Januari 2022
Dit is een reconstructie 1 jaar na het examen dus het is een beetje vaag. Als je dus denkt dat er fouten in de vragen staan, kan dat zeker. De onderwerpen van de vragen gingen ongeveer zo:
1) Leg de geschiedenis van het Brabant Massief uit
2) Tekening met Kempisch bekken ook met een vraag over waarom sommige zanden wit zijn en anderen rood
3) Iets van verschillende fasen bespreken
4) Vraag over het plioceen
2020-2021 (ANDERE PROF)
14/01/2021
4 stenen: Grand Breche, septaria S20, Mergels van gelinden en coticula. Wat is de naam, wat is de ouderdom? Geef argumenten waarom je dit denkt.
Grote vragen:
Doorsnede gegeven en profiellijn tekenen op kaart van Belgie. Teken de profiellijn op de kaart van België. Geef minstens 4 argumenten waarom je deze profiellijn daar zou plaatsen. (Profiel ging van op het massief van Brabant tot in de RVG)
Doorsnede van het Mons-bekken gegeven. Bespreek de subsidentiegeschiedenis van het gebied tijdens het Mesozoïcum en Cenozoïcum. Was de subsidentie constant in de tijd? Welke zijn de oudste lagen? Welk mechanisme zorgt voor deze subsidentie?
Kleine vragen:
Geef 4 voorbeelden van Milankovitch cycli en bespreek.
Wat betekent L1, L2, Ya, Yb, Yc, Yd? Wat weerspiegelt het, wordt dit vandaag nog gebruikt?
De Paleozoische geschiedenis is gekenmerkt door meerdere tektonische fasen, waaronder de Ardeense, Asturische, Brabantse, Bretoense, Saalische, Sudetische fasen (alfabetische volgorde!). A) Rangschik deze fasen volgens de geologische tijdsschaal en B) geef voor iedere tektonische fase een indicatieve tijdsperiode aan. C) Vermeld duidelijk of deze fasen een reflectie zijn van compressie of extensie en tot welke periode van grootschalige gebergtevorming deze toebehoren.
Devilium, revinium en salmiaan waren termen die vroegen veel gebruikt werden, leg uit. (ook hoe ze nu heten enzo)
2018-2019 (voordien Geologie van België)
16 januari 2019, namiddag
Mondeling
1. Twee handstukken, een krijt uit het Paleoceen met planten fossielen in en een Laat-Carboon Breccie gesteente
2. Geologisch profiel: teken het profiel op een kaart van België, geef 4 argumenten.
3. Profiel gegeven met breukstructuren op van het Kempense bekken tot de Condroz. Welke tektonische fases hebben voor welke breuken gezorgd? Welke breuken kwamen tot stand door compressie en welke door rekking.
Schriftelijk
1. Leg het Eoceen uit. Lithografie en tektonische en paleogeografische events.
2. Quenast en Coticula. Hoe zijn die gevormd en hebben ze een gelijke paleomagnetische betekenis. Teken de platentecktoniek ook.
3. Old red en New red continent uitleggen
4. Conglomeraten van Burnot. Uitleggen en situeren. Wat is de link met de Varisidische megasequenties?
2017-2018
19 januari 2018, voormiddag
Mondeling
1. Twee handstukken gegeven, in welke geologische eenheid en ouderdom? Coticula en Zanden van Diest
2. Wat is de invloed van de Sudetische, Asturische en Saalische fase in de Kempen? Wanneer was dit?
3. Profiel gegeven, situeer dit in België a.d.h.v. minstens vier hoofdargumenten. Het was rond Antwerpen ergens (waar Fm. van Boom dagzoomt)
Schriftelijk
4. Was de erosiesnelheid in het Onder-Paleozoïcum (Carboon-Siluur) constant? Teken een sedimentatiegrafiek en bespreek aan de hand van de drie megasequenties.
5. Geef drie voorbeelden waar de Milankovitch cycli teruggevonden worden en hoe dit te herkennen is in de sedimenatie en de ouderdommen.
6. Wat betekent L1, L2, Ya, Yb, Yc, Yd? Wat weerspiegelt het, wordt dit vandaag nog gebruikt?
7. Geef de context van het Old Red Continent en het New Red Continent en de invloed op de regionale geologie van België en buurlanden.
17 Januari: Namiddag
Mondeling
1. Twee handstukken gegeven, welke zijn het, in welke geologische eenheden vinden we deze terug? Hoe oud zijn ze? (Rode kalksteen uit 3de riffase van het Frasniaan en Psammiet met Fameniaan ouderdom)
2. Bespreek de lithologie en de paleotektonische ontwikkelingen van het noordoosten van België tijdens het Krijt (hij had het vooral over het Mons Bekken) . Zijn er gelijkenissen met het Mons bekken? Wanneer stopten de krijt-afzettingen.
