In de bewaard gebleven boeken van Clemens van Alexandrië worden enkel de namen van de evangelisten genoemd, maar in het verloren geraakte boek Ὑποτυπώσεις (Hypotyposeis: Schetsen) heeft hij ook verschillende tradities over het ontstaan van de evangeliën overgeleverd die door latere kerkvaders geciteerd worden en in een gedeeltelijke vertaling (de zogenaamde Adumbrationes) bewaard zijn gebleven.
Eusebius, H.E. 2.15.1-2:
[1] Τοσοῦτον δ̓ ἐπέλαμψεν ταῖς τῶν ἀκροατῶν τοῦ Πέτρου διανοίαις εὐσεβείας φέγγος, ὡς μὴ τῇ εἰς ἅπαξ ἱκανῶς ἔχειν ἀρκεῖσθαι ἀκοῇ μηδὲ τῇ ἀγράφῳ τοῦ θείου κηρύγματος διδασκαλίᾳ, παρακλήσεσιν δὲ παντοίαις Μάρκον, οὗ τὸ εὐαγγέλιον φέρεται, ἀκόλουθον ὄντα Πέτρου, λιπαρῆσαι ὡς ἂν καὶ διὰ γραφῆς ὑπόμνημα τῆς διὰ λόγου παραδοθείσης αὐτοῖς καταλείψοι διδασκαλίας, μὴ πρότερόν τε ἀνεῖναι ἢ κατεργάσαθαι τὸν ἄνδρα, καὶ ταύτῃ αἰτίους γενέσθαι τῆς τοῦ λεγομένου κατὰ Μάρκον εὐαγγελίου γραφῆς.
[2] γνόντα δὲ τὸ πραχθέν φασι τὸν ἀπόστολον ἀποκαλύψαντος αὐτῷ τοῦ πνεύματος, ἡσθῆναι τῇ τῶν ἀνδρῶν προθυμίᾳ κυρῶσαί τε τὴν γραφὴν εἰς ἔντευξιν ταῖς ἐκκλησίαις. Κλήμης ἐν ἕκτῳ τῶν Ὑποτυπώσεων παρατέθειται τὴν ἱστορίαν, συνεπιμαρτυρεῖ δὲ αὐτῷ καὶ ὁ Ἱεραπολίτης ἐπίσκοπος ὀνόματι Παπίας, τοῦ δὲ Μάρκου μνημονεύειν τὸν Πέτρον ἐν τῇ προτέρᾳ ἐπιστολῇ: ἣν καὶ συντάξαι φασὶν ἐπ̓ αὐτῆς Ῥώμης, σημαίνειν τε τοῦτ̓ αὐτόν, τὴν πόλιν τροπικώτερον Βαβυλῶνα προσειπόντα διὰ τούτων ‘ἀσπάζεται ὑμᾶς ἡ ἐν Βαβυλῶνι συνεκλεκτὴ καὶ Μάρκος ὁ υἱός μου.’
Eusebius, H.E. 2.15.1-2:
[1] Het licht der godvrezendheid scheen zo helder in de geesten van Petrus’ toehoorders, dat zij één keer horen niet genoeg vonden, en het goddelijke onderwijs niet alleen in ongeschreven vorm wilden hebben. Op allerlei manier spoorden zij Marcus, die het evangelie overgeleverd heeft en die een volgeling van Petrus was, zonder ophouden aan om een geschreven verslag te maken van het onderwijs dat hun mondeling gegeven was. Ze stopten niet voordat de man het werk voltooid had, en op die manier hebben zij ervoor gezorgd dat het evangelie dat ‘naar de beschrijving van Marcus’ heet, tot stand is gekomen.
[2] Men zegt dat toen de apostel door een openbaring van de Geest te weten kwam wat er gebeurd was, hij zich verheugde over de inzet van deze mensen, en toestemming gaf om het boek in de gemeenten te gebruikten. Clemens heeft deze geschiedenis in het zesde boek van zijn Hypotyposeis opgenomen, en ook de bisschop van Hiërapolis die Papias heette bevestigt dit, en Marcus wordt door Petrus in zijn eerste brief genoemd. Men zegt dat deze brief in Rome zelf is geschreven, wat ook blijkt uit het feit dat hij de stad figuurlijk ‘Babylon’ noemt, met de woorden: ‘U groet de mede-uitverkorene in Babylon en Marcus mijn zoon.’
