Peeters Jozef                                   pastoor (1923-1939)

Wij hebben heel veel foto's van deze energieke en ondernemende man, die een grote impact op Bevingen heeft gehad.

Met zijn priester broers

Jef Peeters vertelt in het interview van Wim Celis hoe hij als kind het gezag van pastoor Peeters hardhandig onderging.

slaag-van-pastoor-Peeters.mp3

pastoor Peeters met begeleidster Pauline Jenaer

auto met zwengel, pastoor Peeters, Antoine Biets, Jenaer aan het stuur

Rondreizende huishoudschool met uitreiking van diploma's

Het pastoorschap van E.H. Jozef Peeters te Bevingen (1923-1939) moeten we plaatsen binnen het breder kader van het ontstaan en de bloeitijd van de “Katholieke Actie". waarbij de Kerk streefde naar een actieve aanwezigheid in de samenleving. Daartoe riep ze de leken op tot medewerking en tot volgzaamheid tegenover de Kerk.

Aangekomen te Bevingen begon pastoor Peeters onmiddellijk met de bouw van een parochiezaal op grond van de kerkfabriek. Een zaal was immers onmisbaar voor de verwezelijking van zijn plannen om van Bevingen een prachtparochie te maken. Omstreeks 1925 was de zaal klaar, en in overeenstemming met de geest van die tijd werd het bouwwerk toegewijd aan het H. Hart van Jezus. Deze mooie zaal met grote scène werd het centrum van het toen reeds bestaand cultureel dorpsleven - toneel, zang en voordracht, fanfare (1920) en boerengilde (1891), welke onder impuls van pastoor Peeters tot een hoger cultureel peil werden gebracht., alsook de culturele verenigingen die hij zelf stichtte: de boerinnengilde (1924). de Boerenjeugd Bevingen (B.J.B.) en een studentenbond. Het godsdienstig leven van de Bevingenaren speelde zich af in en rond de dorpskerk. De kerk waarin pastoor Peeters terecht kwam was in zeer slechte staat en te klein voor het aantal gelovigen. Hij begon aan een nieuwe en grotere kerk. Op de plaats van het oude koor verrees reeds in 1927 een nieuw koor, kruisbeuk en sacristie in neogotische stijl. Het schip van de oude neoromaanse kerk bleef nog een tijdlang aangebouwd tegen dit nieuwe gedeelte. In een tweede fase werd ook dit oude gedeelte afgebroken en vervangen door een nieuw schip met zijbeuken, doopkapel en toren. De nieuwe prachtige kerk, stevig gebouwd in natuursteen, stond er in 1932.

Om de kerkfabriek te helpen bij het vergaren van de nodige gelden om de nieuwe kerk te bekostigen, heeft pastoor Peeters geen moeite geschuwd. Hij reisde alle steden af tot in de Vlaanderen en gaf overal voordrachten met lichtbeelden (!) over het passiespel van Oberammergauw. Onder zijn leiding en van leidster Magella Van Hauwenhuyse voerde de BJB overal met succes een spreek-. zang- en dansspel uit genaamd “Buitenleven". Ze hebben het zeker 33 maal gespeeld in verschillende provincies van het land. De opbrengst was voor de opbouw van de nieuwe kerk.

Terloops vermelden we dat pastoor Peeters bij zijn aankomst in Bevingen een pastorie betrok (gebouwd in 1904) die nog niet gans afgewerkt was. Er dienden nog verfwerken te gebeuren, alsook werken aan deuren. vensters. plinten en vloeren. Pastoor Peeters liet dit alles onmiddellijk bij zijn aankomst in orde brengen door de stad Sint-Truiden.

Jos Vanderheyden

27 september 1930

Stijn Streuvels op bezoek in de pastorie van Bevingen


In het fotoarchief van OFM Kris Lambrechts stootte ik op 3 foto’s met onze bekende schrijver Stijn Streuvels op bezoek in de pastorie van Bevingen,samen met EH. Jozef Peeters, EH. Vannieuwenhuyse en Magella.

Het zal wel een hele eer geweest zijn dat zo’n groot schrijver,die Stijn Streuvels(1871-1969)was,hier in een klein gehuchtje op bezoek kwam. Hij,Frank Lateur, was het 3de kind van Kamiel Lateur en Marie-Louise Gezelle,de jongere zus van priester-dichter Guido Gezelle..Tevens beroemd van ‘De Vlaschaard’,1907 en ‘De teleurgang van de waterhoek’,later verfilmd door Fons Rademakers als ‘Mira’ met in de hoofdrollen Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir.

Stijn Streuvels geldt als één van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandse letteren. Zijn naturalistische novellen vertonen verwantschap met het werk van Tolstoj en Emile Zola.

In de periode van 1937 tot 1957 is hij dertien maal genomineerd geweest voor de Nobelprijs Literatuur!

Volgens Streuvels-kenner, de Heer Paul Thiers van het Stijnstreuvelsgenootschap was de schrijver geen pilaarbijter,maar onderhield hij vriendschappelijke banden met geestelijken, o.a.met de Limburgse pastoor August Cuppens,bij wie hij af en toe te gast was. Als je de foto’s bekijkt kan je merken dat Stijn Streuvels gevoel had voor humor. Al leek hij voor de buitenwereld soms erg stuurs te zijn. Ook in familiekring kon hij nukkig zijn,vooral in de perioden waarin hij creatief bezig was. Hij wilde niet gestoord worden. Hij was meestal aangenaam, geestig en gemoedelijk, maar hij was wel wantrouwig bij de eerste ontmoeting met hem weinig of totaal onbekende personen. Hij schuwde de pers. Het was echter niet gemakkelijk om bij Streuvels ’binnen te geraken’!

