~ Oktober 2008 ~
Ferme de Sossa
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad eer we zover waren. Er moest verlof geregeld worden, toestemming verkregen worden van onze echtgenotes, maar uiteindelijk werd er dan toch een datum gevonden die iedereen uitkwam.
Zaterdag 18 oktober 2008, 6.30h was het dan zover. Drie Defenders 110. Zes mannen, Bert DCPU en co Steve, Spannie en co Dominic, Christiaan en co Bert, vertrokken in de mist richting noord Frankrijk. Eerst via de autostrade tot in Bouillon, daarna verkozen we verder te rijden langs secundaire wegen. Tegen de middag waren we vlak bij de eerste vertrekplaats van een roadbook, Joinville - "Le petit tout du vallage". Alvorens het eerste roadbook aan te vatten, hebben we eerst nog een cacheke meegepakt. De vindplaats was overduidelijk, naast de menhir die direct opviel in het landschap.
Copiloot Bert had intussen opgemerkt dat het niet nodig was om eerst helemaal tot in Joinville te rijden. Na het intermezzo van de cache stuurde hij ons dan ook onmiddellijk “den blet” in.
Het eerste roadbook was eigenlijk meteen ook het mooiste! Wat een prachtige omgeving. Prachtige bossen in herfsttooi. We hadden ook geluk met ’t weer, de zon straalde intussen volop.
Onderweg kwamen we een grote oude hoeve tegen, die ook werd uitgebaat als gîte, de “Ferme de Sossa”. Dit leek ons een geschikte plaats om voor ’t eerst onze tentjes op te slaan. Ook de uitbaatster zag dat wel zitten.
Na ons daar in de enorme tuin te hebben geïnstalleerd, zijn we nog enkele uren gaan roadbook-rijden in die schitterende omgeving. Het viel ons vooral op dat je daar nog uren kan rondrijden zonder iemand te storen. Het enige waar we wel wat voor moesten opletten, was dat er gejaagd werd.
Onderweg kwamen we zelfs een terreintje tegen van een plaatselijke 4x4 club. De roadbook zelf leidde doorheen dat terrein dat voornamelijk bestond uit oude overwoekerde openlucht ijzerertsmijnen. Indien gewenst kon je je daar wel enkele uurtjes uitleven, uitdagende hindernissen genoeg.
Wij hebben daar eigenlijk alleen de “hoofdweg” gevolgd. Af en toe waagden we ons wel eens aan een wat moeilijker stuk. Zo probeerden we eens om ter verst een gladde helling op te rijden.
’s Avonds hebben we genoten van Spannie’s culinaire talenten, of hoe een simpele spaghetti toch kan smaken! Lang hebben we het die avond niet meer uitgezongen, de meesten waren bekaf.
's Nacht had het blijkbaar gevroren. Sommige hebben dit aan den lijve mogen ondervinden. Steve begon weer te sakkeren over z’n mobilhome met chauffage die hij thuis had moeten achterlaten…
Pannekoeken in de abdij
De volgende dag werd het avontuur verder gezet richting Saint Joire. Alweer prachtige bossen onderweg. De paden zelf waren soms maar net te doen met een standaard Defender, nergens hadden we echt problemen. Het was wel duidelijk dat het de voorbije week hier ook stevig geregend had.
Een enkele keer waren er ook wel eens spannende momenten. Zo waren we in een reusachtig bos afgeweken van het roadbook. We hadden wel door dat we ergens de verkeerde weg ingeslagen waren, maar wisten dat we het pad waarover we reden, konden blijven volgen om nadien terug aan te knopen met het roadbook. Tijdens dat stuk kwamen we een lange rechte en steile afdaling tegen. We besloten samen om deze toch te nemen. Telkens een wagen beneden aankwam werd het startsein gegeven voor de volgende via pmr. Toen het mijn beurt was, als laatste, reed ik eveneens in 1° klein naar beneden. Toen ik nog enkele tientallen meters had te gaan, probeerde ik een slipspoor van één van m’n voorgangers te vermijden door er naast te rijden. Daar moet er iets fout gegaan zijn en begon de Defender te schuiven. Gelukkig kwam ik nog op de juiste plaats tot stilstand!
Ook na de Menhir kwamen we onderweg nog wel enkele porties “cultuur” tegen, zoals het dorpje Grand dat zelfs een Romeins amfitheater bezit en een van de grootste mozaïeken uit die tijd. Wat ons ook opviel is dat elk dorpje daar een “lavatoire” heeft, het ene al mooier gerestaureerd dan het andere.
Genoeg redenen dus om onderweg even te pauzeren. Na die intermezzo’s klonk het steevast “komaan, raaên !”
