Kwaliteitskaart spelling
Kwaliteitskaart spelling
Inleiding
In het Atelier werken we met de methodiek Rekenkracht. De module voor spelling noemen we in de klas Spellingkracht. Spellingkracht is verdeeld in een module Spelling niet-werkwoorden en Spelling werkwoorden. Bij Spelling werkwoorden hoort ook grammatica en leestekens.
Algemene afspraken
Materialen Schrijfpotlood, schrift, gum, categoriekaart Staal. Leerlingen van groep 6 t/m 8 werken ook met de module Spelling werkwoorden. Zij hebben naast bovenstaande materialen ook een taakkaart, strategiekaarten en gelinieerd papier nodig.
Taakkaart Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het juist invullen van de taakkaart. Voor de digitale oefeningen geldt dat de instaptoets gemaakt is en minimaal 3 W-oefeningen behaald zijn met 80% (groen)
Inoefening Als de leerlingen klaar zijn met de instructie en met de interactieve werkvormen (eerst in tweetal, dan individueel) dan gaan ze pas met de digitale oefeningen verder. Wanneer ze dat af hebben, mogen ze klaarwerk doen.
Instaptoets (IT) Bij Werkwoordspelling maakt een leerling eerst de instaptoets. Als deze 100% is, dan mag hij/zij door met de W-opdrachten. Als dat niet zo is, bekijkt hij zelf (of als dat niet lukt met een medeleerling) zijn fouten. Snapt hij/zij de fouten, dan mag hij/zij pas door met de W-opdrachten.
Eindtoets (spelling ww) De leerlingen maken de eindtoets in de onderhoudsweek van het onderwerp. Ze maken eerst W3. Wanneer de leerling nu in totaal 3 groene W-opdrachten heeft (meer dan 80%) maakt hij/zij de eindtoets. Wanneer dit niet het geval is, bespreken ze hun fouten met een medeleerling. De leerling maakt eventueel nog W4 en W5 om zo toch tot 3 groene W-opdrachten te komen.
Wie vraag je wanneer om hulp Leerlingen die bezig zijn met een instructie (a-taak) mogen hulp vragen aan de leerkracht of een maatje. Leerlingen die bezig zijn met verwerking (b-taak) mogen alleen hulp vragen aan een maatje.
Lesopzet
Spelling
0-3 minuten: Opfrissen
Categorieën van vorige week of eerdere categorie van deze week opfrissen door middel van een interactieve werkvorm
3-5 minuten: Instructie
Uitleg van de nieuwe categorie: eerste 5 woorden van het woordpakket op het bord. De leerkracht legt de regel uit door middel van het document: Uitleg per categorie Staal
De leerlingen benoemen een woord dat ze zelf kennen uit de categorie.
Het woordpakket wordt uitgedeeld.
5-10 minuten: Oefendictee
De leerkracht doet een oefendictee met de leerlingen met woorden uit de categorieën van dit blok die al aan bod zijn geweest, dus ook woorden van de nieuwe categorie. (5 woorden en 1 zin). We nemen woord 6 t/m 10 van het woordpakket.
Zeg elk woord maar één keer. De kinderen zeggen het na en schrijven het op.
De leerlingen volgen deze stappen:
Denk aan de categorie en de regel.
Schrijf het woord op en schrijf het nummer van de juiste categorie (via Staal) erboven.
Zet een sterretje voor de samenstellingen.
Bij de zin noem je één of twee woorden waar de leerlingen de categorienummers boven moeten plaatsen.
Voor groep 6, 7, 8: Laat in de zin de woordsoort onderstrepen die de leerlingen het laatst aangeboden hebben gekregen.
10-15 minuten: Nabespreking
De leerlingen kijken hun dictee na met een kleurpotlood. De leerkracht schrijft de woorden en de zin op het digibord. Vraag de kinderen om de beurt: Hoe heb je nagedacht? Een kind noemt de categorie(ën) en de regel(s). Pas op dat de kinderen niet in nummers praten, maar in categorienamen en de regels.
