onze Tweelingziel


Is degene die tegelijkertijd met je ontstaan is als ziel en eerste leven en waarmee we ons in de beginfase van de schepping gedeeld hebben. Een eeneiige tweelingziel is geboren uit dezelfde oercel.


Maar later (op aarde) uit elkaar zijn gegroeid door ons disharmonisch gedrag en veel fouten en kwaad.


Echter als we volledig klaar voor zijn (universele liefde en hoger bewustzijn eigen hebben gemaakt) terug bij elkaar komen in de 4de sfeer om vanaf daar in de hogere sferen en hogere kosmische graden verder te groeien.

Wat wordt er bedoeld met een tweelingziel?

Miljoenen jaren geleden was de mens op een vorige planeet (maan) anders dan hij er nu uitziet. Hij was namelijk niet groter dan een celletje en leefde in het water (wij zijn daarin ook geboren). Tijdens het allereerste leven is de mens – misschien kan ik beter zeggen dat celletje – in tweeën gesplitst. Er is dus in feite min of meer een dubbelganger van jou. In de duizenden levens die daarop volgden kwam je je tweelingziel steeds weer tegen. Tijdens je eerste levens op aarde ben je jouw tweelingziel (tijdelijk) uit het oog verloren. Dit komt door grote ‘fouten’ die we hebben gemaakt. De gevolgen van onze verkeerde, onbewuste keuzes noemen we tegenwoordig ‘karma’. Al die verkeerde daden moeten we eerst weer aan elkaar goedmaken. Vandaar dat je niet elk leven je tweelingziel tegen kunt komen of zult herkennen. Alles moet eerst weer in balans zijn/goedgemaakt.

Is mijn levenspartner mijn tweelingziel?

Nee, in de meeste gevallen is dit niet. Weet jij wie de personen zijn waar je nu mee omgaat? Wie zij in een vorig leven zijn geweest? Dat weet je toch niet? Hoe kun je dan weten wie je tweelingziel is? Natuurlijk wel dat sommige mensen belangrijke personen als hun ‘soulmate’ zijn gaan zien. Maar dat is toch net iets anders. Het kan natuurlijk ook met karma te maken hebben. Maar je kan er vanuit gaan dat elk bijzonder contact sowieso karmisch is. In de meeste gevallen heeft het meer te maken met sympathie, hetzelfde karakter of hobby’s en bezigheden hebben. Je zit als het ware in dezelfde (gevoels)klas. Normaal gesproken kom je dergelijke dingen tijdens je aardse leven niet te weten. Dit zou de boel alleen maar overhoop halen. Ik denk dat het nu nog niet goed is om te weten wie je tweelingziel is. Je loopt namelijk de grote kans dat je aan andere personen minder aandacht gaat besteden en dat is niet de bedoeling. We moeten ons levensprogramma zo goed mogelijk doen. Je kan het ook zien als een natuurlijke bescherming. We begrijpen de diepte van deze thema’s nog helemaal niet. We zijn geestelijk nog lang niet zover om met dit soort zaken om te gaan. We hebben nog te veel ‘last’ van eigenliefde, in plaats van werkelijke universele broeder- en zusterliefde. We zullen eerst nog enkele eeuwen geestelijk verder moeten groeien om hier goed mee om te kunnen gaan. We zijn gelukkig de tijd van de middeleeuwen voorbij. In deze tijd zijn mensen bezig om de eerste stappen op het geestelijke pad te zetten. Vandaar dat er overal boeken verschijnen en allerlei cursussen worden aangeboden.

Waarom kom je je tweelingziel niet in elk leven tegen?

enkel in volledig scherm te zien

van website www.liefdesband.nl www.youtube.com/user/roesink100/videos

Op de eerste planeten en in de beginperiode van de aarde leefde je nog met je tweelingziel. Eigenlijk tot aan het moment dat de mens enigszins zelfstandig ging denken. Pas daarna, doordat mensen keuzes konden maken, kwam de wet van karma in werking. Doordat de twee personen die samen een tweelingziel vormden, hun eigen keuzes gingen maken, kwam er verschil in bewustzijn en ontwikkelingsniveau (afstemming op de sferen van bewustzijn aan gene zijde). Met andere woorden: deze twee personen konden elkaar niet meer in elk leven tegenkomen vanwege het ontstane karma aan anderen.

