Het Model of Reality (MoR) biedt in abstractieniveau de kern van het praktijkvraagstuk. Om dit tot in volledigheid te doorgronden is het noodzakelijk het intrinsieke proces vanuit extrinsiek te bekijken. Waarbij het essentieel is om de kern vanuit het perspectief van de probleemeigenaar te ervaren om de flow van het proces te begrijpen. Dit heeft als functie het geëxploreerde samen te voegen met identificaties welke middels iteraties zijn opgenomen binnen het model.
Het MoR is een voortvloeisel van de ontwerpspecificaties, design principles en supporting theories. Aangezien deze elementen in relatie tot het design proces geen vast gegeven waren, is het MoR zowel toekomstig als reflexief vormgegeven. Het manifest maken van een steeds scherper perspectief was functioneel om het MoR te voorzien naar een evoluerend model. Dit resulteerde in meerdere iteraties waarbij naast de voortvloeisels ook de beleving van de primaire probleemeigenaars zorgde voor input richting dit abstractieniveau om in het serious gaming traject dienend te zijn als dialoogondersteunend instrument om identificatie van het exploreerde tot het thema een podium te bieden.
Zelfontplooiing als resultaat van levensprioriteit en voortvloeisel in richting geven eigen leven (iteratie n.a.v. artefact ß)
Modificatie start van flow als aanjager richting doorwerking van het end-to-end proces
Keuze vrijheid verwijderd bij start van flow en projectie toegevoegd als infiltratie tot ''betekenisvolle keuzes '' en ''eigen waarde''
Relevante lenzen van Collopy (1988) gedetacheerd en voorwaarde van autonomie (Reeve, 2005) toegevoegd.
Iteratie naar versie 1.1. Scope van autonomie gespecificeerd met lenzen van Collopy (1988) en aangevuld met aspecten welke balancerend (B) als reinforcend (R) zijn
Model of Reality versie 1.0 aangejaagd vanuit theoretische grondslag en eigen ervaringen. Elementen welke reinforced zijn afgebeeld met R, balancerende effecten weergegeven met B.