Het ontstaan van ziekten

ziektES =

ontstaan in de oertijd Door het in disharmonie gaan van de mens zelf met de natuur

Als mens hadden we in het begin op aarde 7 lichamelijke soorten levensgraden te beleven die elke een eigen specifieke kracht en bepaalde werking hadden, die ook invloed hadden voor de stuwing van ons bewustzijn-gevoelsleven. Die kracht en ‘afstemming’ van dat lichaam was terug te vinden in de sterkte van het beenderstelsel, de samenstelling van het bloed, de werking van spier- en zenuwstelsel, kortom de graad van ontwikkeling van alle stoffelijke stelsels en organen.

Alle zeven stoffelijke graden als stammen verwijderden zich van elkaar, om een eigen levenswijze te kunnen opbouwen. Op dat moment, miljoenen jaren geleden, leefden de zeven stoffelijke graden gescheiden, maar tezamen bevolkten ze de aarde.

Wanneer twee mensen uit dezelfde stoffelijke graad zich voortplantten, erfde het lichaam van hun kind de oerkracht en afstemming van die graad. Als de zevende stoffelijke graad het eind- punt is van de lichamelijke evolutie op aarde, waarom zijn deze lichamen dan zo onderhevig aan de vreselijkste ziekten? Het lijkt wel of het lichaam in de hogere stoffelijke graden gedegradeerd is in plaats van geëvolueerd? Waar en wanneer zijn de ziekten ontstaan, of heeft het lichaam ze altijd met zich meegedragen? Was de oermens ziek?

Echter nu komt het doordat we als mens vrij snel in disharmonie komen en met mensen van een andere stoffelijke graad kinderen voortbrachten, we verlieten daar toen ook allen onze tweelingziel. Deze mix bracht dus het organische in disharmonie, wat steeds erger en erger werd en de lichamelijk organen en weerstand erg deed verzwakken. Doordat die mixen zorgde voor een inwendige spanning in alle weefsels van het lichaam.

Voor de natuurlijke evolutie van de ene stoffelijke graad naar de volgende graad had de ziel duizenden jaren gewerkt om alle stelsels van dat lichaam tezamen op een verhoogde kracht van een volgende stoffelijke graad te krijgen.

Maar wanneer twee mensen uit een verschillende stoffelijke graad een kind kregen, kon de natuur dit evolutionair verschil niet in één klap opvangen. Hierdoor ontving het kind een lichaam waarvan de stelsels niet meer op eenzelfde kracht functioneerden Het ene deel van het lichaam functioneerde op de ene stoffelijke graad, terwijl het andere deel de stelsels naar een andere graad van werking stuwde. Dit verschil trok het lichaam als het ware uit elkaar en zorgde voor een inwendige spanning in alle weefsels.

Bij de eerste vermengingen had deze inwendige spanningen nog geen verzwakking van het lichaam tot gevolg. De oerkracht van de stoffelijke weefsels overheerste nog de eerste verschillen in evolutionaire graad. Maar het aantal vermengingen vermeerderde zich zeer explosief. Na duizenden vermengingen was de spanning zo erg zeer toegenomen, dat geen enkel weefsel hier nog tegen bestand was. Hierdoor nam de stoffelijke weerstand van de weefsels tegen externe omstandigheden zeer drastisch af, wat de deur opende voor de eerste ‘ziekten’. Die eerste ziekten waren heel miniem, omdat de weerstand in vergelijking met ons huidige lichaam nog steeds heel groot was. Maar na miljoenen jaren waren alle lichamen dusdanig veel verzwakt, alsook dat de ziekten en bacteriën konden ‘evolueren’ (= sterker en krachtiger worden en met meer toenamen en gevarieerder soorten kwamen) tot de huidige ellende. Want ondanks al de medische inspanningen blijven hierdoor de ziekten voortwoekeren. Door deze vermenging van stoffelijke graden behoort geen enkel menselijk lichaam dat nu op aarde is nog tot één graad en zo aan de afbraak van het organisme ons lichaam dat we nu ontvangen. Dat gebeuren ligt miljoenen jaren in de tijd terug. In onze huidige tijd leven we dus pas goed in de gevolgen hiervan, want ons huidige lichaam is duizendvoudig verzwakt, alsook de veel soorten ziekten en bacteriën.

zou zijn oorsprong hebben in oertijd door de mix van verschillende lichamelijk graden

Zo is dus ook kanker een van de oudste voorkomende en ergste ingewikkelde dodelijke ziekte op aarde, want deze is van oorsprong juist gekomen door deze onnatuurlijke mix van lichamelijke graden waarvan men nu nog helemaal niets van weet en kan weten. Want er is ook geen onderscheid van die 7 stoffelijke gradenverschil meer te zien in de cellen, bloed en lichamen !