3. Gegeven is een profiel met een zekere hoogteoverdrijving. Situeer dit profiel op de kaart en geef 4 sterke argumenten die je keuze verantwoorden. Antwoord: profiel had oriëntatie N-Z (Dinant tot ergens in Nederland) met in het noorden duidelijke steenkoolbanken en Cenozoïsche lagen (kan dus enkel het noordoosten van België zijn), in het zuiden kon je de Midi-Condrozoverschuiving terugvinden, Comble Nord was herkenbaar, er waren geen breuken zichtbaar (N) dus Roer Valley Graben is niet in het profiel, ...
Schriftelijk
4. Hebben de Coticula-lagen en de intusieven van Quenast een gelijkaardige paleomagmatische betekenis? Beschrijf plaats en tijd zo gedetailleerd mogelijk. Beargumenteer ahv een schets (Oriëntatie!!)
5. Bespreek de lithostratigrafie van het Mioceen. Welke formaties vinden we terug en welke lithologieën komen daarmee overeen?
6. Benoem de regionale nomenclatuur voor het Perm in België. Wat vertelt de lithologie over het paleo-afzettingsmilieu? Waar vinden we het Perm in België? (ontsloten of begraven)
7. Bespreek de tektonische ontwikkelingen van de Roer Valley Graben. Zijn er elementen die getuigen van recente geologische activiteit? (1pt.)
2016-2017
19/01/2017
Voormiddag:
1. Twee handstukken gegeven, welke zijn het, in welke geologische eenheden vinden we deze terug? Hoe oud zijn ze? (Septaria en Coticula) (2pt.)
2. Profiel Kortrijk-Turnhout gegeven (maar dat wist je niet). Situeer dit profiel op de kaart van België, geef 3 argumenten voor je keuze. (4pt.)
3. Vergelijk het Krijt in het Monsbekken en het Kempisch Bekken. (4pt.)
4. Milankovitch cycli: in welke geologische eenheden zijn ze te herkennen: geef er 3, bespreek ook hoe we de cycli terugvinden in deze geologische eenheden en bespreek de ouderdom van deze eenheden. (4pt.)
5. Wat is het verschil tussen de Asturische en de Sudetische tektonische fase? (2pt.)
6. Figuur uit Hoofdstuk 3 gegeven over de evolutie van het Paleozoïcum (Sintubin, 2010) benoem de continentblokken, oceanen, gebergtevormingen en situeer in de tijd. (4pt.)
Namiddag:
1) 2 stenen, een schrijfkrijt en rode marmer uit frasniaan riffen (2p)
2) profiel, duid erosiebasissen aan van de 2 lagen die zijn afgezet in geulen, hoe is het georienteerd, welke ouderdom hebben deze 2 lagen? (4p)
3) wat is de invloed van de kimmerische fase in belgie? (5p)
4) één of andere conglomeraat situeren (had een naam maar weet die niet meer) (3p)
5) L1,L2, Ya,Yb,Yc,Yd uitleggen + wordt deze indeling nu nog gebruikt? (3p)
6) Boven devoon uitleggen (3p)
20/01/2017
Mondeling
1. 2 stenen benoemen: Leisteen uit de België groep, onder Devoon + glauconietzandsteen, zanden van Diest
2. Doorsnede van het Mons-bekken gegeven. Bespreek de subsidentiegeschiedenis van het gebied tijdens het Mesozoïcum en Cenozoïcum. Mondelinge bijvragen: was de subsidentie constant in de tijd? Begon ze in het zuiden of in het noorden? Welke zijn de oudste lagen?
3. Kaartje van België gegeven. Structuren aanduiden (massieven, Roerdal slenk,...). Welke technieken werden gebruikt om dit kaartje op te stellen (hij wilde reflectieseismiek en magnetische golven enzo horen)? Teken de Midi Condroz overschuiving op de kaart. Wat is de betekenis van de Faille de Bordière?
Schriftelijk
1. Wat is de Vlaamse vallei? Ontstaan en locatie situeren
2. Plioceen uitleggen
3. Perm uitleggen
EXAMENVRAGEN 2015 - 2016
Reeks 1
Swennen:
1) geologische kaart gegeven: teken profiel van Aarlen tot over Nederlandse grens. Ik boor in Aarlen, wat kom ik tegen en waar discordanties? Leg uit. Als ik diep genoeg boor kom ik dan de Midi-Eifel overschuivingsbreuk tegen?
