Eerste resultaat

Wat gedaan:

Tijdens de start van de branche lichamelijk gehandicaptenzorg (LGZ) vond de start van het Serious Gaming interventietraject plaats. Vijf studenten ontvingen de uitnodiging om deel te nemen aan het fictieve onderzoek, waar oog-hand coördinatie werd gemeten. Zij werden begeleid naar de ruimte waar het onderzoek plaats zou vinden. Deelnemers ontvingen instructie en voerde het onderzoek individueel uit. Deelnemers welke nog niet aan bod waren geweest verbleven op de gang, andere in een ruimte welke met een glaswand is gescheiden van de interventieruimte. Deelnemers doorliepen drie verschillende modules, waar hun mogelijkheden tot handelen steeds verder werd overgenomen (autonomiebeperking). Elke module nam ongeveer één minuut in beslag.

Zodra alle deelnemers geweest waren verzamelde zij zich in de interventieruimte. In verbondenheid keken zij terug op de ervaring en wat er daadwerkelijk plaats heeft gevonden. Deelnemers deelde hun perspectief op de interventie en vulde individueel het ‘’Wheel of emotion’’ in. Hier werd het dialoog over gevoerd en inzichten in gezamenlijkheid verzameld middels de reflectiemethodiek Rijk-A4. In het vervolg deelde zij hun ervaring in de lesgroep, welke relatie dit heeft met het beroep als verpleegkundige en de eed welke zij afleggen. De gehele lesgroep kreeg huiswerk mee. Namelijk de opdracht om in de aankomende drie weken te observeren, ‘’wanneer krijg ik nu ongevraagde hulp en wat doet dit met mijn autonomie’’.

Doelgroep:

Uitkomsten aangegeven door de deelnemers:

Na het operationele gedeelte van de interventie volgt er een terugblik op de game-ervaring en is de vraag welke emoties naar boven komen. Hier manifesteert het thema en de dubbele boodschap van de interventie. De volgende emoties werden aangegeven en geadresseerd:


Translatie naar praktijk:

Met de reflectiemethodiek ‘’Rijk-A4’’ weergeven deelnemers gezamenlijk hun ervaring en vertalen deze naar hun werk als verpleegkundige. Aangezien deze methodiek plenair werd uitgevoerd is er gekozen voor een papier op A2-formaat. In de lesgroep werd deze gepresenteerd en ondersteund met woord. Zij noteerde hierop;

Figuur 23 - Emoties pinpointed t.b.v. artefact Béta (N=5)

Terugkomst na twee weken:

De studenten kregen de vervolg opdracht om de opvolgende drie weken te observeren wanneer zij ‘’autonomie verliezen’’, doordat ze ongevraagde hulp kregen. Dit voorbeeld namen studenten mee naar de volgende bijeenkomst. Op de Padlet Wall deelden studenten hun voorbeeld van ‘’verlies van autonomie’’. In het dialoog lichten studenten hun voorbeeld toe en duiden ‘’waarom het autonomie aantast?’’ Dit alles waardevrij en juist met de insteek dat studenten van elkaar leren. In totaal waren 20 studenten aanwezig, waarvan 10 studenten een voorbeeld invulde.


Uitkomst en conclusie:

Studenten vinden autonomie een complex begrip. Zij vonden het lastig een voorbeeld in te dienen, maar reageerde wel op voorbeelden van elkaar. Ze vinden het lastig om het construct autonomie te duiden naar definitie. Vele van hen hadden de overtuiging dat het enkel over keuzes maken gaat of iemand erbij betrekken. Studenten dachten bijvoorbeeld niet aan; het rekening houden met elkaar, zodat je mee kan doen. Of juist geen keuze maken voor iemand, zodat deze zelf de keuze kan maken. Qua opleiding verpleegkunde betekent dit dat zij autonomie duidelijker in hun curriculum moeten opnemen. Het komt teveel integraal voor, waardoor het eigenlijk niet voorkomt. Docenten gaan er vanuit dat het enkel over zelfredzaamheid gaat en regie, maar ook dat is niet volkomen sluitend. 

Elk individu heeft een eigen definitie van het begrip wat tevens terugkwam tijdens het prototypisch onderzoek. Het gevaar is echter bij definitie bepaling en identificatie door ieder ansicht dat het construct een eigen leven gaat leiden. Aan de andere kant betekent dit dat leren over het construct niet geschikt is met ‘’harde kennis/feitjes’’ leren. Ieder heeft een ander gevoel erbij, waarbij cultuur (normen + waarden) een onderdeel is. Dat is juist een onderdeel dat in een zorgopleiding terug moet komen. Wat betekent autonomie voor de zorgvrager en op welke wijze is dit construct gevormd? Welke situaties hebbende dispositionele autonomie gevormd zoals deze nu is en hoe reageert deze op situaties. Allemaal vraagstukken die passen bij de beroepscode V&V.

Figuur 24 - Reacties n.a.v. vervolg interventie
*Namen zijn verwijderd om privacy van de student te waarborgen