7 Oorlog
7.1. WO I
Joseph Benaets, onbekende, Frans Nelissen, François Biets, Frans Benaets
Frans Benaets en François Biets
Jozef en René Stas
Joseph Benaets, François Biets, Joseph Celis
Joseph Benaets, François Biets, Frans Benaets
Het Machine en 't Dikske
Sylvain Claes
Aalmoezenier Hubert Biets, pater Benignus
Joseph Celis, woonde later in Hoboken, ging op 16-jarige leeftijd als strijder/ vrijwilliger naar de oorlog.
François Biets
Frans Benaets, soldaat 2de klas bij het 16de Linieregiment / 3de Bn / 2de Cie. Hij was oorlogsvrijwilliger
voedselbedeling op school tijdens WO I
Gezin Gerard Beets - Marie-Louise Celis tijdens WO I
Joseph Celis, François Biets, Antoine Biets, Joseph Benaets, Hubert Benaets, Frans Benaets en onbekende
Lambert Gijsens
Robert Hayen
Optocht van oorlogsveteranen
De oudstrijders keren triomfantelijk terug. Ze willen de zware oorlogsjaren, die ze moesten meemaken, zo vlug mogelijk vergeten. Zo vierden ze hun vrijheid met een praalstoet, waarin de Duitse bezetter belachelijk werd gemaakt met spotprenten en uitbeeldingen.
a) Oud-strijders : Theophile en Joseph Lamens
DE SLAPER IN HET VELD
Ter ere van Théophile Lamens +14/oogst’14
Het was een echt groen gat waar de korenhalmen ruisten,
Zich vastklampend aan de frisse grassprietjes,
Wanneer de brandende zon haar stralen kaatste,
Op een glimmend gelaat met tedere lach,
Een jonge soldaat,mond open,naakt hoofd,
en zijn nek een beetje buigend in de verse waterkers,
slaapt;hij ligt uitgestrekt in het gras,
onder 3 berkenbomen,
bleek,in zijn groen bedje,waar het licht weent
Zijn voeten in lompen laarzen,hij slaapt. Glimlachend zoals
een ziek kind zou glimlachen. Hij doet een slaapje.
Natuur,wieg hem zachtjes en warmpjes: hij heeft het koud!
De geuren van de natuur overwelmen de omgeving,
Hij slaapt in de zon,zijn hand op zijn borst,
Stilletjes. Hij heeft 4 rode gaten aan zijn rechterzijde.
Arthur Rimbaud,"Le Dormeur du Val", vrij vertaald en bewerkt door J.P. BROOS
Jean-Paul Broos : "De vader van Celestin Lamens, Joseph Lamens, vertrok einde juli 1914 naar het Fort van Loncin. Celestin was toen nog geen jaar oud. Zijn vader keerde terug uit krijgsgevangenschap (Soltau,Dl.) in januari 1919. Hij zag hem met de luiers aan toen hij vertrok en zag hem terug in het eerste studiejaar ! Hoe wreed kan oorlog zijn. "
'stèle LAMENS' in Fooz,
waar Theophile door een Duitse bajonet werd neergestoken.
Foto van de familie Lamens, telkens op 11 november
Hulde aan Theophiel Lamens
Het huidige graf van Theophile (Joseph was 1ste voornaam) LAMENS op het legerkerkhof van Schurhoven
b) Oud-strijder Antoon Claes
In de inkomhal van de kerk onder de gedenkplaat aan pastoor Peeters wordt Antoon Claes ook geëerd.
Antoon-Hubert CLAES ligt nog steeds onder het puin van de ontploffing van het kruitmagazijn, na inslag van een Dikke Bertha-obus (zie bronzen plaat in het Fort, waar zijn naam staat gegraveerd).
Antoon was de neef van de bekende familie Claes (Gaston, Pierre, François, ...). Hieronder de link, fragment uit de familieverbanden.
c) Oud-strijder Maurice Sacré
d) Joseph Benaets
Joseph Benaets
e) Oud-strijder Guillaume Benaets
KRONIEK VAN BEVINGEN
Een vergeten oud-strijder
Guillaume Benaets (15 augustus 1893), zoon van Jang (1848-1932) en Philomena Vannitsen (1866-1931), werd in 1913 opgeroepen om zijn legerdienst te doen. Hij werd milicien bij de lansiers. Nog tijdens zijn diensttijd brak de Eerste Wereldoorlog uit en hij vocht in de vuurlinie tegen de Duitse aanvaller als soldaat bij het 9de artillerieregiment. Als landbouwerszoon was hij belast met het verzorgen van de paarden en het vervoer.
