3. De Bergpoort

Loop na een blik in de stadsgracht de Hoogstraat in. Sla bij de kruising met de Schoolstraat/ Molenstraat linksaf, de Molenstraat in.

De Bergpoortbrug begin Hoogstraat bij de Bergstraat

De eerste Bergpoort stond ter hoogte van het kruispunt van de Hoogstraat met de Molenstraat/ Schoolstraat. Het deel van de Hoogstraat tot de Stationsstraat/ Bergstraat lag toen buiten de muren. De stadsmuren liepen langs de oostkant van de Molenstraat/ Schoolstraat, met daarvoor een enkele stadsgracht. In de 14e/ 15e eeuw werd het geschut steeds krachtiger. Er is toen een tweede stadsgracht gegraven. Tussen beide grachten in lag een wal. De enkele stadspoort werd een dubbele stadspoort.

Maar de ontwikkeling van het geschut ging steeds verder. De dubbele poorten waren de zwakste schakel in de verdediging geworden. De Berg- en Nudepoort staan op de kaart van Jacob van Deventer nog afgebeeld als dubbele poorten. Enkele jaren eerder was voor beide poorten echter al een rondeel aangelegd, een metersdikke halfronde muur. Dat is goed te zien op de kaart die is gemaakt in opdracht van Gilles de Berlaymont. Deze kaart laat ook goed zien dat de Hoogstraat in dit rondeel verspringt. Deze knik is speciaal aangelegd. Als de vijand door de buitenpoort mocht schieten, dan konden de projectielen de binnenpoort niet beschadigen. De knik is ook te zien op de – overigens verder wat minder nauwkeurige - kaart van Nicolaes van Geelkercken. Die kaart laat ook zien dat de stad inmiddels bastions heeft gekregen. In het Gevangenentorenbolwerk op de noordoosthoek van de stad markeert de oude toren de plaats van de vroegere stadsmuur.

Detail uit de kaart van de vesting Wageningen, in … gemaakt in opdracht van Gilles de Berlaymont (westen is rechts). De kaart toont de Bergpoort met het voorliggende rondeel en de verspringing in de Hoogstraat. Universiteitsbibliotheek Leiden, Coll. Bodel Nijenhuis, atlas nr 440, f. 19v-20r (kaart ten opzichte van origineel 180 graden gedraaid zodat noorden boven ligt)

Detail met het Gevangenenbolwerk en de Bergpoort uit de kaart van Nicolaes van Geelkercken circa (1640). Gemeentearchief Wageningen, atlasnr. 556

De Schoolstraat en de Molenstraat markeren de plaats van de vroegere stadsmuur. Bebouwing die zich vroeger aan de oostkant van de Schoolstraat bevond, was tegen de stadsmuur aangebouwd. Het vooruitgeschoven stukje Hoogstraat tussen de Molenstraat en de Bergstraat liep over een bolwerk met dubbele poort. Het extra verdedigingswerk dat omstreeks 1629 vóór de Bergpoort werd aangelegd, is op deze verder ook wat onnauwkeurige kaart niet te vinden.

In 1731 was het belang van Wageningen als vesting aanzienlijk verminderd. De toen slecht onderhouden bolwerken zijn teruggebracht tot enkele poorten. Van de Bergpoort bleef alleen de ingangspoort van het rondeel over. De binnenpoort is gesloopt en het overige terrein achter het rondeel raakte in de loop der tijd bebouwd met huizen. Alleen de zo kenmerkende scherpe knik in de Hoofdstraat, zoals die tot 1940 heeft bestaan, herinnerde nog aan het oude bolwerk. De bouw van een zeskantig koepeltorentje op de Bergpoort werd in 1710 aanbesteed. In 1724 werd een slaguurwerk met klok en wijzerplaat aanbesteed. Dat de oostelijk gelegen Bergpoort dit slaguurwerk kreeg was waarschijnlijk omdat de burgers aan die kant van de stad de wijzerplaat op de kerktoren niet konden aflezen.

De Bergpoort rond 1820

De Bergpoort werd afgebroken circa 1862. Eind negentiende eeuw verrees naast de plek waar de Bergpoort had gestaan een torentje met een uurwerk. In de St. Johannes de Doperkerk aan de Bergstraat bevindt zich thans nog de bronzen klok van het slaguurwerk uit de Bergpoort met het randschrift + FECIT AMSTELODAMI ANNO DOMINI 1720. De naam van de maker wordt hierbij niet genoemd. Deze mogelijk door Torck zelf in Amsterdam bestelde klok, waarvan gezegd wordt dat hij ooit bij het Lexkesveer heeft gehangen, is door de gemeente Wageningen als elevatieklok bij de mis aan de kerk in bruikleen gegeven.

De Bergbrug in 1902, voor afbraak van het hoekpand links

Tot 1902 was de toegang van de Bergbrug naar de Hoogstraat erg smal. In dat jaar werd het pand aan de zuidzijde van de Hoogstraat afgebroken om de toegang te verbreden.

De Bergbrug omstreeks 1930

Oorlogsschade bij de Bergbrug

In 1940 raakten de huizen hier aan de Hoogstraat beschadigd door het opblazen van de Bergbrug. De oorlogsschade werd aangegrepen om ze in 1941 af breken, en de knik uit de Hoogstraat recht te trekken. Ook de klokkentoren die het oorlogsgeweld had overleefd moest toen verdwijnen.

