullende lessen of examens zijn behaald, krijgen die ook een plek in de mbo-verklaring.
MBO Certificaat
De werkende of werkzoekende doet een deel van een mbo-opleiding waaraan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een certificaat heeft verbonden vanwege de arbeidsmarktrelevantie voor werkzoekenden en werkenden. Bij een certificaatgerichte opleiding gaat het om uitvoering van een afgerond takenpakket dat deel uitmaakt van een beroep. De kandidaat leert door het uitvoeren van een aantal werkprocessen in het bedrijf, aangevuld met lessen en een examen op een MBO school.
Doorstroom van praktijkonderwijs naar mbo Studie naar cijfers, achtergronden en wettelijk kader. R. Kennis T. Eimers S. van der Woude 2020
Steeds meer leerlingen stromen vanuit het VSO (route arbeid) en PrO (alsnog) door naar het mbo. Er zitten aanzienlijke dilemma’s vast aan de aantrekkingskracht die mbo’s hebben op leerlingen of hun ouders. Tussen 35 (vso) en 53 % (pro) van onze leerlingen stromen door naar een (v)mbo opleiding of volgen deze intern op de vso-pro school. Studenten met extra ondersteuningsbehoefte in het mbo hebben vaak meer maatwerk nodig tijdens hun beroeps praktijkvorming (BPV) voor een goede uitgangspositie op de arbeidsmarkt of een passend vervolgtraject. Bij inschrijving op een regulier ROC, vallen de oud vso-pro studenten binnen de kwalificatie structuur en worden bij uitval aangemerkt als voortijdig schoolverlater (VSV).
Positieve kanten:
Mbo op niveau 2 biedt een diploma dat hoog wordt gewaardeerd door werkgevers (startkwalificatie).
Mbo biedt een langere leer- en ontwikkelweg. Leerlingen blijken vaak niet te zijn uitontwikkeld op hun 18e levensjaar.
Een deel van de leerlingen blijkt tijdens passende stages meer in hun mars te hebben en dan kan mbo een alternatief zijn om de kansen van iemand te vergulden.
Mbo biedt via BBL zowel baan als leeromgeving.
Inclusief onderwijs houdt in dat jongeren met een beperking in staat worden gesteld deel te nemen aan regulier onderwijs. Dat moet mogelijk worden gemaakt doordat mbo-instellingen hun onderwijs toegankelijk maken.
Negatieve kanten:
Een deel van de leerlingen blijkt het benodigde leerniveau om het mbo te kunnen halen te ontberen. Kiest de leerling desondanks voor mbo en leidt dit tot (voorziene) uitval, dan is dat een bittere pil voor de jongere. En in hun ontwikkeling is dat vaak niet de eerste.
De meeste mbo-instellingen zijn groot en leggen veel verantwoordelijkheid bij de leerling waardoor PrO- en VSO-leerlingen het risico lopen te stranden en dat gebeurt vaak ook.
Indien steeds meer leerlingen via PrO op het mbo terechtkomen, kan worden afgevraagd hoe zich dit verhoudt tot de core business van het Praktijkonderwijs.
Omgaan met Drempelloze instroom (MBO-raad 2020)
De entreeopleiding is in principe drempelloos toegankelijk. Er wordt gesproken van drempelloos, omdat een student geen diploma hoeft te hebben om te worden toegelaten. Er moet echter wel aan andere eisen worden voldaan, namelijk dat de student niet meer leerplichtig is en niet voldoet aan de vooropleidingseisen van een mbo niveau 2 opleiding of hoger (artikel 8.1.1b WEB) en:
Student heeft een vast woon- of verblijfsadres
Student kan onderwijs in een groep volgen
De student brengt de veiligheid van de omgeving niet in het gedrang
Student heeft tenminste taalniveau A2
De student is in staat zich te ontwikkelen (richting een entree kwalificatie) en kan informatie opnemen en verwerken
Op verschillende plekken wordt gewerkt aan oplossingen:
Vanaf het eerste jaar in het VSO en PrO wordt met de leerlingen en ouders nadrukkelijk gesproken over de vraag: wanneer is school naar werk haalbaar en wanneer is mbo mogelijk? Er zijn tools in de maak waarmee inzichtelijk kan worden gemaakt hoe de leerling zich door de jaren heen ontwikkelt. Dat helpt inzicht te geven aan de leerling en de ouders of mbo haalbaar is of niet (leermogelijkheden 2F, competentieprofielen, ...)