2) Bespreek Westfaliaan.
Stassen:
1) kustprofiel gegeven: schets en bespreek de mesosoïsche evolutie aan de hand van dit profiel. Is dit toepasbaar op Mons - en Kempisch bekken?
2) Wat is L1, L2, Ya, Yb, Yc en Yd? Toepasbaar in een tijdskader? Argumenteer.
3) Wat is de Vlaamse vallei, situeer en leg evolutie uit.
4) Bespreek de gelijkenissen en verschillen tussen de Brusselzanden en de zanden van Diest. (bijvraag hoe de kustposities toen waren)
Reeks 2
Rudy:
1) 8 fases van plaattektonische fasen uitleggen, dateren, zeeën, gebergten, blokken
2) Geef alle rechtstreekse en onrechtstreekse energiebronnen uit het carboon + waar moeten we ontginnen + hoe + problemen en negatieve gevolgen
Stassen:
1) Vergelijk Mons bekken met Kempische bekken krijt, dateren
2) Leg alle kimmerische fasen uit en geologische gevolgen voor België
3) Leg uit en vergelijk uitschuringsgeulen tijdens cenozoïcum, met profiel erosiebasis en zeggen N-Z richting
4) 2 stenen gekregen -> uitleggen -> krijt met ammoniet en septaria
Reeks 3
Deel Stassen
1. Bespreek het Plioceen. Welke sedimenten werden er afgezet en waar? Mondelinge bijvraag: duid de kustlijn aan op een geologische kaart.
2. Milankovic cycliciteiten kwamen tijdens de lessen meerdere malen aan bod.
- Geef 3 formaties waarin deze cycliciteiten teruggevonden kunnen worden
- Geef aan in welk tijdsvak deze formaties vallen
- Hoe kunnen deze cycliciteiten herkennen? Hoe worden ze gevormd
3. Bespreek de belangrijke processen die speelden tijdens het Jura tijdperk en de invloed die deze gehad hebben voor België.
4. Doorsnede van het Mons-bekken gegeven. Bespreek de subsidentiegeschiedenis van het gebied tijdens het Mesozoïcum en Cenozoïcum. Mondelinge bijvragen: was de subsidentie constant in de tijd? Begon ze in het zuiden of in het noorden? Welke zijn de oudste lagen?
Deel Swennen
1. Doorsnede van een pakket gesteentelagen uit het Onder-Devoon gegeven met lithologie, regressie en tijdslijnen gegeven:
- Bespreek de figuur
- Is er een evolutie te bespeuren in de lagen (of zoiets). Hoe komt het dat de lagen dunner worden naar het noorden?
- Een zeewaartse uitbreiding is aangeduid op de figuur (zeewaartse uitbreiding naar het Zuiden), hoe kan het dan dat de lagen toch naar het noorden zijn opgeschoven?
2. Waulsortian mounds:
- Waar komen deze voor
- Uit welke gesteenten zijn ze opgebouwd?
- Vertonen ze een bepaalde tendens bv. van ondiep naar diep of omgekeerd
- Kan het zijn dat sommige mounts ooit boven het zeeniveau zijn gekomen? Argumenteer
- In een breder kader, hoe plaats je de verspreiding van deze structuren in het oosten van het land (huidige vallei van de Ourthe en vallei van de Vesder) (Zoiets .. was zeer vage vraag, ik kan me de details niet herinneren)
EXAMENVRAGEN 2014 - 2015
Reeks 1
Swennen:
1) (4p) In de onderstaande kaart (Slide 11 ppt COS) worden diepe geofysische structuren getoond. A) Geef eerst toelichting bij de gebruikte geofysische technieken die je hier moet gebruiken. B) Bespreek de verschillende anomalieën of structuren (de profielen moet je niet bespreken).
2) (2p) In het zuiden van België domineren enerzijds ''biohermen'' (of rode riffen) alsook ''biostromen''. A) Leg kort uit wat hun opbouw is (uit wat bestaan ze) en waar ze zoal voorkomen. B) Verklaar de rode kleur van ''rode'' riffen en welke trend herkent men verticaal in deze riffen.
3) (4p) A) Leg kort de grote evolutie uit van lithologische wijzigingen vanaf het Cambrium tot en met het Westfaliaan (dus welke gesteentetypen vormden er, en verklaar eventuele laterale en verticale variaties. Gaat het hier om transgressies of regressies (*In Zuid-België). B) Ga in dat verband nader in op de detail evolutie van het Westfaliaan A tot D, en de evolutie van steenkoolvormen.
