I-4 Väterlandischer Verdienstorden in Silber
Medaille type a (1954 - 1972)
Type a van de "Väterlandischer Verdienstorden in Silber" werd toegekend tussen 1954 en 1972. De orde is vormgegeven als een zilveren tienpuntige ster met een breedte van 50,5 mm. In het midden van de ster staat een medaillon van 22 mm, waarin een hamer en een passer staan samen met twee aren. Het oog - dat dwars op de medaille is aangebracht - is bevestigd aan de twee oogjes van het lintje.
De achterzijde van de orde is glad. Daar bevindt zich het zilvermerk: 900.
Het rechthoekige zilveren draagteken is overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren. Het draagteken en het teken waaraan de orde is bevestigd, zijn identiek op het bevestigingshaakje na. Zowel de medaille als het 'lintje' en het losse draagteken zijn gemaakt van zilver en te herkennen aan een zilvermerk (Punze) 900 dat aangebracht is op de achterzijde.
Bij type a is de medaille niet te verwijderen van het draagteken.
zilvermerk losse draagteken
zilvermerk 'lintje'
zilvermerk medaille
Draagteken bij medaille van type a.
Op de achterzijde is een zilvermerk "900" aangebracht.
Medaille type b (1972)
Type b van de "Väterlandischer Verdienstorden in Silber" werd toegekend voor 1972. De orde is vormgegeven als een zilveren tienpuntige ster met een breedte van 50,5 mm. In het midden van de ster staat een medaillon van 22 mm, waarin een hamer en een passer staan samen met twee aren. Het oog - dat dwars op de medaille is aangebracht - is bevestigd aan de twee oogjes van het lintje.
De achterzijde van de orde is glad. Daar bevindt zich het zilvermerk: 925.
Het rechthoekige zilveren draagteken is overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren. Het draagteken en het teken waaraan de orde is bevestigd, zijn identiek op het bevestigingshaakje na en het zilvermerk. Zowel het 'lintje' en het losse draagteken zijn gemaakt van zilver, respectievelijk voorzien van de zilvermerken 925 en 900 die aangebracht zijn op de achterzijde.
Bij type b is de medaille niet te verwijderen van het draagteken.
zilvermerk op het losse draagteken
zilvermerk op het 'lintje'
zilvermerk op de medaille
Medaille type c (1972 - 1975)
Type c van de "Väterlandischer Verdienstorden in Silber" dateert uit de periode 1972 tot en met 1975. De orde is vormgegeven als een zilverkleurige tienpuntige ster met een breedte van 50,5 mm en is gemaakt van non-ferrometalen. In het midden van de ster staat een rood medaillon van 22 mm, waarin een hamer en een passer staan samen met twee aren.
De achterzijde van de orde is glad.
Het rechthoekige metalen draagteken is overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren. Het draagteken en het 'lintje' waaraan de orde is bevestigd, zijn identiek op het bevestigingshaakje na. Bij type c is de medaille niet te verwijderen van het draagteken.
Medaille type e (1975 - 1984)
Type e van de "Väterlandischer Verdienstorden in Silber" dateert uit de periode 1975 tot en met 1984. De orde is vormgegeven als een zilverkleurige tienpuntige ster met een breedte van 50,5 mm en is gemaakt van non-ferrometalen. In het midden van de ster staat een medaillon van 22 mm, waarin een hamer en een passer staan samen met twee aren.
De achterzijde van de orde is glad.
Het rechthoekige metalen draagteken is overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren.Het draagteken en het 'lintje' waaraan de orde is bevestigd, zijn identiek op het bevestigingshaakje na. De medaille is gemakkelijk van het haakje te halen van het lintje.
Type e onderscheidt zich verder van latere typen medailles doordat het draagteken en het lintje met schroeven is uitgevoerd.
Medaille type g (1984 - 1990)
Type g van de "Väterlandischer Verdienstorden in Silber" dateert uit de periode van 1984 tot en met 1990. De orde is vormgegeven als een zilverkleurige tienpuntige ster met een breedte van 50,5 mm en is gemaakt van non-ferrometalen. In het midden van de ster staat een medaillion van 22 mm, waarin een hamer en een passer staan samen met twee aren.
De achterzijde van de orde heeft een reliëf.
Het rechthoekige metalen draagteken is overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren. Het draagteken en het 'lintje' waaraan de orde is bevestigd, zijn identiek op het bevestigingshaakje na. De medaille is gemakkelijk van het haakje te halen van het lintje.