De personen moesten, of moeten nu nog steeds, aan andere mensen goedmaken. Het kan zelfs zo zijn dat jouw tweelingziel momenteel in een lagere of hogere sfeer leeft. Dit zijn de redenen waarom je op aarde niet altijd je tweelingziel zult ontmoeten. Meestal kom je je tweelingziel weer tegen als jouw kringloop der ziel, voor wat betreft de aarde, is afgerond. Je tweelingziel of jijzelf wacht in de sferen van gene zijde op die hele bijzondere ontmoeting. Iedereen heeft een tweelingziel en komt ooit zijn tweelingziel tegen. Vanaf dat moment ga je voor eeuwig samen verder in de sferen van gene zijde die bij de aarde horen en op de volgende planeten na de aarde. De ontmoeting met jouw tweelingziel is een mooi moment. Vanaf die fase zul je je eigenlijk nooit meer alleen voelen. Je zult heel gelukkig zijn. Het kan dus best zijn dat jouw tweelingziel op dit moment in je nabijheid is. Het kan iedereen zijn. Een van je ouders, je vriend of vriendin, je echtgenote of echtgenoot, je oom of tante, één van je kinderen of zelfs een kennis enz. Alles is mogelijk. Ik denk alleen dat je de persoon niet zult herkennen. Want weet jij bijvoorbeeld wie je ouders in een vorig leven zijn geweest? Er wordt hier ongelofelijk veel onzin over geschreven. Eigenlijk op dit moment doet het er ook helemaal niet toe om te weten wie jouw tweelingziel is. Het is veel belangrijker dat je je richt op de mensen die nu in jouw omgeving zijn. Realiseer je dat ook zij deel uitmaken van jouw verleden (vorige levens). Want anders zou je hen echt niet zijn tegen gekomen. Je komt namelijk alleen mensen tegen waar je karmisch verbinding mee hebt. Er is geen toeval, ook hier in niet.

Waarom zoeken we naar de ideale type partner?

Waarom voelen velen van ons zich aangetrokken tot een bepaald type man of vrouw, met die haarkleur, uit dat ras of volk, met die kleur van ogen? We verlangen steeds naar een partner die aanvoelt als het ontbrekende deel van onszelf en pas wanneer we die gevonden hebben voelen we ons compleet.

Dit gemis blijft in ons spoken, zelfs als de wet van oorzaak en gevolg ervoor gezorgd heeft dat we door onze verliefdheid een ander type hebben aangetrokken.

Alleen door de reïncarnatiegedachte te accepteren, kunnen we een antwoord geven.

Waarom spreekt een bepaald type man of vrouw ons zo aan?

Dit komt omdat we ooit in een vorig leven het diepe geluk van eenheid en liefde hebben beleefd met onze tweelingziel.

Dat leven, dit gevoel, dit beeld schuilt nog steeds in ons onderbewustzijn en zorgt ervoor dat we gevoelsmatig een voorkeur geven aan dit bepaald type mens.

Een tweede vraag kan zijn waarom we steeds het gevoel, het verlangen hebben diegene te vinden die ons compleet maakt, die perfect bij ons past. Om hierop te antwoorden moeten we teruggaan naar onze oorsprong, namelijk ons allereerste stoffelijk bestaan als een eencellig wezen.

Het is daar dat we ons hebben verbonden met een even oude cel waardoor er in elk een tegengestelde polariteit is gaan overheersen, het mannelijke of het vrouwelijke. Daardoor is er, tussen de beiden in, een nieuwe cel opgebouwd die bezield kon worden door een koppel reïncarnerende levensvonken.