Stassen:
1) (4p) Twee Belgische Cenozoïsche geologische eenheden worden gekenmerkt als een typische afzetting in regionale brede uitgeschuurde geulen. A) Welke eenheden zijn dit en duidt de erosieve basis aan op het bijhorende profiel. B) Geeft de geologische ouderdom van deze eenheden (indicatieve tijdsperiode). C) Beschrijf zo gedetailleerd mogelijk de geografische spreiding van deze twee eenheden in Vlaanderen. D) Duidt op het bovenstaand profiel de oriëntatie aan (N-Z, Z-N, O-W ...) en beargumenteer.
2) (4p) Beschrijf de subsidentiegeschiedenis van het NO en O van België tijdens het Krijt , inclusief de algemene veranderingen van de lithologieën.
3) (1p) Beargumenteer (beknopte argumentatie) of de onderstaande stelling juist of fout is: 'Pliocene afzettingen van België worden gekenmerkt door de afwezigheid van tijdshiaten'.
4) (1p) Beargumenteer (beknopte argumentatie) of de onderstaande stelling juist of fout is: ' Tufkrijten van Krijt ouderdom zijn wijdverspreid in het zuiden van België.
Reeks 2
Swennen:
1) Leg aan de hand van de gegeven afbeeldingen (slide 99 van eerste ppt) de evolutie van de continenten uit in het paleozoïcum. Geef ook de namen en het jaartallen waarin dit gebeurde. Benoem ook alles.
2) Slide 47 van Devoon uitleggen (hoe kan dit, wanneer enz.)
3) A) ALLE energiebronnen van het Carboon uitleggen + waar + wanneer gevormd + toekomstplannen B) Hoe wordt dit allemaal uitgebaat + moeilijkheden en gevaren (staat niet in de cursus, dus zelf wat verzinnen)
Stassen:
1) Leg het Monsbekken uit vanaf het Mesozoïcum met lithologieën, tijdsperiodes enz. Waarom zakt Monsbekken en zijn evolutie zakkingssnelheid.
2) Radioactief afval in klei: waar, welke klei, wanneer, waarom geschikt enz.
3) Juist-fout vraagje over cuesta's + argumentatie
4) Juist-fout vraagje: De RVB zakt vanaf het Oligoceen sneller? + argumentatie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
EXAMENVRAGEN 2012-2013
1) Hebben alle Cenozoïsche lagen een subhorizontaal oppervlak aan de top en aan de basis, indien niet, leg uit!
2) Bespreek de evolutie van het Monsbekken.
3) Hoe komt het dat in het Dinantiaan van de kempen grote porositeiten worden aangetroffen?
4) Maak een kaart van Luik doorheen Vesder, Herve, Verviers, Stavelot en daarachter en teken er een profiel van met bijhorende breuken.
5) Leg uit hoe het Brabant Massief tot stand kwam adhv enkele goede schetsen die de belangrijkste hoofdzaken laten zien, zowel kaarten als profielen. Bij de schetsen van ieder tijdsinterval moeten kort en bondig de hoofdargumenten als verantwoording van de schetsen opgesomd worden.
2) Kan je de belangrijkste paleogeografische veranderingen opnoemen die zorgden voor de grote veranderingen in de geologische lagen die we observeren tussen het Onder Carboon en het Boven Carboon?
3) Schets de belangrijke geologische gebeurtenissen en evoluties in ons land tijdens de Jura in de context van de West-Europese geschiedenis van de Jura.
4) Leg uit wat de Vlaamse vallei eigenlijk is en hoe ze ontstond?
juni
1) De stop aan de CBR, met het krijt: leg uit hoe je de lagen kan dateren, wat zijn silexknollen en de steentjes bovenaan de groeve, van waar komen ze en wat zijn ze?
2) Vergelijk de conglomeraten uit het onder-devoon en het perm, Is de Malmedy graben opgevuld na of voor de afplatting van de ardennen en nog een vraag die ik vergeten ben.
EXAMENVRAGEN 2009-2010
1. Leg uit hoe de stratigrafische opdeling van het Onder-Eoceen geëvolueerd is in de loop van de ontwikkeling van de geologische kennis van ons gebied.
2. Schets en verklaar de evolutie van de rivieren die nu bij het scheldebekken horen.
3. Toon adhv enkele goed gekozen schetsen hoe de noordwest rand van het Massief van Stavelot en het synclinorium van Verviers gevormd zijn.
4. Schets adhv enkele goed gekozen figuren de evolutie van ons gebied tijdens het Siluur.
1. schets de logica in tijd en ruimte van de vele bestaande lithostratigrafische eenheden van het plioceen die in ons land aanwezig zijn
2 . welke is de invloed geweest op de geologische ontwikkeling van ons land van de tektonische activiteit in de jura
3. welke argumenten werden ontwikkeld om de ouderdom te achterhalen en de vorming van het brabant massief? en welke was die ouderdom?