Hoewel we al zeer veel weten van bv bloed, maar we kunnen het niet meer zien doordat de stoffelijke graden een grote mix geworden is van duizenden en duizenden graden, is het dus onmogelijk geworden om daar als aardse mens (onderzoeker) achter te komen of te ontdekken.

Alsook omdat het zijn oorsprong al is van in het begin bij de eerste mensen (oertijd). Blank of donkerhuid maakt echt niets uit, trouwens ook door ons vele karma's en oorzaak en gevolg is het allemaal zo'n mix grote mix van soorten niveau's van zielen geworden.

Nota: Hiervan kwamen de sommige beschuldigen op de boeken van Jozef Rulof dit tot rassenhaat zou aan zetten ? Wat dus zeker niet zo is ! Trouwens dan weet je niet wat liefde is of ons doel naar universele liefde is als je dit zegt.

Enkel gene zijde en hoge meesters weten het antwoord hoe de ziektes zoals kanker juist is gekomen en ook hoe dit later te genezen moet zijn dat ze ons zullen vertellen via het communicatie apparaat met hen. (zie directe stemapparaat op deze website) En dan nog staat in de boeken van Jozef Rulof dit nog zeer lang zal duren eer men dat allemaal zal kunnen herstellen. En het zal nog een heel tijdje duren voordat de meesters deze ellende uit de wereld hebben geholpen. Wij zelf op aarde zullen dit nooit zonder hulp van de meesters van het licht kunnen oplossen, want wij kunnen dat op aarde niet onderzoeken omdat die oorsprong van oa kanker zijn oorsprong kent in de "oertijd" door die mix van stoffelijke graden.

Zoals ook in de boeken van Jozef Rulof wordt verteld dat er dan later ook toestellen komen voor het genezen van zeer veel ziekten die vanuit deze basis van het directe stemapparaat (kennis ervan over werking cellen) uit voort komen. (Zo veronderstel ik dus ook kanker omdat dit een ziekte is van cellen.) zie meer uitleg op geestelijke wetenschap

Het boek ‘Maskers en Mensen’ lost dit raadsel op en onthult het begin van alle ellende:

‘En nu moeten wij aanvaarden dat wij mensen niets dan ellende bezitten. (...) Maar wist u dat gij niet nodig waart geweest, doktoren, indien gij uw eigen levensafstemming niet had bezoedeld? Ik voer u thans miljoenen jaren terug! Toen er nog geen steden waren, de mensen van uw Universiteitswetten niets wisten, maar de wateren reeds hadden verla- ten – of gelooft u dit ook niet? – de stam- men zich hadden gevormd, de bossen werden beleefd, zijn de ziekten ontstaan, geboren. Maar waardoor, vraag ik mijn geleerde vader en de heren medici? Gij moet mij uw antwoord schuldig blijven. U ziet thans nog die rassoorten op Aarde. Dit zijn verschillende volken. Elk volk was voor miljoenen jaren terug een stam. Die stam was een levensgraad, een graad van bewustzijn voor het menselijke organisme. Gij ziet, zei ik u al, rassoorten. Ik en wij, de miljoenen zielen van God die de Hemelen vertegenwoordigen, zien alléén stammen, soorten van organismen voor de ziel. De ziel beleeft de eerste en volgt hierdoor de ontwikkeling op Aarde. De Aarde schiep zeven stoffelijke levensgraden voor de ziel. Elke levensgraad bezit miljoenen mensen. Miljoenen mensen als mannen en vrouwen, vertegenwoordigen één levensgraad voor het menselijke organisme. De ziel bezit dus volgens haar eigen bewustzijn een lichaam en dat is de afstemming van een levensgraad waartoe haar organisme behoort. (...)