Op dat moment, tijdens die celvorming, hebben we in het één zijn, de mannelijke en vrouwelijke eigenschappen met elkaar gedeeld.

En telkens wanneer we weer samen zijn, nu of in latere levens, in een stoffelijk of geestelijk bestaan, vormen wij weer dat één zijn. Een gevoelsbeleving die gelijk is aan de éénheid en harmonie in Gods dualiteit.

Waarom heeft "God" een tweelingsziel geschappen ?

Ik ben in mijn jeugd een tijdje opgeroeid en onderwijs gehad van Jehova's getuigen (zie onderdeel doel en contact van deze website) en waar je dan leert we eeuwig gaan kunnen leven op aarde in een aards paradijs.

Ik stelde mij dan voor als ik een partner zou vinden dit wel eens voor eeuwig zou kunnen zijn? Maar de getuigen vertellen ook dat iets als "ware" bestaat niet ?

Nu ik zelf geen partner vond, kwam de vraag in mij op dat hier toch iets niet over kan kloppen.

Namelijk volgende gedachten/vragen kwamen in mij op:

Als we in het paradijs zijn gaat iedereen zijn eeuwige partner dan vinden ? Maar wat als je die partner niet vindt, de vrouwen die over zijn niet op je vallen, gaan er dan nog wel kinderen geboren worden ? Maar als die voor eeuwig op aarde blijven leven heb je toch een probleem ? Als je geen partner hebt en de meeste wel ga je toch ongelukkig voelen in het paradijs ?


Want als het een vast aantal is, moet het aantal mannen en vrouwen gelijk zijn ! Dus er zullen toch altijd mensen uit de boot vallen die geen partner vinden, want klikt het dan met de laatste personen die geen partner hebben wel, of moeten we dan meerdere vrouwen of mannen hebben als koppel? Gaat dit dan geen problemen opwekken, niet iedereen zal er voor te vinden zijn ? En iedereen zonder partner kan toch ook niet want Jehova heeft het toch zo opgezet, Adam en Eva geschapen? En zou bij opstanding daarna toch heel erg verwarrend zijn? Dat kan toch ook zeker niet ? Hoewel dit nu in deze wereld zeker zo niet is maar in principe heeft iedereen toch echt eigenlijk een partner nodig, dat is eigenlijk anders gezegd een basis van het leven. Zeker in mijn kijk aanvoelen voor het eeuwige leven.


Hoe zou Jehova dat dan oplossen terug door iemand dan te scheppen ? Maar hoe weet je dan of het daarmee klikt, want het gaat dan toch om vrije wil ? Dus dan zouden er mensen moeten geboren worden, maar dan blijf je bezig en dan raakt de aarde toch vol ?

Of gewoon je partner waar je nu mee bent gaat geen opstanding krijgen of God heeft die persoon vernietigd, hoe kan God u dan tranen wissen, omdat je van iemand hield ondanks dat zij ook fouten maakte ? Het gaat toch om liefde ? Je gaat dan toch aan haar of hem terug denken ? Of moet het zo lang slijten ? En als we eeuwig leven gaan we ons toch alles blijven herinneren of vergeten we ook zoals nu?

De waarheid waar ik nu ben achter gekomen via oa de boeken van Jozef Rulof is dat God ook hier aan gedacht heeft en alles voorzien heeft ! Alles is perfect. Maar het is dan niet zo zoals Jehova’s getuigen vertellen.

Een partner moet iedereen hebben, dat maakt het leven toch veel mooier ? Alsook de natuur is zo gemaakt, vader en moeder enz. Dus alleen kan eigenlijk niet of voor eeuwig verschillende lijkt mij dan ook veel verwarrend, het moet iets speciaal zijn dat een grote diepte geeft.

