Veerdiensten

Veerdiensten Westerschelde

Hansweert-Walsoorden (1905-1943) en Kruiningen-Perkpolder (1943-2003)

(1) Kaart van Hattinga van oostelijk Zuid-Beveland anno 1748 aangegeven veer van Welsoord
(2) Veertarief Hansweert-Walsoorden in 1825
(3 Logement het oude veerhuis het veerhuis dat na zijn dienst nog een tijd dienst heeft gedaan als logement foto dateert van ongeveer 1900
(4) Busverbinding Hansweert-Vlake omstreeks 1938
(5) Veerboot "Walzoorden" gebouwd in 1916 en eigendom van de P.S.D.
(6) Veerboot "Zeeuwsch-Vlaanderen" gebouwd in 1915 en eigendom van de P.S.D.
(7) Veerboot "prins Hendrik" gebouwd in 1932 en eigendom van de P.S.D.
(8) Veerhaven in Perkpolder jaartal onbekend (wel voor 1968)
(9) Veerboot "Dordrecht" gebouwd in 1933
(9) Dubbeldeks wallinstalatie in de veerhaven in Perkpolder
(13) 15 maart 2003, De prins Willem-Alexander vertrekt voor de laatste keer vanuit de veerhaven in Perpolder Zeeuws-Vlamingen stonden soms huilend op de zeedijk dit gade te slaan en wisten dit komt nooit meer terugFoto EHBO Hulst
(14) Najaar 2008 Sloop van de walinstallatie in Perkpolder in volle gang Foto Jeffrey van Bastelaar

In 1521 wordt in akten voor het eerst melding gemaakt van een overzetveer vanuit het ambacht Kruiningen naar het aan de overkant van de Westerschelde gelegen ZeeuwVlaanderen. De aanlegplaatsen zijn Hansweert en Walsoorden.

In 1866 stelt de provincie op het traject een stoombootdienst in, die in 1943 verplaatst wordt naar de route Kruiningen-Perkpolder. Die route is in gebruik tot 2003, als de Westerscheldetunnel in gebruik wordt genomen en de veerdienst geheel wordt gestaakt.


HET VEERRECHT VAN HET AMBACHT KRUININGEN

Al in 1474 wordt in akten vermeld dat bij het ambacht Kruiningen ook een veerrecht hoort. In 1521 blijkt er ook gebruik van gemaakt te worden, en wel door het instellen van een overzetveer vanuit Hansweert naar de overkant van de Westerschelde.

In het boek 'De Tegenwoordige Staat van Zeeland' uit 1753 is te lezen, dat: "in het kwartier van Hansweert, liggende op het Westeinde aan de Zanddijk een haven is en een veer op Welsoorde in Hulsterambacht, gemeenlijk genaamd het veer van Hansweert".

(1) Ook op de kaart van Hattinga van oostelijk Zuid-Beveland anno 1748 staat aangegeven dat men daar dagelijks naar Walsoorden kan oversteken.

Vanaf 1770 wordt het veer gepacht door de familie Griep. Zo pacht veerman Jacob Griep op 23 juni 1807 het veer voor de duur van 7 jaar, tegen 8 pond per jaar. In de akte is als voorwaarde opgenomen, dat het aan de veerman van Walsoorden verboden is om, na het overbrengen van reizigers te Hansweert, aldaar te wachten om hen terug te brengen, tenzij hij de vracht aan de pachter van het veer van Hansweert betaalt, of daarvoor met hem minnelijk een regeling treft.


HET VEERRECHT VANUIT WALSOORDEN

In 1645 herovert Prins Frederik Hendrik de stad Hulst en het Hulsterambacht op de Spanjaarden en neemt de bijbehorende goederen, waaronder het veer van Walsoorden, in bezit. In de 17e en 18e eeuw, tot aan de komst van de Fransen in 1795, wordt het veer namens de prins verpacht. Vanaf de helft van de 18e eeuw zet men over naar Hansweert.

De Fransen voeren de vrije vaart in, maar na hun vertrek in 1814 wordt het veer als rijksveer verpacht. Vanaf 1841 wordt er tevens op Waarde, Hoedekenskerke, Ellewoutsdijk en Bath gevaren.

(2) In de Reiswijzer, opgenomen in het boek De Provincie Zeeland uit 1825, wordt het tarief van 1825 gepubliceerd.

De veerdienst heeft in deze vroege jaren nog geen vaste tijden van afvaart. Men vaart bij aanbod van passagiers. De veerschipper probeert wel om de overtocht zoveel mogelijk bij hoogwater te maken. Dan kan immers de kortste route over de zandbanken worden gekozen. Bij laag water kan het schip bovendien niet tot aan de oever komen, zodat de passagiers dan door de slikken naar de wal moeten baggeren.

Bij mooi en/of windstil weer worden de reizigers overgevaren met een roeiboot, anders met een hoogaars of een hengst.

Volgens het Reglement op de Overzetveren in de provincie Zeeland, vastgesteld in 1837, worden de veerschuiten periodiek gekeurd. Aldus wordt in mei 1880 te Hansweert vastgesteld, dat de hoogaars in goede staat verkeert, maar de roeiboot niet meer bruikbaar is.


DE PACHTERS VAN HET VEER

De volgende veerschippers zijn bekend vanuit de administratie van de ambachtsheer van Kruiningen:

  • Kornelis Griep, die vanaf 1770 het veerrecht van de ambachtsheer pacht.
  • In 1807 krijgt Jacob Griep het veer voor 7 jaren in pacht. Die pacht wordt steeds verlengd tot aan zijn dood in 1855.
  • In 1855 neemt zijn zoon Johannes Griep de pacht van het veer over. Johannes overlijdt in 1880.
  • Als in 1880 diens zoons Cornelis en Jan Griep het veer overnemen moeten ze, vanwege de opkomende concurrentie van de provinciale stoomboot, al spoedig naar een andere broodwinning uitzien. Ze blijven incidenteel nog wel mensen en vee overvaren naar de andere kant van de Westerschelde.


HET VEERHUIS TE HANSWEERT

(3) Als Jacob Griep het veer in 1807 pacht, is dat met inbegrip van het veerhuis. Na 1828 is dat niet meer het geval.

Dat is ook niet meer nodig, want de familie Griep die het veer bijna een eeuw lang pacht, woont aan de binnenzijde van de zeedijk. In de pachtvoorwaarden wordt hen dan ook toegestaan, in hun huis in plaats van in het veerhuis te tappen.

