Toekomstperspectief

De ontwikkelingen van de verschillende Alfa artefacten liet zien dat autonomie een complex onderwerp is. De uitvoeringen en debrief van deze prototypen zorgde dat elke deelnemer openhartelijk het dialoog voerde. Ondanks dat deelnemers dezelfde beleving was geboden, hadden zij niet dezelfde belevenis. Zij haalde er andere leerlessen uit en ondanks dat zij met praktijkvoorbeelden kwamen waren deze inhoudelijk qua context anders. Ditzelfde geldt voor de eerste uitvoer van artefact Bèta. In de groep werd er openlijk gesproken over ‘autonomie’ en wat de deelnemers ervaarde tijdens de interventie en de rol van de zorgprofessional. 

Het is belangrijk voor de sector zorg & welzijn om het thema ‘autonomie’ verder te onderzoeken. In het onderwijs betekent dit het thema expliciet bespreken met zorgprofessionals (in opleiding). Deze interventie kan daarbij onderdeel zijn om het gesprek op gang te helpen en te dienen als boundary object. Elke deelnemer krijgt zo de kans om te verhalen over zijn ervaring en deze te relateren aan zijn praktijkervaring.

Docenten leren zorgprofessionals in opleiding de urgentie van individuele keuzes maken, welke tevens doorwerken in hun eigen opleiding. Studenten willen zelf ook zelfstandig keuzes maken en centraal staan. Het zorgt dat de vertrouwensrelatie tussen docent en student verbetert, net als tussen de zorgprofessional en zorgvrager. Studenten leren om zelfredzamer en onafhankelijker te zijn in hun leven. Het bevordert een cultuur van respect, het veranderen van normen en waarden welke men in een later stadium doorgeeft in de begeleiding van stagiaires. 

Interventie

De volledige interventie bestaat uit meerdere onderdelen en subonderdelen. Deze zijn voortgekomen uit al het prototypische onderzoek in de Alfa fasen. Hierdoor zijn nog niet alle onderdelen getest en verder doorontwikkeld. Artefact Béta is op dit moment nog in premature fase en dient nog verder getest te worden om de totale ervaring van de deelnemer in kaart te brengen. Het digitale component van event 4 is nog niet gerealiseerd. Dit onderdeel is enkel getest als paper prototype. De resultaten waren voldoende om het op te nemen in de totale interventie. De verplaatsing in de rolstoelgebonden character liet men nadenken over het zitten in een rolstoel en steeds ongevraagde hulp ontvangen. Mede door deze verkregen data en feedback was het wel mogelijk event 4 helemaal uit te denken. Om het totale Serious Gaming interventietraject vorm te geven dient dit onderdeel te worden uitbesteed naar een game developer.

Sociale Systeem

Het betrekken van docenten en studenten verzorgende-IG en verpleegkunde heeft eraan bijgedragen dat deze Serious Gaming interventie vorm heeft gekregen. Naast het voeren van gesprekken over de urgentie van het thema, droeg het prototypisch onderzoek bij aan een frictie in het sociale systeem. Men had zelf ervaren hoe het voelde als ‘autonomie’’ in het gedrang was. De wisselwerking tussen design in the small (DIS) en design in the large (DIL) maakte de ervaring steeds specifieker, maar ook op welke punten de debrief zich moet richten. De docenten welke hierbij betrokken waren attendeerde op de beroepscode en het belang hiervan voor de beroepsuitoefening. 

Gesprekken lopen om deze interventie een plek te geven. Het is echter niet ontwikkeld om specifiek op een plek inzetbaar te zijn. Het is een onderzoekstool geworden, welke studenten dwingt over hun eigen autonomie na te denken, maar ook over deze van zorgvragers en hun rol als zorgprofessional. Het dient om het thema expliciet en bewust te maken, zonder dat het integraal in het onderwijs voorkomt.

Wensen

Gedurende het congres de Nederlands Vlaamse Dwarslaesie genootschap (NVDG) is deze interventie besproken met een psycholoog (Dr. Tijn van Diemen) van de Sint Maartenskliniek. Hij was geïnteresseerd voor startend zorgpersoneel op de afdeling waar mensen met een dwarslaesie revalideren. Het leert hen zorg te bieden met handen op de rug om het revalidatieproces te voorspoedige. Het zou een eervolle uitwerking zijn als deze Serious Gaming interventie daar een plek kan krijgen. Om toepasbaar te zijn in een zorginstelling heeft het mogelijk nog een of meerdere iteraties nodig. Dit laat echter zorgprofessionals nadenken over de rol van autonomie en in retroperspectief hoe dat in het gedrang kan komen. Enkel op deze wijze kunnen zij handelingsalternatieven bedenken om paternalisme dit in de praktijk te voorkomen.