Uit de boeken van Jozef Rulof leren we dat je pas de diepte en kracht (liefde)gevoel ervan pas echt te gronden kunnen begrijpen als we universele liefde en hoger bewustzijn eigen hebben gemaakt (is vanaf 4de sfeer)

Iedereen heeft een tweelingziel een partner die bedoeld is voor met het eeuwige leven samen te zijn. Het aantal mannen en vrouwen zal dus inderdaad gelijk zijn ! We zullen ook op de volgende planeten afwisselen man en vrouw zijn, maar zijn dan alles terug harmonisch alsook met onze tweelingziel.

Dit zielenleven behoorde tot dezelfde levensgraad als wijzelf en het was geen seconde ouder. Met dit leven gingen wij op weg, graad in graad uit, zo kwam het ene leven niet verder of hoger dan het andere. Geen tien seconden van elkaar weg, even oud, gelijk in gevoel, één in werking, kwamen wij tot het hogere bewustzijn.

Echter dit is dus pas als we er beide klaar voor zijn en onze universele liefde en bewustzijn groot genoeg voor is geworden. Of je kan stellen volwassen, terwijl wij nu hier op aarde nog allen kinderen zijn die nog zeer veel moeten leren. We zijn absoluut nog niet klaar voor onze eeuwige partner. Want je wil nu toch je eigen partner kiezen en zoeken ?

Wat ik dus nu logisch vind we nog niet aan de echte vaste partner voor het eeuwig leven toe zijn, wij moeten allen nog zeer veel leren en groeien in ons liefde en gevoelsleven en ook dus aan bewustzijn.

We kunnen allen de diepte ervan nog niet begrijpen, want we komen pas in de 4de sfeer (of eerste geestelijk sfeer) terug samen en gaan vanaf die sfeer niet terug naar aarde. Tenzij voor een bepaalde grote (aardse) taak en dan gaat men soms samen met je tweelingziel, omdat het dan een ongekend draagkracht kan geven. Bv het Direct Stemapparaat (2de communicatie toestel met de hemel/gene zijde) zal via een koppel die elkaars tweelingziel zijn op aarde worden gebracht. (Lezen we uit boeken van Jozef Rulof)

Boek van Jozef Rulof : Door de Grebbeline naar het eewige leven

(Hoofdstuk : Tweelingzielen)

TWEELINGZIELEN

Ik begrijp, waar je aan denkt, Theo. Maar hier geschiedt alles op tijd. Pas als ons bewustzijn die hoogte bereikt heeft, zullen we in verbinding gebracht worden met de ziel, die tot ons behoort. Dan zijn we geheel gereed voor haar of hem, zijn we klaar om het wonder van de tweelingliefde te beleven. Je voelt het al, dan kan er van niet aanvaarden geen sprake zijn. Ons hele innerlijk, ons denken en voelen zijn erop gericht het zieleleven, dat is als wijzelf zijn, te ontvangen. In de liefde zijn we zo hoog gegroeid, dat zij universeel geworden is. En toch – de liefde voor zijn ziel gaat daar nog bovenuit, zij is anders en slechts te voelen voor dat éne wezen in de ruimte, dat God schiep als ons zelf.

Ik kan op aarde een vrouw liefhebben, onze karakters kunnen bijeenkomen, ons leven kan daar een hemel gelijk zijn – en toch hoeft dat niet te zeggen, dat deze vrouw mijn tweelingziel is. Want de tweelingliefde gaat er ver boven uit, zij heeft kosmische betekenis, al kan zij ook op aarde reeds worden gevoeld. Met véle zielen kunnen we begenadigde banden hebben - toch hoort slechts één wezen in het heelal waarachtig bij ons. En God zèlf was het, Die ons die ziel toewees.’


Wanneer geschiedde dat, vader?’

‘Dat ligt ver terug, m’n jongen. Toen God Zichzelf wegschonk aan ons, Hij ons het eerste leven gaf, de planeten zich gingen verdichten en het evolutieplan een aanvang nam, gingen wij in dat geluk over. Het zieleleven nu, dat met mij de allereerste graad van leven beleefde, mijn ziel in zich opnam, dát is de ziel, die kosmisch bij mij behoort.’

‘Maar dat kun je toch niet meer weten, vader?’

