Fouwé Arnold                pastoor (1939-1950)

Arnold Fouwé werd in 1939 door de bisschop van Luik benoemd tot pastoor van Bevingen. Zijn naam herinnert aan de triestige oorlogsjaren (1940-1944) , alsook aan de verdere uitbreiding van de lagere school, de bouw van het zustershuis, de afbraak van de oude Mariakapel langs de Naamsesteenweg en de bouw van een nieuwe kapel, toegewijd aan O.-L.-Vrouw van Banneux.

Info van Pater Jos Vanderheyden

De Amerikaanse aalmoezenier, zusters Caroline en Agnes en pastoor Fouwé 

bij Fernand Stas en Stephanie Gilot

Leesbare tekst bidprentje

Jezus, Maria, Jozef, +

Moge dit aandenken U doen bidden voor zaliger,

Zeer Eerw. Heer Arnold FOUWÉ

PASTOOR VAN BEVINGEN,

die op 14 September 1892 te Tongeren geboren werd, en op 30 Augustus 1950 te Leuven in de St-Raphaëlkliniek zijn edele, door een lang en pijnlijk lijden gerijpte ziel aan zijn Schepper en Verlosser weergaf, meermaals gesterkt met de genademiddelen van onze Moeder de H. Kerk.

Dertig jaren lang stond hij in de dienst van Christus en zijn volk. Dertig jaren lang arbeidde, leed en bad hij, stil en eenvoudig, eerder ongemerkt, nimmer vermoedend dat zijn arbeidsveld elders kon liggen dan daar waar zijn oversten hem gestuurd hadden. Alleen een paar intieme vrienden mochten weten wat al zelfverzaking zeker vrijwillig bedwongen apostolaat ijver hem gekost heeft.

Uiterlijk wat hoekig, was hij inwendig een diep voelend en uiterst delicaat mens, een mens die vriend kon zijn, die soms ook pijnlijke raad durfde te geven en die pijnlijke raad wist te aanvaarden. Te schuchter om pijn te doen leed hij echter meer in stilte, dacht na, bad en wachtte, vooral dan als het onrechte gold aan de edele idealen zijn jeugdjaren. "Ik draag heel mijn leven, met zijn ontelbare genaden, waarvan het priesterschap de grootste was, maar ook met al zijn tekorten, aan God op, door de handen van Maria, van pater Damiaan en van priester Poppe", zei hij op de vooravond van zijn dood. En zijn dierbare mijnwerkers van Houthalen zweefden hem nog eens voor de geest.

"Drie jaren bad ik reeds dagelijks om goed te sterven. Waarom zou ik dan bang zijn" ? "Begraaf mij niet in de familiekelder naast moeder zaliger, maar te Bevingen, te midden van mijn parochianen".

"Ik offer mijn lijden en de rest wat komen zal op, voor het welzijn van onze klein geworden familiekring en voor de vrede en welzijn van Bevingen"."

(Uit zijn laatste schrijven).

Bidt voor mij, mijn dierbare familieleden en parochianen en allen, die mijn vrienden waart.

O. L. Vr. van Tongeren, oorzaak onzer blijdschap, wees zijn Moeder.

Lijkdiensten, later aan te kondigen, zullen gecelebreerd worden te Bevingen, vanwege :

de Kerkfabriek, het School Komiteit, de Toneel- en Muziekmaatschappijen, de Oudstrijders en de St-Sebastiaansgilde.

De familie FOUWÉ en LEPOT,

danken hartelijk voor de gebeden en de blijken van kristelijke deelneming.

St-Truiden - Drukk. Buntinx-Dehopré.



Uit De Tram van 09-09-1950


BEVINGEN

Met pijnlijke ontroering vernamen de inwoners van ons dorp, Woensdag, 30 Augustus het overlijden van hun geliefde zielenherder, de Z. E. H. Fouwé. Om zijn eenvoud en hartelijke minzaamheid zijn toewijding en genegen liefde, werd hij door zijn parochianen innig bemind en als het ware op de handen gedragen.

De plechtige begrafenis, die plaats had Zaterdag, 2 September, was dan ook een heerlijke getuigenis van de diepe erkentelijkheid, die Bevingen zijn geliefde Herder toedroeg.

Aan de pastorij bracht een meisje de hulde van de schooljeugd en dankte de Z. E. H. Pastoor voor al hetgeen hij zo ijvervol voor hun opvoeding had gedaan.

Vergezeld van de schoolkinderen, de vrouwelijke en mannelijke jeugdorganisaties, vele priesters en schier al de parochianen, waarbij ook een talrijke groep van Houthalen zich had aangesloten, trok de stoet naar de kerk terwijl de Fanfare treurmarsen uitvoerde.

De plechtige lijkdienst werd gecelebreerd door Z. E. H. Denijs, die na de Mis een treffende lijkrede hield.

Vervolgens werd de Z. E. H. Pastoor, naar zijn in een laatste schrijven uitgedrukt verlangen, niet begraven in de familiekelder naast z'n moeder zaliger, maar op het kerkhof van ons dorp, te midden van zijn parochianen.

Bij het graf brachten dhr. Biets Jozef, namens de K.A-jeugd en dhr. Ulens Antoine, namens heel de parochie, een ontroerende hulde aan onze geliefde zielenherder, die door zijn heilig priesterleven, zijn trouwe liefde en zijn ijvervolle toewijding nog lang zal voortleven in de dankbare herinnering van zijn erkentelijk volk.