Vermoedelijk is het veerhuis vervolgens verkocht. Het doet nog geruime tijd dienst als logement. Zo logeren er, tijdens en na de aanleg van het kanaal en de sluizen, nogal eens ambtenaren van Rijkswaterstaat. In 1980 moet het gebouw wijken voor de verhoging van de zeedijk. De foto hiernaast dateert van rond 1900


DE PROVINCIALE STOOMBOTEN

De ambachtsvrouwe van Kruiningen meldt in 1880 aan de gemeenteraad, dat het veerrecht feitelijk vernietigd is doordat gedeputeerde staten van Zeeland een stoombootdienst in hebben gesteld van Vlake via Hansweert naar Walsoorden.

In 1879 heeft de veerpachter Cornelis Griep nog proces-verbaal laten opmaken toen de gezagvoerder van de stoomboot Vlake-Walsoorden te Hansweert passagiers had meegenomen, zonder zijn toestemming. Naar aanleiding daarvan heeft de ambachtsvrouwe zich tevergeefs tot de provincie gewend met een verzoek om een schadevergoeding. Merkwaardig is dat de ambachtsvrouwe het daarbij heeft laten zitten want elders is dan al door een rechter beslist dat een stoomboot-concessie geen recht geeft om in een veer van een ander te varen.

De provinciale stoombootdienst was er overigens al sinds 1866, aanvankelijk vaarde deze 1 keer per dag daarna echter tweemaal per dag. Dat de ambachtsvrouwe niet eerder heeft geklaagd over de inbreuk op het veerrecht van Kruiningen, is te verklaren doordat de provinciale stoomboot in eerste instantie nog weinig frequent voer, en dus nog geen grote concurrent voor de pachter van het veer van Hansweert naar Walsoorden was.

Na eerst nog concessies aan particulieren te hebben uitgegeven besluiten de staten van Zeeland in 1904 de dienst Vlake-Hansweert-Walsoorden in eigen hand te nemen. De familie Griep, die het veer bijna een eeuw lang heeft geëxploiteerd legt zich noodgedwongen bij de situatie neer en heeft ondertussen de dienst gestaakt. In plaats daarvan leggen twee zoons van de laatste zeilende veerschipper op Walsoorden, Jacob en Jacobus, zich toe op een beurtvaartdienst op Rotterdam.


DE VERBINDING HANSWEERT-VLAKE

Tot 1880 vaarde de provinciale stoomboten na in Hansweert te hebben aangelegd door het kanaal verder naar het treinstation Vlake.

(4) Het passeren van de sluizen gaf echter zoveel oponthoud dat na 1880 van doorvaren wordt afgezien en een busverbinding Hansweert-Vlake wordt ingesteld. De bus heeft ruimte voor 12 personen en deze is voor bootpassagiers gratis. Als in de winter de wegen door sneeuw onbegaanbaar zijn word deze busverbinding de dienst onderhouden met een arrenslee.

(5,6,7,) De Schroefstoomboot 'Walzoorden' was de eerste provinciale boot voor het veer Hansweert-Walsoorden. Ook hebben de dubbelschroefstoomboot 'Zeeuwsch-Vlaanderen' en de schroefstoomboot 'Schouwen' dienst gedaan op dit veer. Tussen Hansweert en Walsoorden heeft ook de koplandingsboot 'Prins Hendrik' gevaren maar, op deze verbinding maakte het schip gebruik van zijlading alleen op de dienst Vlissingen - Breskens werd gebruikt gemaakt van de koplading

Tussen 1913 en 1933 rijdt tussen de aanlegsteiger van de provinciale stoomboten te Hansweert en het spoorwegstation Vlake een door de Provinciale Stoombootdiensten geëxploiteerde stoomtram. Een spoorbedrijfje van slechts 3 km lengte, waarover de tram 10 minuten doet.

Vanaf 1933 is het de autobusondernemer Leendertse die met autobussen voor aan- en afvoer van de passagiers zorgt.


HANSWEERT-WALSOORDEN WORDT KRUININGEN-PERKPOLDER

(8) Geleidelijk aan maken steeds meer voertuigen van de veerdienst gebruik. Een ontwikkeling die leidt tot de inzet van ferryschepen met zogeheten koplading. Voor de daartoe benodigde wal-accomodatie is in Hansweert te weinig ruimte. Daarbij komt dat een kortere vaarroute gewenst. Met het verleggen van de veerdienst naar Perkpolder werd de vaarafstand ingekort van zeven naar vier kilometer. Op 17 mei 1943 wordt daarom de vaarroute verlegd naar Kruiningen-Perkpolder. Op beide plaatsen komen imposante complexen met aanlegvoorzieningen en opstelterreinen tot stand.


KOMST DUBBELDEKSSCHEPEN

(9,10) De laatste grote aanpassing van de veerhavens in zowel Kruiningen als in Perkpolder is gedaan in 1968. Eind jaren vijftig nam het auto en vrachtverkeer enorm toe, met de kleinere P.S.D. boten werd de toestand vrijwel onhoudbaar en dat leidde tot het besluit de 'Koningin Juliana' en 'Prins Bernhard' te verlengen. Snel genoeg bleek dat dit nog niet genoeg was. Zelfs met de verlengde 'Juliana' en 'Bernhard' bijgestaan door de 'Dordrecht' en de 'Prins Hendrik' liepen de wachttijden op.

(11,12) De veerboten konden niet groter gebouwd worden dit zou de laad-en lostijd en de manoeuvreerbaarheid van de schepen dusdanig belemmeren dat dit niet werkbaar zou zijn. Daarop heeft de P.S.D iets verzonnen . Zo kwamen in 1968 en 1970 twee dubbeldeksveerboten in dienst. Hierin was de P.S.D. ver zijn tijd vooruit. Bij de TESO die de veerdienst naar Texel beheerd kwam er pas een dubbeldeksschip in 1980. De toen ultra moderne Prinses Christina en Prins Willem-Alexander werden in dienst gesteld op de lijn Kruiningen-Perkpolder, waar ze tot de opheffing van de PSD in 2003 zijn blijven varen.

(12) Vanaf 1997 is op dit veer de dubbeldeksveerboot de prinses Juliana komen varen als dienstboot. De Prinses Christina is vanaf toen het reserveschip van de P.S.D. geweest. Deze veerboot werd achter het kantoor van de P.S.D aan de kade gelegd en kon invallen als een van de 4 andere dubbeldekkers onderhoud nodig hadden of defect waren.


