Thomassen, deel 2


Tekst en afbeeldingen overgenomen uit Het ontstaan van de woonwijk Oud-Heijenoord in Arnhem auteur: Arend Arends

Globale ontwikkeling aan de hand van kaarten

Bebouwing voor 1832

In 1832 is het gebied tussen de Amsterdamseweg en de Utrechtseweg buiten de vroegere vestingwerken nog vrijwel onbebouwd. In het westen bevinden zich alleen de buitenplaatsen Groot Heidenoord, nabij de Hertshoornstraat, Voorste Heidenoord, net ten zuiden van de latere spoorlijn bij het St. Elisabeths Gasthuis en Rosorum aan de Amsterdamseweg. Ten westen van Rosorum wordt de naam Klein Heidenoord vermeld met daarbij een huis, dat echter geen kadastraal nummer heeft en mogelijk is verdwenen voor 1832. Hetzelfde geldt voor een huis ten noorden van de Voorste Heidenoord. Er zijn nog een paar resten van de buitenste vestingwerken zichtbaar, zie de kaart hierna. Deze liepen in zigzagvorm vanaf de Utrechtseweg via Bellevue naar de huidige Beaulieustraat met een punt tot bijna aan de Frombergstraat en verder langs de Amsterdamseweg richting Zijpsepoort. Op de kadasterkaart zijn in de vorm van doorhalingen met potlood mogelijk al sporen zichtbaar van het terrein rond het huis Mariaburg, volgens de topografische kaart van 1865/1870 gelegen ten zuiden van de Amsterdamseweg tussen Rosorum en de Brouwerijweg.

Molens in 1832

In Heijenoord en Lombok worden ook de molens behandeld die aan de Amsterdamseweg hebben gestaan. Op de kaart op p. 8 is de ligging van de molen De Verwachting (nr. 40) echter onjuist aangegeven, namelijk westelijk van punt 4 op onderstaande kaart i.p.v. op de correcte plaats bij 1. De auteur, Jan Vredenberg heeft geprobeerd deze fout te herstellen in het vervolgdeel De Burgemeesterswijk, maar daarbij is opnieuw een fout opgetreden, die is hersteld d.m.v. een artikel in Arnhem de Genoeglijkste 2007, p. 62-65, waarin de situatie uitvoerig wordt beschreven.

Kaart 1 Windmolens aan het begin van de Amsterdamseweg. De situatie volgens de kadasterkaart 1832 is geprojecteerd op de topografische kaart van ongeveer 1990. Inmiddels (2006) is  de school bij 5 afgebroken, de Amsterdamseweg verplaatst in noordelijke richting (ter hoogte van  4) en is bij 1 de parkeergarage Arnhem Centraal met torenflats Parktoren en Rijntoren gebouwd. Verklaring situatie 1832: 1 Molen De Verwachting, 2 Huis van Thomassen (gebouwd omstreeks 1836), 3 Molen De Harmonie, 4 Huis Mariënberg, 5 Tamboersbosjes. 

Op bovenstaande kaart zijn de wegen aangegeven volgens de kadasterkaart van 1832 op een ondergrond van de topografische kaart 1990, dus voordat de nieuwe parkeergarage van Arnhem Centraal is aangelegd en de Amsterdamseweg is verschoven in noordelijke richting. Ook de Boschschool aan de Brantsenstraat is dan nog aanwezig. Beide molens 1 en 3 zijn in 1832 eigendom van de eigenaar van Mariënberg, Coenraad Alexander Weerts, een broer van Johan Weerts, burgemeester van Arnhem van 1824-1842. De windmolen De Verwachting bij 1 is omstreeks 1848 verkocht aan H.W. Fromberg en anderen en vervolgens gedeeltelijk afgebroken. De molen is ook zichtbaar op een stadsplattegrond van 1853, opgenomen als plaat 4 in het boek van A. Markus, Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw, oorspronkelijk uitgegeven in 1906. De windmolen De Harmonie bij 3 is in 1834 aangekocht door Willem George Frederik Thomassen (*Rheden 1803- † Linschoten 1881) en zijn schoonvader Jan Berends Knuiver, een molenmaker. Nummer 4 geeft de ligging van het huis Mariënberg aan, in het begin van de 19de eeuw gebouwd op de plaats van de vroegere herberg De Roode Haan. Bij 5 liggen de Tamboersbosjes. Thomassen koopt in 1836 een stuk grond schuin tegenover De Verwachting, ongeveer bij 2, waar hij een huis bouwt. In 1845 wordt de spoorweg tussen Arnhem en Utrecht geopend, die precies tussen het huis en de molen komt te liggen. In eerste instantie is Arnhem slechts eindstation en rijden er maar enkele treinen per dag. Nadat in 1850 een afgebroken wiek op de spoorbaan valt, kort nadat koning Willem III passeert, wordt de molen in 1854 onteigend en afgebroken. Het spoor wordt dan verbreed tot de huidige situatie bij het viaduct bij de Brugstraat, dat in 1866 is aangelegd, op bovenstaande kaart uiterst links. Volgens de plannen zal omstreeks 2010 een nieuw viaduct worden aangelegd, waarbij het spoor nogmaals in noordelijke richting wordt verbreed.     