Toen vier jaar later, op 11 november 1918, de wapenstilstand getekend was, kwam hij in vliegende haast, zonder permissie, zijn ouders en familie opzoeken. Hij bleef maar één nacht in Bevingen. Zijn ouders waren blij hem levend terug te zien, maar ze stelden vast dat hij ziek was.
In maart 1919 vernamen ze via zijn krijgsmakker Jozef Libens (broer van Florine) dat hij in Luik zwaar ziek in het militair hospitaal St. Laurent lag. Hubert Benaets (1894- 1969), zijn neef, ging hem bezoeken. De zus van Hubert, Maria (Mevr. Basiel Bollen), toen vijftien jaar jong, herinnerde zich nog dat haar broer vertelde dat Guillaume op 8 maart 1919 stierf aan de Spaanse griep, 25 jaar oud.
De stille, vergeten oud-strijder Guillaume Benaets stond ten dienste van zijn vaderland en van zijn geliefde koning Albert I. Hij ligt begraven op het kerkhof van Bevingen
Jean-Paul Broos
Zie eerste en oudste zoon van Djang Benaets om de link met de families uit Bevingen te vinden.
f) Oud- strijder Emmanuel Peeters
Emmanuel Peeters
Nog een effect van de oorlog. Emmanuel en Flore hadden 3 kinderen van voor de oorlog en twee nakomers van na de oorlog/ Op de foto zien we grote zus Maria met kleinere Joseph en Paula.
Prentkaart van Flore Biets aan haar gevluchte man / krijgsgevangene in Nederland, Emmanuel Peeters
7.2. WO II
7.2.1 Algemeen
Rechts Jef Claes
Wereldoorlog 1940-1945. Op de kar, Gijsens Vital, vijfde van links
WO II Gijsens Vital 1ste links 2de rij
WO II Gijsens Vital 1ste rij 2de van links
Rechts François Claes
uit de fotocollectie van André Debien
met Henri Breesch, midden onderste rij
met René Lenaerts , eerste middelste rij
7.2.2 Opeising van paarden tijdens WO II en verhaal over Jef Stas
Opeising van paarden tijdens WO II en verhaal over Jef Stas
Op de foto zien we een rij paarden staan aan het vroegere station in Sint-Truiden, waarschijnlijk aangeslagen paarden door de Duitsers in WO II. Mijn vader vertelde dat in de steeg (zie foto) tussen de boerderij van Adrien Gijsens en Jef Stas de paarden van Bevingen werden verzameld om te keuren en te beslissen welke paarden aangeslagen werden voor de grote oorlog. De dorpelingen lieten hun beesten zo ongezond mogelijk overkomen, bv poten insmeren met pek enz. Soms verstopten ze ook een aantal in afgelegen holle wegen. Een verhaal dat mijn moeder geregeld vertelde had te maken met zo'n gebeuren en had bijzonder veel indruk op haar gemaakt. Al de werkpaarden van haar vader werden opgeëist. De man, het gezin zat ineens zonder werkkracht en stond eensklaps voor enorme problemen. Haar vader was er zo van aangedaan dat hij twee dagen in bed bleef liggen en niet meer wou opstaan ! En weer kon er gerekend worden op dorpsgenoten. Antoine Biets hielp Jef enigszins uit de nood en bood hem een jong paard aan. De bijhorende foto's geven een impressie van het belang van de trekpaarden in die tijd en ook een sfeerbeeld van de begin- en eindjaren van WO II in het gezin Stas.
De steeg tussen de boerderij van Adrien Gijsens en Jef Stas
Jef Stas, de man wiens paarden werden opgeëist
Antoine Biets, die een jong paard aangeboden had. Hij woonde het stamhuis van Gerard Beets, midden in het dorp.
Het harde labeur in die periode. De tijd waarin werkpaarden onmisbaar waren op de boerderij.