NA 15 MAART 2003


(13) Op 15 maart 2003 maakte de prins Willem-Alexander en de Prinses Juliana hun laatste overtochten op het veer Kruiningen-Perkpolder. Op die dag kon heel zeeland afscheid nemen van "hun" veerboten.

De dag erna op 16 maart 2003 vertrokken beide veerboten naar Vlissingen waar ze achter het P.S.D. kantoor hun verkoop afgewacht hebben

(14) In de zomer van 2008 is begonnen met het slopen van de walinstalatie in Perkpolder, om plaats te maken voor "Plan Perkpolder". In de winter van dat zelfde jaar is bijna alles gesloopt, en herinnert er niet veel meer aan de PSD.

(10) Veerboot "prinses Christina" aan de steiger in Kruiningen
(11) Veerboot "prins Willem-Alexander"
(12) Veerboot "prinses Juliana"
Film van 27-02-2003 (een kleine maand voor opheffing van de P.S.D.) over de dagelijkse gang van zaken op de veerdienst Kruiningen-Perkpolder . De filmer neemt ons mee op een rondleiding door de "prins Willem-Alexander . We zien de rijdekken en salons. Ook geeft de filmer ons een kijkje bij het laden en lossen van het onderste rijdek (waar de vrachtwagens opgesteld werdenFilmpje is eigendom van het Youtube account van VeerpontenZeeland

Vlissingen - Breskens (1913-2003)

Begintijd

De geschiedenis van deze veerdienst voert terug tot 1574. Toen stelde de vrijheer van Breskens een veerschipper aan om met zijn steigerschuit van Breskens of Breskenszand naar Vlissingen te varen. In 1755 kwam er een veerdienst bij die vanuit Vlissingen bediend werd. Vanaf 1795 verviel de veerdienst vanuit Breskens, terwijl die vanuit Vlissingen waarschijnlijk bleef bestaan. Zeeuws-Vlaanderen behoorde vanaf 1795 bij Frankrijk, terwijl het gewest Zeeland het Koninkrijk Holland behoorde dat pas in 1806 door Frankrijk werd geannexeerd.

Na 1814 werden de beide veerdiensten weer opgenomen. Deze werden in 1866 formeel opgehevn omdat ze toen al lang vervangen waren door een nieuwe dienst.

in 1826 werd namelijk besloten om een stoombotenveer in te stellen. Het was aanvankelijk een particuliere stoomboot, maar de dienst werd door de provincie Zeeland gesubsidieerd. In 1842 werd de boot door de provincie aangekocht, maar de exploitatie geschiedde nog door een particulier. De veerdienst voerde van Vlissingen naar Breskens en van daar naar Terneuzen. Ze kwamen in Breskens aan bij de Veerhaven, die toen vlak bij de kern van het dorp lag. (waar tegenwoordig de vissershaven te vinden is)

(1) De verbinding tussen Vlissingen en Breskens werd ooit onderhouden door platbodems die op het strand werden gezet en bestond tot 1828 uit een steigerschuitendienst. De overtocht met zo`n schuit kon men maken voor de prijs van 1 gulden en wie in de kajuit wou zitten betaalde 50 cent meer. `s Winters ging het veertarief met 20% omhoog. Halverwege de achttiende eeuw wordt op een kaart het paalhoofd ten noordoosten van Breskens vermeld, als zijnde het vertrekpunt naar Vlissingen. De tijden veranderden, de eisen werden hoger gesteld. Er werd toen door koning Willem 1 een veerdienst ingesteld die een geregelde dienst onderhield tussen Vlissingen en Breskens. Voor het onderhouden van deze dienst werd in 1828 door de initiatiefnemers, de Middelburgse kooplieden gesteund door de Gedeputeerde Staten , de houten raderstoomboot "De Schelde" aangekocht.


P.S.D.

(2) Op 1 maart 1866 werd de Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland of te wel de (P.S.I.Z.) opgericht, welke ook de exploitatie overnam van de toenmalige boten Stad Vlissingen en De Schelde. Ook werd een nieuwe boot (de Zeeland genaamd) gebouwd. Naar verluidt was deze niet erg geschikt voor overtochten op de Westerschelde en de Statenleden die de proefvaart maakten werden behoorlijk zeeziek. Eén van die Statenleden verklaarde dan ook dat hij er nauwelijks een geit mede zou durven overzenden. In 1871 werd de boot verkocht, terwijl de Stad Vlissingen een nog erger lot wachtte: Deze boot zonk naar de bodem van de Westerschelde. In 1867 kwam echter de Wester-Schelde gereed, een houten boot van 31 m lengte, welke tot 1900 in gebruik was. Vanaf 1891 was er een tramdienst tot in Breskens, waardoor het passagiersaanbod van de veerdienst sterk toenam.

In 1894 werden nog enkele proefvaarten gedaan op Hoofdplaat maar, deze verbinding leek niet levensvatbaar te zijn. Vanaf 1913 is de dienst Vlissingen - Breskens een zelfstandige verbinding. De boten vaarde naar de buitenhaven van Vlissingen, waar in 1873 het Station Vlissingen Haven werd geopend. Dit is tot op 15 maart 2003 zo gebleven onder de vlag van de P.S.D. De fiets/voetveren van Westerscheldeferry meren tot op de dag van vandaag nog steeds aan op deze plek.


KOPLADINGSVEERDIENST.

(3) Rond het jaar 1910 nam het autoverkeer vanuit België naar Nederland sterk toe en dit leidde in het jaar 1927 tot de omzetting van het veer Vlissingen - Breskens in een kopladingsdienst. Het eerste schip met koplading was de "Koningin Wilhelmina" en werd uiteraard ingezet op het veer Vlissingen - Breskens. In het jaar 1932 kwam een andere kopladingsveerboot gereed genaamd "Prinses Juliana" gevolgd in 1933 door de "Prins Hendrik".

De tweede wereldoorlog betekende al het verlies van het varend materieel van de PSD. In 1946 na de oorlog kwam zo goed als al het varend materieel weer terug in de vaart na verbouwingen, verlengingen en de verlengde veerboten werden van zwaardere motoren voorzien. Meer hierover valt te lezen op de geschiedenis pagina hier op de website.

