Centraal staat zuster Clementine, die haar leven in het teken van kwetsbare meisjes zet. Ze werd geconfronteerd met het feit dat kinderen langs de weg stonden in de hoop ingehuurd te worden om op de farms te gaan werken. Het zijn de wezen van aidsslachtoffers. De 54-jarige zuster Clementine trekt zich het lot van deze wezen aan, vooral dat van de meisjes, die vaak in Kameroen achtergesteld worden en daardoor geen kans hebben op een toekomst. Ze vangt ze op in het opvangcentrum waar de meisjes les krijgen in vaardigheden, waarmee ze later werk kunnen vinden. Bijvoorbeeld naaiwerk, computerwerk, kappersvaardigheden. Maar ook bezoekt zuster Clementine de kansarme gezinnen in de regio. Gezien de afstand kan ze alleen met een auto deze gezinnen bereiken. Een auto is noodzakelijk voor zuster Clementine om dit werk te kunnen doen en het opvangcentrum te runnen. Met de hulp van MIVA kan er voor mensen als zuster Clementine een auto worden gekocht.