Eusebius, H.E. 6.14.1-8:
[1] Ἐν δὲ ταῖς Ὑποτυπώσεσιν ξυνελόντα εἰπεῖν πάσης τῆς ἐνδιαθήκου γραφῆς ἐπιτετμημένας πεποίηται διηγήσεις, μηδὲ τὰς ἀντιλεγομένας παρελθών, τὴν Ἰούδα λέγω καὶ τὰς λοιπὰς καθολικὰς ἐπιστολὰς τήν τε Βαρναβᾶ, καὶ τὴν Πέτρου λεγομένην Ἀποκάλυψιν.
[2] καὶ τὴν πρὸς Ἑβραίους δὲ ἐπιστολὴν Παύλου μὲν εἶναί φησιν, γεγράφθαι δὲ Ἑβραίοις Ἑβραϊκῇ φωνῇ, Λουκᾶν δὲ φιλοτίμως αὐτὴν μεθερμηνεύσαντα ἐκδοῦναι τοῖς Ἕλλησιν, ὅθεν τὸν αὐτὸν χρῶτα εὑρίσκεσθαι κατὰ τὴν ἑρμηνείαν ταύτης τε τῆς ἐπιστολῆς καὶ τῶν Πράξεων:
[3] μὴ προγεγράφθαι δὲ τὸ ‘Παῦλος ἀπόστολος’ εἰκότως: ‘Ἑβραίοις γάρ,’ φησίν, ‘ ἐπιστέλλων πρόληψιν εἰληφόσιν κατ̓ αὐτοῦ καὶ ὑποπτεύουσιν αὐτόν, συνετῶς πάνυ οὐκ ἐν ἀρχῇ ἀπέτρεψεν αὐτούς, τὸ ὄνομα θείς.’
[4] Εἶτα ὑποβὰς ἐπιλέγει, ‘ἤδη δέ, ὡς ὁ μακάριος ἔλεγεν πρεσβύτερος, ἐπεὶ ὁ κύριος, ἀπόστολος ὢν τοῦ παντοκράτορος, ἀπεστάλη πρὸς Ἑβραίους, διὰ μετριότητα ὁ Παῦλος, ὡς ἂν εἰς τὰ ἔθνη ἀπεσταλμένος, οὐκ ἐγγράφει ἑαυτὸν Ἑβραίων ἀπόστολον διά τε τὴν πρὸς τὸν κύριον τιμὴν διά τε τὸ ἐκ περιουσίας καὶ τοῖς Ἑβραίοις ἐπιστέλλειν, ἐθνῶν κήρυκα ὄντα καὶ ἀπόστολον.’
[5] Αὖθις δ̓ ἐν τοῖς αὐτοῖς ὁ Κλήμης βιβλίοις περὶ τῆς τάξεως τῶν εὐαγγελίων παράδοσιν τῶν ἀνέκαθεν πρεσβυτέρων τέθειται, τοῦτον ἔχουσαν τὸν τρόπον. προγεγράφθαι ἔλεγεν τῶν εὐαγγελίων τὰ περιέχοντα τὰς γενεαλογίας,
[6] τὸ δὲ κατὰ Μάρκον ταύτην ἐσχηκέναι τὴν οἰκονομίαν. τοῦ Πέτρου δημοσίᾳ ἐν Ῥώμῃ κηρύξαντος τὸν λόγον καὶ πνεύματι τὸ εὐαγγέλιον ἐξειπόντος, τοὺς παρόντας, πολλοὺς ὄντας, παρακαλέσαι τὸν Μάρκον, ὡς ἂν ἀκολουθήσαντα αὐτῷ πόρρωθεν καὶ μεμνημένον τῶν λεχθέντων, ἀναγράψαι τὰ εἰρημένα: ποιήσαντα δέ, τὸ εὐαγγέλιον μεταδοῦναι τοῖς δεομένοις αὐτοῦ:
[7] ὅπερ ἐπιγνόντα τὸν Πέτρον προτρεπτικῶς μήτε κωλῦσαι μήτε προτρέψασθαι. τὸν μέντοι Ἰωάννην ἔσχατον, συνιδόντα ὅτι τὰ σωματικὰ ἐν τοῖς εὐαγγελίοις δεδήλωται, προτραπέντα ὑπὸ τῶν γνωρίμων, πνεύματι θεοφορηθέντα πνευματικὸν ποιῆσαι εὐαγγέλιον.