(4) Omdat het autoverkeer – inclusief het vrachtverkeer – snel toenam, werd besloten een nieuwe veerhaven aan te leggen, die op enige afstand ten westen van de kom van Breskens kwam te liggen. Deze was geschikt voor grotere boten en werd in 1958 in gebruik genomen. Daarmee volgden ook grotere veerboten, van de zogeheten Prinsessenklasse. In 1958 liep de eerste enkeldeksferryboot 'Prinses Beatrix' van de stapel en ging in de vaart. Twee jaar later kwam de 'Prinses Irene' en in het jaar 1964 kwam de 'Prinses Margriet' gereed.


DUBBELDEKSVEERDIENST.

Het verkeer bleef maar toenemen op het veer Vlissingen - Breskens. Op het veer Kruiningen - Perkpolder werd in 1968 de eerste dubbeldeksveerboot in de vaart gebracht genaamd 'Prinses Christina', gevolgd in 1970 door de 'Prins Willem - Alexander'.

(5) In 1986 wordt ook de eerste dubbeldeksveerboot voor het veer Vlissingen - Breskens in de vaart gebracht genaamd 'Prinses Juliana' deze werd dan nog bijgestaan door de enkeldekkers en dat had het gevolgd dat de enkeldekkers moesten aanleggen in een dubbeldeksfuik.

De 'Koningin Juliana' en de 'Prins Bernhard' werden verkocht. In 1993 kwam de vierde dubbeldekker gereed voor het veer Vlissingen - Breskens genaamd 'Koningin Beatrix' gevolgd in 1997 door de 'Prins Johan Friso' waardoor de 'Prinses Juliana' verhuisde naar Kruiningen - Perkpolder.


NA 15 MAART 2003

(6) Na de opheffing van de PSD op 15 maart 2003 is de dienst Vlissingen - Breskens omgezet van een autoveer naar een fiets -/ voetveer geëxploiteerd door de BBA Connex Group. Deze dienst werd het 1e jaar na de opheffing van de PSD nog onderhouden door de twee voormalige PSD schepen 'Koningin Beatrix' en de 'Prins Johan Friso'. Op 1 mei 2004 kwamen de nieuwe SWATH (Small Waterplane Area Twinhull Ships) types in de vaart genaamd, Prinses Maxima & Prins Willem - Alexander.

Nadat Veolia de aanbesteding van het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen had overgenomen zijn ook de veerboten onder de naam van Veolia gaan varen.

Een Europese aanbesteding van deze verbinding heeft in 2014 geen inschrijvers opgeleverd. Daarom hebben Gedeputeerde Staten van Zeeland besloten de verbinding zelf te exploiteren en onder te brengen in een dochteronderneming: de Westerschelde Ferry BV.

Vanaf 2014 exploiteert Westerschelde Ferry BV exploiteert in opdracht van de Provincie Zeeland de veerdienst Vlissingen-Breskens als fiets/voet-veer met de twee schepen: de Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima. Deze SWATH-schepen verzorgen dagelijks voor de veerverbinding tussen Vlissingen en Breskens. De overtocht duurt ongeveer 23 minuten. De schepen bieden plaats aan maximaal 186 passagiers en zo'n 90 fietsen en bromfietsen. De lengte van de schepen is 37,71m, de breedte 17,31m en de diepgang 4,2m. Twee dieselmotoren van 2x 1560KW bij 1800TPM zorgen voor de voortstuwing.

(1) De houten raderstoomboot "De Schelde" aangekocht in 1828 door Middelburgse kooplieden in samenwerking met de Gedeputeerde Staten
(2) Veerboot de Stad Vlissingen N01, gebouwd in 1842 (afmetingen scheepje 20.98 x 4.32)
(3) Veerboot Koningin Wilhelmina, de eerste kopladingsveerboot van de P.S.D.
(4) Enkeldeksveerboot "prinses Irene"Foto Kees Lems
(5) Veerboot "prinses Juliana" gebouwd voor Vlissingen-Breskens maar in 1997 verhuisd naar Kruiningen-PerkpolderFoto Kees Lems
(6) Fiets/voetveer Prins Willem Alexander Foto Jeffrey van Bastelaar
Veerhaven Breskens, met een binnenvarende prinses Juliana. Typerend is het windscherm wat op de fuik gemonteerd is.Foto Rijkswaterstaat
Ook in de veerhaven van Vlissingen is niet veel meer terug te vinden wat aan de P.S.D. doet denken. Foto Kees Lems
Film 14 maart 2003. We zien de veerboot de prins Johan Friso die aan zijn allerlaaste dag als autoveer op de Westerschelde bezig is. De filmer neemt ons mee op deze laatste dag van het autoveer Vlissingen-BreskensFilm eigendom van het Youtubeacount van VeerpontenZeeland

Terneuzen-Hoedekenskerke (1930-1960)

Veerhaven Terneuzen, Veerboot "prins Willem 1, zoals al eerder vermeld werd er op deze veerdienst gebruik gemaakt van een brug met een ponton. Enkel zijladingsschepen konden hier aangelegd worden

Op 5 mei 1930 werd de veerdienst Terneuzen - Hansweert via Hoedekenskerke opgeheven en vaarde de veerdienst alleen nog tussen Terneuzen en Hoedekenskerke. In 1932 werd in de veerhaven in Hoedekenskerke een echte aanlegsteiger oprijbrug en ponton gebouwd. Ook werd de opdracht gegeven tot de bouw van drie nieuwe zijlading schepen genaamd 'Koningin Emma', 'Oosterschelde' en de 'Prins Willem 1' de eerste de 'Koningin Emma' heeft voornamelijk op de Oosterschelde-dienst Wolphaartsdijk - Zierikzee gevaren.

De overtocht van Terneuzen naar Hoedekenskerke duurde bijna een uur en de oversteek was 12 kilometer lang per overtocht konden er 25 tot 30 auto`s mee over. De bestaande aanlegsteiger die bestond uit oprijbrug en ponton was enkel geschikt voor veerboten met zijlading en diende dus op een bepaald moment te worden aangepast voor de veerboten met koplading.

Ook was het zo dat de veerdienst niet kon draaien in de veerhaven en dus altijd achteruit de veerhaven uitkwam. Medewerkers stonden aan de achtersteven van het schip op wacht om te kijken of er geen grotere zeeschepen aankwamen om zo aanvaringen te voorkomen.

Na het invoeren van het veertarief in 1950 daalde het reizigersaanbod op de lijn zo drastisch dat de bouw van nieuwe aanlegsteigers niet rendabel was en de dienst werd in 1972 opgeheven.