‘Het weten ervan heeft ook geen betekenis, maar het gevoel in ons zegt het, met een zekerheid al zei God Zelf het tot ons! In het allereerste stadium van de Schepping werden we tegelijk geboren en voelden we ons één. Toen begonnen we tezamen aan onze geestelijke evolutie. Eeuwig en altijd zullen we tot elkander behoren. Gód schonk ons deze onuitsprekelijke genade.’

....

Lees hieronder het volledige hoofdstuk Tweelingzielen uit het boek "Door de Grebbeline naar het eeuwige leven".

Door de Grebbelinie naar het eeuwige leven - Hoofdstuk-Tweelingzielen.pdf

Boek van Jozef Rulof : De volkeren der Aarde door gene zijde bezien (Hoofdstuk : Tweelingzielen)

Wanneer man en vrouw het geestelijke geluk op Aarde bezitten, zij elkander volkomen liefhebben en begrijpen, bezitten zij meestal de tweelingliefde en zijn tweelingzielen. Ze zijn dan één van kleur en één in voelen en denken. God schonk hun deze band. Hij schiep twee mensen als man en vrouw. Deze beiden zouden Hem vertegenwoordigen. Zij kregen alles van God. Als tweelingzielen zijn zij in één toestand geboren, de een is niet verder dan de ander, man en vrouw bezitten één bewustwording. Waar ontmoetten de tweelingzielen elkaar voor het eerst? Het is alweer op Moeder Maan, dat zij elkander het eerst leerden kennen. Op de Maan beleefden de vonken Gods één leven, één toestand. Het ene celletje was niet verder dan het andere, of het ene zou het andere vernietigd hebben. Uit één toestand geboren onderging dit leven de stoffelijke werking en zou sterven en opnieuw worden geboren. Op dat ogenblik kreeg de mens zijn tweelingziel. Dit zielenleven behoorde tot dezelfde levensgraad als wijzelf en het was geen seconde ouder. Met dit leven gingen wij op weg, graad in graad uit, zo kwam het ene leven niet verder of hoger dan het andere. Geen tien seconden van elkaar weg, even oud, gelijk in gevoel, één in werking, kwamen wij tot het hogere bewustzijn. Nu eens als scheppend, dan weer als barend principe. Zo beleefden we de Maan, daarna de tweede kosmische graad en kwamen vervolgens naar de Aarde. In al die stadia volgen de tweelingzielen de goddelijke wetten op en niets verbreekt hun natuurlijk gegroeide band. Als man en als moeder zullen ze thans op de Aarde de stoffelijke wereld beleven. Als de moeder het hoogste in haar eigen graad zal hebben beleefd en de wet voor de geboorte en het moederschap in haar is ontwaakt, zal zij in het volgende stadium het scheppend organisme ontvangen, terwijl het scheppend organisme – de man – dan het barende leven zal binnengaan. De tweelingzielen als man en vrouw zullen voortdurend van organisme wisselen en als moeder ontwaken om zo meer en meer gereed te komen voor elkander en door het moederschap de wetten te beleven, die hen tot God zullen terugvoeren.

Van de tweede kosmische graad naar de Aarde gekomen, beleven de tweelingzielen de zeven lichamelijke graden, die Moeder Aarde schiep. Beginnend in het oerwoud gaan zij van het ene ras naar het andere en bereiken via duizenden levens het blanke ras. Intussen is de ziel voor het bewuste beleven ontwaakt, zij dompelt zich in hartstocht en geweld. In elk leven worden de wetten van God vernietigd. De ziel schept nu bewust karma en treedt nu het oorzaak en gevolg binnen, ze moet goedmaken wat ze misdeed. Dit is het ogenblik, waarop de natuurlijke band verbroken wordt en de tweelingzielen uiteengaan. Zij worden elk naar andere graden getrokken, al naar de karmische wetten, die elk voor zich schiep. De persoonlijkheid – voor ons leven de bewustzijnsgraad – is voordierlijk, dierlijk, grofstoffelijk, stoffelijk of geestelijk afgestemd. En alleen de persoonlijkheid, die de geestelijke graad heeft bereikt en beleefd, ontmoette de eigen soort weer, al de lagere graden zijn nog bezig zich van het eigen karma los te maken en komen met andere graden in contact. Die zielen ondergaan het bewuste leed en de bewuste smart, de ellende, die zij zichzélf oplegden.