4. kan je aan de hand van enkele goed gekozen schematische profielen aantonen hoe de verschillende componenten van de geologische structuur van het gebied tussen midi breuk en de zuidelijke ontsluitingsrand van het massief van brabant tot stand zijn gekomen
1. Kan je een schets maken van de paleogeografie tijdens het siluur die aantoont hoe de siluurlagen die we in ons land vinden passen in de evolutie van laurentia-baltica, avalonie terranes, brabant massief ... ?
2. wat maakt dat de ondergrond van de kempen blijkbaar geschikt is voor het aanleggen van een ondergrondse gasopslag en voor doubletgeothermische systemen? en waarom komen in de kempen geen grote gasvelden voor zoals in nederland?
3. zou je een in chronologische volgorde, puntsgewijs, voor ons land belangrijke 'geologische events, processen' tijdens de jura kunnen schrijven?
4. zou je de verschillende stappen in de ontwikkeling van het schelde riviersysteem kunnen opgeven, startend vanaf de eerste ontwikkeling van het rivierstelsel tot nu?
EXAMENVRAGEN 2007-2008
hoe verklaar je de grote porositeit in de Dinantiaan gesteenten van de kempen
Maak een eigen vereenvoudigde geologische kaart van het gebied rondom het 3de profiel en geeft dit profiel ook, waarmee je kan uitleggen wat de geologische structuur is van dat gebied.
Waar komt een codering als Ya, Yb, Yc, Yd... van vandaan? voeldoet een dergelijke codering voor de beschrijving van de lagen? hoe heeft men de kartering van deze lagen aangepakt op de nieuwe 1:50000 kaarten?
was de tektonische rol van het brabant massief beperkt tijdens het krijt? argumenteer je antwoord.
Hoe verklaar je de verschillen in a) de Dinantiaan fauna van de Kempen en de Condroz? b) de Dinantiaan en Namuriaan lithologie in Kempen en Condroz
Is er een relatie tussen beide fenomenen?
Maak een EIGEN vereenvoudigde (=enkel hoofdlijnen) geologische kaart, met de nodige schematische profielen, van het steenkoolbekken van Noord-Frankrijk, Henegouwen en Namen waarmee je kan uitleggen wat de structurele ontwikkeling is van dat gebied.
wat is het verschil tussen het maastrichtiaan en de formatie v maastricht? kan je uitleggen, en een schets maken, wat het verschil was in de paleografie van ons gebied tijdens de afzettingen van maastricht en tijdens het campaniaan?
kan je een bondig antwoord formuleren op de vraag welke de oorsprong van het BM is? gebruik enkele schetsen om je antwoord te illustreren.
vergelijk de lithologie van het Midden Devoon, ten zuiden van Namen en in de Condroz met deze ten noorden van het Brabant Massief. Werd Midden Devoon ook boven het Brabant Massief afgezet? Kan je een paleogeografische schets maken die deze verschillen/gelijkenissen verklaart?
Toon aan de hand van een drietal schetsen van geologische doorsneden hoe de relatie is tussen de geologie van de omgeving van Luik-Verviers en deze van Aachen-Venn Massif. Schrijf een duidelijke verklarende tekst bij de profielen.
Wat is het verschil tussen het Maastrichtiaan en de Formatie van Maastricht? Kan je uitleggen, en een schets maken, wat het verschil was in de paleogeografie van ons gebied tijdens de afzettingen van Maastricht en tijdens het Campaniaan?
Kan je een bondig antwoord formuleren op de vraag welke de oorsprong van het Brabant Massief is? Gebruik enkele schetsen om je antwoord te illustreren.
kan je de stratigrafische verschillen die we zagen in het Viseaan van Vise, Scalyn en Dinant uitleggen aan de hand van de stratigrafische tabel van het Dinantiaan(ge krijgt die tabel).
Juni:
kan je de stratigrafische verschillen die we zagen in het Viseaan van Vise, Scalyn en Dinant uitleggen aan de hand van de stratigrafische tabel van het Dinantiaan(ge krijgt die tabel).
kan je de geologie beschrijven van de site van de kerncentrale van Tihange bij Hoei?
Leg aan een kaartgebruiker uit waarom de Quartaire lagen traditioneel weggelaten worden van een geologische kaart in België.
Kan je uitleggen hoe de Veluwe is ontstaan?