Op 3 januari van dat jaar werd afscheid genomen van de veerdienst Terneuzen - Hoedekenskerke de 'Prins Willem 1' verzorgde de laatste afvaart, waarmee de laatste klassieke provinciale veerdienst tot het verleden behoorde

Film over de dagelijkse gang van zaken in de veerhaven in Terneuzen te zien is het laden en vertrekken van de veerdienst richting Hoedekenskerke.Filmpje eigendom van het Youtube account van Terneuzen Stad

Veerdiensten Oosterschelde

Katseveer-Zierikzee (1912-1965)

(1) Veerboot de Schouwen in de veerhaven van ZierikzeeFoto Kees Lems
(2) Veerboot de Ooster-Schelde in de veerhaven van KatseveerFoto Kees Lems
(3) Veerboot de prins Willem 1 in Zierikzee, aan de puinhoop op de foto te zien is dit net na of tijdens de tweede wereldoorlog.Foto Archief D.Jorritsma
(4) Veerhaven Zierikzee aan de voet van de Zeelandbrug anno 2019 de oude aanlegplaats van de P.S.D. Veerdienst is hier nog terug te vindenFoto Google Streetvieuw
(5) Veerboot de Noord Beveland (tweede versie gebouwd in 1952 en de laatste zijladingsveerboot die de P.S.D. laten bouwen heeft)Foto beeldbank Zeeland
(6) Zicht op de bouw van de Oosterschelde brug (nu Zeelandbrug) waarschijnlijk vanaf de P.S.D. veerboot de koningin Emma waarschijnlijk in het jaar 1963Foto beeldbank Zeeland

HOE HET BEGON.

De veerdienst op de Oosterschelde tussen Middelburg en Zierikzee werd in 1912 overgenomen van de Zeeuwsche Spoorboot Maatschappij. De veerdienst bestond dus al langer maar werd toen dus onderhouden door de Zeeuwsche Spoorboot Maatschappij. Pas vanaf 1912 viel de dienst onder de verantwoording van de Provinciale Stoombootdienst op de Oosterschelde, die toen nog strikt gescheiden was van de Provinciale Stoombootdienst op de Westerschelde.

Toen de P.S.D. de veerdienst in 1912 had overgenomen vond er een proef plaats met het laten doorvaren van de boot uit Zierikzee via Kortgene en Wolphaartsdijk naar Middelburg en daarna door het kanaal tot Vlissingen en omgekeerd, terwijl de korte dienst Zierikzee - Katsche veer bleef bestaan.

(1) In het begin van 1912 werd er met de veerboot de Schouwen de dienst onderhouden , in hetzelfde jaar kwam ook het ook zusterschip Noord Beveland de dienst versterken. Toen der tijd waren dit moderne veerboten van zo’n 44 meter lang.

Op 14 mei 1923 werd de dienst naar Middelburg opgeheven en de stoombootdienst voortgezet als een 3 x daagse verbinding Zierikzee - Katsche veer.

AANKOOP NIEUWE SCHEPEN.

(2), (3) In de jaren 30 heeft de P.S.D. 3 nieuwe schepen aangekocht voor het Oosterscheldeveer namelijk de Koningin Emma, Prins Willem I en de Ooster-Schelde. De Ooster-Schelde verving de de Noord Beveland die werd verkocht aan rederij Doeksen die naar het eiland Terschelling vaarden

Op de bovengenoemde 3 veerboten was plaats voor ongeveer 10 auto's dit was echter wel afhankelijk van hoe behendig de medewerkers van de veerdienst waren en om wat voor chauffeurs het in de auto's ging.


TOENEMENDE DRUKTE AUTOVERKEER.

Door het fors toenemende autoverkeer op de dienst over de Oosterschelde werd de veerboot de 'Koningin Emma' in 1955 verlengd met maar liefst 10 meter.


VERPLAATSEN VEERDIENST SCHOUWSE KANT.

Tot het jaar 1958 vaarde de veerboten nog tot de veerhaven van Zierikzee om deze te bereiken moest er dus gevaren worden tot in het centrum van Zierikzee waar de de veerhaven ‘t Luitje. te vinden was. Om daar te komen moest door het Havenkanaal worden gevaren. De veerboot kon niet draaien bij ‘t Luitje en moest daarom ook het hele kanaal achteruit varen zo terug de Oosterschelde op

Er werd dan ook besloten de Schouwse aanlegplaats verplaatst naar de oude werkhaven de Val dit was een veel ruimere haven met betere manoeuvreermogelijkheden en lag direct aan de Oosterschelde Door dat de veerboten niet meer door het kanaal naar Zierikzee moesten varen werd de de vaarafstand ook verkort dit met maar liefst 2,5 km. En er werd een groot walkantoor annex restaurant gebouwd. Dit gebouw is tot op de dag van vandaag terug te vinden aan de voet van de Zeelandbrug.


VERPLAATSEN VEERDIENST NOORD BEVELANDSE KANT.

Door de openstelling van de Zandkreekdam voor het autoverkeer in 1960 werd de aanlegplaats van de Oosterscheldedienst Naar Zierikzee verplaatst naar de oude werkhaven van Kats waardoor de oversteek niet langer meer duurde dan 35 minuten dat was voorheen ongeveer 50 minuten. Schouwe Duiveland was toen der tijd nog een echt eiland dat enkel via een veerverbinding te bereiken was. Er was keuze tussen het veer op de Oosterschelde tussen Kats en Zierikzee, of men nam de veerdienst tussen Zijpe-Anna Jacobapolder dat geëxploiteerd werd door de RTM (Rotterdamse tram maatschappij)

(5) Om het enorm groeiende autoverkeer op deze dienst op te vangen vaarden naast de 'Koningin Emma' ook de schepen de 'Prins Willem 1', 'Oosterschelde' en de in 1952 gebouwde 'Noord Beveland' op deze dienstlijn.


NADEREND EINDE VEERDIENST.

(6) In 1962 is gestart met het bouwen van een brug tussen Zierikzee en Noord-Beveland. (de Oosterschelde brug, later Zeelandbrug). 2 Jaar later werd er daadwerkelijk ook gewerkt op de plaats waar de Oosterscheldebrug zou komen. Er zijn meerdere foto's van af de veerboten gemaakt waar op te zien is dat er de diverse peilers en brugdelen in aanbouw waren en steeds een stukje verder tot voltooiing kwamen. Vanaf de boten van de veerdienst hadden de passagiers goed uitzicht van deze ontwikkeling.