Deze tekening is overgenomen uit Heijenoord en Lombok. Volgens het bijschrift is de voorste molen De Verwachting en de molen op de achtergrond De Harmonie. Dezelfde tekening is ook opgenomen in de Cultuurhistorische Effectrapportage Heijenoord. Daar wordt vermeld: "de beide molens aan de Amsterdamseweg, hier naar het westen gezien". Ook in Arnhemse Molens en hun geschiedenis is deze tekening opgenomen en hoewel de tekst uitvoerig ingaat op de kadastrale situatie, lijken de opschriften bij de illustraties minder zorgvuldig gekozen, waardoor de indruk kan ontstaan dat de molen De Verwachting ten noorden van de Amsterdamseweg heeft gestaan. Zoals hierboven vermeld, is deze fout gecorrigeerd in een artikel in Arnhem de Genoeglijkste 2007, p. 62-65.

De weg met de huifkar is de verbindingsweg tussen de Amsterdamseweg en de Bergstraat, later Bovenbergstraat genoemd. Deze weg loopt naar beneden in zuidelijke richting naar de stad, richting Bergstraat. Het gezichtspunt ligt ongeveer bij 5 op bovenstaande kaart. De voorste molen is dus De Harmonie.

Markus vermeldt op p. 464 dat de weg die later Bovenbergstraat wordt genoemd vroeger geen naam had: "Aan den weg van de Brugstraat (moet zijn Bergstraat) naar den Amsterdamschen weg nu Bovenbergstraat, stond nagenoeg halfweg tusschen de Bergstraat en het spoor, rechts van den weg, een windmolen, die eerst in gebruik was door Van Vollenhoven, later door Nibbelink, algemeen "Naatje Nibbelink" genoemd; de laatste had bij den molen een rij arbeiderswoningen laten zetten. Daarna werd de molen met een aangrenzend stuk grond, het eigendom van den heer Fromberg; deze liet de molen gedeeltelijk afbreken...
Schuin tegenover dezen molen had de heer W.G.F. Thomassen, een molenaar, in 1836 grond gekocht; hierop liet hij een woonhuis zetten, en verderop, zoowat achter het huis, nu door Dr. Post bewoond (zie Amsterdamseweg 2 en 3), een molen bouwen. Deze molen werd bij windstilte door stoom in beweging gebracht en gebruikt om granen, tras, schors van eikenhout en specerijen te malen. Toen de zaken zich uitbreidden, kocht hij er van de stad nog een stuk grond bij, waarvoor hij 50 ct. per M2. betaalde en waarop de zoon van Thomassen eene machinefabriek en eene kopergieterij liet bouwen. Korten tijd daarna werd de spoorbaan midden door de bezitting van Thomassen aangelegd met het gevolg, dat de molen en de fabriek van het woonhuis gescheiden werden."
(volgt het verhaal over de onteigening).

De zoon van Thomassen waarop hier gedoeld wordt is Thomas Hermanus Thomassen (Renkum 1834-Nijmegen 1896). Deze heeft in 1856 een fabriek van stoomwerktuigen met een metaalgieterij op de hoek van de Vossenstraat en de Weerdjesstraat, in 1857 en 1858 is hij gevestigd aan de Westervoortsedijk. In 1859 wordt T.H. Thomassen niet vermeld in het adresboek van Arnhem en heeft hij vermoedelijk de zaak overgedaan aan Looman & Van Delden, fabr. van stoom- en andere werkt., ijzer- en metaalgieterij, Westervoortsedijk, in 1860 woont T.H. Thomassen aan het Jansplein en is dan "agent van eng. fabr. in stoom- en andere werktuigen". Omstreeks deze tijd trouwt hij met Geertruida Johanna van Waveren (Hillegom 1836-Arnhem 1917) en na eerst in Haarlem te hebben gewoond verhuist hij vrij spoedig naar Nijmegen. Hiermee verdwijnt deze familie Thomassen voorlopig uit Arnhem, zie ook bij Rozenstraat 15.


