Geschiedenis

Het begin.

Het is omstreeks 1824 dat de staten van de provincie Zeeland zich gaan bemoeien met de veerdiensten over de verschillende wateren van de provincie. Voor Zeeland met vele wateren is het wat verbindingen zowel over water als land betreft niet de eenvoudigste zaak om alles toch enigszins bereikbaar te houden. Zowel voor de Zeeuwen onderling als met de overige provinciën in Nederland. En natuurlijk ook niet te vergeten de verbinding met Zeeuws Vlaanderen en dus ook met België.

Op 1 april 1866 namen Gedeputeerde Staten van Zeeland de exploitatie van de diensten zelf in handen. De oprichting van de PSD was een feit Aanvankelijk exploiteerde de Provincie Zeeland alleen diensten over de Westerschelde en was de naam van de organisatie Provinciale Stoombootdienst op de Westerschelde. Vanaf 1912 nam de Provincie Zeeland ook diensten op de Oosterschelde over, waarvoor een afzonderlijke organisatie werd ingesteld onder de naam Provinciale Stoombootdienst op de Oosterschelde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de diensten samengebracht in één organisatie onder de naam Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland (PSIZ) , wat later weer P.S.D. werd "Provinciale Stoomboot Diensten"

Foto : Veerboot de Schelde, gebouwd in 1866. Getekend door Naerebout.

Uitbreidingen vloot

Een goede veerverbinding bleek echter noodzakelijk te zijn, hoewel er toch pas in 1924 door het provinciaal bestuur het besluit genomen werd een motorferry boot te laten bouwen. De aanschaf was besloten maar het duurde nog tot 1928 voordat de eerste motorferry boot onder de naam "Koningin Wilhelmina" de vaste veerdienst Vlissingen – Breskens kon onderhouden. Dit was een enorme stap vooruit.

In 1932 werden de motorferry boten "Prinses Juliana" en de "Prins Hendrik" aan de vloot toegevoegd. Direct daarna in 1933 werden de motorboten met zijlading zijnde de "Koningin Emma", de "Oosterschelde" en de "Prins Willem I" in de vaart genomen. Deze versterking van de vloot was nodig om nieuwe veer verbindingen die er intussen bijgekomen waren te kunnen bezetten

De tweede wereldoorlog.

Bij het uitbreken van wereldoorlog II in mei 1940 bestond de P.S.D vloot uit een zestal schepen, de Prinses Juliana" , "Prins Hendrik" en de "Koningin Emma", de "Oosterschelde" en de "Prins Willem I" . Deze veerboten onderhielden de verbindingen over de Ooster-en Westerschelde

In mei 1940 zijn er zwarte dagen aangebroken voor de P.S.D. Diverse boten werden in de haven van Breskens tot zinken gebracht. Omdat zij de taak hadden de Franse troepen die binnen waren gevallen en die ons land te hulp waren gekomen, vanuit Zuid Beveland en Walcheren naar Breskens te brengen.

Toen ons land, alsmede België en een groot gedeelte van Frankrijk, eenmaal bezet was, probeerde men na al dit geweld en een hoop vernietiging de veerdiensten weer op gang te krijgen. Zo goed en zo kwaad als het ging kwamen er weer geregelde diensten. Dit gebeurde met allerlei schepen, van vissersboten tot zeilboten, Deze diensten waren in de oorlogsjaren 1940 – 1944 zeker niet zonder gevaar. Herhaaldelijk werd er een veerboot beschoten door de geallieerde vliegtuigen waarbij gewonden vielen zowel onder de burgers, personeelsleden als onder de Duitse militairen.

Veerboten die in dok lagen van de scheepswerf "De Schelde" in Vlissingen, voor herstel van de schade opgelopen in mei 1940, werden door de bombardementen van de geallieerden getroffen. Hierdoor kon geen enkele van de veerboten tijdens de oorlog weer in de vaart worden gebracht.