Augustus:
Leg uit wat Avalonië is, en wat de rol van het BM hierin is. Werk met tekeningen en doorsnede en argumenteer telkens het bewijs voor een gebeurtenis.
Geef de belangrijkste dingen bij de overgang van Carboon naar Perm in ons land. Vertel er dan ook inneens bij waarom er in België geen aardgasreservoires zijn en in Nederland wel.
Maakt een eigen stratigrafische tabel(enkel etages, geen formaties) van het Krijt en Paleogeen in het N van België, en 1 voor het zuiden(dit gaat dan vooral over Mons-bekken denk ik). Schrijf er telkens ook de belangrijkste kenmerken en eigenschappen bij. Kan je aan de hand van deze tabel ook het verschil in evolutie geven tussen deze 2 landsdelen?
EXAMENVRAGEN 2006-2007
Eerste zit
1) Stel je voor dat je gevraagd wordt voor een mineralen-exploratiebedrijf om een historiek van de geologische evolutie van het Brabant Massief te stellen: beschrijf eens de belangrijke fasen in de vorming, evolutie,... ervan.
2) Hoe ver in het verleden kan je teruggaan om sporen, voorlopers, indicaties ... te vinden van de later Nederrijn slenk? Geef eens de grote evolutiestappen van deze slenk tot in het Quartair.
3) Zijn de Krijtlagen van het Mons bekken, van de kust en de Kempen met elkaar te vergelijken?
4) Zijn er in de Tertaire geschiedenis van ons land sporen van tektonische activiteit te vinden? Leg uit.
1) Kan je aantonen aan de hand van stratigrafische begrippen zoals 'Paniseliaan' en 'Yc' dat de stratigrafische methodologie verandert in de tijd, met een beter inzicht als gevolg.
2) Kan je de geologische evolutie van ons land schetsen tijdens de Jura tijd? Liefst met enkele goede kaartschetsen met paleogeografische en structurele informatie op.
3) Kan je de ontstaanswijze schetsen ( maak enkele goede figuren) van het venster van Theux, als structurele eenheid, in relatie met het Massief van Stavelot, het Massief van de Vesder, het synclinorium van Dinant en het massief van Jalhay.
4) Welke argumenten, gegevens ... uit de Caledonische geschiedenis van ons land kunnen gebruikt worden om te suggereren dat Oost-Avalonië wellicht nog uit kleinere onafhankelijke terranes bestond?
1) De zanden van Brussel hebben een beperkte geografische verspreiding. Bespreek eens hoe dat komt en zijn er dan lateraal tijdsequivalente afzettingen van deze zanden.
2) Op de citadel te Namen konden we de Boven Carboon gesteenten observeren, dicht tegen de rand van het BM. Welke elementen kunnen ons informeren over de vroegere maximale begravingsdiepte van deze gesteenten? welke was dat bedrag ongeveer? Wanneer werd het bereikt? Wanneer zijn deze gesteente terug aan de oppervlakte gekomen?
Argumenteer telkens Uw antwoorden
3) Bespreek de randvoorwaarden (de beschikbare gegevens, argumenten) om de plooiing van, en de metamorfisme in, het BM in de tijd te situeren.
4) Welke zijn de belangrijke fasen in de geschiedenis van het breuksysteem van de westrand van de Roermond slenk die het noordoosten van ons land doortrekken?
Tweede zit
1) Kan je schetsen wat het Brabant Massief is, welke stratigrafie erin gevonden wordt(synthetiseer dus de essentie!) en hoe het tot stand kwam (mechanisme, timing)?
2) Hoe kan men de invloed van de Sudetische en Saalische fasen van de Variscische orogenese vaststellen in de Kempen?
3) Wat zijn de belangrijkste geologisch fenomenen voor ons land geweest in de Jura tijd?
4) Zou je een paleografische schets van het zuidelijk Noordzeegebied kunnen geven bij de overgangstijd van het Ypresiaan naar het Lutetiaan? Uiteraard moet je alles op je schets kunnen argumenteren.
EXAMENVRAGEN 2005-2006
Eerste zit
1) Hoe vergelijk je de geologie van Nederland met deze van ons land om uit te leggen dat Nederland grote gasvelden heeft in zijn ondergrond en België niet?
2) Kan je iets gelijkaardigs doen om uit te leggen dat zowel de zuidelijke Noordzee als de meer Centrale Noordzee olievelden heeft en ons land niet?
3) Hoe verklaar je de vorming van het Brabant Massief in een plaattektonisch kader? Gebruik enkele schema's en geef er telkens de argumenten bij uit de geologie van ons eigen gebied.
