Ontstaan van de vesting

Wageningen is ontstaan als grensvesting van Gelre tegen het Utrechtse Sticht. De stad lag strategisch aan de voet van de Veluwe. De verder heel drassige en ontoegankelijke Gelderse Vallei was hier op zijn smalst. Over de hogere oeverwal van de Rijn kon de vijand relatief makkelijk de oversteek wagen. Op deze plek begon graaf Otto II van Gelre in 1240 met de aanleg van versterkingen. In 1263 kreeg Wageningen stadsrechten. Wageningen lag toen nog direct aan de Rijn, en kon dus de doorvaart op de rivier beheersen. Hoewel Wageningen zou kunnen uitgroeien tot een bloeiende handelsstad is dat niet gebeurd. De functie als grensvesting en de concurrentie van Arnhem verhinderen dat. In de loop der eeuwen hebben belegeringen, plunderingen en branden hun tol geëist.

Later werd de aarden stadswal versterkt met een muur. Het oudste nog overgebleven (en gerestaureerde) deel van die stadsmuur dateert van de 13e eeuw. De dubbele gracht werd in verband met de Gelderse oorlog gegraven rond 1500. Karel van Gelre bouwde kort na 1500 in de zuidoosthoek van de stad een kasteel ter versterking van de stad. Ook worden de verdedigingswerken van de stad zelf fors versterkt en aangevuld. Wanneer Gelre in 1543 in handen valt van keizer Karel V, die ook al Utrecht in bezit heeft, is het afgelopen met de betekenis van Wageningen als grensvesting.

De vesting Wageningen circa 1562, Jacob van Deventer. Gelders Archief, Kaartenverzameling, 0963 Collectie Plattegronden PL 44 (detail)

Tijdens de 80-jarige oorlog groeit het belang van de stad als vesting weer, nu als bewaker van de Veluwe. In de 16e eeuw kende Wageningen een dubbele stadsgracht. Deze moest het steeds betere geschut op grotere afstand houden van de steeds kwetsbaarder stadsmuren. Eind 16e eeuw werden ter bescherming voor de Nudepoort en de Bergpoort twee rondelen aangelegd, zware halfronde muren.

De dubbele gracht werd in 1624 vergraven tot één enkele brede stadsgracht, en werd een zestal bastions aangelegd. Na de Vrede van Munster in 1646 blijft goed onderhoud aan de vestingwerken achterwege. In 1672 geeft de stad zich dan ook zonder slag of stoot aan de invallende Franse troepen over. Dat is meteen het einde van Wageningen als vestingstad, al blijven de fortificaties voorlopig nog grotendeels intact.

Na ontmanteling van de vestingwerken in de negentiende eeuw werd een deel van de voormalige wallen bebouwd met onder meer de bebouwing ten oosten van de Schoolstraat en Molenstraat en de bebouwing aan het Emmapark. Andere delen van de vroegere vesting kregen een parkachtige structuur, zoals het vroegere Noorderplantsoen op de Noordwal (1854-1855) en het Emmapark op de Kortewal (1860). Het ontwerp is van K.G. Zocher. Bij de aanleg van een verkeersweg (Plantsoen) werd een deel van deze structuur opgeofferd.