Op het einde van de oorlog brengen de Duitse troepen boten tot zinken in de haven van Vlissingen. Tevens worden door de Duitse troepen die zich terugtrekken voor de komst van de geallieerden boten meegenomen en elders tot zinken gebracht of beschadigd achter gelaten. Naast de boten werden ook de aanlegsteigers in de veerhavens beschadigd achter gelaten zodat deze voor lange tijd niet gebruikt konden worden.

Foto : Veerboot de Koningin Juliana, half gezonken in de Vlissingese haven. ® Foto Kees Lems

De bevrijding.

Na de bevrijding van Zeeland was het voor de P.S.D. enkele jaren behelpen om weer geregelde veerdiensten te kunnen uitvoeren. Het herstel werd vertraagd omdat het overige deel van Nederland gedeeltelijk pas in 1945 kon worden bevrijd. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerde men toch met wat kunst en vliegwerk weer boten in de vaart te brengen. Het was met deze boten soms niet gemakkelijk vooral bij storm of mist. De uitrusting was destijds maar gebrekkig.

Diverse boten lagen nog gezonken en beschadigd tot eind 1946 in de haven van Vlissingen, men had niet de materialen die nodig waren om ze te lichten. Ondanks alles vervoerde men toch in dit eerste halfjaar ongeveer 500.000 passagiers op de Westerschelde, wat gezien de omstandigheden een ongelofelijke hoeveelheid is.

Tijdens de bezetting door de Duitsers is de veerboot de Koningin Wilhelmina in 1944 gevorderd en verdwenen richting Hamburg. Daar werd het schip dan ook teruggevonden, en na de oorlog weer teruggebracht naar Vlissingen. In 1946 werden bij de Schelde reparaties uitgevoerd. In het voorjaar van 1947 kon de Wilhelmina weer in dienst worden gesteld. Na de oorlog heeft het schip voornamelijk dienst gedaan op de veerdienst Kruiningen-Perkpolder

Voor de veerboot de Prinses Juliana heeft de oorlog veel meer betekend. De in 1932 gebouwde veerboot is op 17 mei 1940 tot zinken gebracht in Breskens. Op 15 augustus is geprobeerd de boot weer te lichten, dit is gelukt en er zou worden begonnen met het repareren op de scheepswerf de Schelde in Vlissingen. Het werfpersoneel heeft dit echter op zorgvuldige en goede manier gesaboteerd. Daarom heeft de Juliana de hele oorlog in het Kanaal door Walcheren gelegen. In oktober 1944 brachten de terugtrekkende Duitsers de veerboot tot zinken in de Vlissingse haveningang. Alleen de oorspronkelijke hoofdmotor kon worden geborgen en werd overgezet in de Prins Hendrik. Enkele onderdelen, maar zeker niet het hele schip werden hergebruikt in de nieuwe Prinses Juliana, later Koningin Juliana.


Foto's Kees Lems

De watersnoodramp.

In de nacht van 31 januari op 2 februari van het jaar 1953 ging het in Zeeland en Zuid Holland vreselijk mis. Springtij en een noordwesterstorm stuwden het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. In Nederland overstroomden een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en delen van West-Brabant. Hierbij verdronken meer dan 1800 mensen en veel dieren; 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen.

Het aantal doden bedroeg 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van de Engelse veerboot Princess Victoria de ramp eiste ook 28 levens in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van sterk verbeterde kustverdediging met de bouw van uitgebreide stormvloedkeringen. De meest uitgebreide zijn de Deltawerken in Nederland.

De watersnoodramp heeft grote gevolgen gehad voor de P.S.D. Tijdens de ramp omdat er veerboten op drift zijn geraakt maar ook zeker na de ramp omdat met het gereedkomen van de verschillende dammen die Zeeland nu heeft er een heel aantal veerdiensten zijn opgeheven.

Behalve het grote verlies aan mensenlevens veroorzaakte de ramp in Zuidwest-Nederland grote schade aan de veestapel, woningen, gebouwen en infrastructuur. Voor veel overlevenden in de getroffen gebieden vormen de herinnering aan de ramp en de datum van 1 februari een levenslang trauma.