4) Wat gebeurde er in de stratigrafie van het Cenozoïcum met het 'Paniseliaan', een éénheid die nu niet meer in de stratigrafische tabellen staat? Leg dat eens uit.
5) Wanneer zijn de grote lijnen van ons rivierstelsel zoals we dat nu kennen kunnen ontstaan?
1) Hebben tertiaire lagen een subhorizontaal vlak als afgrenzing bovenaan en onderaan?
2) Kan je een opeenvolgende paleogeografische evolutie schetsen die de geometrie van de mesozoische lagen verklaart in een doorsnede ongeveer parallel aan de Belgische kust? (fig 9.10+uitleg op slides en cursustekst)
3) Hoe verklaar je de grote porositeit in de dinantiaangesteenten van de Kempen?
4) Maak een vereenvoudigde (=enkel hoofdlijnen) geologische kaart van het steenkoolbekken van luik, het land van Herve, synclinorium van Verviers, het venster van Theux, en het oostelijk gelegen onder devoon van de ardennen(oa St Vith) en een eigen profiel erdoor, waarmee je kan uitleggen wat de geologische structuur is van dat gebied
1) Maak een paleogeografische schets van hoe ons land er ongeveer moet uitgezien hebben bij het begin van het Siluur. Geef voor de verschillende elementen die je op je figuur aanbrengt ook de argumentatie (algemeen + specifiek uit de geologie van ons land)
2) Kan je de historiek van het breuksysteem van de westrand van de Roermond slenk in het noordoosten van ons land eens opschrijven van zover je kan terug in de tijd tot nu? Met telkens de argumentatie zoals je die uit de geologische opbouw van ons land kunt afleiden?
3) Wanneer ontstonden de breuken in het steenkoolterrein van de Kempen? Argumenten geven.
4) Leg met enkele schematische profielen en kaarten (eigen tekeningen) uit wat het 'Venster van Theux' is.
Tweede zit
1) Kan je een paleogeografische schets maken van ons gebied bij het vroegste Onder-Devoon (net na het einde van het Siluur)? Kader het in de paleogeografie van West-Europa van die tijd.
2) Leg eens de geologische origine uit van de boormodderverliezen tijdens de boring Loenhout-Heibaart.
Is dit dezelfde verklaring als deze voor aanwezigheid van grote volumes warm water te St-Ghislain en te Douvrain?
3) Schets de historiek van de Neder-Rijnslenk sinds de eerste indicaties ervan tot nu.
4) Kan je een systeem vinden in de Pliocene afzettingen van ons land?
EXAMENVRAGEN 2004-2005
1) Hebben de Cenozoïsche Tertiair lagen altijd een vlak subhorizontaal boven en ondervlak? Leg uit.
2) Geef aan de hand enkele paleogeografische schetsen weer hoe de mesozoïsche afzettingen aan onze kust afgezet zijn.
3) Geef de paleogeografische evolutie van het Kempens Bekken weer tijdens het paleozoïcum.
4) Welke historische elementen van het Brabant Massief vinden we ook terug in de evolutie van het Stavelot Massief?
1) Welke argumenten zijn er om de deformatie van de Ardense Caledonische massieven vroeger te situeren dan de deformatie van het Brabant Massief
2) Welke gesteentetypes domineren respectievelijk het Boven Devoon, het onder Carboon en het boven carboon is ons land. Kan je die gesteentetypes definieren 1) telkens in hun toenmalige paleografische context en 2) in de paleografische evolutie van West Europa doorheen dit tijdsinterval van Boven Devoon tot Boven Carboon.
3) Wat is DE economische idee achter de diepteboringen van Havelange en Ipinoy. Illustreer je antwoord telkens met een 1) profielschets van wat gezocht werd 2 ) een schematisch profiel van wat gevonden werd. (+relevante uitleg).
4) Welke rol speelde het Brabant massief in het paloceen- en eoceentijd? Geef telkens de argumenten voor alle elementen van je antwoord.
1) Geef de verschillende stappen die de Roerdalslenk heeft ondergaan sinds zijn ontstaan tot het heden.
2) Vergelijk de paleogeografie en faciesverspreiding van Onder- en Boven-Carboon
EXAMENVRAGEN 2003-2004
Eerste zit
1) Waar staan de afkortingen Yc en Yd voor die je op geologische kaarten en in beschrijvende teksten kunt vinden? Wat ligt aan de basis van deze codering? Zijn ze nog aangepast aan de huidige stratigrafische kennis van deze 'Y' afzettingen (--->>>nee!)? Leg uw antwoord uit.
2) Wat verklaart dat het Dinantiaan in de Kempen geëxploreerd werd door olie/gas, voor geothermische energie en voor gasopslag? Leg de geologische context uit van deze exploratiedoelen.