Rob Haijen vertelt : " jeugdvrienden Sef Haijen en Jef Decat halen een opgevorderd paard (Ma) terug naar het dorp".
7.2.3 Bombardementen
Wat de bombardementen op het vliegveld betreft er zijn er vier grote geweest , op 25 februari 1944 de Amerikanen tussen 1050 en 1053 uur.9 mei 1944 de Amerikanen , 14 juni de Amerikanen en op 15 augustus de Engelsen en de Amerikanen dus altijd overdag. De aanvallen gedurende de nachten werden steeds uitgevoerd door de Engelsen met één of twee vliegtuigen.
De nachtelijke aanvallen met één (of twee) toestel(len) zijn de basis geweest voor de vertellingen van DE SPOOKVLIEGER VAN BRUSTEM. Ik denk niet dat er tot op vandaag 100% zekerheid is welke van de vertellingen waar zou zijn. De hardnekkigste waren de zoon van Mente de Horne die in de RAF had dienst genomen. De 2de versie, maar minder heldhaftig voor de Truidenaar, was een Pool die op de basis gewerkt had als gevangene en die gevlucht was naar Engeland, daardoor wist hij waar de doelen waren. Hij vloog met een Lightning, kwam hoog aangevlogen schakelde de motoren uit en zweefde naar zijn doel. Gooide zijn bommen, startte en vloog terug weg. We zullen het waarschijnlijk nooit zeker weten.
Jef Debien, de papa van André en Hilda, raakte tijdens een bombardement gewond aan zijn hoofd. Jean Claes was in de buurt en liet Jef weten dat het groot alarm was afgegaan. Toch ging Jef verder met werken en werd hij uiteindelijk gewond aan het hoofd. De man is er niet aan gestorven maar had er de jaren nadien koppijn aan overgehouden.
Mijn moeder vertelde thuis het verhaal dat op een bepaald moment tijdens de tweede wereldoorlog het bombardement zo hevig was dat de bommenscherven op de binnenplaats van hun boerderij vielen en dat haar vader, die in één van de stallen stond op zijn dochter schreeuwde dat ze in de andere stal moest blijven wachten en niet naar hem mocht toelopen !
Waar de blauwe koker getekend staat was er vroeger een grote afvoerbuis van cement. Daar schuilde de mensen in tijdens de bombardementen. Het werd gebruikt als schuilkelder. Dit was onder de Naamsesteenweg, tussen de boerderij van Lamens en de boerderij van Jef Stas in en te betreden vanuit de lage wei.
7.2.4 Bombardement op huis Ulens
Nacht van 13 op 14 juli 1943.
Tijdens een bombardement werd de woning van Ulens-Debien in de Steegstraat (Bevingencentrum) vernield. Twee kinderen van het gezin werden onder het puin bedolven. Na meer dan een uur koortsachtig zoeken werden de beide lijkjes in broederlijke omarming van onder steen en balken opgedolven. Het waren Paul (12 jaar) en Adrien (9 jaar). Pastoor Fouwé heeft ze voorzien van de laatste troostmiddelen van de Kerk en hen enkele dagen later ten grave gedragen.
Pater Jos Vanderheyden
oorlogsslachtoffers Paul en Adrien Ulens
Bij het herdenken van die twee kinderen, oorlogsslachtoffers.
7.2.5 Beleving van WO II in Bevingen
7.2.5.1 Verhaal van Miel Vinck
In het verhaal van Emile Vinck over het stropen vonden we ook een passage over gebeurtenissen in Bevingen tijdens WO II. De tekst hebben we opnieuw slechts lichtjes aangepast aan de huidige schrijfstijl.