Leerlingen van VSO en Pro lopen mee op het mbo om te ervaren wat het onderwijs inhoudt en hoe de (vaak grote) school op hen overkomt. Meer erkenning voor praktijkleren via VSO/PrO. Of op latere leeftijd als iemand wil door-ontwikkelen. Schooladviezen die worden gegeven door VSO- en PrO-scholen worden zwaar gewogen door de mbo-instelling. Dit leidt soms tot een afhoudende opstelling van mbo, zeker als de leerlingen jonger dan 18 jaar zijn.
Daarnaast worden oplossingen gezocht in samenwerking:
Samen met mbo’s wordt geprobeerd Entreeopleidingen vorm te geven. Voor een deel om leerlingen die kans te geven. Voor een deel om de leerlingen nog bewuster te maken van hun uiteindelijke kansen om te slagen op het mbo (afgeronde Entree betekent toegang tot Niveau 2).
Begeleiding op mbo door een stagebegeleider van de VSO- en PrO-school. Daar is overigens geen apart budget voor, wat deze oplossing wel duur maakt.
Samenwerking met onbekostigde mbo aanbieders
Samenwerking bekostigd pro – erkend mbo het advies op verzoek van de Sectorraad Pro over één element van de bestaande praktijk, te weten de omstandigheid dat in voorkomende gevallen een school voor praktijkonderwijs ten behoeve van de entree-opleiding samenwerkt met een erkende mbo-aanbieder, dat wil zeggen: een andere aanbieder dan een publiek bekostigde mbo-instelling. De vraag is hoe hieraan in het licht van de aanstaande codificatie een plaats kan worden gegeven, zodanig dat de wettelijke inkadering de bestaande praktijk niet onnodig wordt verstoord en een consistente en duurzame regeling ontstaat. In opdracht van de Sectorraad Praktijkonderwijs Prof. dr. R. van Schoonhoven januari 2021
Position Paper Sectorraad Praktijkonderwijs AO- 13-01-2021
Doorstroom van praktijkonderwijs naar mbo Studie naar cijfers, achtergronden en wettelijk kader. R. Kennis T. Eimers S. van der Woude 2017
Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso (PDF) onderzoeksprogramma Evaluatie Passend Onderwijs (2014-2020) Kohnstamm Instituut.
BPV/stage-handboek voor begeleiders van studenten met extra ondersteuningsbehoefte*. Dit handboek is een naslagwerk, een document met hulpmiddelen, informatie en handreikingen die het werk van de BPV-begeleider ondersteunen. Een boek om kriskras doorheen te gaan; een gebruiksvoorwerp. (Ingrado, mei 2022)
De Transitieroute is een individueel, doorlopend traject, dat een jaar voor het einde van de mbo-opleiding start en doorloopt tot een jaar na het afronden van de opleiding. Het doel van de Transitieroute is om gezamenlijk – jongere, mbo-instelling, (leer)bedrijf en gemeente – een route uit te zetten die leidt tot het behalen van het mbo-diploma en hebben en behouden van werk. Nieuw is dat de Transitieroute de verbinding maakt tussen de loopbaanfases van onderwijs en arbeidsmarkt. (KBA: T. Eimers, J. Raaijman, Nijmegen, 1 mei 2018)
SBB Praktijkleren tijdens het vso-pro onderwijs
MBO Praktijkleren 3e leerweg
De pilot ‘Praktijkleren op Maat’ inclusief Jobcoaching, door het RPA NHN, St. Trigoon WF en het MBO
MBO Verklaring als uitbreiding op het aanbod Praktijkverklaring 3e leerweg*
Samenwerking vso-pro en bekostigd (v)mbo
Entree in Beweging (PDF), RIF project Noord-Holland Noord 2022-2025
Pro-ROC opleidingen, Samenwerking ROC A'dam en ROC Top met het vso-pro* (PDF) met o.a, Pro de Faam (Zaandam) en Pro de Brug (Zaanstreek-Waterland)
Praktijkvoorbeelden uit het land