Zaterdagavond 31 januari 1953 stond er een zware noordwesterstorm. Rond middernacht was het aan de zuidwestkust van Nederland laagwater. Dus zou het daar op zondagmorgen 1 februari tussen 4 en 6 uur hoogwater zijn.

De Stormvloedseindienst maakte vanaf zaterdagmorgen aan de op de dienst geabonneerde autoriteiten melding van de opkomende 'zeer zware noordwesterstorm'. Tijdens laagwater op die zaterdagavond stond het waterpeil ongeveer even hoog als het normaal bij hoogwater staat. Bovendien was het springtij, wat betekende dat het waterpeil nog extra zou stijgen. In de algemene weersverwachting werd die zaterdagavond gewaarschuwd voor 'gevaarlijk hoogwater'. Helaas werd deze waarschuwing door velen in het rampgebied niet gehoord of verkeerd begrepen.

In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere.


Op de PSD dienst Kruiningen-Perkpolder was de Prins Hendrik van Perkpolder terug naar Kruiningen gevaren en in de fuik afgemeerd. De bemanning probeerde met man en macht de veerboot in de fuik te houden, extra trossen werden gebruikt om de boot extra te vast te leggen. De storm werd heviger en heviger en het water steeg steeds hoger tot de dijkcoupures het begaven. De motoren van de Prins Hendrik draaiden op volle toeren om te zorgen dat het schip in de fuik bleef. Steeds meer trossen knapten en de veerboot lag inmiddels scheef in de fuik toen het water begon te maken. De bemanning van een tanker kon wel nog aan boord worden genomen voordat deze door het gat de polder in verdween. De Kruiningenpolder (1400 hectare) verdween onder water.


Niet zolang hierna sloeg ook de andere veerboot die de dienst Kruiningen-Perkpolder onderhield de Willemsdorp los en dreef de de overstromende polder in.


Voorbij de Prins Hendrik dreven mensen op hun huisraad. De bemanning van de Hendrik konden hen alleen nog reddingsvesten toegooien pogingen om mensen aan boord te nemen mislukte. In de vroege morgen van 1 februari zag men kans om met de Prins Hendrik naar Perkpolder te varen en daar veilig aan te meren. De veerdienst zou de rest van dat jaar uit de vaart zijn, en pas op 1 mei 1954 werd de haven heropend door minister Algera en kon de dienst naar Perkpolder worden hervat.

Foto februari 1953 - Veerboot "Willemsdorp in de Kruiningenpolder gestuwd door de kracht van het water.


Foto Kees Lems

Foto februari 1953 - Tijdens het hoogwater wat elke dag 2 keer de polder in liep is geprobeerd de veerboot uit de polder te krijgen.


Foto Kees Lems

Ook op de veerdienst Terneuzen Hoedekenskerke begon het op die beruchte avond van zaterdag 31 januari 1953 al aardig te stormen. De zijlader Koningin Emma was ‘s avonds op weg van Terneuzen naar Hoedekenskerke. Daar aangekomen kwam de veerboot hard met het ponton in aanvaring, juist op het moment de matroos klaar stond om de trossen aan te nemen. Door de harde klap viel hij vanaf het ponton in het water en met veel moeite lukte het na tien minuten om hem uit het water te halen. Een reanimatiepoging van de ter plaatse gekomen dokter mocht helaas niet meer baten.

De veerboot was inmiddels naar de andere kant van de haven van Hoedekenskerke gedreven en liep daar tegen de dijk aan. Met veel moeite kon men weer loskomen van de wal, de storm hield hevig huis in de kleine haven. De kapitein van de Koningin Emma besloot daarop terug te varen naar Terneuzen. Hij kon niet meer aanmeren aan het ponton en de rest van de bemanning terug aan boord nemen. Enkel met de stuurman als bemanning werd tijdens het hoogtepunt van de storm met windkracht 10 koers gezet naar Terneuzen. Waarna de boot veilig aanmeerde aan het ponton in de Terneuzense veerhaven.