0-15 minuten: activerende werkvorm (alleen tijdens
De leerkracht kiest van tevoren een interactieve werkvorm (geschikt voor tweetallen) die de leerlingen uitvoeren met het woordpakket van de laatst aangeleerde categorie.
Als leerlingen een ander woordpakket hebben, gebruiken ze om en om beide woordpakketten, om te oefenen.
10-30 minuten: individueel oefenen
De leerlingen oefenen verder:
Met de individuele werkvorm die op het bord staat
Met de digitale oefeningen van spellingoefenen.nl (via de groepsinlog oefenen met het woordpakket van de dag)
Er staan 4 digitale oefeningen per week klaar. Alle oefeningen af? Klaarwerk.
Spelling werkwoorden
5 minuten - voor het digibord
Op het bord staat het resultatenoverzicht. Leerlingen zien hier achter hun naam een rood of oranje vakje staan bij een onderwerp.
Klassikaal wordt hiernaar gekeken om te zien welke instructie wordt gevolgd. (Anders dan bij rekenen is er een jaarrooster waarin staat welk onderwerp aan bod komt deze week).
10 minuten - aan de groepstafel
De leerlingen krijgen óf een lesje van de leerkracht, of ze bestuderen zelf de strategiekaart die hoort bij het onderwerp. De leerlingen verwoorden naar elkaar of naar de leerkracht wat de stappen zijn om tot het juiste antwoord te komen.
De leerlingen maken ieder voor zich op een lijntjesblad 10 voorbeeldzinnen met de woordsoort/ het zinsdeel/ de werkwoordsoort erin. Ze laten deze controleren bij de leerkracht. Wanneer dit niet af is tijdens het instructiemoment, mogen ze daar in de verwerkingsmomenten van spelling de rest van de week aan verder werken.
Wanneer ze aan de leerkracht hebben laten zien (met behulp van het zelfgemaakte blad) dat ze het onderwerp beheersen, maken ze de digitale oefeningen die horen bij deze les.
Als er deze week ook een onderhoudsonderwerp is, maken ze daarvan ook de opdrachten en de eindtoets. De leerling zorgt er zelf voor dat dit af is vóór het volgende instructiemoment.
De leerling vult de scores in op de taakkaart.
Tijdsinvestering
We werken 4 keer in de week 30 min aan spelling (maandag t/m donderdag).
Iedere leerling krijgt twee keer in de week instructie over een nieuw doel. Groep 6, 7 en 8 krijgen daar bovenop één keer in de week een instructie spelling werkwoorden (hier hoort ook grammatica en leestekens bij).
Maandag
Groep 4:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 6:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 7:
15 minuten verwerking
15 minuten instructie werkwoorden
Groep 8:
30 minuten verwerking
Dinsdag
Groep 4:
30 minuten verwerking.
Groep 6:
15 minuten verwerking spelling
15 minuten instructie werkwoorden.
Groep 7:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 8:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Woensdag
Groep 4:
15 min. instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 6:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 7:
30 minuten verwerking
Groep 8:
15 minuten verwerking spelling
15 minuten instructie werkwoorden.
Donderdag
Groep 4:
30 minuten verwerking.
Groep 6:
30 minuten verwerking
Groep 7:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Groep 8:
15 minuten instructie spelling
15 minuten verwerking.
Differentiatie
Instructie Leerlingen die de bloktoets op een bepaald onderdeel niet halen, krijgen een extra instructie in de herhalingsweek na ieder blok.
Verwerking Wanneer leerlingen veel fouten maken (minder dan 80% goed) in de digitale oefeningen op spellingoefenen.nl, dan maken zij een extra individuele activerende opdracht. Leerlingen die de opdrachten vlot maken en dus eerder klaar zijn (en de opdrachten minstens 80% goed hebben gemaakt) worden daarvoor beloond met extra klaarwerktijd.