“ Moet ge weten dat wij maar op een vierhonderdtal meters van het vliegveld woonden. Tijdens de oorlog hebben we veel bombardementen meegemaakt van die eenzame nachtelijke vluchten van een geallieerde vliegtuig dat iedere nacht of avond het vliegveld kwam teisteren door er één of twee bommen te werpen. Dat vliegtuig had dan ook gauw de naam verworven van het Spook omdat hij ongrijpbaar was. Menige nacht hebben wij in de schuilkelder doorgebracht. Toen in 1940 de Duitsers naar onze streek afzakten waren er duizenden vluchtelingen op de wegen. Op zekere dag arriveerden mijn twee broers en mijn zuster met gans hun gezin bij ons thuis met verhalen dat de Duitsers al de mannen meenamen en in hun leger inlijfden. Ik liet mij ompraten alsook mijn vader en moeder en begin alles in te pakken. Wij zouden met de stroom vluchtelingen meegaan. Wij hadden één kind. Wij legden het in de kinderwagen, laadden die verder vol met het allernoodzakelijkste. Onze fietsen namen ook mee en wij vertrokken allen te samen. Toen wij een 500-tal meter ver waren op een plaats waar twee diepe greppels langs de steenweg waren, doken er opeens vijf Duitse jachtvliegtuigen op die het vliegveld begonnen te beschieten. Wij lagen ongeveer in hun schiet richting. Iedereen die op de weg was zocht dekking. Met velen sprongen ze de greppel in, een viertal meter diep, op de plek waar wij waren. Met die kinderwagen kon ik mij niet in veiligheid brengen en vooraleer ik ons kind er uitgehaald had met al die bagage er bovenop, was
alles reeds voorbij. Iedereen kwam terug de steenweg op en het vluchten ging verder. Maar ik had mij bedacht. Ik zeg tegen mijn vader : “ Het is onnodig dat ik nog verder meega want als er gevaar komt opdagen kunt gij u allemaal niet in veiligheid brengen. En ik moet met die kinderwagen maar blijven staan waar ik ben. Ik geloof dat ik thuis minder gevaar loop dan hier op de wegen. Ik ga terugkeren.” Na wat heen en weer gepraat, ging mijn vader en moeder ook mee terug naar huis. De de anderen trokken met de stroom vluchtelingen mee. Wij waren er nog het best vanaf gekomen. Eénmaal bezet was alles voorbij. Wij hadden er niet de minste last van de vijand gehad. Maar mijn familie, die op de vlucht was, hebben voortdurend voor de bombardementen moeten weglopen totdat ze eindelijk in Frankrijk belandden. En daar werden ze door de Duitsers ingehaald. Ze bleven dan maar waar ze waren en gingen gedurende zes maanden in de mijn werken, want ze hadden van andere vluchtelingen horen vertellen dat de stad (Sint-Truiden) en het omliggende van het vliegveld vernietigd waren. Ze dachten nooit nog iemand van ons terug te zien. Maar na zes maanden in de mijn gewerkt te hebben en veel ontberingen geleden hadden, keerden ze allemaal terug naar huis. Natuurlijk dat het een blij weerzien was, maar op dat ogenblik was het hier nog een hele ontreddering. De éne mens had werk, de andere had er nog geen en vele wachten af om te zien wat er nog ging gebeuren.”
7.2.5.2 Verhalen van Jef Stas
Jef (Stas) herinnert zich nog heel levendig en intens wat hij tijdens de oorlog (WO II) heeft meegemaakt: dat zijn ouderlijk huis in de schietlijn van de aanvallende vliegtuigen lag, dat het woonhuis daardoor heel vak beschoten werd, dat de dakwerker op eigen initiatief telkens na een bombardement het dak kwam herstellen, de parachutist die in de lucht doodgeschoten werd, het zware bombardement op de 15de augustus, de vreselijke stilte na zo'n bombardement, het veelvuldig bidden, de nachtelijke bombardementen van het spook, de beschadigde bommenwerpers op het vliegveld, de niet direct ontplofte bom,...
woonhuis beschoten, door de gracht kruipen
woonhuis werd telkens beschadigd en hersteld
doodgeschoten parachutist
zwaar bombardement op de 15de augustus
veelvuldig bidden
het spook komt 's nachts beschieten
gehavende bommenwerpers
nadien ontplofte bom
7.2.6 Gestationeerde soldaten
Engelse soldaten bij Alice en Maria Haijen
Amerikaanse soldaten bij Sylvain Claes en Sylvie Smolders, achter Maria Claes: soldaat Stephen, tussen Maria Claes en Lutgarde Sanen: soldaat Smith, rechts naast Maria Sanen: William Wells (Hij kwam later tweemaal op bezoek in Straten, jaren 1973 en 1985. In dat laatste jaar nodigde hij ons uit om naar Texas op bezoek te komen. Wij zijn twee keer daar geweest: in 1985 en 1995.