Molen 'De Harmonie' Detail van een schilderij van A.J. Couwenberg                             

 Molens aan het begin van de Amsterdamseweg Abraham Johannes Couwenberg (1806-1844).

Op de prent van Gottheil is slechts een molen te zien. In 19de eeuw hebben in totaal drie molens in de omgeving van de Amsterdamseweg gestaan. De literatuur over de drie windmolens aan en bij de Amsterdamseweg schept veel verwarring over de namen en de ligging van de molens. Vooral de bijschriften bij de afbeeldingen van Gottheil en Couwenberg in de literatuur zijn verschillend. Waar stonden nu precies De Harmonie, De Verwachting en De Hoop?

De Hoop was de bekendste molen aan de Amsterdamseweg. In 1870 werd de molen verplaatst naar Klarendal en is daar nog steeds met de nieuwe naam De Kroon in vol bedrijf te bewonderen. Bij de Amsterdamseweg stond de molen op de hoek van de Frombergstraat en Frombergdwarsstraat. Een positie die onmogelijk kan kloppen met de molen op het gezicht van Gottheil. Molen De Hoop valt dus af.

Als we ervan uitgaan dat Julius Gottheil een juiste stand van zaken weergeeft van het moment dat hij op het dak van Hotel Bellevue staat (1855), dan moet de molen De Harmonie zijn. De Verwachting is namelijk in 1853 gesloopt en De Harmonie twee jaar later.

Dit klopt met het gegeven dat, na aanleg van de spoorlijn in 1845, De Verwachting ten zuiden van de spoorweg kwam te liggen en De Harmonie aan de noordzijde. Een laatste aanwijzing is het gebouw met de rokende schoorsteen naast de molen. Dit moet de metaalgieterij van Thomassen zijn, die deze in 1851 naast zijn molen - inderdaad De Harmonie - was begonnen.

De molen op de litho van Gottheil is dus De Harmonie, de meest noordelijke van de twee molens aan het begin van de Amsterdamseweg.

Kaart 5 Deel van de Kadasterkaart Sectie P blad 10 uit 1879. Boven de Amsterdamseweg, onder de (Noordelijke) Parallelweg, links de Brouwerijweg, hier nog Holleweg geheten, in het midden de Frombergstraat en rechts de Bovenbrugstraat.

In 1879 heet de Brouwerijweg Holleweg, terwijl deze weg op de kadasterkaart van 1832 Laage weg werd genoemd. Er is nog een Holleweg, namelijk de huidige Izaak Evertslaan, waar dan nog geen huizen staan. In 1881 wordt officieel besloten om de weg de naam Brouwerijweg te geven. Ook worden dan o.a. de namen Zuidelijke Parallelweg, Schilderstraat en Pompstraat ingevoerd. Vanaf dat moment wordt ook de naam Noordelijke Paralleweg gebruikt i.p.v. de daarvoor gebruikte naam Parallelweg. Het eerste (oostelijke) deel van de Noordelijke Parallelweg wordt op de kaart aangeduid met de naaam Heijendaalsche Weg, een benaming die ook in het Adresboek wordt gebruikt. Zelfs de Rozenstraat heeft aanvankelijk een andere naam, namelijk Heijenoordsche Weg, een naam die kort daarna wordt vervangen door Rozenstraat. Op de kaart is het vervolg van de Rozenstraat in noordelijke richting nog niet aangegeven als afzonderlijk perceel. Waarschijnlijk blijft de straat tot 1918 particulier bezit. Dan is er een kaart gevoegd bij een raadsbesluit, waar de straat nog is verdeeld in verschillende percelen en zal ook de bocht op de plaats waar de molen stond, worden rechtgetrokken.

Opvallend is dat het terrein van de bierbrouwerij beperkt blijkt te zijn tot een rechthoekig terrein met waarschijnlijk alleen een uitweg bij de punt aan de Amsterdamseweg. Dit komt overeen met een tekening van de brouwerij in het boek van Markus omstreeks 1900, waarbij eventuele overige bebouwing aan de Amsterdamseweg vakkundig is weggemoffeld, maar al wel het begin van de bebouwing bij de Van Lawick van Pabststraat is te zien. De wegen die ten oosten van het brouwerijterrein lopen, hebben waarschijnlijk gediend ter ontsluiting van de daar aanwezige bedrijven. Later krijgt de brouwerij ook een uitweg aan de Rozenstraat nabij de Brouwerijweg, wat een kortere route en met minder hoogteverschil is naar het spoorwegemplacement. Het bovenste gebouw met de ronde uitbouw is de dubbele woning van de directeuren van de fabriek, R.E. Werthemann en O. Türstig.