[8] τοσαῦτα ὁ Κλήμης.
Eusebius, H.E. 6.14.1-8:
[1] Samengevat biedt hij in de Hypotyposeis korte besprekingen van alle Schriften, zonder voorbij te gaan aan de Antilegomena; ik bedoel Judas en de andere algemene zendbrieven en Barnabas en de zogenaamde Openbaring van Petrus.
[2] En hij zegt dat de brief aan de Hebreeën van Paulus is, maar geschreven voor de Hebreeën in de Hebreeuwse taal, en Lucas heeft deze vertaald en gepubliceerd voor de Griekstaligen, waardoor je in de vertaling van deze brief dezelfde stijl aantreft als in Handelingen.
[3] Het is begrijpelijk dat “Paulus, een apostel” niet aan het begin van de brief staat. ‘Want omdat hij aan de Hebreeën schreef,’ zegt hij, ‘die bevooroordeeld over hem waren en hem wantrouwden, was het verstandig om hen niet in het begin af te schrikken door zijn naam neer te zetten.’
[4] Vervolgens schrijft hij verderop: ‘“Welnu,” zoals de zalige oudste zei, “omdat de Heer als apostel van de Almachtige naar de Hebreeën was gezonden, noemde Paulus zichzelf uit bescheidenheid geen apostel van de Hebreeën, omdat hij naar de heidenen was gezonden, en vanwege zijn ontzag voor de Heer, en omdat zijn schrijven aan de Hebreeën extra was, omdat hij prediker en apostel van de heidenen was.”’
[5] Ook vermeldt Clemens in diezelfde boeken een traditie van de oudsten over de ordening van de evangeliën, die als volgt gaat. Zij zeiden dat de evangeliën die de geslachtsregisters bevatten, eerst zijn geschreven.
[6] Maar het evangelie naar Marcus is als volgt tot stand gekomen. Toen Petrus publiekelijk in Rome het Woord had verkondigd en door de Geest het Evangelie bekend had gemaakt, vroegen de aanwezigen, die met velen waren, aan Marcus – die hem lange tijd had gevolgd en het gesprokene zich herinnerde – om de woorden op te schrijven. Dat deed hij, en hij gaf het evangelie aan degenen die het gevraagd hadden.
[7] Toen Petrus dit te weten kwam, verhinderde hij het niet, maar moedigde het ook niet aan. Maar Johannes, de laatste, zag in dat het lichamelijke aspect in de evangeliën al getoond was, en aangemoedigd door zijn vertrouwelingen, stelde hij een geestelijk evangelie op, door de Geest goddelijk geïnspireerd.
[8] Tot zo ver Clemens.
Adumbrationes, 1 Pet. 5:13:
Marcus, Petri sectator, praedicante Petro evangelium palam Romae coram quibusdam Caesareanis equitibus et multa Christi testimonia proferente, petitus ab eis, ut possent quae dicebantur memoriae commendare, scripsit ex his, quae a Petro dicta sunt, evangelium quod secundum Marcum vocitatur; sicut Lucas quoque Actus apostolorum stilo exsecutus agnoscitur et Pauli ad Hebraeos interpretatus epistolam.
Adumbrationes, 1 Pet. 5:13:
Toen Petrus het Evangelie openlijk preekte voor sommige van Caesars ridders en veel getuigenissen over Christus te berde bracht, schreef Marcus, de volgeling van Petrus, op hun verzoek, zodat zij het gesprokene in herinnering konden brengen, datgene wat Petrus had gezegd op, wat nu het evangelie naar Marcus genoemd wordt, zoals Lucas ook erkend wordt als degene die de Handelingen van de apostelen heeft geschreven en de brief van Paulus aan de Hebreeën heeft vertaald.
