Biets Hubert, pater Benignus

Eduard Haijen, pater Thomas, pater Fulgentius, pater Benignus, pastoor Fouwé, deken Deneys

Albine, François, Flore, Antoine, Cecile, Gusta

Gerard Beets, Hubert, Marie-Gertrude Celis

Gusta, Antoine, François, Albine,

Flore, Hubert, Cecile

viering met links Maria Biets en rechts Manu Peeters en Jef Celis

tabel namen groep Benignusviering

de Sint-Augustinuskerk te Nieuw Sint-Truiden

Uit "Wie was Wie in Sint-Truiden"

Biets, Hubert Eduard Joseph, ‘pater Benignus’, pastoor ST Bevingen 30.03.1886 – ST 26.05.1959 Zoon van dagloner Gerard en Marie Gertrude Celis. Neef van pastoor Eduard Hayen. Broeders ST. Via paters Fulgence en Thomas Renson intrede augustijnen Gent 1903. Priester 1908.

Legeraalmoezenier WO I, bij Belgische vluchtelingen in Amersfoort, en in Saffraanberg. Prior De Haan-aan-Zee 1919. Onderpastoor Sint-Stefanus Gent 1921. Definitor /overste Augustijnenprovincie.

Bevriend met pastoor Peeters en burgemeester Paul Cartuyvels in Bevingen. Huishoofd in enkele gehuurde sociale woningen.

Oprichter SintAugustinusparochie in de tuinwijk Nieuw Sint-Truiden 1928, bouwer noodkerk en kapelaan OLV-kerk. Bouwer lagere jongensschool en kleuterschool 1930 en lagere meisjessschool 1932. Provinciaal 1932-1946 met stichtingen in Bouge, Marchienne-au-Pont en Kontich. Prior en pastoor parochie Nieuw Sint-Truiden 1947 en kerkbouwer 1952-1955.

Gouden priesterjubileum 1958. Begraven in Bevingen.

Lit.: PARTIJPOLITIEK, p. 55 met portret; BEVING, p. 26-27; Jozef SMEESTERS, Nieuw Sint-Truiden en de tuinwijk, in Monumenten van de toekomst? Modern bouwen in SintTruiden 1900-1975, ST: stadsbestuur, 2008, p. 77-79.


Informatie van Fernand Massa over pater Benignus (Hubert) Biets


De parochie van Nieuw Sint-Truiden, met opstart en inbreng van pastoor Beets

Voor de eerste bewoners van Nieuw Sint-Truiden was Sint-Gangulfus de meest nabije kerk en gezien deze een hulpparochie van de O.L.Vrouw parochie was, viel Nieuw Sint-Truiden parochiaal onder de hoofdkerk. 

De Paters Augustijnen, die op zoek waren naar nieuwe kloosters, kregen van Mgr. Kerkhofs, Bisschop van Luik (en Limburg), de toelating een parochie te stichten op Nieuw Sint-Truiden. 

Pater Benignus Beets, een Augustijn afkomstig van Sint-Truiden (Bevingen) die in het Augustijnenklooster te Gent verbleef en er kapelaan was van de Sint-Stefanusparochie, werd op 4 november 1928 de eerste pastoor, vooralsnog met de titel van kapelaan van de O.L.V.-kerk. Hij nam zijn intrek in een voorlopige pastorij, die uit twee wijkhuizen bestond, op de hoek van de Gorsemweg en de Houtstraat (nu René Lambrechtsstraat).

Pastoor Biets, pastoor zonder kerk, ging meteen aan het werk en bij iedere inwoner van de wijk viel volgend briefje in de bus :

Aan de inwoners van Nieuw Sint-Truiden :

"Binnen eenige dagen zal de pastorij in de Tuinwijk gereed zijn en zal ik temidden van u allen koomen woonen om er te arbeiden aan uwe geestelijke en stoffelijke belangen.

Zoo spoedig moogelijk zal ik bij u aan huis nader kennis koomen maken doch van nu af zeg ik reeds aan u allen : altoos zult ge welkom zijn in de pastorij en geen moeite of opoffering zal ik sparen om allen moogelijken dienst te bewijzen.

Voor 't oogenblik bezitten wij niets van al wat in een dichtbevolkt midden als de Tuinwijk van eerste noodzakelijkheid is : geen kerk, geen zaal die dienen zou als patronaat voor de kinderen of als lokaal voor vergaderingen van mannen en vrouwen.

Met de hulp van Onzen Lieven Heer zal dit alles er nochtans zoo gauw moogelijk koomen. Voor het welgelukken van dit begonnen werk durf ik van u allen, vooral van de kinderkens, een vurig gebed vragen opdat de goede God ons gauw helpe stichten : "De Parochie van Nieuw Sint-Truiden".