Tussen de Rozenstraat en de Frombergstraat bevindt zich het rechthoekige terrein van de Bandfabriek met aan de zijde van de Noordelijke Parallelweg de villa van een van de directeuren J.L.A.J. Sprenger.

Ten noorden daarvan bevindt zich de woning van Jan Hendrik Persijn, in het Adressenboek aangeduid met "architect, timmerm. en metsel.". Hij bezit in 1897 zowel het huis tegenover de Frombergdwarsstraat waar hij zelf woont als het huis ten noorden daarvan bij de Amsterdamseweg. Ook een dubbele villa die later gebouwd wordt aan de oostzijde van de Frombergstraat tussen de al bestaande huizen (nu nummer 41/43) is dan zijn eigendom. In het noordelijke huis woont in 1885 zijn zwager Pieter Slagregen.

Hij is ook eigenaar van het blok van 4 huizen onderaan de Rozenstraat en van een werkplaats halverwege de Rozenstraat ter plaatse waar later een uitbouw van de Bandfabriek aanwezig is. De buitenmuur van dit gebouw is bij de bouw van de Hofpoort bewaard gebleven.

Een grappig detail is de schuine uitsparing op de hoek van de Frombergstraat en de Frombergdwarsstraat. Hier loopt nu een oude tuinmuur met daarachter een tussengang. Het terrein met de eerste vier huizen na de Frombergdwarsstraat hoorde oorspronkelijk bij het volgende huis aan de Frombergstraat. De muur geeft de scheiding aan haaks op de Frombergstraat tussen dit perceel en het perceel ten noorden daarvan. Mogelijk was dit perceel oorspronkelijk ook bedoeld voor de bouw van een villa totdat het plan kwam om het gebied verder op te delen door de aanleg van de Frombergdwarsstraat.

Verrassend is de aanwezigheid op de kadasterkaart van 1879 (niet zichtbaar op bovenstaand kaartdeel) van een rij van 16 smalle woningen ten noorden van de Noordelijke Parallelweg, in het verlengde van de weg richting de Oranjebrug, aan een straat die de huidige Tormentilstraat en Bremstraat doorsnijdt. Deze rij huizen wordt ook aangegeven op een plankaart van 1933 waarbij ter plaatse nieuwbouw is gepland. Vermoedelijk hebben ze behoord tot de Noordelijke Parallelweg.

                    

                   1)    stadsplattegrond 1889                                                                                                                                                                                        2)   stadsplattegrond 1900

Bovenstaand gedeelte van de Stadsplattegrond van Arnhem van 1889 (Gelders Archief, microfiche 31m) toont nauwkeurig de kadastrale indeling van dat moment. Op het terrein tussen de bierbrouwerij en de Amsterdamseweg zijn verschillende nieuwe gebouwen ontstaan. De Rozenstraat heeft slechts enkele nieuwe huizen aan de zuidzijde. Aan de Brouwerijweg is het hofje aan de oostzijde al gebouwd, terwijl het gedeelte aan de straatzijde nog leeg is. Het huis van H.W. Fromberg aan de Bovenbrugstraat heeft al de functie van Diaconessenhuis. De naam Bethesda aan de overzijde van de straat hoort eigenlijk bij de dubbele villa in het midden.


Bovenstaand gedeelte van een stadsplattegrond van Arnhem (Gelders Archief, microfiche 200) is volgens het bijschrift op de kaart gebaseerd op de kaart van 1889 en bijgewerkt tot 1900. Het Diaconessenhuis omvat nu ook twee villa's aan de Amsterdamseweg. Inmiddels is de zuidzijde van de Rozenstraat en de oostzijde van de Brouwerijweg behalve het noordelijk gedeelte volgebouwd en zijn er aan de Amsterdamseweg tegenover de Beaulieustraat nieuwe huizen bijgekomen. 


Rozenstraat 15 (Machinefabriek G. Thomassen)

Al in 1879 is dan nog vrijliggend een bedrijfsgebouw aanwezig, kadastraal P 403, waarop met een uitbreiding aan de noordoostkant omstreeks 1910 de Machinefabriek G. Thomassen is gevestigd, nu de Experimentele Werkplaats De Helling op Rozenstraat 49. Op de bovenvermelde kaart van 1918 heeft dit perceel dan nog het kadastrale nummer P 1106, een nummer dat vrij snel na 1879 tot stand moet zijn gekomen. In 1897 wordt het gebouw omschreven als magazijnen, eigendom van J.M. Maassen van den Brink met als adres Rozenstraat 15.