Dit schrijven word dan ook deels opgedragen aan allen die tijdens deze vreselijke ramp zijn omgekomen en aan iedereen die familie moet missen hierdoor.

Vloot.

In het prille begin van de P.S.D. voeren er boten die nog geen eigen motor hadden en waar er dus geroeid werd. Er konden (en moesten) geen auto’s meew ant auto’s waren er in die tijd gewoonweg nog niet. Wel maakten in die tijd paarden en boeren karren de overtocht. Later toen er meer autoverkeer kwam moesten er met de boten wel auto’s meekunnen daarom kwamen er nieuwe boten. Op die boten konden 4 of 5 auto’s tegelijk de overtocht maken, dat lag aan hoe ervaren de bemanning was, er was op die boten wel veel plaats voor voetgangers, want te voet gingen er veel mensen mee.


En zo ging het verder tot er boten waren die zo groot waren dat ze niet meer vergroot konden worden. Maar het verkeer nam nog steeds toe. Tussen 1958 en 1964 kwamen de drie enkeldeks "prinsessen"-boten in de vaart namelijk de Prinses Beatrix, Prinses Irene en Prinses Margriet. Meer dan twintig jaar lang zouden dit de werkpaarden tussen Vlissingen en Breskens blijven.

Op de dienst Kruiningen Perkpolder vaarde in die tijd nog de Prins Bernhard en Koningin Juliana. Ondersteund met de Dordrecht. Maar ook daar ontstonden lange wachttijden. Daarop heeft de P.S.D . Iets verzonnen. De veerboten konden niet groter gebouwd worden dit zou de laad-en lostijd en de manoeuvreerbaarheid van de schepen dusdanig belemmeren dat dit niet werkbaar zou zijn. Zo kwamen in 1968 en 1970 twee dubbeldeksveerboten in dienst. Hierin was de P.S.D. ver zijn tijd vooruit. Bij de TESO die de veerdienst naar Texel beheerd kwam er pas een dubbeldeksschip in 1980. De ultra moderne Prinses Christina en Prins Willem-Alexander werden in dienst gesteld op de lijn Kruiningen-Perkpolder, waar ze tot de opheffing van de PSD in 2003 zijn blijven varen.


In 1985 werden de veerhavens van Vlissingen en Breskens aangepast om ook daar dubbeldeksboten te kunnen aanmeren. Er werden vanaf de bouw van de prinses Christina en prins Willem-Alexander nog drie extra dubbeldeksboten aan de vloot toegevoegd namelijk de Prinses Juliana (1986), de Koningin Beatrix (1993) en de Prins Johan Friso (1997).

Vaste over verbindingen.

In de jaren zestig sprak men al van een vaste oeververbinding, die men toen gedacht had te plaatsen op de lijn Kruiningen – Perkpolder waar toen dus nog de veerdienst voer. . De kosten raamde men toen op 400 miljoen gulden.

Vele jaren van studie volgde naar het vraagstuk de veerboten te vernieuwen, of een tunnel aan te leggen?

Het resultaat was dat er veel en lang in het onderzoek was geïnvesteerd, maar dat er niets van de grond kwam. De vele kosten die achteraf nutteloos zijn gebleken werden veroorzaakt door zowel de provinciale- als de landelijke politiek.


Mede door het gereed komen van het deltaplan dat bestemd is om Zeeland te beschermen voor wat er in 1953 verschrikkelijk mis is gegaan. Zijn stuk voor stuk de veerdiensten opgeheven omdat er nu op de trajecten waar de veerdienst vaarde nu een vaste oeververbinding ligt in de vorm van een brug, kering of dam .

De eerste veerdienst die zo aan zijn einde kwam was Kortgene - Wolphaarsdijk in 1960. Op 4 mei 1960 werd tussen Noord Beveland en Zuid Beveland de Zandkreekdam gesloten waardoor de veerboot 'Noord Beveland' op 1 oktober 1960 zijn laatste vaart tussen Kortgene en Wolphaartsdijk maakte.

Een jaar later was ook de Veerse Gatdam gereed en staakte ook de veerdienst Veere - Kamperland zijn dienst.