De mens gaat over de Aarde, weet niets van de wetten waarin en waardoor hij leeft, hij weet alleen dat het leven een hel is. Het ene huwelijk na het andere verloopt in ellende en onvree en al groter wordt het verlangen naar de eigen levensgraad. De vrouw zoekt naar de man, de man naar de vrouw, naar de waarachtige liefde, naar het leven dat tot haar en bij hem behoort. Maar waar leeft deze ziel? Onder welk volk leeft ze? Geen mens weet het, maar ergens op Aarde, of, wat ook mogelijk is, in de wereld van het onbewuste, wachtend op een nieuw organisme, toeft het wezen, dat tot zijn leven behoort. Niemand weet van het bestaan van een tweelingziel af, daar is alleen het onbepaalde verlangen naar een mens, die eender is, op dezelfde manier denkt en voelt, hetzelfde verlangen kent, dezelfde verwachtingen koestert. Maar waar leeft dat wezen? U kunt het aan deze zijde zien, als u de eerste sfeer hebt bereikt. In de daaronder liggende sferen moet de mens nog voor deze wijsheid ontwaken. Daar bent u nog onbewust van al deze levenswetten. Zo zijn man en vrouw bezig zich vrij te maken van het eigen karma, als ze tenminste dit bewustzijn al bezitten en niet nog voortgaan nieuw karma te scheppen. Ieder wezen in de ruimte schonk God een tweelingziel. ‘Ik behoor tot u, ik ben van u, doordat God ons tezamen voegde. Wij beiden dragen de ruimte,


Wij tezamen vertegenwoordigen de Goddelijke wetten.’ Zélf echter hebben wij de waarachtige levensafstemming voor de tweelingzielen liefde verbroken en dit door eigen verlangens. Zélf stootten we ons uit het paradijs. Onze tomeloze begeerten dreven ons naar andere wezens, we leefden ons door hen uit en zagen onze hartstochten alleen nog maar verergeren. Dit rukte ons uiteen en zette ons in de ellende. Toch leeft de ziel van uw leven in de ruimte, wellicht heel dicht naast u, wanhoop dus niet als u geslagen en getrapt wordt, doordat het andere leven u niet begrijpt. Uw eigen graad en soort wacht op u en werkt aan zichzelf. Maak u gereed voor uw tweelingziel en bedenk, dat u dit wezen dient, als u uw taak ten opzichte van het andere leven geheel afmaakt!


Het is in alle graden mogelijk uw eigen soort te beleven. Indien u mij begrepen hebt, zult u voelen, dat een ieder deze graden te beleven kreeg of te beleven krijgt. In alle graden ontmoeten de tweelingzielen elkander om dan weer op gezag van de karmische wetten naar de andere soorten te worden getrokken, waaraan goed te maken is. In de voordierlijke en dierlijke levensafstemmingen kunt ge uw tweelingziel dus ontmoeten en daarin nog een zeker geluk beleven ook, omdat ook in die lagere graden het gevoel van eenheid spreekt. Maar wat heeft een dergelijke, dierlijk afgestemde liefde te betekenen? Voor dit soort liefde is Christus niet gestorven. Alléén de geestelijke tweelingliefde heeft betekenis voor ons leven. Als ziel gaan we door alle lagen van het kwaad, door alle graden van de duisternis naar het licht. We komen eerst met de hogere graad in verbinding als we in de lagere graad heb- ben goedgemaakt. In het ene leven schept u, in het andere en volgende bent u moeder en baart u. Zo goedmakend en lerend evolueert u en komt u tot geestelijke ontwaking. Eindelijk staat u open voor de geestelijke liefde en hebt u afstemming op de eerste sfeer. En nú eerst zijt ge gereed voor de geestelijke tweelingliefde!