Op 14 december 1965 werd deze lijn Zierikzee -Katscheveer overbodig door het gereed komen van de Zeelandbrug. De P.S.D. veerboot de Konining Emma maakte er de laatste oversteek tussen Kats en Zierikzee.


NA DE OPHEFFING.


De veerboot de Koningin Emma is tot 10 november 1986 nog reserveboot van de PSD geweest. Daarna is de Emma verkocht aan jachthaven de Zandkreek als logementschip. In 1974 werd de Koningin Emma doorverkocht als amusementschop onder de naam Estrella Del Sur en lag toen in Rotterdam.

In juli 1975 is het schip verkocht aan rederij Vrolijk in Scheveningen en vaart als sportvisserijschip onder de naam Estrella op de Noordzee.

Tot op heden is Scheveningen nog steeds de thuisbasis van oud-PSD'er Koningin Emma. De veerboot haalde een paar jaar geleden het nieuws omdat tijdens het binnen varen van de haven in Scheveningen een paar andere jachten geramd werden. En ook Sinterklaas weet de Estrella ieder jaar te vinden voor zijn intocht in Scheveningen.

De Prins Willem 1 is na het opheffen van de Oosterschelde dienst verhuist naar het veer Terneuzen-Hoedekenskerke waar het schip nog tot 1972 gevaren heeft

Op 23 maart 1972 na de opheffing van dienstlijn Terneuzen - Hoedekenskerke is het schip verkocht aan Feenstra in Rotterdam en omgedoopt tot Willem 1. En uiteindelijk in 1975 gesloopt na een reis door West - Afrika

De Noord Beveland heeft na de opheffing van het veer Kats-Zierikzee niet veel meer gevaren

Heel af en toe versterkte de Noord-Beveland de dienst Kruiningen-Perkpolder als er bijvoorbeeld onderhoud aan de fuiken moest worden gepleegd en andere veerboten daardoor niet konden varen.

De rest van de tijd na de opheffing van de Oosterscheldedienst lag het schip aan de kade in de Binnenhaven in Vlissingen. In september 1968 is het verkocht aan Stolk’s Handelsonderneming uit Hendrik Ido Ambacht.

Film waarin beelden te zien zijn van de laatste overtocht van de veerboot de Koningin Emma op het veer Kats-ZierikzeeFilm eigendom van het Youtube account van PSD.net.

Kortgene-Wolphaartsdijk (1913-1960)

HOE HET BEGON.

Voor het jaar 1913 werd er door schippers uit Kortgene en Wolphaartsdijk al een geregelde veerdienst gevaren. Er bestond namelijk een veerrecht van Kortgene naar Wolphaartsdijk maar ook een veerrecht voor Wolphaartsdijk naar Kortgene. Deze veerrechten waren dus van 2 verschillende schippers. De een mocht alleen passagiers meenemen van Kortgene naar Wolphaartsdijk en de andere alleen omgekeerd.

De schippers van beide kanten hadden een hoogaars en roeiboten waarmee ze de dienst uitvoerden

Het Kortgeense veerrecht behoorde aan de ambachtsheren van Kortgene, de Wolphaartsdijkse rechten aan Wolphaartsdijk. In 1819 werden voor het eerst koetsen en paarden overgezet, dit gebeurde toen der tijd met een Zeilpont.

Op 22 december 1912 besloten de Provinciale staten van Zeeland om het veerrecht Wolphaartsdijk - Kortgene (en andersom) te kopen voor f 9.000,-. De twee schippers zijn toen in dienst gekomen bij de Provinciale stoomboot dienst. Toen de veerdienst door de provincie is overgenomen werd er ook een nieuw schip gebouwd voor deze korte dienst. De overkanten lagen ongeveer 200 meter van elkaar vandaan.


NIEUW BOOT 1.

(1) De Zuidvliet is in 1914 als eerste moterveerboot in de vaart gekomen bij de PSD. De Zuidvliet is een kleine motorveerboot . Het schip is met een lengte van 20 meter niet zo groot en het was dus ook niet geschikt om auto's of koetsen mee over te nemen.

De veerboot de Zuidvliet heeft tot 1930 gevaren op het veer Kortgene-Wolphaartsdijk. Daarna heeft de Zuidvliet nog dienst gedaan op het veer tussen Veere en Kamperland.


NIEUW BOOT 2.

(2) Midden de jaren '20 is het autoverkeer zo toegenomen dat er vraag kwam naar het overzetten van auto's en soms nog koetsen of karren. De veerboot de Zuidvliet was niet geschikt voor het overzetten van autoverkeer dus moest er een nieuwe veerboot komen.

Daarom is in 1926 de veerboot de Zandkreek gebouwd. Dit motorschip was eigenlijk redelijk simpel het had een stuurhut , klein en eenvoudig salon en een groot dek om auto's mee te kunnen vervoeren. Met een autodek met een lengte van 30 meter was het in dienst komen van de Zandkreek een grote verbetering op deze veerdienst. Opvallend aan dit schip is ook nog dat de veerboot maar een diepgang had van 1.5 meter.


OPHEFFING.

In het kader van de Deltawerken werd op 4 mei 1960 de Zandkreekdam tussen Noord Beveland en Zuid Beveland gesloten, waardoor de veerboot 'Noord Beveland' op 1 oktober 1960 zijn laatste vaart tussen Kortgene en Wolphaartsdijk maakte.

(1) Veerboot de Zuidvliet gebouwd in 1914Foto beeldbank Zeeuwse Bibliotheek
(2) Veerboot de Zandkreek gebouwd in 1924Foto onbekend
(3) De Zandkreekdam gereed op 1 oktober 1960Foto Beeldbank Rijkswaterstaat
Film waarin beelden te zien zijn van het laden en uitvaren van de Veerboot de Noord Beveland die vanaf 1952 op het veer Kortgene -Wolphaartsdijk heeft gevarenFilm eigendom van het Youtubeaccount van PSD.net.

Veere-Kamperland (1924-1961)

(1) Aanlegsteiger in Veere met misschien wel een veerbootFoto onbekend
(2) Veerse Gatdam gereed in 1961Foto beeldbank Rijkswaterstaat

HOET HET BEGON.

Het veer bestond reeds voor 1530. In 1853 werd een behoorlijke veerdam aangelegd bij Kamperland. Eind 19e eeuw kon de veerschipper C. Schippers het heen en weer pachten.