Maria Sanen met Amerikaanse militair Smith
Lutgarde Sanen met Amerikaanse militair William Wells
Hier een Amerikaanse soldaat, met oudste broer van Arlette Spiritus
Engelse soldaten bij Flore Peeters
Engelse soldaat bij Bertha Gillot
Rob Haijen vertelt een grappige verhaal : Sef en Jef spoken wat uit met een hond, waarop de gestationeerde soldaten verrast reageren.
7.2.7 Neergestorte vliegtuigen
Op de staartvleugel: Hugo en Jef Celis
Het was een crashlanding op 23 januari 1945 (op het einde van de oorlog). De juiste omstandigheden zijn niet bekend.
Waarschijnlijk een toestel dat problemen had bekomen boven Duitsland en tijdens zijn landingsprocedure op de basis Brustem de piste heeft gemist. De B-17 Flying Fortress is van de 493rd BG, 863rd Bomb Squadron.
Dany en zoon Schoebrechts
de geschiedenis van de B-17 44-8288 / Hell & Back (https://b17flyingfortress.de/en/b17/44-8288-hell-back/)
Afgeleverd Cheyenne 31/7/44; Lorenzo Wilde 6/8/44; Grenier 19/9/44; Toegewezen 863BS/493BG Debach 5/9/44; door de slag beschadigde Neuss, Ger 23/1/45 met ?; geforceerd geland continent, geborgen 28/1/45. HEL & TERUG.
Bron: Het verhaal van het B-17 Flying Fortress (Affiliate-Link/CommissionsEarned)
Foto's via Dany Schoebrechts bekomen op de tentoonstelling van WO II in Brustem nov 2024
Rob Haijen wist er nog meer over te vertellen: "Was door de omheining vliegplein, over de Heiberg door de velden tot bijna aan de beek. Tot over een paar jaren zag men in de afsluiting van de vliegplein nog altijd waar de Duitse afsluiting hersteld was. Het vliegtuig was willen opstijgen voor een testvlucht na herstelling. Gelukkig geen bommen of munitie aan boord. De Amerikanen zijn gekomen, bewapening en radio´s eruit en de rest lieten ze gewoon liggen. Mijn papa en de andere jeugd, van die tijd, hebben daar nog dingen gedaan die beetje gevaarlijk waren".
Nog te checken verhaal:
Er was op de Heibergweg, aan de 'wijngaard' ook nog een JU-87, Stuka neergestort. Wegens de aanwezigheid van de Duitsers heeft denkelijk niemand foto's durven nemen. Het wrak was op anderhalve dag opgeruimd. De piloot en mitrailleur hadden het niet overleefd, wist Jos van de smid te vertellen.
PS
Het volksverhaal dat onder de startbaan de Amerikanen enorm veel vliegtuigwrakken hebben geborgen klopt niet:
In de oorlog werd elk defect/neergestort vliegtuig recupereert voor de grondstoffen. Als het een toestel van de vijandig was, werd het gebruikt om volledig te analyseren. De aanleg van het vliegveld is door de Duitsers gebeurd. En op het einde van de tweede oorlog was het vliegveld in de handen van Amerikanen en Engelsen, die hebben aan de startbanen niets meer veranderd.
Jean-Paul Broos
Joseph Peeters vertelt in het interview van Wim Celis over een vliegtuiggevecht en de drie dagen durende doodstrijd van een Duitse piloot.
7.2.8 Teruggekeerde soldaten, opgevorderde werklieden
Uit De TRAM 06-09-1945
Bevingen
Donderdag 24 Mei keerden twee laatste weggevoerden van ons dorpje terug uit Duitschland. In een oogwenk was gansch het dorp te been. De leden van de fanfare haalden hun instumenten, die vijf jaren rust hadden gekregen, van den zolder en brachten onze weggevoerden: Breesch Fr.; Nelis M.; Knapen Th.: Istas J.; Gijsens J.; Vanzwijgenhoven H.; Istas M.; Vangrieken F, en Knapen H., een welgemeende serenade.
Donderdag 31 Mei, bij de sluiting van het triduum (driedaagse viering, avond van Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag, en Paaszondag) werd een plechtig lof opgedragen om O.-L.-Vrouw te danken voor de behouden terugkomst van al onze weggevoerden en oudstrijders van dezen oorlog.