3) Wat is Avalonië? Leg de rol uit die het speelde in de ontwikkeling van de geologische opbouw van België.
4) Geef een conceptueel model voor de geologische structuur van Henegouwen. Illustreer uw antwoord met de nodige figuren.
Tweede zit
1) Welke is de paleogeografische betekenis van de conglomeraten van Burnot?
2) Welke argumenten zijn er om op het einde van het Ordovicium een plooiing van de Ardeense massieven te veronderstellen?
3) Met de kennis van de Perm afzettingen in ons land en deze in onze buurlanden, kan je daarmee een paleogeografische schets maken van het Perm in ons land en in de buurlanden?
4) Zijn in de geologische opbouw van ons land sporen te vinden van de Cimmerische opheffing?
5) Kan je de belangrijkste Plioceen en Pleistoceen geologische fenomenen of lagen in ons land opsommen en ze in een tijdskader en in hun paleogeografische context plaatsen?
EXAMENVRAGEN 2002-2003
Eerste zit
Maak een paleogeografische schets van hoe ons land er ongeveer moet uitgezien hebben bij het begin van het Siluur. Geef voor de verschillende elementen die je op de schets aanbrengt de argumentatie.
Hoe kadert die schets in het grotere plaattektonische beeld van die tijd?
Welke zijn de belangrijkste fasen in de geschiedenis van het breuksysteem van de westrand van de Roermond slenk die het noordoosten van ons land doortrekken?
Bespreek eens de randvoorwaarden (de beschikbare limiterende gegevens) om de plooiing van, en het metamorfisme in, het Brabant Massief in de tijd te situeren
Welke argumenten heb je om de breukwerking in het steenkoolterrein van de Kempen te dateren, m.a.w. in welke perioden waren die breuken actief?
Indien je de lagenopbouw uit het kustprofiel (Den Panne tot Knokke) bekijkt dan moet daaruit noodzakelijkerwijze tot herhaalde en differentiële verticale bewegingen besloten worden. Kan je die verticale tektonische historiek voor het Mesozoïcum en het Cenozoïcum reconstrueren.
Geef de geologische geschiedenis van de Roerdalslenk.
Geef de geologische geschiedenis van Lotharingen.
Vraag over Waulsort-rif: waarom heeft de rif zo’n zigzagstructuur.
Tweede zit
Bespreek de paleogeografie van West-Europa in het Devoon. Geef telkens enkele observaties uit het Devoon in ons land, die illustratief zijn voor het punt dat je opgeeft.
Kan je een profiel tekenen tussen Luik – Verviers – Monschau? Kan je in enkele stappen toelichten hoe dit profiel tot stand kwam?
Gebeurde er wel wat in de Jura dat voor ons land belangrijk was?
Welke relatie is er tussen het Hageland en de Vlaamse Ardennen? Kan je daar tektonische consequenties aan vastknopen?
TYPEVRAGEN
Diepteboring van Havelange: welk doel en wat is het resultaat?
Wat is het Rutotsysteem in het Cenozoïcum en pas toe op het Ypresiaan.
Geef een paleogeografische evolutie van het Onder-Carboon a.d.h.v. +/- 4 schetsen (met de overgangen)
Geef de rol van het Brabant Massief in het Krijt met de betekenis voor de verdeling van de lagen en bij vertellen hoe BM ten opzichte van de zee ligt (onder of boven…).
Geef overzicht Boven-Karboon
Geef de historiek van Oost-Avalonië.
Wanneer is rivierennetwerk België ontstaan?
Geef Trias.
Paleogeografische en paleotektonische situatie van het Cambrium (alles wat ge maar kunt verzinnen).
Paleotektonische bespreking van het Porfier van Quenast.
Bespreek Carboon (min 5/max10 N-S profielen), wederom alles wat ge maar kunt verzinnen.
Geef de elkaar in tijd opvolgende stappen (Sedimentatie/Begin Deformatie/Eind Deformatie/…) van het Stavelot Massief – Venster van Theux – Synclinorium van Verviers
Avalonië: wat, belang voor geschiedenis van West-Europa en welke elementen duiden hierop?
Rhenohercynisch bekken: wat, belang voor Paleozoïcumafzettingen in ons land en verklaar de lithologische afwisselingen van Paleozoïcum in ons land.
Jura: afzettingen in België en verklaren waarom in België geen olie te vinden is en wel in de Noordzee bijvoorbeeld.
Tertiair en Quartair: geef een schematisch overzicht hiervan met de belangrijkste trends, gebeurtenissen etc.