Allerheiligen

Hebt u dat ook wel eens? Je zit voor de televisie en probeert zomaar wat, en dan is er ineens een kind dat je aankijkt. Dat kind kon niet lopen maar heeft nu een heel primitieve prothese gekregen. Eigenlijk is het niet meer dan een stuk hout en nu kan dat jongetje zichzelf zonder hulp voortbewegen.

Het intens gelukkige koppie van dat ventje doet je opstaan uit je stoel en je schrijft het gironummer op. Toch een keer iets aan doen.

Jaren geleden overkwam het me en ik weet het nog als de dag van gisteren hoe ik sympathie kreeg voor het Lilianefonds. Liliane; dat heeft te maken met Lieke die in Indonesië geboren is maar opgroeide in Nederland. Hoewel ze in haar jeugd polio kreeg, kon ze toch een goed bestaan opbouwen. Bij een bezoek aan haar geboorteland zag ze Agnes, ook een meisje met polio. Geen opleiding, moeilijk lopen. Lieke realiseerde zich hoeveel geluk ze had om in Nederland te wonen.

Thuisgekomen wilde ze iets doen voor Agnes. Ze schreef de toen bekende hulpverleningsorganisaties aan maar ving bot. Veelal was het commentaar dat ze nooit rechtstreeks aan individuen steun verleenden. Vaak was ook de vraag te klein. Niet de moeite waard om uit te zoeken. Uit frustratie is Lieke toen zelf geld opzij gaan leggen. Toen ze een paar honderd gulden had, gingen die naar Indonesië. Niet rechtstreeks naar Agnes, maar naar zusters in de buurt. Lieke schreef er een brief bij met de vraag ervoor te zorgen dat Agnes een opleiding zou krijgen en dat haar mobiliteit zou worden verbeterd.

Toen was het hek van de dam. De zusters schreven terug dat ze Agnes zouden helpen maar dat ze nog wel een aantal kinderen hadden die dergelijke hulp goed zouden kunnen gebruiken. Van het een kwam het ander. Er werd een officiële stichting opgericht. Het Lilianefonds.

Lieke; wat heerlijk dat er zulke mensen zijn. Mensen die een droom hebben.

En tegelijk komt er ook een zeker schaamtegevoel in je op en je dringt het ook weer terug. Ja, zij hebben tijd genoeg. Als ik niet zoveel verplichtingen had en als er nou eens niet zoveel mensen zouden zijn die mijn aandacht vragen, ja, dan zou ik ook wel de wereld mooier kunnen maken. Tegelijk weet je; zij doen het toch maar. En zo blijft er een zekere onrust in je achter.

Beste mensen, dat is nu Allerheiligen. Een feest dat als het goed is een zekere onrust in je achterlaat.

Het moet ongeveer in de zesde eeuw zijn geweest. In de catacomben van Rome lagen de martelaren uit de vroeg christelijke tijd begraven. Waarom heeft men de stoffelijke resten van een aantal van hen naar het Pantheon, een vroegere heidense tempel, overgebracht? In elk geval zijn we in de tijd onmiddellijk na de inname van Rome door de Longobarden. Was er in de chaos die daardoor was ontstaan een behoefte aan een ideaal? Iets tastbaars? Je kunt het aanraken. Die mensen die hun leven zelfs over hadden voor een ideaal? Zij hadden een droom. Ze hebben die droom geleefd. Ze hebben zo geleefd dat hun leven in overeenstemming was met hun droom. Wat was dat voor een droom? De droom van een rijk van liefde. Dromen van liefde, is dat niet iets voor pubers en jongeren? En is het niet naïef om te dromen over liefde? Maakt dat de wereld beter? En toch is dat het hart van ons christelijk geloven. Een droom die je onrustig maakt.

Zo zou het moeten zijn; God boven alles liefhebben de naaste liefhebben als jezelf. En soms zie je er iets heel concreets van. Lieke die er voor zorgde dat de kleine schavuit met een stuk hout zichzelf kan voortbewegen.

Allerheiligen is een feest dat ons aanspoort af en toe naar de hemel te kijken. Maar het nodigt ons ook uit vooral goed om ons heen te kijken. Waar ben ik in staat om de wereld mooier te maken?

Van harte wens ik u goede dagen.

Pastoor Martien Mesch