Zondag 11., tijdens de processie toonden de weggevoerden en oud- strijders zich zeer dankbaar tegenover hunne Hemelmoeder, door in groep haar beeld te volgen.
Om de viering der blijde thuiskomst van al onze weggevoerden en oudstrijders te besluiten wordt hen door hun dorpsgenooten Zondag 10 Juni een tooneelavond aangeboden. Niemand ontbreke dan Zondag om 7 u. in de Gildezaal, om samen met hen, die zoovele maanden uit ons geliefd dorpje zijn geweest, een aangenamen en gezelligen avond door te brengen.
Albert Peeters bij terugkomst uit oorlog, tranen van opluchting en vreugde...
Marcel Breesch bij terugkomst uit oorlog
Albert Breesch bij terugkomst na WO II
Terugkeer van René Lenaerts na WO II.
Terugkeer van Marcel Lenaerts na WO II.
Johnny Nellis vertelde het treffend verhaal dat zijn vader Maurice tijdens de tweede wereldoorlog werd opgevorderd om in Duitsland te gaan werken. Bij zijn terugkeer was hij zo vermagerd dat zijn moeder
hem niet herkende en
zomaar langs hem voorbij liep !
7.2.9 Kerkklok voor Duitse wapenindustie
De toren van de parochiekerk bevat 3 klokken.
In het oorlogsjaar 1943 eisten de Duitsers de kerkklokken op. Dankzij het stoutmoedig optreden van pastoor Fouwé (hij kocht de Tongerse klokkenrovers om voor 1.500 frank) konden de grote en de kleine klok gered worden. Alleen de middelmatige Sint- Jozefsklok werd uit de toren gehesen en meegenomen om gesmolten te worden in de Duitse ovens tot wapentuig.
Pas in 1964 werd ze vervangen door een nieuwe klok. Mevrouw Bertrand, Barbara Dreezen werd de meter en Leon Boonen de peter.
pater Jos Vanderheyden
7.2.10 Verhaal van verplaatsen van rustplaats - gesneuvelde Amerikaanse militairen
Op het vliegveld ergens tussen Bevingen en Brustem lag er een begraafplaats van 500 Amerikaanse soldaten. Toen het vliegveld gesloten werd, werden er veel gebouwen afgebroken. De firma Bessemans van Bevingen had er werken uitvoeren met een bulldozer. Op een dag moesten ik en mijn collega er zijn om aan die machines iets te repareren.
Mijn collega heeft mij toen deze begraafplaats gewezen. Hij had er zijn legerdienst gedaan en zo was hij op de hoogte gekomen van die gebeurtenissen.
De Amerikanen die er begraven lagen, waren van andere plekken naar daar gebracht, o.a. van een neergestort vliegtuig in Comblain au Pont.
Toen wij op de begraafplaats kwamen viel mij direct op dat het niet meer onderhouden was. Het gras stond er een meter hoog. De dag erna ben teruggegaan met mijn fototoestel.
Die foto's heb ik nadien aan de burgemeester getoond. Die vertelde mij dat die gesneuvelde soldaten allemaal herbegraven waren op het kerkhof van Schurhoven, maar dat er een andere gedenkplaat staat. Van het oude kruis en aanplanting bestaat vandaag niets meer.
Bij verdere navraag bleek dit toch anders verlopen te zijn. De RAF-gesneuvelden, een internationaal gezelschap, werden kort na de oorlog opgegraven en terug begraven op een militaire begraafplaats in Heverlee. Op het vliegveld bleef één groot houten kruis een lange tijd als herinnering aan dit gebeuren staan.
Marcel Vinck
In het verlengde van de Kapelstraat
Bij Heemkunde Brustem lezen we:
De verongelukte Duitse piloten, die tijdens de oorlog begraven werden op een ereperk in het kasteelpark Brustem, kregen in mei 1948 hun definitieve rustplaats op het 'Deutscher Soldatenfriedhof', 16 ha groot, aan de Dodenveldstraat te Lommel, waar nu 40.000 gesneuvelde Duitsers rusten. De 500 geallieerden die tijdens de oorlog op de vliegbasis ter aarde besteld waren, werden nadien in een ereperk te Heverlee begraven. Te Brustem rustten zij bij een herdenkingskruis naast een treurwilg.
