Over Apollinaris van Hiërapolis is weinig bekend. Eusebius (H.E. 4.27) vermeldt dat hij een apologie schreef die gericht was aan keizer Marcus Aurelius (keizer van 161 tot 180 n. Chr.). Dat plaatst hem als schrijver in de tweede helft van de tweede eeuw. In de zevende-eeuwse Chronicon Paschale zijn twee fragmenten uit zijn werk over het Paasfeest bewaard. In het eerste fragment noemt Apollinaris Matteüs als een van de evangelisten, het tweede fragment bevat enkele verwijzingen naar het Johannesevangelie.
Chronicon Paschale, P.G. 92.80-81:
Καὶ ᾿Απολλινάριος δὲ ὁ ὁσιώτατος ἐπίσκοπος ᾿Ιεραπόλεως τῆς ᾿Ασίας, ὁ ἐγγὺς τῶν ἀποστολικῶν χρόνων γεγονώς, ἐν τῷ περὶ τοῦ πάσχα λόγῳ τὰ παραπλήσια ἐδίδαξε, λέγων οὕτως·
Εἰσὶ τοίνυν οἵ δι᾿ ἄγνοιαν φιλονεικοῦσι περὶ τούτων, συγγνωστὸν πρᾶγμα πεπονθότες· ἄγνοια γὰρ οὐ κατηγορίαν ἀναδέχεται, ἀλλὰ διδαχῆς προσδεῖται· καὶ λέγουσιν ὅτι τῇ ιδ΄ τὸ πρόβατον μετὰ τῶν μαθητῶν ἔφαγεν ὁ κύριος, τῇ δὲ μεγάλῃ ἡμέρᾳ τῶν ἀζύμων αὐτὸς ἔπαϑεν, καὶ διηγοῦνται Ματθαῖον οὕτω λέγειν ὡς νενοήκασιν· ὅϑεν ἀσύμφωνός τε νόμῳ ἡ νόησις αὐτῶν καὶ στασιάζειν δοκεῖ κατ᾽ αὐτοὺς τὰ εὐαγγέλια.
Chronicon Paschale, P.G. 92.80-81:
En Apollinarius, de zeer heilige bischop van Hiërapolis in Asia, die dicht bij de apostolische tijden leefde, leerde in zijn boek over het Pascha dezelfde dingen, wanneer hij het volgende zegt:
Er zijn er dus die uit onwetendheid hierover twisten, ook al is deze eigenaardigheid begrijpelijk. Want ontwetendheid verdient geen beschuldiging, maar heeft behoefte aan onderwijs. En zij zeggen dat de Heer op de veertiende dag het lam at met zijn discipelen, en stierf op de grote dag van de ongezuurde broden. En zij beschrijven dat Matteüs het net zo zegt als wat hun opvatting is. Daarom is hun opvatting niet met de Wet in overeenstemming, en de evangeliën blijken het met hen oneens te zijn.
Καὶ πάλιν ὁ αὐτὸς ἐν τῷ αὐτῷ λόγῳ γέγραφεν οὕτως·
En deze persoon schreef in hetzelfde boek ook het volgende:
Ἡ ιδ' τὸ ἀληθινὸν τοῦ κυρίου Πάσχα,
ἡ θυσία ἡ μεγάλη,
ὁ ἀντὶ τοῦ ἀμνοῦ παῖς Θεοῦ,
ὁ δὲθεὶς,
ὁ δῆσας τὸν ἰσχυρὸν,
καὶ ὁ κριθεὶς
κριτὴς ζώντων καὶ νεκρῶν,
καὶ ὁ παραδοθεὶς εἰς χεῖρας ἁμαρτωλῶν, ἵνα σταυρωθῇ,
ὁ ὑψωθεὶς ἐπὶ κεράτων μονοκέρωτος,
καὶ ὁ τὴν ἁγίαν πλευρὰν ἐκκεντηθεὶς,
ὁ ἐκχέας ἐκ τῆς πλευρᾶς αὐτοῦ τὰ δύο πάλιν καθάρσια,
ὕδωρ καὶ αἷμα,
λόγον καὶ πνεῦμα,
καὶ ὁ ταφεῖς ἐν ἡμέρᾳ τῇ τοῦ Πάσχα,
ἐπιτεθέντος τῷ μνήματι τοῦ λίθου.
Het werkelijke Pascha van de Heer is op de veertiende dag,
het grote offer,
het kind van God in plaats van het lam,
die gebonden werd,
die de sterke gebonden heeft,
en die veroordeeld werd,
die oordeler is van levenden en doden,
en die overgeleverd werd in handen van zondaren, opdat hij gekruisigd zou worden,
die als eenhoorn op hoornen werd verhoogd,
en die in zijn heilige zijde doorboord werd,
degene uit wiens zijde de twee dingen die opnieuw reinigen stroomden:
water en bloed,
Woord en Geest,
en die op de dag van het Pascha gevragen werd,
op wiens graf een steen geplaatst werd.