We hadden op voorhand afgesproken dat we toch minstens één keer zouden wild kamperen indien dit enigszins mogelijk was. In een van de roadbooks was er sprake van een abdijruïne uit de 12e eeuw. (Abbaye du Mureau)
Na een klein pad gevolgd te hebben met enkele grote rotsblokken die het technisch wat moeilijker maakten, kwamen we bij die ruïne. Er stonden nog restanten van twee gebouwen. Een van die gebouwen was best wel geschikt om te overnachten.
Aan een kant waren er veel gaten in het dak zodat we er zelfs een groot binnenkampvuur kon houden. Droog hout was er immers ook genoeg te vinden en we vonden het ook niet erg dat we dat “moeilijk” pad nog eens moesten nemen. De zagen en bijlen werden bovengehaald en binnen de kortste keren hadden we een dcpu-laadbak vol hout. Ik heb niemand meer horen klagen over de koude die nacht.
Champagne Nowack
Goed uitgeslapen en met een maag vol pannenkoeken waar Bert voor gezorgd had, konden we dit roadbook naar Chaumont verder zetten. Alweer eindeloze bossen, uitdagende tracks en af een toe een verrassend mooie dorpje, zeg eigenlijk maar gehucht. Na onze aankomst in Chaumont stond er nog een roadboek tussen Bar-sur-Aube en Bar-sur-Seine op het programma.
Ecot-le-Combe
Alweer een schitterende omgeving en uitdagende tracks. Op één van die tracks, op een helling en in een bocht, schoof Bert van het pad af. Al wat hij probeerde om de Defender weer op het pad te krijgen wou maar niet lukken. Hij schoof steeds verder weg van het pad richting dichtbegroeide helling.
Een andere wagen laten trekken was niet mogelijk, we konden er gewoonweg niet bij geraken. Terug naar beneden ging intussen ook al niet meer. De enige mogelijkheid was de Defender met mankracht terug op weg helpen. Het heeft ons veel moeite gekost, maar met verenigde krachten, aangemoedigd door de oerkreten van Spannie, is het ons uiteindelijk gelukt.
Daar heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik bij een volgende gelegenheid toch minstens een manuele winch (tirefor of rateltakel) wil bij hebben. We hadden dat daar goed kunnen gebruiken.
Omdat we al veel tijd “verloren” hadden, besloten we om met de andere twee 110's een alternatieve weg te nemen.
Omdat het al wat later begon te worden, besloten we om de grootse verplaatsing tussen twee roadbooks meteen te doen. Na wat kilometers gereden te hebben over asfalt kwamen we aan onze laatste overnachtingsplaats, de intussen bij meerdere landrover owners gekende camping van champagneboer “Nowack”.
Toen al het materiaal na een regenachtige nacht weer min of meer droog in de wagens opgeborgen was en we klaar waren om een laatste roadbook te rijden, werden we uitgenodigd voor een kleine degustatie door onze gastheer. De dag beginnen met een glaasje champagne in de hand ... 't is eens iets anders.
Na de proeverij vertrokken we richting Charleville voor het laatste roadbook van deze 4-daagse. Het werd ons snel duidelijk dat het hier de voorbije nacht ook stevig had geregend. Er is dan ook iemand in geslaagd om zich vast te rijden in een witte streekeigen smurrie, namelijk diegene met de kleinste bandendiameter, ... of zou het dan toch op stuurmanskunst aankomen?
Een eind verderop kwamen we in een zeer dichtbegroeid weggetje terecht. Zo dichtbegroeid dat de snoeischaren er aan te pas kwamen. Tegen dat Bert en Spannie die weg over enkele honderden meters hadden “vrij gesnoeid”, had de rest beslist om terug te keren. Ondergetekende reed toen op kop zag het eerlijk gezegd niet meer zitten om de Defender nog verder door die “wildernis” te jagen.
Niet alleen omwille van de krassen die er onvermijdelijk zouden bijkomen maar vooral ook omdat het spoor waarin we reden ook altijd maar dieper werd. We zouden daar zeker wel zijn door geraakt, maar het was intussen ook tijd om huiswaarts te keren. We hadden het onze echtgenotes en kinderen beloofd om die dag op een deftig uur terug thuis te komen ... en iedereen kon de nodige “goede punten” gebruiken om een volgende keer weer mee te mogen!
Iedereen was het over eens: dit moeten we nog eens overdoen. Dit avontuur stelt niet veel voor in vergelijking met wat je hier in dit boekje (LROC clublad) soms te lezen krijgt, maar is wel voor veel mensen bereikbaar. Wij hebben met volle teugen genoten van het mooie weer, de prachtige natuur en de vriendschap ... volgend jaar gaan we zeker weer raaên !
Waren er bij:
Koen & Dominique
Bert & Steve
Christiaan & Bert
~