Als ge nu aan uw laatste stoffelijke leven toe bent en ge uw aardse kringloop hebt volbracht, treedt ge ons leven binnen en gaat ge aan deze zijde verder. Het is nu mogelijk, dat de ziel die tot uw leven behoort, nog op Aarde is. Het is ook mogelijk, dat zij nog in de wereld van het onbewuste leeft en daar wacht om door Moeder Aarde te worden aangetrokken. Nu moet u dus geduld hebben, maar dit ene leven heeft geen betekenis. U beleefde als man en vrouw miljoenen levens!


Er is zoveel in onze wereld dat u te leren heeft. En u kunt, als bewuste, de ziel helpen, die nog een aards leven te beleven heeft. De hereniging verbeidend, maakt u zich gereed om uw tweelingziel in deze wereld te ontvangen. En als dit gelukzalige ogenblik komt, bent u voor eeuwig met uw tweelingziel verbonden, nimmer zult u meer uiteengaan. Er zijn zeven sferen om u gereed te maken voor de vierde kosmische levensgraad, waar u opnieuw het stoffelijke stadium wacht. Samen begint u aan het hogere geluk te bouwen, u neemt de eerste sferen in bezit en maakt een reis van enkele eeuwen. U gaat terug naar de Maan en volgt alle stadia, die u beiden doormaakten op de eerste, de tweede en de derde kosmische graad. U ziet, hoe u uiteenging en de levens die u vervolgens beleefde. Door deze reizen en ervaringen verkrijgt u het kosmische bewustzijn. En nu kunt u beiden aan een geestelijke taak beginnen. Het verlangen kan in u komen iets voor het leven op Aarde te doen, ge bidt dan tot God, want nu is het terugkeren een genade, die Hij alleen u kan schenken. Ge ontvangt van de meesters uw taak en ge lost beiden op in de wereld van het onbewuste, waar u in meditatie wacht tot u door Moeder Aarde zult worden aangetrokken.


De afstemming, die op de Maan ontvangen werd, is in de sferen weer hersteld, dat wil zeggen we bezitten hier de organische graad die God ons toen schonk. Wie op de Maan het scheppende vermogen ontving, treedt ook in die toestand aan deze zijde binnen en blijft in deze afstemming. Overigens heeft het lichaam geen betekenis meer, in de vele levens van onze kringloop waren we man en vrouw, beide afstemmingen liggen dus bewust in onze ziel. We zijn man én vrouw, vader én moeder, gelijk ook God Vader én Moeder is! Nimmer immers zullen we kunnen zeggen dat we ons bewust zijn van Gods schepping in haar totaal, als we slechts het mannelijke organisme kennen en niets weten van het moederschap of omgekeerd. Als bewuste Goden moeten Vader én Moeder zijn, zoals God Zélf het is.


Ergens in de ruimte leeft uw tweelingziel. Schaaf aan uzelf, werk voor een beter-ik en maak u zo gereed voor de tweelingliefde. God zal u daarbij zegenen!

Schilderij Jozef Rulof

'De tweelingbloemen'


De twee zich tegen elkaar vlijende bloemen vertegenwoordigen de tweelingzielen.

De beiden aangezichten:

het mannelijke en het vrouwelijke van het Goddelijk

beginsel in de kosmos,

de schepende en stuwende kracht, die het heelal draagt,

de oer- en de eindafstemming van de Goddelijke vonk.

Mijnheer de Wit vraagt: „Ieder mens heeft zijn tweelingziel! Nu dacht ik: als mijn tweelingziel slecht doet en heel erge fouten begaat, zoals bijvoorbeeld Adolf Hitler, wat dan, indien ik, haar tweelingziel, niet aan dat kwaad heb deelgenomen?”