In afwachting zullen doop, plechtige communie, huwelijk en begrafenis zooals voorheen plaats vinden in de Hoofdkerk. Uw zondagsplicht zult gij bij voorkeur volbrengen in de kerk van Sint-Gangelhoff waar iederen Zondag om acht uren door mij de H. Mis zal opgedragen worden en waar ik u allen verwacht zoodat ik voor mijn dierbaar volk van Nieuw Sint-Truiden een klein sermoentje zal kunnen houden. U daar in grooten getale aanwezig te zien zou me zeer aangenaam verrassen en mij een grooten steun zijn voor het onafzienbaar werk dat te verrichten is voor de parochie Nieuw Sint-Truiden".


Pater pastoor Benignus Biets der Augustijnen.

Een eigen kerk ...

Pastoor Biets trok meteen ten aanval en vernederde zichzelf tot de bedelstaf. Overal haalde hij geld op om zijn edel doel een heuse parochiekerk, pastorij, parochiezaal en parochieschool te realiseren. Hij kreeg hiervoor de bijna onvoorwaardelijke steun van Burgemeester Paul Cartuyvels (1927-1933) en van Deken Kannunik Kubben.

Op 11 februari 1929 nodigt Burgemeester-Notaris Paul Cartuyvels de Paters Augustijnen uit tot het ondertekenen van de akte van verkoop van een groot stuk grond gelegen op de hoek van de Grevensmolenweg en de Fabriekstraat. Het terrein werd verkocht voor 104.000 frank.

In het Sint-Truidense weekblad "Den Tram" deed men een oproep tot vrijgevigheid : ... omdat dit alles toch niet kan geschieden zonder private hulp.

De reporter besluit : ...Welaan dan, wij zijn ervan verzeekerd dat de Eerwaarde Paters Augustijnen in hunne moedige pooging insgelijks ruimschoots zullen gesteund worden door de brave mensen die zich dan ook binnenkort zullen verheugen meegewerkt te hebben om een nieuw kwartier der stad het noodige te verschaffen en woonst bezorgd te hebben, te midden dezer bevolking, aan den Oppersten Heer en Meester.

Onder toezicht van Architect Hubert Radoes werd er voor 125.000 frank een noodkerk in hout opgericht op de plaats waar de huidige kerk staat. Zij werd toegewijd aan de H. Augustinus (hoe kon het ook anders). "'t Kerkske", zoals ze door iedere Nieuw Sint-Truidenaar werd genoemd, werd op 16 juni 1929 door Deken Kanunnik Kubben ingezegend.

Op 25 augustus 1929 doopte Pastoor Biets er de eerste kinderen : Hubertine Festraets, geboren op 22 augustus 1929 en Joseph Beets, geboren op 23 augustus 1929.

De eerste plechtige communie werd gehouden in april 1930.

In 1929 schrijft een onbekende reporter het volgende artikel in "Den Tram" :

De plechtige inzeegening der noodkerk was voor de inwooners een blijgedroomde wensch, voor het bestier van de bouwmaatschappij een vollediging en een bekrooning van hun werk en voor ieder inwooner der stad een verrassing om de verbazend snelle ontwikkeling der Tuinwijk.

De Paters Augustijnen hebben aldus, op nauw enige maanden tijd, niet alleen een plan opgesteld maar ook de eerste daad gesteld voor de geestelijke stichting die zij in de volkrijke wijk voorgenoomen hebben op te richten. En ... dat de Eerwaarde Paters welkom zijn en zich verheugen moogen in een dankbaar midden, bewijzen vooral de honderd kleine feiten der laatste dagen. De voltooiingswerken, de reiniging van de toekomstige kerk, de versiering van de kerk en pastorij waren onafgebrooken uitingen van dankbaare genegenheid en zoekende offervaardigheid.

Wie was verleden Zondag immers niet verbaasd als hij langs het frissche veld 't kerkje benaderde ? Het miniatuurtoorentje, waarin reeds een klokje luidt, de feestelijke kleur van kransen en slingers, van bloemen en planten aan de ingang, brachten een eerste blijde stemming bij de veele wachtende parochianen en inwooners der Stad.

Pastoor Biets kreeg van zijn orde weldra versterking in de persoon van Augustijnenpater Michel Goris, die als kapelaan aan de O.L.V.-parochie werd benoemd en als zijn rechterarm ging fungeren. Beide priesters werden logistiek gesteund door Augustijnenbroeder Livinius Salembier.

Van weelde was er geen sprake, elke frank werd omgedraaid en de eerste financieel zware uitgave was de aankoop van een fiets.

... Pastoeër Bieëts was ginne-n akke en éé àà van nimmànt ginne schrik. Vantèèt kàm t-er zelfs tùsse in geboererùzings of as et lagèèr wàs in en aasààn. Dan kàm t-er afgerein op zènne zwàtte vuilou en dan wis dzje al op vuiràànt dat doo ieverans iet nè plùis wàs !