Dit komt overeen met het telefoonboek van 1915, waarin G. Thomassen, machinefabr. wordt vermeld op Rozenstraat 15a. De naam Machinefabriek G. Thomassen staat ook pontificaal op het pand vermeld op een foto uit ongeveer 1916 (Heijenoord en Lombok, p. 33) met de versiering zoals die ook nu nog aanwezig is op het rechter gebouw aan de voor- en achterkant. Op de foto van 1916 hebben de linker- en rechterhelft van het gebouw nog een afzonderlijk en lager dak. Waarschijnlijk was dit een directe tegenhanger van de N.V. Machine en Motorenfabriek, v.h. Thomassen & Co., gevestigd aan de Weerdjesstraat 119. In Arnhem en zijn toekomstige ontwikkeling, uitgegeven in 1919, wordt vermeld dat het bedrijf is voortgekomen uit een eenvoudige reparatiewerkplaats van Geurt Thomassen en in 1906 is omgezet in een N.V. Na het uittreden van Geurt Thomassen in 1910 is O. Gunning als enige directeur overgebleven met W.G.F. Thomassen als technisch leider met de titel van adjunct-directeur. Er wordt in het boek echter met geen woord gerept over een mogelijke tweestrijd binnen de familie met als gevolg de oprichting van een tweede bedrijf, dat op dezelfde bladzijde wordt vermeld in het Nieuw Arnhemsch Adresboek van 1915. In 1822 verhuist N.V. Machine en Motorenfabriek naar Rheden. Ook Willem George Frederik Thomassen (Strijen 1879-Rheden 1839) verhuist dan mee. Hij is vermoedelijk een zoon van Willem Thomassen, die nog een zoon Gerrit heeft (Strijen 1884-Amersfoort 1945, wonende te Arnhem), die bij overlijden ook fabrikant is en mogelijk de oprichter is van de fabriek aan de Rozenstraat.

Geurt Thomassen is waarschijnlijk Geurt Thomassen (Arnhem 1858-1928), bij overlijden fabrikant, zoon van Jan Barend Thomassen, korenmolenaar op verschillende plaatsen, maar vooral in Elden en een kleinzoon van Willem George Frederik Thomassen, die in 1834 met zijn schoonvader Jan Barend Knuijver de molen De Harmonie koopt, gelegen ten westen van de latere Bovenbergstraat nabij de Amsterdamseweg en in 1854 verdwenen als gevolg van de uitbreiding van het spoor. Een andere zoon, Thomas Hermanus Thomassen (Renkum 1834-Nijmegen 1896) had voor de onteigening ten noorden van de spoorweg een fabriek in stoomwerktuigen met een metaalgieterij. Deze verhuisde eerst naar de hoek van de Vossen- en Weerdjesstraat en in 1856 naar de Westervoortsedijk. In 1860 is T.H. Thomassen agent van Engelse fabrikanten in stoom- en andere werktuigen. Hij woont dan aan het Jansplein en heeft de zaak vermoedelijk overgedaan aan Looman & Van Delden. Hij verhuist kort daarna naar Nijmegen.

 

Uit het telefoonboek 1915

Arnhem:

2199    Thomassen, A.J., Adj.-Admin. Gem. Spaarbank, Gr. Oord 9a

1427    Thomassen, G., Machinefabr., Rozenstr. 15a

1577    Thomassen, J., Drogist, Staringplein 16

1621    Thomassen, W.G.F., Adj.Directeur N.V. Machine- en Motorfabr., voorh. Thomassen & Co., Sweerts de Landasstr. 51

  613    Thomassen & Co., Machine en Motorenfabr. vh., Weerdjesstr. 119

  613    Motoren, Brief- en telegramadres v.d. N.V. Machine- en Motorenfabr., v.h. Thomassen & Co.,

             Weerdjesstr. 119

1408    Bijleveld, E.I.E., Werktuigk. Ingen., Dir. Machine- en Motorfabr. G. Thomassen, G.A. van Nispenstr. 6

1365    Gunning, O., Ing. Dir. v.d. N.V. Machine- en Motorenfabr. v/h Thomassen & Co, v. Lawick v. Pabststr. 36,  Roozendaal

(Velp):

503    Thomassen, Gebr. G.A. & J.A., Bakkers, Schoolstr. C37

Nijmegen:

  114    Thomassen, Fa. T.H., Kant., Bottelstr. 71

  704       Idem, Woonh., Waalplein 20

  753    Thomassen, W.G.F., Kronenburgersingel 17