Wij vertegenwoordigen de hoogste afstemming voor het menselijke organisme. Maar in onze omgeving leeft ook de vijfde en zesde, ver en over de Aarde verspreid, de vier andere levenswetten als mensen voort, die zich evolueren. Ik ben vader, en mijn vrouw, als dierlijke wezens zijn wij, leeft hier ook. Wij zijn in staat om kinderen te scheppen. En die kinderen worden, als gij dat nu nog beleeft, op dezelfde wijze geboren. Waar vandaan de ziel in dat leven komt, hebben wij het nu niet over. Het gaat ons erom dat die mensen, wij, kinderen baren en kinderen scheppen. Vanuit ónze eigen verkregen levensgraad. Wij vertegenwoordigen als man en vrouw de hoogste bewustwording, omdat ons organisme die hoogte heeft bereikt. Ons innerlijk leven past zich aan die bewustwording aan en heeft te luisteren. (...)


Maar nu komt het! Die mannen zochten naar ander leven. Daar in dat oerwoud trok- ken zij verder en ontmoetten vele levens. De gevoelswijsheid, om uw eigen leven te ver- zorgen, die bewustwording droegen zij niet onder hun harten, zij leefden zich volkomen uit. De hoogste graad splitste zich met een lagere. Waar wij kwamen verwekten wij kin- deren. Toen begon de mens aan zijn eigenlijke inteelt! Hij scheurde zijn oerkrachten vaneen en deelde die levenswet met ’n ander. De zevende en hoogste graad deelde zich met de vierde en derde graad. Uit die derde en vierde levensgraad werden er kin- deren geboren. En die kinderen zetten dit proces voort. Wat zien wij, na miljoenen jaren is dit Universele lichaam verzwakt. De eigenlijke oerbron is gesplitst. De Goddelijke Universele zelfstandigheid, die tegen weer en warmte, koude en natuurwet- ten is berekend, verloor door de eigenlijke splitsing de natuurlijke kern, de Universele afstemming die God aan deze levens voor de eigen soort en levensgraad heeft vastgelegd. De mensen verloren hun weerstand! De mannen en vrouwen kunnen niet meer tegen die enorme wetten op en bezwijken. Er komen verzwakkingen tot stand, die oersterke lichamen kunnen niet meer tegen de natuurlijke wetten op en zoeken naar kleding. Voordat deze afbraak begon, weerstond dit natuurlijke organisme elke natuurlijke verandering. Want het menselijke lichaam is als de wateren, is als de verdichte stof, in landelijk bestaan opgegroeid, maar heeft door de splitsing met de lagere levensgraden de eigen oerbron verloren en daardoor zien wij de eerste ziekten ontstaan.

Maskers en Mensen p. 847-849

In het boek Ontstaan van het heelal legt Alcar uit dat de vermenging zich generatie na generatie meer uitbreidde, zodat in de huidige tijd geen enkel lichaam op aarde nog gerekend kan worden tot één stoffelijke graad. Er zijn in fei- te duizenden graden ontstaan, waardoor de weerstand van alle menselijke lichamen drastisch gedaald is:

‘Het menselijke ras, al die zeven graden, zijn in duizenden graden overgegaan. Daarover wilde ik je vertellen wanneer wij de hoogste graad hebben bereikt. Er is geen zuivere ras- soort meer op aarde. (...) in die hoogste gra- den stroomt het bloed van de derde, tweede, vierde en vijfde en zelfs eerste graad. (...) Daardoor, André, is dat prachtige stoffelijke kleed in alle graden verzwakt, zijn er die innerlijke stoornissen, dus ziekten en vele andere kwellingen, die men op aarde kent. Geloof mij wanneer ik zeg, dat de mens schuld is aan zijn eigen leed en smart, maar tevens aan al zijn ziekten. De mens heeft zijn eigen afstemming bezoedeld. In het dieren- rijk is dit niet mogelijk, want een dier zou dat niet kunnen, dat leven handelt, ik heb je dat duidelijk gemaakt, naar zijn natuurlijke afstemming en kan niet anders handelen. Doch de mens bezit hartstocht en door die hartstocht heeft hij zijn eigen afstemming vernietigd, ging dus die afstemming in een andere graad over. Daardoor verzwakte de natuurlijke afstemming en trad er een onnatuurlijke toestand in. Dit ligt echter miljoenen jaren terug (...).’


‘Er leven dus geen mensen meer op aarde die de zuivere natuurlijke stoffelijke toestand bezitten?’