De devotie tot de H. Rita nam zienderogen toe. Zij werd vooral door de vrouwen van Nieuw Sint-Truiden en ook van ver daarbuiten aanroepen.

...teige d'eilige Rita kon dzje al oer meseire zeggen. Se kan enne mins èlllepe want 't was in uiren tèèt och mar èn vrou gelek wéé ... werd er tussen de vrouwen onderling gezegd. In geen enkele kerk van de stad werden er zoveel meisjes met de voornaam Rita gedoopt als in de Sint-Augustinuskerk.

In de jaren die volgden bouwden de Augustijnen een waar bastion uit : de pastorij, een klooster en een parochiezaal.

Gezien de parochie nog een tijd onthouden werd begrafenissen te houden werd de eerste begrafenis in de noodkerk pas gehouden op 24 maart 1931 voor René Vandereyt.

De laatste begrafenis werd in 't kerkske gehouden op 15 november 1951 voor Theophile Billen.

Het verenigingsleven van weleer ... enkele data ...

- In juli 1930 werd de eerste "Vlaamse Kermis" gehouden die alles samen 25.000 frank opbracht !!!

- Op 1 augustus 1930 werd het Kinderheil gesticht en de raadplegingen hadden aanvankelijk plaats in de jongensschool en later in 't Wieëzenààs.

- Op 1 november 1930 werd de Vrouwengilde gesticht.

- Op 11 april 1931 werd de eerste vergadering van de Kajotters (K.A.J.) gehouden.

- Op 10 april 1934 werd de Sint-Augustinuszaal geopend.

- In juni 1934 (eerste zondag nà 16 juni) ging voor het eerst de H. Kruisprocessie rond.

- In oktober 1939 werd de Scoutsvereniging gesticht.

De nieuwe kerk ...

En opnieuw ging Pastoor Biets op bedeltocht, nu voor de bouw van een nieuw kerk ... een stenen kerk die hemzelf en vele anderen zou overleven.

Bij alle zondagsmissen liep 't kerkske vol en wie niet op tijd was kon achteraan rechtstaan. Pastoor Biets ging dikwijls zelf rond met de schaal. Aan hem durfde men niet te weinig geven.

Echt gebuird ...

... Alfred A. àà op ene zondag e kwórtje en ene àlleve frank enkelgeld in zèn tès gestouke. Toen pastoeër Bieëts ròntkàm goeide Fred da kwórtje in de schòòl. "Ich weit nè wèè dzje nè beschomt zèèt" zei pastoeër Bieëts en Fred nam ze kwórtje trug ààt de schòòl en goeide 't àllef frengske drin. Toen knikte de pastoeër en goenk t- er wèèder ...

Na jaren van geldinzameling werd een nieuwe, moderne en sterke kerk gebouwd naar de plannen van Architect Leopold Smeesters van Nieuw Sint-Truiden en uitgevoerd door aannemer Nartus. De schitterende kerk, het levensdoel van pastoor Biets, werd realiteit en ingewijd op 28 augustus 1953.

De scholen ...

Gezien een goei kristelèkke èddukoase niet onbelangrijk was werd de Sint-Jozefschool voor jongens in 1929 en 1930 aan de Grevensmolenweg gebouwd. De eerste lessen werden er sinds 15 september 1930 gegeven weliswaar in een nog niet volledig uitgebouwde lagere school. 

Op 1 september 1932 werd van start gegaan met een volledige lagere school met als onderwijzer-directeur Meester Lambert Knapen uit Runkelen en als onderwijzers Meester Jozef Baret en Meester Paul Lavigne.

Terzelvertijd ontstond er zelfs een bescheiden bewaarschool met Juffrouw Octavie Lavigne als kleuterleidster. Zij was een wees en opgeleid in het weeshuis. Later huwde zij een rijkswachter.

De Sint-Ritaschool, de lagere school voor meisjes in het, door Augustinessen geleid weeshuis (zie andere bijdrage in dit bukske) aan de Gorsemweg ging officieel op 1 september 1932 van start en werd officieel aangenomen op 1 oktober 1934. Soeur Norberta, een kleine en dappere Augustines, werd de eerste onderwijzeres-directrice en werd bijgestaan door Soeur Valentine die haar in 1944 als directrice opvolgde.

Onderwijzeressen en kleuterleidsters van het eerste uur waren : Juffrouw Smets, Juffrouw Schervels, Soeur Christina, Soeur Tarcitia en Juffrouw Cogen.

Voilà, het Nieuw Sint-Truiden was uit de startblokken ! Het werd een wijk en parochie met weinig historie maar met veel toekomst !