Misschien verandert er niks. Of misschien toch?

pastoor Martien Mesch

Het was weer druk in Den Bosch. Op de elfde van de elfde. Zo druk was het volgens de krant nog nooit geweest. Alsof de feestvierders iets in te halen hadden na de ingewikkelde coronatijd met allerlei maatregelen zoals hekken, schermen en polsbandjes om toegang te krijgen. Nu kon het weer, ‘gewoon’ zoals altijd.

Kerstmis was de voorbije jaren nog ingewikkelder. De bisschoppen van Nederland bepaalden dat er in de Kerstnacht geen gelovigen in de kerk mochten komen. Behalve misdienaars en een paar koorleden. Twee kerstavonden met alleen een camera voor de livestream en een paar zangers voor de kerstliederen in de H. Hartkerk waar op kerstavond in drie vieringen normaal gesproken ongeveer duizend mensen per viering aanwezig zijn. Vorig jaar werd het al iets beter, hoewel de kleuterviering nog achterwege bleef vanwege het risico op corona.

We hebben dit jaar dus iets in te halen. De voorbereidingen zijn al gestart.

Vanwege ziekte van twee medewerkers zullen de mensen van de kinderwoorddienst de kerststal opbouwen. Ik ben benieuwd hoe het eruit zal zien.

Ik denk terug aan het jaar 2006. Tot dan hadden vrijwilligers de kerststal opgebouwd. Maar dat werd te zwaar. Schotten van de stal en beelden van de stal, het weegt allemaal zwaar zoals ook de jaren toch een beetje zwaarder gaan wegen.

Een paar enthousiaste jongeren hadden de kerststal opgebouwd. Ik had aanvankelijk nog mijn twijfels. Zullen de jongeren het wel kunnen. Het resultaat was geweldig. In mijn enthousiasme keek ik verrast naar het geheel en ik vergat wat beter te kijken naar de beelden. Pas na een paar dagen zag ik het. St. Jozef stond niet op z’n plaats. Hij stond ergens achterin bij de waterput. En in plaats van St. Jozef zat er een knielende koning bij de kribbe. De smiecht, die was voor z’n beurt naar voren gedrongen. Zat ie daar alsof het de gewoonste zaak van de wereld was op de plaats van de H. Jozef. Ik moet zeggen; bij onze beelden die al lang meegaan is ook niet overduidelijk wat ze voorstellen. Dus het misverstand was begrijpelijk.

In de week voor Kerstmis vroeg ik iemand: heb je een goed idee waar ik in de Kerstnacht over zou kunnen preken? Ze zei; “de twijfel”. Ik was wat verbaasd. Op Kerstmis wil je zekerheid en vrede verkondigen. Geen behoefte in de kerstnacht aan twijfel. Maar ze legde mij uit over iconen, die wonderschone afbeeldingen van de heilsmysteries en de heiligen van de Oosterse Kerk. En hoe in de iconografie Jozef vaak afgebeeld wordt als een kleine, timide man, die ergens in een hoekje zit of staat. De kerstavond viel dat jaar op zaterdagavond en omdat ik toch graag de Eucharistie van de zaterdag wilde vieren reed ik naar de abdij Koningshoeven in Tilburg. In de sacristie stond een kersticoon klaar voor de komende nachtmis. In de linkerbenedenhoek zit een peinzende Jozef die bezocht wordt door een ruig geklede oude man. Sommigen herkennen in hem de geest van twijfel die Jozef plaagt, anderen zien in hem de duivel die Jozef kwelt met vragen over de maagdelijkheid van Maria. De kleine timide Jozef geplaagd door twijfels. Dat zegt iets over hoe Jozef de gebeurtenissen rond de geboorte van het Jezus - Kind beleefd heeft.

De vraag is hoe wij Kerstmis dit jaar beleven. Ooit zei een meisje tegen mij:

“Ik hoop dat mijn moeder dit jaar mee gaat, want alleen vind ik er niks aan. En het blijft raar dat mensen die nooit komen dan de plaatsen innemen van hen die regelmatig naar de kerk gaan.” Daar voelde ze zich ongemakkelijk bij.

Ik zei: “De mensen die regelmatig komen begrijpen hopelijk iets van Kerstmis en dan staan ze hun plaatsen graag af aan hen die niet regelmatig komen”.

We zijn er wat verlegen mee. En al is het wat onwennig geworden, het hoort er wel bij. En in de tijd van de coronamaatregels misten we het enorm. Kerstmis roept iets op van het knusse van vroeger. We horen over een vreugdevolle boodschap, maar als de ouderen onder ons terug keren naar het beeld dat ze van God hebben, dan is dat vaak een beeld dat verbonden is met het onbehaaglijke gevoel van ‘Hier vloekt men niet. God ziet mij’. Of het alziende oog in de koepel van de St. Jan. God houdt de wereld voortdurend in de gaten en Hij weegt alle daden van de mens op de weegschaal van zijn gerechtigheid.