De veerdienst Katse Veer - Zierikzee is dan weer een ander verhaal. Deze veerdienst is uit praktische overwegingen opgeheven.

Door het fors toenemende autoverkeer op deze dienst werd de 'Koningin Emma' in 1955 verlengd met maar liefst 10 meter. Verder werden naast de 'Koningin Emma' ook de schepen de 'Prins Willem 1', 'Oosterschelde' en de 'Noord Beveland' ingezet op deze dienstlijn. Waar er dus op het laatst soms wel met 4 schepen gevaren werd. Daarom werd in December 1665 de Zeelandbrug geopend, zodat op 14 december van dat zelfde jaar de lijn Zierikzee -Katscheveer overbodig werd.

Ook tussen Terneuzen en Hoedekenskerke heeft de P.S.D. een veerverbinding onderhouden maar ook deze is naar verloop van tijd gestaakt. De overtocht van Terneuzen naar Hoedekenskerke duurde bijna een uur en per overtocht konden er maar 25 tot 30 auto`s mee over. De bestaande aanlegsteiger was enkel geschikt voor veerboten met zijlading en diende dus op een bepaald moment te worden aangepast voor de veerboten met koplading. Na het invoeren van het veertarief in 1950 daalde het reizigersaanbod op de lijn zo drastisch dat de bouw van een nieuwe aanlegsteiger niet rendabel was en de dienst werd in 1972 opgeheven.

Op 3 januari van dat jaar werd afscheid genomen van de veerdienst Terneuzen - Hoedekenskerke de 'Prins Willem 1' verzorgde de laatste afvaart, waarmee de laatste klassieke provinciale veerdienst tot het verleden behoorde.

Foto Veerboot koningin Emma die de veerhaven in Katscheveer binnenvaart


Foto Kees Lems

Foto Veerboot Prins Willem 1 vaart de veerhaven in Terneuzen binnen


Foto Kees Lems

15 maart 2003.

Afscheid van de P.S.D.

Op de veerdiensten Kruiningen Perkpolder en Vlissingen - Breskens hebben de dubbeldeksveerboten prinses Christina, prins Willem-Alexander, prinses Juliana, koningin Beatrix en prins Johan Friso tot 15 maart 2003 hun veerdiensten onderhouden.

Vele Zeeuwen zagen "hun" veerdiensten liever niet verdwijnen en vrachtwagenchauffeurs zagen de veerdiensten als een rustplek. En voor de vele toeristen was de veerdienst een hele beleving.

Maar toch heeft dat niet mogen baten en is op 14 maart 2003 een nieuwe definitief zwarte dag voor de P.S.D. aangebroken. De Westerscheldetunnel werd geopend. De 220 medewerkers die soms al hun hele leven bij de P.S.D. werkte moesten ander werk gaan zoeken.

Op 15 maart 2003 konden alle Zeeuwen afscheid nemen van de veerdiensten. Op allebei de overgebleven dienstlijnen Kruiningen-Perkpolder en Vlissingen-Breskens waren festiviteiten georganiseerd en achter het P.S.D. Kantoor in Vlissingen waar de prinses Christina lag kon ook op die boot nog worden rondgekeken


Programma van 15 maart 2003

De Zeeuwse bevolking, PSD’ers, oud-PSD’ers en andere belangstellenden kunnen op 15 maart 2003 afscheid nemen van de Provinciale Stoomboot Diensten in Zeeland. Op de veerpleinen in Breskens, Vlissingen, Perkpolder en Kruiningen vinden allerlei activiteiten plaats.

Natuurlijk vaart de boot die dag ook. Tot 16.30 uur mogen voetgangers, fietsers en brommers ieder half uur gratis mee! Zij krijgen een laatste-boot-herinnering. Auto's rijden door de Westerscheldetunnel. Uiteraard ontbreken de traditionele "bootrecepten" zoals snert, kroketten en koffie niet.

