Alle Middeleeuwse steden kampten regelmatig met grote branden. Door de dichtere concentratie van woningen met erg brandbare materialen was iedere brand moeilijk in te dijken. Vanaf de 14de eeuw werd dan ook verboden om stro te gebruiken als dakbedekking en vanaf het midden van de 16de eeuw werd steeds meer verboden om houten constructies op te trekken in steden.
Enkele voorbeelden van grote brandrampen:
- Beringen: 1593, 1654
- Hamont: 1493, 1557, 1654, 1756
- Hasselt: 1615, 1654, 1747, 1788
- Herk-de-Stad: 1669, 1679, 1781
- Maaseik: 1635, 1651, 1684
- Rekem: 1755
- Stokkem: 1839
Vandaar dat er stelselmatig verordeningen werden uitgevaardigd om deze risico's te beperken:
• verbod om daken te dekken met stro
• schoorstenen moesten verplicht worden opgetrokken in steen
• scheidsmuren tussen de huizen moesten als brandgevel 1 voet boven het dak uitsteken
(Antwerpen 1394; Utrecht 1390; Luik 1657, 1666, 1691; Hasselt 1703, 1706; Maastricht 1612, 1653; Maaseik 1658, 1651)
Er werden stedelijke verbodsbepalingen uitgevaardigd om houten gevels te bouwen of verbouwen:
- documentatie vormingsinitiatief Gidsenbond nav. Open Monumentendag 2005, Marc Laenen
- historische steden in Limburg, Jan Gerits, Gemeentekrediet, 1989