(1) In 1922 zijn de veerrechten van Kamperland naar Veere en andersom gekocht van de ambachtsheren van zowel Kamperland als Veere. Dit was toen der tijd geen makkelijke opgave en er zijn dan ook lange onderhandelingen aan vooraf gegaan. De moeilijkheid van de onderhandelingen gingen eerst over een bedrag van 7500 gulden. voor de veerdienst tussen Kamperland en Veere. Uiteindelijk zijn de onderhandelingen voor overname van het veerrecht Veere-Kamperland stuk gelopen en koos de provincie voor het huren van het veerrecht voor ongeveer 225 gulden en dit voor een periode voor 30 jaar.

Vanaf 1 juni 1924 gaat de nieuwe veerdienst van start met het motorveerbootje de Juliana. Een goede vervanger als had men toen niet. Een zeilboot met buitenboordmotor moest bij uitvallen van het motorveerbootje de veerdienst waarnemen.

Later hebben op deze veedienst nog de veerboten de Zuidvliet en de Zankreek gevaren deze zijn in dienst gekomen, deze veerboten hebben ook onderandere gevaren op het veer Kortgene-Wolphaartsdijk

OPHEFFING.

(2) Op 27 oktober 1961 werd de Veersegatdam geopend voor het verkeer en werd de veerdienst Veere-Kamperland opgeheven.

Veerdienst Overig.

De veerdienst Zijpe - Anna Jacobapolder

Het Veer Anna Jacobapolder - Zijpe bekend van de fileberichten, was geen P.S.D-veer, maar ik wil het er op mijn site toch even over hebben omdat de boten die er vaarden ook nog voor de P.S.D. gevaren hebben. Zoals de Willemsdorp die in 1953 zo onfortuinlijk in de polder bij Kruiningen is beland. Lees hieronder de beknopte geschiedenis van dit authentieke autoveer.

Toen in 1847 de Anna Jacobapolder en de Kramerspolder werden ingedijkt werd de oppervlakte van het eiland Sint Philipsland weliswaar meer dan verdubbeld maar het kleinste eiland van Zeeland bleef geïsoleerd gebied. De bereikbaarheid was verre van gemakkelijk. Wilde men naar de vaste wal van Noord-Brabant, dan was men aangewezen op een veerdienst. Voor een reis naar het eiland Tholen was men aangewezen op veerman Cornelis Faasse en later op zijn zoons Adriaan en Marinus. Cornelis vervoerde tevens de post en was zelf houder van het postbestelhuis.


STOOMTRAM STEENBERGEN-BROUWERSHAVEN.

Op vrijdag 27 april 1900 werd de nieuwe tramspoorverbinding tussen Brouwershaven en Steenbergen die geexploiteerd werd door de RTM (Rotterdamse Tram maatschappij) op feestelijke wijze in gebruik genomen. Dit betekende dat er een vaste geregelde verbinding tussen de twee eilanden tot stand was gekomen. De Sint Philipslandse harmonie Concordia, begroette de tram met blijde tonen. Er waren erebogen, erepoorten, erewachten te paard en in alle gemeenten was er een hartelijke toespraak van de burgemeester of zijn vertegenwoordiger. Hoewel de tram aanvankelijk maar met een snelheid van 20 kilometer per uur mocht rijden betekende het openbaar vervoer een enorme verbetering voor de bewoners.


ZIJPE-ANAJACOBAPOLDER.

(1) Een belangrijke schakel in deze tramwegverbinding was de overtocht per veerboot over het vrij smalle vaarwater Zijpe. Aan weerszijden hiervan werden gebouwen opgericht. Aan de Filiplandse kant kwam een remise van 46 meter lang met daarin drie sporen. Hierin werd ook onderhoudswerk verricht. Het stationsgebouw stond op het hoofd van de zuidelijke havendam. De tocht met de tram van Sint Philipsland voerde de passagiers door de polders, langs wegen en dreven naar Anna Jacobapolder. Daar was bij het Gehucht aan de Noordweg, nu de kern Anna Jacobapolder, een halteplaats met stationsgebouw. Vervolgens reed de tram naar het eindpunt; Anna Jacobapolder - Veerhaven.


RIJKSWEG.

Ook voor Schouwen-Duiveland betekende het veer een belangrijke ontsluiting. Het toenemende autoverkeer ging daar na de aanleg van de betonweg over de Slaakdam en de Rijksweg van Sint Philipsland naar Anna Jacobapolder - Veerhaven in 1938 pas goed van profiteren. Weliswaar kon het zwaardere vrachtvervoer toen nog geen gebruik maken van de veerverbinding, maar voor personenauto's was de weg naar Schouwen-Duiveland, een belangrijke verbetering. Het zou voor de RTM misschien wel de kortste, maar toch een uiterst belangrijke veerverbinding worden.


TWEEDE WERELDOORLOG.

Op 10 mei 1940 kreeg de RTM direct al te maken met de Duitse inval. Al het vervoer van veer- en tramdiensten kwam stil te liggen. Omdat het veer Zijpe-Anna Jacobapolder zeer belangrijk was voor de kustverdedigingswerken van de bezetter, kon er op 18 juli al weer worden gevaren. Ook het bietenvervoer richting de verschillende suikerfabrieken was in dat najaar weer mogelijk. In februari/maart 1943 volgde op bevel van de bezetter de inundatie van een groot deel van Schouwen-Duiveland, waarop de bevolking moest worden geëvacueerd. Op 11 maart werd de tramdienst op dat eiland, tegelijk met de veerdienst, gestaakt. Veel van het varend materiaal werd gevorderd. Toen de oorlog ten einde was, was er van de vloot en het tramnet niet veel meer over dan een puinhoop. Haast alles was toen vernield.


NA DE OORLOG.

(2) De hervatting van de veerdiensten werd in 1945 slechts provisorisch mogelijk. Het Rijk liet de aanlegsteigers die vernield waren weer bedrijfsklaar maken, zij het toen alleen voor zijlading. Het autoverkeer nam steeds toe. De RTM liet de s.s. Schouwen-Duiveland, die eerder gebruikt werd voor het vervoer van suikerbieten per wagon gereed maken voor autovervoer.

(3) In maart 1948 kwam de zijladingspont Grevelingen in de vaart. Hiervoor moesten de aanlegsteigers worden aangepast. Het schip werd gebouwd op de werf van H.J. Koopman in Dordrecht met onderdelen uit drie rivierschepen. Het betekende weliswaar een belangrijke vooruitgang voor de veerverbinding over het Zijpe, maar een veer met koplading bleef op het verlanglijstje staan.