Tijdens de overtocht Vlissingen-Breskens zijn er diverse optredens van muziekgezelschappen. Tevens zijn er exposities van tekeningen en gedichten aan boord en (oud-)P.S.D-ers vertellen….

Op de vier veerpleinen is een cd-rom met de historie van de P.S.D. en een herinneringsboek van de PSD te koop à € 2,-. (oud-)PSD-ers krijgen een exemplaar van het boek. Daarnaast is er een video van Omroep Zeeland te krijgen.

In de aanloop naar het einde van de P.S.D werd begin 2003 een website gelanceerd: VaarwelPSD.nl. de teksten van dit blokje geschiedenis zijn dus niet door ons is geschreven, maar zijn overgenomen van VaarwelPSD.nl.
Gratis bootkaart die iedereen die de veerdiensten bezocht die dag kreeg. De kaart gaf toen het recht op een gratis overtocht op Kruiningen-Perkpolder of Vlissingen-Breskens.
Spandoek dat achter een vliegtuig werd gehangen om de P.S.D. te bedankten voor al die jaren veerverbindingen in Zeeland

Estafette

De vier veerpleinen worden symbolisch met elkaar verbonden door een estafette. Iedereen mag hieraan meedoen. Om 9.15 uur wordt gestart in Breskens. De bedoeling is om de Zeeuwse vlag door te geven. Hoe? Alles mag; per voet, fiets, paard, step, bakfiets, brommer, helikopter, zwemmend, skeelerend …

Hoe meer mensen meedoen, hoe leuker. En hoe korter het af te leggen stuk om de vlag door te geven aan de volgende deelnemer. Natuurlijk zijn supporters welkom om de deelnemers aan te moedigen.

Het parcours start in op het veerplein in Breskens om 9.15 uur. Met de boot wordt overgestoken naar Vlissingen. Het parcours loopt vervolgens langs de Prinses Christina en de Westerschelde naar Kruiningen. Daar wordt met de boot weer overgestoken naar Zeeuws Vlaanderen naar Perkpolder. Van daar uit moet de vlag om 16.00 uur in Breskens zijn. Zo is de vlag nét op tijd voor de laatste boot Breskens-Vlissingen.

Alle deelnemers krijgen een trofee in de vorm van een speciaal PSD-herinneringsshirt. Dat kunnen ze aandoen tijdens de estafette.




Fietstocht

De hele dag is er een fietstocht met stempelposten. Deze start op vijf verschillende plaatsen, namelijk: de vier veerhavens en de voormalige aanlegplaats Terneuzen. In de tenten op de veerpleinen en de Prinses Christina die in Vlissingen bezichtigd kan worden, zijn stempelposten.

Laatste afvaarten

De laatste boot vertrekt om 16.20 uur uit Breskens naar thuishaven Vlissingen. PSD'ers en oud-PSD'ers met partner hebben voorrang op deze overtocht. Bij deze overtocht is een escorte ter zee en in de lucht; van zeilschepen, sleepboten, politieboten, loodsboten en helikopters. Zij brengen op deze wijze een laatste groet aan de PSD. Na aankomst in Vlissingen, gaat de boot als fiets-voetveer terug.

De laatste boten uit Kruiningen én Perkpolder vertrekken om 16.30 uur. Onderwerg liggen schepen om de veerboten een laatste saluut te brengen. Bij aankomst liggen ze afgemeerd in de veerhaven en kan het publiek de boten nog tot 18.00 uur bezichtigen. Daarna vertrekken ze voorgoed naar hun thuishaven in Vlissingen.

De veerboten werden te koop gezet, en de veerpleinen in Kruiningen en Perkpolder waren verlaten. De PSD is voor altijd voltooid verleden tijd geworden.

Foto 15 maart 2003 - Veerboot koningin Beatrix bezig aan de laatste overtocht onder de vlag van de P.S.D. Te zien is een escorte ter zee van zeilschepen, sleepboten, politieboten en loodsboten. Zij brengen op deze wijze een laatste groet aan de P.S.D.

Na 15 maart 2003.