Verrijking Er wordt geen verrijking aangeboden in de methode. De toepassing van spelling vindt plaats in het themawerk. De geschreven teksten van leerlingen moeten foutloos gespeld worden. Categorieën die al aan bod zijn geweest, verbetert de leerling zelf. Categorieën die nog aan bod moeten komen, verbetert de leerkracht. Wanneer we merken dat er behoefte is aan specifieke verrijking op taalgebied, willen we dat inzetten door middel van creatieve schrijfopdrachten.
Instructie Leerlingen die de instaptoets niet voldoende maken, kunnen extra instructie vragen aan een medeleerling. Bij minder dan drie 'groene' digitale oefeningen, krijgen leerlingen ook een extra instructie. Na dit schooljaar kunnen we ook de tussendoeltoets voorafgaand aan het blok afnemen om te zien welke instructies leerlingen nog nodig hebben.
Verwerking Leerlingen maken meer of minder opdrachten, afhankelijk van hun scores bij die opdrachten. Na 3 'groene' opdrachten, mogen ze meteen door naar de eindtoets, anders moeten ze nog extra opdrachten maken. Als ze de eindtoets niet behalen, oefenen ze nog extra met de voorbeeldbladen die de leerlingen tijdens de instructie zelf hebben gemaakt.
Verrijking Er wordt geen verrijking aangeboden in de methode. Wanneer we merken dat er behoefte is aan specifieke verrijking op taalgebied, willen we dat inzetten door middel van creatieve schrijfopdrachten.
Vermoeden van dyslexie op spellinggebied
Wanneer er vermoeden is van dyslexie op spellinggebied, wordt de CITO taalverzorging LIB afgenomen. Wanneer de leerling V- scoort, wordt een spellinggroepje opgestart. In dit groepje oefent de leerling (max. 4 leerlingen in een groepje) extra met de aangeboden spellingcategorieën van die week in de vorm van een extra activerende opdracht. Het spellinggroepje wordt 4 keer per week een kwartier aangeboden.
Combinatie rekenen en spelling
Binnen de digitale oefeningen kunnen leerlingen zelf een leerjaar selecteren (1 leerjaar boven hun eigen leerjaar en 1 leerjaar onder hun eigen leerjaar). Zij kunnen dus de oefeningen op verschillende niveaus maken. Een leerling kan ook bij werkwoordspelling op een ander niveau werken dan bij rekenen.
Monitoring
Spelling niet werkwoorden: Na ieder blok (4 weken) volgt een dictee. Hierin worden de categorieën van dat blok getoetst. Na het dictee volgt een herhalingsweek waarin wordt geremedieerd waar nodig.
Spelling werkwoorden: De leerlingen maken na het voldoende afronden van de digitale oefeningen per onderwerp een eindtoets. Wanneer ze de eindtoets 80% of hoger scoren, is het onderwerp behaald. Wanneer dit niet gebeurt, bewijzen ze opnieuw aan de leerkracht dat ze het onderwerp begrijpen en dat ze weten welke stappen ze moeten zetten om tot het juiste antwoord te komen. Daarna maken ze de digitale oefeningen opnieuw en plannen ze bij een goed resultaat opnieuw de eindtoets in. Na ieder blok volgt een tussendoeltoets waarin alle onderwerpen van dat blok worden bevraagd.
Ieder half jaar maken de leerlingen een IEP-toets taalverzorging waarin de verschillende onderdelen van spelling worden getoetst.
Deze resultaten worden geanalyseerd en eventuele hiaten worden aangepakt in het plan voor het komende half jaar.
Materialen
Voor de leerkracht:
Digitale omgeving Rekenkracht
Prowise of whiteboard
Posters: ei/au en klankgroepenwoord vanuit Staal 2
Schrift (gelinieerd)
Kleurpotlood
Woordpakket
Categoriekaart Staal
Chromebook
Gelinieerd papier
Taakkaart
Rapportage