(https://heemkundebrustem.be/onewebmedia/archief/VIII.D.3.d.%20Het%20vliegveld%2016%20december%201945%20-%2018%20november%201996.pdf)
7.2.11 Fliegerhorst
WO II FLIEGERHORST ST-TROND
Straeten grenst aan het vliegveld van Brustem, dat kort voor de Tweede Wereldoorlog in gebruik werd genomen door het Belgisch Vliegwezen.
Op 10 mei 1940 werd Brustem aangevallen door de Duitse Luftwaffe. Twee dagen later was Sint-Truiden bezet. Het vliegveld, 'De Plein' in de volksmond, zou een belangrijke rol gaan spelen in de Duitse krijgsverrichtingen.
Vanaf 1941 werd de basis fors uitgebreid met de modernste infrastructuur. Er kwamen 3 startbanen, stelplaatsen, verwarmde werkhallen, munitiedepots, luchtverdedigings stellingen en woonverblijven. De officieren, piloten en andere, logeerden in luxe in de omliggende kastelen. Zo onder meer in kasteel Rochendaal in Bevingen.
Fliegerhorst 309 St-Trond, de officiële Duitse naam, lag zeer strategisch voor de luchtaanvallen op Groot-Brittannië in de jaren 1940-1941. Vanaf begin 1942 werd Fliegerhorst 309 St-Trond één van de belangrijkste nachtjacht basissen van de Luftwaffe. Ze kreeg een sleutelpositie in de Duitse luchtverdediging, de Kammhuberlinie.
Onder meer Heinz-Wolfgang Schnaufer opereerde vanuit Sint-Truiden. Hij was er vanaf maart 1944 zelfs bevelhebber. Met 121 neergehaalde toestellen gold Schnaufer als de succesvolste nachtjager piloot van de Luftwaffe.
Het vliegveld werd zeer vaak aangevallen door de geallieerden. Meestal ging het om stooraanvallen bij nacht. Deze werden uitgevoerd door één of twee jachtbommenwerpers, die vanwege hun snelheid en wendbaarheid nauwelijks te detecteren waren.
De stooraanvallen, intruder-raids in vakjargon, liggen aan de basis van een plaatselijke legende, die van de Spookvlieger van Brustem. Heel soms vielen bij die nachtelijke aanvallen burgerslachtoffers.
In juli 1943 vonden in Bevingen twee jongens de dood, toen het ouderlijk huis verwoest werd door een bom, bedoeld voor “De Plein”.
Het ergst echter waren de grootschalige bombardementen bij dag, in het jaar 1944, Bij het laatste bombardement, op 15 augustus 'Half Oogst, ging de winning Engelbos in de vlammen op, ... de herenhoeve waar bijna drie eeuwen eerder de Zonnekoning had overnacht.
Na de Bevrijding in september 1944 kwamen de Amerikanen. Met hun snelle, zwaarbewapende Thunderbolt-jagers maakten ze het de Duitsers behoorlijk lastig. De Amerikanen hadden ook een eigen muziekband, onder leiding van piloot Floyd Blair. 'Nix Compris' heette de band, een verwijzing naar het feit dat de Amerikanen niks begrepen van, het taaltje hier. Tijdens de optredens waren ook de plaatselijke jongens ... en meisjes welkom.
De Amerikanen waren graag geziene gasten in Bevingen, Brustem en elders rond 'De Plein. Hun losse omgangsvormen en kwistig strooien met dollars waren een verademing na vier jaar Duitse bezetting. In maart 2022 nog bracht een honderdjarige veteraan een emotioneel bezoek aan de plek op 'De Plein' waar in '44 en '45 zijn toestel had gestaan,... klaar voor take-off.
7.2.12 Het Vliegveld
A) Tekstfragmenten over het vliegveld waarin Bevingen aanbod komt.
drie startbanen
B) De vliegtuigshelters
Alain Rosseels: "Alle hangaars die er nu nog staan zijn Belgische, gebouwd eind jaren 40 begin 50".
C) Ontvreemden van materiaal dat op het vliegveld gebruikt werd.