Neen, als natuurafstemming niet één.’ ‘Komen daardoor al die ziekten?’ ‘Daardoor komt de verzwakking en achter- uitgang van dit natuurlijke stoffelijke gewaad. Al die organen zijn er, zijn steeds zo geweest, doch de weefsels, dat miljoenen- proces is verzwakt. Het stofkleed dat de hoogste graad als afstemming bezit, is een prachtig kleed en wanneer deze afstemming zuiver was gebleven, dan waren er al die ziekten niet die men thans kent, dan bezat datzelfde lichaam meer kracht, was beter tegen alles bestand, kon tegen zomer en winter, omdat dat kleed, als de natuur waar in het leeft, waardoor het tot stand is gekomen, een en dezelfde kracht en werking heeft. In die tijd was het volmaakt natuur- lijk, doch ook het blanke ras heeft dit proces verduizendvoudigd, is in die lagere graden teruggekeerd en bezoedelde zijn eigen stoffelijke afstemming. De kinderen die werden geboren, deden op volwassen leeftijd niet anders en daarom is het verduizendvoudigd en is de natuurafstemming zoek.

Nu is dit organisme zwak, zoeken de geleerden naar al deze ziekten, gaan tot in het derde en vierde geslacht terug om te trachten vast te stellen hoe dit komt. Dit is voor verschillende ziekten mogelijk, doch de eigenlijke kern ligt miljoenen jaren terug. (...)


Zullen de doktoren echter nimmer die diep- te kunnen voelen of berekenen, Alcar?’

‘Je bedoelt de verzwakking van het stoffelijke organisme?’

‘Ja Alcar, dat bedoel ik.’

‘Neen, dat is niet mogelijk, dat ligt te diep in het verleden.’

‘Maar wanneer er kinderen uit kerngezonde ouders zijn geboren, is dan nog die verzwakking aanwezig?’

‘Ook dan, ook zelfs wanneer zij nooit ziek zijn geweest en op normale wijze zijn gestorven, dan nog is die verzwakking aanwezig.’ ‘Dan zou men toch niet zeggen dat die er is.’ ‘En toch is die verzwakking aanwezig, want de natuurlijke kern is reeds miljoenen jaren zoek.’

Het Ontstaan van het Heelal p. 298-302

Oprichting tempel der medici

Ook de eerste zielen hebben hun ‘schuld’ van die vermenging niet vergeten. Toen zij inzagen dat zijzelf aan de basis lagen van het begin van deze ellende, togen zij aan het werk om deze ellende op te lossen. Zij vormden een orde in het leven na de dood, die zich tot doel heeft gesteld de mens op aarde te dienen door het menselijk lijden te verzachten en een geestelijk weten te brengen.

Om de mens op aarde te kunnen helpen, bestuderen zij het leven op aarde. Zij vergaren hun kennis door ervaring, door geestelijk-wetenschappelijk onderzoek.

Doordat zij met duizenden zijn, en niet meer beperkt worden door aardse belemmeringen of aardse tijd, hebben zij in de loop der eeuwen een machtige geestelijke universiteit opgebouwd, die de ‘Universiteit van Christus’ wordt genoemd, omdat Christus de ‘mentor’ is van deze universiteit.

Toen de allereerste mensen de sferen van licht hadden opgebouwd, begrepen zij dat er voor de mensheid op Aarde gewerkt moest worden. Zij hadden het leven op Aarde en aan deze zijde leren kennen en door zichzelf in het stoffelijk organisme op te sluiten, beleefden zij ook de ziekten van de Aarde (...)

‘Wat moeten wij voor al die mensen doen?’ vroegen zij zich af, in het weten dat het leven op Aarde een lijdensgeschiedenis was. Zij zagen van deze wereld uit in al hun duizenden levens en begrepen nu eerst goed de ellende ervan. Spoedig kwamen zij tot een besluit en gingen aan het werk. Duizenden van hen keerden naar de Aarde terug om er te helpen. Anderen werden er opnieuw geboren en werden van deze Zijde uit geïnspireerd en zo ontstonden de eerste vin- dingen. Van deze zijde uit zag men steeds scherper hoe de mensheid geholpen kon worden. Uit hen kwamen de eerste doktoren-medicijnmannen voort, want zij kenden de ziekten van de Aarde, ook al wisten zij toen nog niet hoe die eigenlijk waren ontstaan. Maar alras leerden zij ook het ontstaan van de ziekten kennen en toen ontstond de Tempel der Medici aan deze zijde!

Zij bleven de zieken van de Aarde volgen en maakten er een grondige studie van. (...) Onder hun werk en dienen zagen zij de goddelijke kracht van het zielenleven en hoe de stoffelijke organen door het innerlijk leven werden gevoed. (...)