De jongeren hebben daar geen last meer van. Velen van hen hebben helemaal geen beeld meer van God. Maar als ze het kerstverhaal eens gehoord hebben dan kiezen voor een knielende St. Jozef die er maar wat aarzelend bij zit. Die moet het wel zijn. De twijfelende Jozef, die eigenlijk ook niet zo goed raad weet met alles wat hem en Maria overkomt. Hij laat het maar gebeuren, maar vrolijk kan hij er aanvankelijk niet van worden. Je zult maar door de nacht moeten dwalen en moeten zoeken of je ergens onderdak vindt. En belanden in een stal. Niets romantisch aan. En de kribbe is van hetzelfde hout als straks het kruis. Arme twijfelende Jozef.

En als wij twijfelen dan is dat niet vreemd. Onze beelden van God zijn ontoereikend. God als de rechtvaardige rechter. God als de lievige oude man die alles door de vingers ziet. God als de vergevende. God de barmhartige. God als de machteloze, die geen enkele invloed op het wereldgebeuren heeft. Ontoereikende beelden die wellicht iets van God zeggen, maar zeker niet God in zijn volheid kunnen bevatten.

Daarbij stellen we vast dat die eerste kerstnacht tot nu toe nauwelijks iets veranderd heeft aan de wereld. En dat doet de kerstnacht ook dit jaar niet. Hoogstens geeft het mensen voor even een gevoel van vrede. Even staakt het vuren, soms letterlijk en materieel. Maar ook een staakt het vuren in ons innerlijk als we worstelen met het beeld dat we van God hebben en steeds maar weer tot de conclusie moeten komen dat alles wat we over God denken en formuleren ontoereikend is. Een “staakt het vuren”, ook in ons geweten als het ons voortdurend hinderlijk aanklaagt.

Na Kerstmis gaat alles weer gewoon verder. Verder op de oude paden, en er verandert niets. Of toch?

Ooit citeerde ik in de Kerstnachtpreek een paar gedeelten uit een liedje van de overleden zanger Robert Long. Ik vond het op internet.

De aarde is bezaaid met kerken, tempels en pagoden

Kathedralen, synagogen en moskeeën overal

Boeddhisten, katholieken, protestanten Moslims, joden

Ieder volk z'n eigen godsdienst, rituelen en methoden

De ene God gebiedt en door de ander wordt verboden

De wereld is een hele grote, bonte religieuze kauwgombal

De ene God is wreed en af en toe gewoon kwaadaardig

Maar een ander daarentegen hou je met cadeautjes zoet

Er zijn er ook die streng zijn en genadeloos rechtvaardig

Je hebt er zelfs die zeggen dat de mensheid minderwaardig is

en schuldig wordt geboren Dat klinkt ook niet bijster aardig

En ik heb ook nooit begrepen wat een mens met dat soort opperwezens moet

Want die van mij is warm en levend

Ik mag dan honderd keer opnieuw de boel verknallen

Hij heeft altijd een onuitputtelijk geduld

Dan zegt ie liefdevol: Het was mijn eigen schuld

Ik heb je zelf gemaakt en ik laat je niet vallen

Maar die van mij is warm en levend

Hij zegt: Ik ben er absoluut voor jou alleen

En als je fouten maakt bedenk dan ook meteen:

Als jij de zwakke bent, zal ik de sterke wezen

Hoe gaan we dit jaar Kerstmis vieren? Welk beeld hebben we van God?

Beste mensen; Die van mij is warm en levend, en zegt: “als jij de zwakke bent, zal ik de sterke wezen.”

Dat is het. Bij Hem mag St. Jozef een kleine timide man zijn die twijfelt over de zin van wat hem en het meisje Maria overkomt. Per ongeluk was hij in een hoekje van onze kerststal terecht gekomen. Dat klopt met de kersticoon. Bij Hem mag ik de twijfelende zijn.

Dat zingt niet alleen Robert Long die in de hemel het geheim van Gods liefde ongetwijfeld ontdekt heeft. Dat zegt ook de Franciscaan Pater Pio die in de H. Hartkerk een beeld heeft: “Denk er aan God kan alles in ons verwerpen maar ons oprecht verlangen Hem te beminnen kan Hij niet verwerpen zonder zichzelf te verwerpen. Waarom zouden we aan het verleden denken en ons daarmee kwellen? Onze zwakheden zijn de troon van zijn barmhartigheid. Onze onmacht is de zetel van zin Goddelijke almacht. De Heer is de oneindige liefde. Dus is Hij tevreden als Hij ons alles heeft gegeven.”

Woorden van een man die door onvoorstelbaar lijden heen God in het hart mocht zien. God is pas tevreden als Hij alles heeft gegeven.

Zusters en broeders, met St. Jozef en Pater Pio en ook met mensen uit onze tijd, met Robert Long, kijken we in de komende Kerstnacht even in Gods hart. Hij zegt: “Ik ben er absoluut voor jou alleen.” Vaste kerkgangers en kerkgangers van misschien maar een paar keer per jaar;

U, jij bent zó welkom om mee te vieren. Misschien verandert er niks. Of misschien toch?

Van harte Zalig Kerstmis.

Pastoor Martien Mesch