Moeder in de hemel

Een overweging door pastoor James Joseph

pastoor James Joseph

In deze editie van de Kerkbode wilde ik alleen mijn ervaringen in mijn geboortedorp Gundri met jullie delen. Maar omdat op 15 april onze geliefde Notre Dame de Paris grotendeels verwoest is door brand wil ik hier mijn ervaringen tijdens mijn bezoek aan de Notre Dame in 2012 beschrijven.

Op 13 februari kwam ik in Parijs aan en ben meteen naar de Notre Dame gegaan. Op 19 februari had ik de zondagsmis bijgewoond. Op 22 februari Aswoensdag gevierd en ten slotte op 2 maart nog een bezoekje gebracht. Als je in de Notre Dame binnenkomt dan voelt het alsof je de hemel binnentreedt. In mijn agenda heb ik over de viering van 19 februari geschreven dat ik tijdens de viering een heel bijzonder gevoel kreeg die ik nog nooit eerder had ervaren. En juist die kerk stond ik brand. “Ik huil van buiten maar ook van binnen”, zei een Parijzenaar.

Wij zijn uiteindelijk toch opgelucht en blij dat de meeste kunstschatten gered zijn; dat de beroemde brandgeschilderde rozenramen, en het grote en beroemde orgel niet verloren zijn gegaan; dat de structuur en de façade, de twee markante torens gespaard zijn. Restauratie en renovatie zijn gelukkig mogelijk!!!

Tot zover over de Notre Dame.

Nu mijn ervaringen tijdens mijn vakantie in mijn vaderland. Het gaat uiteindelijk over mijn moeder in de hemel. Elk jaar is het weer anders, ook dit jaar.

Ik had het geluk om heel liefdevol en warm ontvangen te worden door mijn dorpsgenoten. Ik vond het ook leuk toen een paar mensen mij vroegen of ze ook een geit konden krijgen, net als de anderen. Oorspronkelijk werden er namelijk 20 geiten gegeven vanuit het advents-project. De mensen die geen geit hadden gekregen, wilden er ook een hebben. Ik was ook aangenaam verrast door de onvoorwaardelijke liefde van de kinderen van mijn dorp. Zij krijgen eigenlijk niets van mij en toch waren ze lief tegen mij. Een van de ervaringen met de kinderen herinner ik me heel bijzonder: Angel, een meisje van 12 jaar, pakte na de zondagsmis mijn hand en keek in mijn handpalm. Ze zei dat ik veel geluk heb. Ik vond het bijzonder, dat te horen van een klein meisje. Daarna dacht ik: het is inderdaad waar wat ze zei. Ik heb wel heel veel geluk. Ik heb heel veel leuke dingen meegemaakt en ik wil graag een topervaring vertellen.

Ik ging op 4 februari in de namiddag even in mijn dorp wandelen en wilde eerst naar het graf van mijn moeder. Zij is inmiddels 4 jaar geleden overleden. Mijn wandeling werd vaak onderbroken door korte gesprekjes met mensen die ik tegenkwam. Buiten de bebouwde kom liepen nog een paar kinderen een stukje met me mee en na ongeveer 2 km kwam ik bij een plaats met een kleine winkel en een paar huizen. De mensen daar kennen mij allemaal en de eigenaar van de winkel, Abdul Kadir, een moslim, bood mij een kopje thee aan. Toen ik daar zat, herkenden de mensen die voorbij liepen mij, en ze waren blij om mij te zien. Een van hen was een vrouw van ongeveer 50 jaar. Haar ouderlijke huis was dicht bij ons huis in het dorp. Zij haalde daar water in een kruik, en woonde naast de winkel. Ik had een goed gesprek met de eigenaar van de winkel, die een goede vriend was van mijn grootvader en mijn vader. Hij vertelde verhalen van vroeger. Na een tijdje nam ik afscheid. Ik zou nu langs het huis van de vrouw met waterkruik gaan. Aan de andere kant van de weg staat een mooie Hindoe Tempel. Op weg naar mijn huis liep ik naar die tempel. Nadat ik bij de tempel een foto had gemaakt en een praatje aanknoopte met de priester van de tempel, ging ik weer verder naar huis. Ik zag toen dat de vrouw nog voor haar huis stond, en mij aankeek. Eerst wilde ik gewoon even zwaaien en doorlopen. Toch ging ik naar haar toe om ook even een praatje te maken en toen begreep ik waarom zij op mij stond te wachten: Ze begon meteen over mijn moeder, die 4 jaar geleden overleed. De vrouw kon nog niet accepteren dat zij er niet meer is. Ze vond het heel erg verdrietig, want zij had van dichtbij gezien wat mijn moeder allemaal deed voor iedereen. Zij was ook een van degenen die vaak iets kregen van haar. “Hoe goed heeft zij toch voor ons gezorgd! Het is hartverscheurend u te zien nu zij er niet meer is”, zei zij. Zij wilde dit kwijt aan mij. Zo wilde ze haar verdriet over het overlijden van mijn moeder verwerken, en mij troosten en steunen.

Het is nu zelfs voor de meeste van mijn familieleden verleden tijd. Maar voor sommige dorpsgenoten zoals zij, is het nog altijd een actueel verhaal. Dat kleine gesprekje is heel dierbaar geworden voor mij. Het is een topervaring van deze vakantie, en zal dat ook mijn hele leven blijven. Dat zegt veel over het leven. Dat zegt dat het leven de moeite waard is om te leven. De naastenliefde en betrokkenheid die wij op het juiste moment tonen, wordt gewaardeerd. Alle liefde en respect die ik krijg, hebben mijn moeder en vader voor mij verdiend. Ik voel me gezegend. Dat is weer een reden om het leven op deze manier voort te zetten.

De boodschap van Jezus betreft mensen zoals u en ik. Mensen die iets heel indringends meemaken. God is in Jezus ook een menselijke weg gegaan. Laat het levenslicht van Christus toe in je hart en in je leven. Het gevoel van doodsheid en eindigheid verdwijnt. Dat hebben we gevierd met Pasen en laten we dat meenemen om met Pinksteren, gesterkt door de Heilige Geest, deze boodschap verder uit te dragen.

Pastoor James