DE RAMP.

(4,5) Bijna heel Sint Philipsland en een groot deel van Schouwen-Duiveland werd in 1953 getroffen door de watersnoodramp. Van 18 maart tot 24 december 1953 voeren eerst de oude Zijpe en later de Minister Ph. W. van der Sleijden tussen Anna Jacobapolder en Zierikzee. Op die 24ste december werd de verbinding over het Zijpe hersteld. De wens om op dit traject een veerpont met koplading in de vaart te krijgen bleek een kostbare optie. Toch besloot het Rijk om in 1953 in de havens van Zijpe en Anna Jacobapolder twee fuiken te bouwen, die geschikt waren voor dit soort belading. De pont die eerder bij Moerdijk voer onder de naam Moerdijk, kwam op 20 februari 1954 tussen Zijpe en Anna Jacobapolder in de vaart onder de naam Krammer. In 1959 werd ook het zusterschip Zijpe, dat eerder onder de naam Willemsdorp voer, op dit traject ingezet. De veerverbinding was door de toenemende recreatie en het vrachtvervoer zo druk geworden, dat een tijdschema op gezette tijden niet meer in acht genomen werd. Men voer af en aan maar desondanks was er in de vakantieperiode soms een wachttijd van vier uren.

DELTAWERKEN

Tot 1965 was het veer de belangrijkste verbinding voor Schouwen-Duiveland met het vasteland. In dat jaar kwam de Grevelingendam, een onderdeel van de Deltawerken gereed waardoor een rechtstreekse vaste verbinding met de Randstad tot stand was gekomen.

(6) Op 1 september 1972 werd afscheid genomen van de stoomvaart op de veerverbinding over het Zijpe. De Zijpe werd omgebouwd tot motorschip en kreeg ook een heel ander uiterlijk. Onder begeleiding van de oude Krammer met zijn twee statige schoorstenen mocht de Zijpe met de vlaggen in top de eerste oversteek naar "De Polder" maken. Bijna zestien jaar lang moest hij nog tegen de sterke stroom optorsen om zich daarna voor stroom naar de fuik aan de overkant te laten glijden. Als men pech had, dan klonk het in de ether: "Het veer Anna Jacobapolder - Zijpe is wegens mist tijdelijk uit de vaart". Dan was er vanaf 1965 maar één oplossing. Omrijden over het Hellegatsplein.

TOT SLOT.

De pont bleef ondanks steeds stijgende tekorten met steun van de overheid in de vaart totdat de Philipsdam op 6 juli 1988 officieel in gebruik werd genomen. Op de laatste dag mochten alle passagiers gratis met de pont mee over het plaatselijk 40 meter diepe Zijpe. Voor genodigden voer de Zijpe onder begeleiding van twee sleepboten met twee autobussen aan dek de Krabbenkreek in om op de rede van Sint Philipsland afscheid te nemen van de bewoners. De Philipsdam nam de taak van het veer over en dat werd geschiedenis.

Met het blazen van de last post werd in de avond van de 6e juli 1988 de Veerpont Zijpe uit de vaart genomen hiermee kwam er een einde aan het laatste Noord-Zeeuwse autoveer.


NA JULI 1988

In september 1990 werd de Zijpe als schip gereed voor sloop verkocht. Maar de Belgen die het schip opkochten zagen nog wat in de veerboot voor een eigen veerdiensten. In oktober van dat jaar was er sprake van dat de Zijpe zou gaan varen op de Schelde bij Antwerpen tussen Kruibeeke en Hoboken. Van varen kwam het niet in Antwerpen en de Zijpe werd opgelegd in het Kattendijkedok. De veerboot bleef jarenlang wegroesten tot dat Op 25 januari 2008 is de Zijpe in de haven van Antwerpen gezonken. Aangezien uit het schip daarna olie lekte besloten de autoriteiten het schip snel te bergen.

De Zijpe was bijna verkocht aan een waterbouwkundig bedrijf dat het schip wilde inzetten voor werken op de Schelde. Ondanks het feit dat de veerboot gezonken was, bleef het waterbouwkundige bedrijf, Hye uit Burcht interesse hebben in de Zijpe. De berging zouden ze zelf uit gaan voeren. Het schip werd gelicht door de openingen af te dichten en lucht in de romp te pompen. Pas bij de derde poging lukte het de bergers voldoende drijvend vermogen te creëren.

Het lek in de romp was ongeveer 10cm groot, maar bleek genoeg om het schip te laten zinken. Na de berging heeft Hye alsnog de veerboot gekocht.

Op 12 februari 2008 kwam het bericht dat de Zijpe alsnog gesloopt wordt. Hye kwam bij een nadere inspectie erachter dat de romp doorgeroest is en zag geen heil meer in de veerboot. Het vervangen van het plaatwerk bleek te kostbaar. Het bedrijf is precies één dag eigenaar geweest van de Zijpe.

De veerboot is uiteindelijk in Hoboken gesloopt en alleen het stuurhuis van dit karakterestieke schip is overgebleven en word momenteel gebruikt als rookruimte bij cafe/restaurant de Storm in Bruinisse.

(1) Stoomtram in de VeerhavenFoto onbekend
(2) Veerboot de SS Schouwen Duiveland in de Tramhaven in ZijpeFoto Onbekend
(3) De zijladingspont Grevelingen kwam in maart 1948 in de vaart. Foto onbekend
(4 Veerboot de Krammer zogenaamd een van de Moerdijk-veerponten Foto Onbekend
(5) Veerboot de Zijpe, die eerder Willemsdorp heeft geheten.Foto onbekend
Veerboot de Zijpe, omgebouwd van stoomboot naar veerboot met dieselmotorFoto onbekend
Half gezonken veerboot "Zijpe in het Kattendijkedok in AntwerpenFoto Jeffrey van Bastelaar
Veerboot "Zijpe" ligt klaar voor sloop bij de sloper in HobokenFoto Jeffrey van Bastelaar
Film. Aflevering van het tv-programma van gewest tot gewest. over het reilen en zeilen van de veerdienst tussen Anajacobapolder en ZijpeFilm eigendom van Youtube account van Jos Vanzalm
Film. Met het blazen van de last post werd in de avond van de 6e juli 1988 de Veerpont Zijpe uit de vaart genomen hiermee kwam er een einde aan het laatste noord zeeuwse autoveer en het laatste RTM veer.Film eigendom van het Youtube acount van JackPSD.