Eugène Vanden Eeden vertelt over het weghalen van materiaal dat op het vliegveld (voor en na de oorlog) rijkelijk aanwezig was en over de impact, reacties van de bezetter.
Na de tweede wereldoorlog waren er in het dorp allerlei materiaal te vinden van het vliegveld: jerrycans, 'Amerikaanse draad' (stevig geruit ijzerwerk), alsook smalle ijzeren platen met ronde openingen ( die dienden om de vliegtuigen op te stationeren). De materialen werden respectievelijk gebruikt om varkensweiden, tuinen af te spannen, barelen te maken en om een droog voetpad te verkrijgen. Soms werden de barakken ook als woongelegenheid gebruikt.
7.2.13 Link met vroegere en huidige mondiale context
Zoon van Russisch soldaat (1940-1945) in Bevingen
Reinhold Bogdanow en Edith Metten wonen al bijna 20 jaar op de Naamsesteenweg nr. 415 te Bevingen. Het koppel woonde tot aan het pensioen van Reinhold in Genk en trok toen voor een 10 tal jaren naar Dollenstein in Zuid-Duitsland, de streek waar zijn moeder was geboren. Doordat hun beide moeders (in het Genkse) meer zorg nodig hadden, kochten zij in 2006 de woning van Ronny en Marie-Claire Brans-Champagne. Hun dochter woonde immers ook in St-Truiden. Het groene en rustige Dollenstein verlaten om naar het drukkere Bevingen te komen was aanvankelijk niet makkelijk. Maar nu voelen zij zich hier prima thuis!
Onlangs had ik met Reinhold een gesprek over zijn Russisch klinkende familienaam. Hieronder het verhaal van zijn Russische roots.
Reinhold is de zoon van Alexander Bogdanow, geboren in Koersk 1918 en overleden in Luik 1971.
Alexander diende in het Russisch leger tijdens WOII. Zijn regiment vocht in Berlijn mee om Duitsland tot overgave te dwingen.
Toen de overgave van Duitsland een feit was, greep hij zijn kans om uit het Russisch leger te stappen. Omdat hij zelf het leger had verlaten, wist hij dat hij niet meer veilig zou zijn in Rusland. Toch had hij behoefte om in contact te komen met zijn familie in Koersk. Hij begon een speurtocht naar hen. Eerst gaf hij brieven mee aan mensen die naar Koersk reisden, maar niemand vond sporen van zijn familie daar. Daarop schakelde hij het Rode Kruis in om toch maar uit te zoeken waar zijn familie gebleven was. Ook dat leverde niets op. Zijn familie was compleet verdwenen. Dat op zich moet voor de jonge soldaat erg traumatisch geweest zijn.
Ondertussen leerde hij Teresia Fesel, een Duits meisje kennen.
Alexander en Teresia trouwden in 1947 en vertrokken naar België omdat ze vernomen hadden dat daar mijnwerkers gezocht werden. Alexander kreeg werk in de mijn van Zwartberg. In 1950 werd hun zoon Reinhold geboren. Helaas liep het huwelijk van Alexander en Teresia niet goed. Alexander kwam vaak niet naar huis en er waren duidelijke tekenen van alcoholmisbruik. In 1952 verdween hij uit hun leven, zonder enige uitleg. Wat de echte oorzaak van dit feit was, heeft Reinhold nooit kunnen achterhalen, hij was immers maar twee jaar toen zijn vader het gezin verliet. Ook met zijn moeder kon hij daar moeilijk over praten. Over de oorlog werd niet graag gesproken. Had Alexander oorlogstrauma’s opgelopen als Russisch soldaat? Waar was hij allemaal getuige van geweest? Wat had hij zelf moeten uitvoeren als soldaat? Lag daar een verklaring voor het moeilijk gedrag? Allemaal vragen waarop Reinhold nooit een antwoord heeft gekregen. Reinhold had gelukkig wel een heel goede vader aan de tweede echtgenoot van zijn moeder, Eduward Delekta. Toch blijft het een gemis om niet de juiste toedracht te kennen van de moeilijke periode vlak na de oorlog. Hieronder een foto van het jonge koppel Alexander Bogdanow en Teresia Fesel, vlak na WOII.
Lène Sanen