Zij besloten toen om het allereerste ver- schijnsel ervan te onderzoeken. (...)


In het embryonale leven waren er geen ziek- ten. (...) De meesters gingen naar de bijpla- neten. Maar op de tweede kosmische levensgraad (...) konden zij al evenmin ziek- ten vaststellen.

Ook hier was het stoffelijk en innerlijk leven in niets besmet, want het bewustzijn ervoor moest daar nog ontwaken. (...) Zij zweefden naar de Aarde terug en volgden ook op deze planeet al de levensgraden voor het stoffelijk lichaam. Toen zagen zij het ont- staan van de ziekten! (...)


De meesters zagen een geweldige studie voor zich. Alles gingen ze nu na en kwamen zo tot ontleding. Zijzelf, leerden ze, hadden aan het ontstaan geholpen, door hun wil om te beleven, te bevruchten. Door met andere stoffelijke levensgraden het éénzijn te bele- ven, schiepen zij afbraak voor het organis- me. Hun graad splitste zich erdoor. Die bewijzen ervoor kregen ze, toen zij hun eigen levens volgden. Zij hadden zelf schuld aan al die ellende en moesten aanvaarden dat zij niet de geestelijke, maar de stoffelijke afbraak hadden gediend. Ze stonden nu voor hun eigen gedrag, voor hun levens die in onbewustzijn waren volbracht, en zij begrepen! (...)

De mensheid stond voor een ramp en in de loop der eeuwen zou de aftakeling nog ver- schrikkelijker worden! Er moest iets tegen dit onheil worden gedaan. (...) Deze mees- ters werden als gebroken door de natuurlij- ke bewijzen die ze opdeden. Een berg van ellende zagen zij voor zich. Wie zou al die verschrikkingen kunnen oplossen? (...)

In al de graden voor het organisme viel de verzwakking waar te nemen. Ook het hoog- ste ras was bezoedeld, niet één graad was eraan ontkomen. Zenuw- en spierstelsels leefden op halve krachten, want de onder- grond was volkomen vernietigd. (...)


Niet één mens in de ruimte was van schuld vrij te pleiten. Het menselijk bewustzijn, het dierlijk verlangen in de mens had deze ellen- de geschapen. De man wilde stoffelijk bezit- nemen van de vrouw, en waar hij haar ontmoette, overmeesterde hij haar en leefde zich door haar lichaam uit. In de bossen speelde zich dit drama af en reeds hier begon de stoffelijke afbraak. Door zo voort te gaan moest het leven op Aarde eens instorten. (...)


Toen kwam het ogenblik dat deze meesters berichten ontvingen uit de hogere regionen, dat er instrumenten zouden komen die de mensheid van dit lijden zouden verlossen. Er werd reeds aan gewerkt. Zij behoefden dus niet te wanhopen, de meesters. Zij had- den al ingezien dat de medicijnen maar een hulpmiddel waren. Medicijn alléén kon de ziekte niet overwinnen. Nu zouden er dus instrumenten op Aarde worden gebracht en deze zouden de ziekten geheel doen oplos- sen. De mensheid zou er evenwel eerst voor moeten ontwaken. En daarop was het wachten. De meesters kregen bericht rustig ver- der te gaan en zich door niets te laten storen. (...)

Straks krijgen deze technische wonderen geestelijke betekenis, ze dienen dan voor het machtig instrument dat alle ziekten van de Aarde zal doen oplossen.

De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien p. 315-322

Wat met dieren ziekten ?

Zoals iedereen wel weet zien we dieren zich ‘van nature’ niet vermengen met een andere stoffelijke graad of soort. Maar ook hier heeft de mens ingegrepen. De mens begon verschillende dierlijke rassoorten te kruisen om iets anders te ‘fokken’, waardoor de natuurlijke weerstand van de dieren ver zwakte. Zo zijn er zelfs rassen gefokt die niet meer levensvatbaar zijn, omdat hun lichamelijke kracht en weerstand volkomen afgebroken werd.

Wat met de voorhistorische dieren, de dinosaurussen ?

Het uitsterven van diersoorten ?