Hij genoot van zijn intellectuele eenzaamheid in het afgelegen Ingooigem.

Mijn zoektocht ging tevens naar de personen,die naast Stijn Streuvels poseerden. Het ging er nogal grappig en gekscherend aan toe,zo te zien op de foto’s. Het moet ergens gebeurd zijn in de jaren voor de 2de WO.

EH Vannieuwenhuyse was de broer van de zeer gekende jonge dame in Bevingen, Magella. Zij verbleef hier bij Bevingenaren voor haar wankele gezondheid. Haar ouders waren apothekers in Gent en zij kozen ervoor om hun dochter aan de goede,gezonde Haspengouwse natuur toe te vertrouwen.

In Het Belang van Limburg van 21 mei 1935 kon men al lezen:”Vlaanderen en Limburg,ver van elkaar gelegen,verschillend van aard,doch innig verwant van ras en gevoel,van geest en zin;Vlamingen hier,Vlamingen ginder,die leven elk op zijn eigen,ze zouden meer met elkaar moeten omgaan”,aldus Stijn Streuvels.

Per briefwisseling met EH August Cuppens werd er over hun geliefde streek geschreven. Pastoor was een ‘plezante’ briefschrijver. Hij heeft zelfs enkele novellen van de schrijver in het Frans vertaald en laten verschijnen in het tijdschrift Durendal. Pastoor Cuppens bezocht ook Avelgem en ontmoette daar Stijn Streuvels. Zo ontstond er een literaire vriendschap.

De eenzaamheid van de Haspengouwse streek maakte een diepe indruk op de schrijver.”De wandelingen ’s avonds in het deemster door de holle wegen en het mooie zicht over de eindeloze vlakte,zonder huis,zonder enig levend wezen,spookachtig. Van toen af aan heb ik toen begrepen dat de alvermannekens hier vandaan moesten komen”

“Nergens ter wereld wordt er zo gul onthaald,zo ongedwongen en zo hartelijk als bij de Limburgers,ge zijt er thuis zonder meer.”

Stijn Streuvels had tijdens vakantieleergangen te Leuven,kennisgemaakt met drie jonge leraars van Sint-Truiden,waaronder EH Jozef Peeters. Daar is zijn liefde voor Limburg ontstaan.

“Een heerlijke herinnering is mij bijgebleven in de huiselijke kring bij vader en moeder Peeters, echte prachtmensen van den ouden stam. De vader met zijn joviaal,hartelijk en leutig gemoed en de moeder als gemoedelijke,bezorgde huisvrouw tussen 4 grote plaaggeesten van zonen.”

De oorlog heeft die schone tijd afgebroken. EH August Coppens is droevig aan zijn eind gekomen. Andere vrienden zijn ook verdwenen.

“Bij een mens komt dan zo ineens het verlangen op om dingen weer te zien. En zo ben ik weer in datzelfde mei-seizoen de plaatsen gaan opzoeken waar het gebeurd is: Hasselt, Sint-Tuiden, Zepperen, Zutendaal, Bevingen.”

Zo komt de grote schrijver Stijn Streuvels in onze pastorie terecht.

EH Jozef Peeters,de zielenherder van ons klein gehuchtje zette zich enorm in voor de gemeenschap. Hij liet zelfs in 1927 de oude kerk afbreken om er een nieuwe te laten optrekken.

Hij stond op de stellingen van de te bouwen kerk.

Hij is geboren in Sint-Truiden op 3 juli 1882,priester gewijd te Luik op 2 april 1907,leraar in het Klein Seminarie te Sint-Truiden,pastoor van Bevingen in 1923,rector van de St.Anna-kliniek in 1939,emeritus sinds 1957 en overleden te Sint-Truiden op 10 december 1957.

Een woord van dank aan Pater JOS en PAUL CLAES voor hun enorme bijdrage.

Foto’s komen uit privéarchief J.P. BROOS

Foto EH August Cuppens, origine onbekend.


JEAN-PAUL BROOS


Helaas werd pastoor Peeters niet altijd goed begrepen. Zijn autoritair optreden bracht hem in conflict met menig parochiaan en vereniging. Bovendien schrok pastoor Peeters er niet voor terug om mistoestanden (in zijn ogen) openlijk aan te klagen op de preekstoel. Het ging van kwaad naar erger. De stevige pastoor werd er uiteindelijk droefgeestig en ziek van en vroeg aan zijn vriend, bisschop Mgr. Kerkhofs, om een verplaatsing naar een andere parochie.

Na een korte rustperiode, geholpen door de aanmoedigingen van zijn twee broers priester, benoemde de bisschop hem in 1939 tot rector van het Hospitaal en de Sint-Annakliniek te Sint-Truiden. Hier werd hij weer de joviale priester, gekend om zijn fratsen en poetsen, die spoedig weer iedereen tot vriend mocht rekenen.

Rector Jozef Peeters bleef in dienst van de zieken en de religieuzen tot 1954. In 1957 vierde hij bij de Zwartzusters zijn gouden priesterjubileum. Maar de forse priester van voorheen was kinds geworden door ouderdom. Dat nam niet weg dat de zieke man gezeten in zijn rolstoel, bij zijn verschijning in de deur, een daverend applaus kreeg van het volk.

Korte tijd later overleed E.H. Jozef Peeters op 9 december 1957. Hij was vijfenzeventig jaar geworden en werd begraven in de schaduw van de parochiekerk die hij had gebouwd te Bevingen, alwaar hij in de periode tussen de beide wereldoorlogen gedurende 16 jaar de ijverige parochieherder was geweest.

Jos Vanderheyden