Clemens, Stromata, 1.11 (Stählin):
Ἤδη δὲ οὐ γραφὴ εἰς ἐπίδειξιν τετεχνασμένη ἥδὲ ἡ πραγματεία, ἀλλά μοι ὑπομνήματα εἰς γῆρας θησαυρίζεται, λήθης φάρμακον, εἴδωλον ἀτεχνῶς καὶ σκιογραφία τῶν ἐναργῶν καὶ ἐμψύχων ἐκείνων ὧν κατηξιώθην ἐπακοῦσαι λόγων τε καὶ ἀνδρῶν μακαρίων καὶ τῷ ὄντι ἀξιολόγων.
τούτων ὃ μὲν ἐπὶ τῆς Ἑλλάδος, ὁ Ἰωνικός, οἳ δὲ ἐπὶ τῆς μεγάλης Ἑλλάδος (τῆς κοίλης θάτερος αὐτῶν Συρίας ἦν, ὃ δὲ ἀπ’Αἰγύπτου), ἄλλοι δὲ ἀνὰ τὴν ἀνατολήν· καὶ ταύτης ὃ μὲν τῆς τῶν Ἀσσυρίων, ὃ δὲ ἐν Παλαιστίνῃ Εβραῖος ἀνέκαϑεν· ὑστάτῳ δὲ περιτυχὼν (δυνάμει δὲ οὗτος πρῶτος ἦν) ἀνεπαυσάμην, ἐν Αἰγύπτῳ θηράσας λεληθότα. Σικελικὴ τῷ ὄντι ἡ μέλιττα προφητικοῦ τε καὶ ἀποστολικοῦ λειμῶνος τὰ ἄνθη δρεπόμενος ἀκήρατόν τι γνώσεως χρῆμα ταῖς τῶν ἀκροωμένων ἐνεγέννησε ψυχαῖς.
Ἀλλ᾽ οἳ μὲν τὴν ἀληθῆ τῆς μακαρίας σῴζοντες διδασκαλίας παράδοσιν εὐθὺς ἀπὸ Πέτρου τε καὶ Ἰακώβου Ἰωάννου τε καὶ Παύλου τῶν ἁγίων ἀποστόλων, παῖς παρὰ πατρὸς ἐκδεχόμενος (ὀλίγοι δὲ οἱ πατράσιν ὅμοιοι), ἧκον δὴ σὺν θεῷ καὶ εἰς ἡμᾶς τὰ προγονικὰ ἐκεῖνα καὶ ἀποστολικὰ καταθησόμενοι σπέρματα.
Clemens, Stromata, 1.11:
Nu is dit werk geen geschrift dat gemaakt is om tentoon te stellen, maar om het op te bergen als geheugensteuntjes voor mijn oude dag, als remedie tegen vergeetachtigheid. Het is slechts een beeld, een schets van de belichaamde en bezielde gesprekken waarvan ik de eer heb gehad ze te horen, en van zalige en prijzenswaardige mannen.
Van hen was er (1) een in Griekenland, een Ioniër, (2) anderen in Magna Graecia, van wie er een uit Coele-Syrië kwam en een ander uit Egypte, en (3) anderen waren afkomstig uit het oosten: iemand van de Assyriërs en een Hebreeër in Palestina. Toen ik de laatste ontmoette – hij was wat vermogen betreft de eerste – vond ik rust – ik had hem nagejaagd toen hij zich in Egypte had verscholen. Hij was werkelijk een Siciliaanse bij die zijn nectar uit de bloemen van de profetische en apostolische weide verzamelde, die in de zielen van zijn toehoorders een zuiver stuk kennis inplantte.
Zij hebben naar waarheid de zalige overlevering, die regelrecht afkomstig is van Petrus en Jakobus, Johannes en Paulus, de heilige apostelen, bewaard, waarbij het kind het overnam van zijn vader (hoewel slechts weinigen op hun vaders leken). Zo kwamen zij dus met de hulp van God ook tot ons om die voorvaderlijke en apostolische zaden te planten.