De uitgestorven dinosaurussen

De prehistorische diersoorten uitgestorven zijn, toen hun ziel in een verder geëvolueerd dierlijk lichaam overging. De zielen van de dieren deed ook dieren verder evolueren en verfijnen enz. Daarom er ook sommige diersoorten uitsterven gewoonweg omdat de dierenziel verder geëvolueerd zijn en in hun en voor hun gevoelsleven andere diersoorten lichamen willen incarneren en geen zielen meer zijn voor die bepaalde diersoort, waardoor een natuurlijk uitsterven onoverkomelijk is. Dus dat de mensen sommige diersoorten in leven willen houden is niet goed, maar wel langs de andere kant gezien alles proberen "de piramide" in evenwicht te houden vind ik persoonlijk. Wij zullen volgens mij ook meer en meer zorg moeten dragen voor de dieren en helpen. Maar inderdaad zullen we ook moeten inzien sommige diersoorten nu eenmaal moeten en zullen uitsterven ! Het probleem is wel dat alleen gene zijde het beste zicht op heeft en naar de dierenzielen kan zien, daarvoor zullen we dus ook het communicatie toestel (directe stemapparaat) voor nodig hebben.

Een voordierlijk monster heeft dus die lange stoffelijke en geestelijke weg afgelegd en ging in een hogere soort over, om zoals wij tot God terug te keren.’

‘En dit is voor mens en dier, Alcar?’

(...)

‘Zeer goed, André, ook die menselijke graden, zoals ik al zei, zullen en moeten oplossen. Het verheugt mij dat je dit alles hebt begrepen. Er zullen wel rassen aanwezig zijn, maar de eerste zes graden zullen in de zevende graad oplossen, omdat de ziel dit beleven moet.’

Het Ontstaan van het Heelal p. 187

Bij de mens is dat lichamelijk verschil in stoffelijke graden voor aardse ogen niet zo duidelijk te zien en het effect hiervan moeilijk te beredeneren. Bij het dier is het stoffelijk verschil groter. De eigenlijke werking blijft dezelfde. Want ook het dier heeft een gevoelsleven en een ziel, en ook het dier reïncarneert.

Juist, de diersoorten geven ons nu een heel duidelijk beeld te zien van één levensgraad en deze overgangsstadia. Een tijger zult gij terugzien als huisdier, doch nu is dat leven een ‘kat’. De hond voert u terug tot de wolf en voor duizenden organismen voor de dierenwereld zien wij deze overgangsstadia terug en hebben die ook te aanvaarden. (...)

De Kosmologie van Jozef Rulof deel 4 p. 233

De dierlijke ziel die als tijger rondgelopen heeft, reïncarneert later in dierlijke organismen die een hogere stoffelijke evolutie vertegenwoordigen. Uiteindelijk reïncarneert deze dierlijke ziel in het organisme van een huiskat. De kat als lichaam is een ‘verfijning’ van het stoffelijke organisme ten opzichte van het organisme van de tijger. Het organisme van een kat heeft een meer verfijnde bouw, en dat organisme stuwt het innerlijke gevoelsleven van de dierlijke ziel omhoog. Door het beleven van het organisme van een kat krijgt die dierlijke ziel andere ervaringen en kan zij innerlijk evolueren. Daarom kan een kat zich ook beter aanpassen aan het leven als huiskat, in harmonie met de mens, omdat haar gevoelsleven hoger geëvolueerd is dan dat van een tijger, waardoor ze dichter bij het menselijke gevoelsleven komt.

De dierlijke ziel van een valk en een adelaar reïncarneert na vele overgangsorganismen in het organisme van een duif. Deze duif is als organisme een verfijning van lichaamsbouw en organen ten opzichte van de valk. Deze verfijning stuwt het gevoelsleven van de dierlijke ziel omhoog, zodat zij zich bij mensen ‘thuis’ voelt.

De tijger als ziel evolueert deze zich naar een huiskat

De Duif = een hoogst geëvolueerd diersoort

De duif is één van de hoogst geëvolueerde diersoorten, en de dierlijke ziel beleeft hier haar eindfase in haar aardse ontwikkeling. Zij ontwikkelt hier, wat menselijk gesproken intuïtie genoemd wordt, het verfijnde gevoel om haar thuis terug te vinden, ongeacht waar ze ‘gelost’ wordt.

Duivenliefhebbers weten dat ook hierin nog verschillende graden zijn, de ene duif is hierin nog sterker en bewuster dan de andere. Dat wil zeggen, ook in het organisme van een duif incarneert de dierlijke ziel verschillende malen voordat zij het hoogste bewustzijn voor die soort heeft bereikt.

Hieronder artikel

van de stichting van Jozef Rulof : "De eeuw van Christus"

Ultiem-genezingsinstrument.pdf