Foto 2013 - Prins Willem-Alexander en prinses Juliana liggen achter het P.S.D. kantoor aan de prins Hendrikweg in Vlissingen. De twee schepen die overbodig geworden zijn wegens het opheffen van de P.S.D. liggen hier te wachten op verkoop.

Op zondag 16 maart 2003 voeren de dubbeldeksveerboten Prins Willem-Alexander en Prinses Juliana van de lijn Kruiningen-Perkpolder over de Westerschelde naar Vlissingen om daar achter het PSD-kantoor de verkoop af te wachten.


Op de verbinding Vlissingen-Breskens kwam een fiets- en voetveer in de plaats dat geëxploiteerd door Veolia Transport Fast Ferries (voorheen: BBA Fast Ferries). Deze dienst werd het eerste jaar nog onderhouden door de Koningin Beatrix en Prins Johan Friso omdat de nieuwe Swath schepen Prins Willem Alexander en Prinses Maxima nog niet klaar waren.

Heden.

Westerschelde Ferry

De Westerschelde Ferry BV exploiteert in opdracht van de Provincie Zeeland de veerdienst Vlissingen-Breskens als fiets/voet-veer met twee schepen: de Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima. Deze SWATH-schepen zorgen voor een veerverbinding tussen Vlissingen en Breskens. De overtocht duurt ongeveer 23 minuten. De schepen bieden plaats aan maximaal 186 passagiers en zo'n 90 fietsen en bromfietsen. De lengte van de schepen is 37,71m, de breedte 17,31m en de diepgang 4,2m. Twee dieselmotoren van 2x 1560KW bij 1800TPM zorgen voor de voortstuwing.

De veerverbinding tussen Vlissingen en Breskens is een belangrijke schakel in het OV-netwerk van Zeeland. Een Europese aanbesteding van deze verbinding heeft in 2014 geen inschrijvers opgeleverd. Daarom hebben Gedeputeerde Staten van Zeeland besloten de verbinding zelf te exploiteren en onder te brengen in een dochteronderneming: de Westerschelde Ferry BV.

Westerscheldetunnel

De Westerscheldetunnel is door zijn centrale ligging de belangrijkste schakel tussen Zeeland, Vlaanderen en West-Brabant. Per dag maken gemiddeld meer dan 15.000 voertuigen gebruik van de tunnel met een lengte van 6,6 kilometer. Het diepste punt van de tunnel ligt op 60 meter onder N.A.P. Elke tunnelbuis heeft twee rijstroken van elk 3,5 meter breed.

De Westerscheldetunnel is aangelegd op initiatief van de Nederlandse Staat en de Provincie Zeeland en is sinds 14 maart 2003 geopend.

Er is geboord vanaf Terneuzen richting Zuid-Beveland. Het boren van de eerste tunnelbuis startte in juli 1999, twee maanden later begon het boren van de tweede buis. Des tijds was de boorsnelheid ongeveer 12 met er per dag

Speciaal voor de bouw van de Westerscheldetunnel zijn er 2 tunnelboormachines gebouwd met een diameter van 11,33 meter en een lengte van 11 meter de boormachines zelf wogen samen 4.000 ton en kostten 90 miljoen euro .

Net zoals bij de veerdiensten word er voor een passage van de Westerscheldetunnel ook tol geheven. Een passage voor een personenauto kost anno 2019 €5,00 Met een speciaal abonnement een TTag kost de passage € 3,80


Veerpont Perkpolder-Hansweert


Tussen Perkpolder en Hansweert vaart in de zomermaanden een fietserspontje. Deze dienst word onderhouden door rondvaartbedrijf de Atol.

Er word gevaren met het schip de onderneming op dit schip mogen maximaal 75 personen

Verdere gegevens van het schip zijn :

Lengte 36 meter, Breedte 5,5 meter, Diepgang 1,4 meter.

Hoofdmotor : Mercedes 10 cil. 400 pk.

Boegschroef : Deutz 4 cil. 110 pk.

Generator sets : SDMO John Deere 30 kva 380 V, SDMO Mitsubishi 16 kva 380 V.