Wageningen omstreeks 1930. Rechts vooraan is de scherpe knik in de Hoogstraat te zien

Herbouw gebeurde in 1942 volgens een wederopbouwplan van A. Kraayenhagen in de historiserende stijl van de Delftse School. De herinnering aan de knik is bewaard gebleven doordat de beide nieuwe gevelwanden een klein beetje in- en uitspringen. Ook de herinnering aan het vooroorlogse torentje is bewaard gebleven in de vorm van een torentje met een klok op het pand Hoogstraat 109. Dit pand is ontworpen door G. Postel. Samen met het dwarsgeplaatste forse huis aan de overzijde van de Hoogstraat heeft de plek van de vroegere Bergpoort zo een nieuw stedebouwkundig accent gekregen. Voor het onderhoud van toren en uurwerk hadden gemeenteambtenaren te allen tijde toegang tot het woonhuis Hoogstraat nr 109. Bij de overgang van zomer- naar wintertijd en andersom kwamen twee ambtenaren ’s nachts op bezoek, waarbij met walkie-talkies de ene ambtenaar de klok verzette op aanwijzing van de andere ambtenaar die buiten bleef staan. Later toen er geen ambtenaar meer zijn bed voor uit kwam gebeurde dit door de stroom uit te schakelen en de klok één of elf uur stil te zetten.

Het torentje op het pand Hoogstraat nr. 109

De stadsgracht tussen de Hoogstraat en het Plantsoen werd in 1967 gedempt. De Bergpoortbrug werd toen dicht gemaakt. Ten zuiden van de Bergpoortbrug, tussen Hoogstraat en Heerenstraat, bleef van de stadsgracht een smal stukje stilstaand water over.

In 1978 tenslotte, werd de stadsmuur langs de Schoolstraat afgebroken. De Schoolstraat, die bovenop de oude stadswal was aangelegd, werd bovendien afgegraven.

Bij de gedeeltelijke demping van de stadsgracht werd de Bergpoortbrug dicht gemaakt

De wederopbouw

Op 18 mei 1940 werd ir. J. A. Ringers door generaal Winkelman benoemd tot Regeringscommissaris voor de Wederopbouw. Vanaf 23 december 1940 was Ringers, Algemeen gemachtigde Wederopbouw en Bouwnijverheid. Om de wederopbouw snel en krachtig op poten te kunnen zetten verleende de Nederlandse gezagsdrager zijn Regeringscommissaris voor de Wederopbouw grote bevoegdheden. De stedenbouwkundige ir. A. Kraayenhagen en de landschapsarchitect dr. ir. J.T.P. Bijhouwer kregen in de loop van het jaar van Ringers de opdracht om het herstel van Wageningen vorm te geven in een wederopbouwplan en een plan voor herstel van de vestinggordel als groenelement in de stad.

Kraayenhagen was op dat moment in dienst van het Gelders Genootschap voor de Bevordering en het in stand houden van de Schoonheid van Stad en Land, kortweg het Gelders Genootschap geheten. Hij studeerde in de jaren 1926-1930 in Delft bij prof. ir. M.J. Granpré Molière, de grote promotor van de bouwstijl die bekend zou worden als de Delftse School. Opmerkelijk was dat nagenoeg alle architecten en stedenbouwkundigen die aan de wederopbouw van Wageningen meewerkten op een of andere wijze gelieerd waren aan het Gelders Genootschap. Omdat deze organisatie de samenstelling van de Provinciale Schoonheidscommissie, een adviesorgaan voor gemeentelijke welstandstoezicht, bepaalde en ten zeerste de principes van de Delftse-Schoolarchitectuur was toegedaan, was haar invloed op de gang van zaken en het resultaat van de wederopbouw van Wageningen alles overheersend.

Toen het plan tot wederopbouw in de zomer van 1940 gereed was, werd Kraayenhagen tot supervisor over de uitvoering benoemd en kwam de daadwerkelijke realisatie in handen van een eind 1940 door Ringers opgericht Bouwbureau, dat onder leiding van de Arnhemse architect ir. W.J. Gerritsen kwam te staan. Het wantrouwen tegen de wederopbouwinstanties is er mede de oorzaak van geweest dat de onderhandelingen met getroffenen over toewijzing en financiën van een heropbouwpand moeizaam verliepen. Pas in april 1941 werd er begonnen met de bouw van de huizen rondom de kerk. Door de toegepaste “regiebouw” kon snel en efficiënt gebouwd worden. De elders in Europa voortwoedende oorlog noodzaakte Ringers alles op alles te zetten om te bouwen zolang de materialenvoorraad strekte. De Duitsers hadden weliswaar een zeker propagandistisch belang bij de wederopbouw van Nederland, maar sleepten gaandeweg steeds meer materialen weg voor hun oorlogseconomie. De al enige tijd dreigende bouwstop was in juli 1942 een feit. Bouwvergunningen en materialen werden nog slechts bij hoge uitzondering afgegeven. Het belangrijkste deel, de bouwblokken rond de kerk, waren nagenoeg gereed.

Van de uitvoering van het plan Bijhouwer is weinig terechtgekomen. Het openbare groen en water kreeg in de oorlog vanwege toenemende schaarste op allerlei gebied vaak andere bestemmingen. In en nabij de plantsoenen werden bomen gekapt en aardappelveldjes aangelegd.