Jozef zegt: „Een mooie vraag, mijnheer de Wit. U moet dan, als u in de sferen van licht bent aangekomen, wachten op uw ziel. Maar er zijn mogelijkheden en wel deze: u kunt uw ziel, die nog op aarde is, helpen dragen en helpen goedmaken. Dit gebeurt meestal zo. Ook daarover zou ik een boek kunnen schrijven. Natuurlijk en eenvoudig is het, omdat gij nu niet alléén verder kúnt. Dus het ene leven houdt het andere vast, doch vernietigt het andere niet. Maar één van beiden kan dan niet verder, er is nu een disharmonische toestand. Eerst dán, wanneer het leven, waarmede wij hebben te maken, heeft goedgemaakt, gaan wij tezamen verder.


Jozef Rulof : Vraag en antwoord Deel 1 (pag 346)

Je weet dat wij allen, als wij eenmaal zover zijn, onze tweelingziel ontvangen. Er zijn reeds mensen op aarde die dáár al hun eeuwige tweelingziel bezitten, doch de meesten die op aarde leven (...)

ontvangen aan deze zijde hun tweelingziel, en die band is eeuwig. Maar dat is eerst mogelijk wanneer zij zichzelf en het leven van hun eigen ziel en al het andere leven liefhebben en begrijpen.

Dan ontvangen zielen, dus mensen, het hoogste geluk dat ooit een mens kan ontvangen en dit is de tweelingliefde. Het geluk dat dan in je komt en je als bezit draagt, is onbeschrijfelijk. Dan denk je dat het universum in je ligt (...)


In je diepe innerlijk ligt een heilige brand, het Goddelijke vuur waarvan en waardoor hemel en aarde werd geboren. Al dat machtige leven krijgt een plaats in je eigen hart, en zij of hij die bij je hoort, voelt zoals je zelf voelt, heeft lief zoals je zelf liefhebt, draagt zoals je dragen zult, buigen dus hun hoofd voor al die reine gaven. Geen zucht, geen onbegrijpen, geen hard woord, geen disharmonische klank zal die rust verstoren. Het is niet mogelijk, want beide wezens zijn één, één in hun beider leven.

Het Ontstaan van het Heelal p. 504-505

Samenvatting

TWEELINGZIELEN

Als tweelingzielen zijt één in alles, in gevoel, in begrijpen en in liefde.

Ieder mens heeft een tweelingziel, omdat de 'Albron' vader en moederschap vertegenwoordigt. Man en vrouw vormen dus één geheel. Onze tweelingziel is de cel waarmee we op de maan onze eerste splitsing hebben beleefd, op de maan zijn twee menselijke cellen samengekomen die iets hebben afgescheiden. Die afscheiding heeft zich gesplitst en er zijn opnieuw twee menselijke cellen ontstaan, die kinderen zijn. De kans dat we op Aarde huwen met onze tweelingziel is klein. Door karma, oorzaak en gevolg zijn we al veel te lang op Aarde. Door het huwelijk zullen we moeten goedmaken.

Toch hebben we in verschillende levens onze tweelingziel al meermalen ontmoet en kan het zijn dat ze, zonder dat we het misschien zelf beseffen, in onze nabijheid vertoeft. Het zou kunnen zijn dat onze tweelingziel in een leven onze zoon of dochter is, of een vriend of vriendin, of dat ze wacht, in het 'Land van het Onbewuste' op een nieuwe geboorte.

Ik kan op aarde een vrouw liefhebben, onze karakters kunnen bijeenkomen, ons leven kan daar een hemel gelijk zijn – en toch hoeft dat niet te zeggen, dat deze vrouw mijn tweelingziel is. Want de tweelingliefde gaat er ver boven uit, zij heeft kosmische betekenis, al kan zij ook op aarde reeds worden gevoeld. Met véle zielen kunnen we begenadigde banden hebben - toch hoort slechts één wezen in het heelal waarachtig bij ons. En God zèlf was het, Die ons die ziel toewees.’

Hieronder een artikel (uit Paravisie) over ontmoeting met een tweelingziel....