Filosofie en Wetenschap
a prioria priori (Lat.: `vooraf') Term voor al die oordelen en beginselen waarvan de geldigheid volledig onafhankelijk is van of `vooraf gaat aan' onze zintuiglijke aannameaanname (assumptie) In het algemeen elk oordeel waarvan de waarheid voorlopig wordt voorondersteld. In het dagelijkse taalgebruik bijvoorbeeld aanschouwingaanschouwing De onmiddellijke ervaring van een fysisch object (zintuiglijke aanschouwing) of van een geestelijk object (innerlijke aanschouwing). aanschouwingsvormen, zuivereaanschouwingsvormen, zuivere Term uit de filosofie van Kant, waarmee ruimte en tijd worden bedoeld. Deze aanschouwingsvormen zijn zuiver abductie (filos.)Abd-al-LatifAbd-al-Latif (1162-1231) Arabisch filosoof en natuuronderzoeker, reisde veel en beschreef nauwkeurig de planten en dieren die hij zag. Hij is bekend Abélard, Pierreabductie (filos.) (lett: wegvoering) 1. In de logica: het trekken van een conclusie uit een algemene en een specifieke, waarschijnlijke uitspraak. Bijvoorbee
Abélard, Pierre (ook: Petrus Abaelardus; 1079-1142) Frans filosoof. Door zijn strijdlustig temperament en rationele geest maar vooral door de tragische Aboe Ali al-Haitham
Aboe Ali al-Haitham (Alhazen; ca. 965-1039) Arabisch geleerde, schreef een groot aantal werken op het gebied van de wis-, natuur- en sterrenkunde, Abravanel, Juda
Abravanel, Juda (Leone Ebreo; ca. 1460-ca. 1530) Joods wijsgeer die in 1492 voor de inquisitie uit Spanje naar Italië vluchtte. Geneesheer en docent absolute, het
absolute, het Term met vele betekenissen, veelal bedoeld als de aanduiding van datgene wat `in zichzelf' volledig is, door zichzelf en niet door iets absoluut
absoluut In de filosofie betekent het absolute: vrij van allerlei betrekkingen, onafhankelijk, onbepaald en volkomen. In tegenstelling ermee staat relatief. abstractie
abstractie De laatste, formeel operationele fase in de ontwikkeling van het denken, waarin uit een concreet geheel van bepalingen een kenmerkende Academie (filos.)
Academie (filos.) School gesticht door de Griekse filosoof Plato in 387 v.C., op een plaats even buiten Athene gewijd aan de halfgod Academus. Aanvankelijk Academus
Academus (Echedemus) Arcadiër die volgens een Griekse mythe op verzoek van Theseus naar Athene kwam en later aan de Spartanen de plaats verried accident
accident Term uit de scholastiek. (Lat. accidens = wat plotseling of toevallig optreedt). Het niet wezenlijke, wisselende, toevallige, dat bij afwezigheid acht trigrammen
acht trigrammen (pa kwa) Fundamentele figuren uit het klassieke Chinese werk 'I-tsjing'. Een trigram is opgebouwd uit drie evenwijdige lijntjes. Elk activisme
activisme Leer en levenshouding, waarin doelgerichtheid van de wil en daadkrachtig handelen centraal staan. Het kennen en denken moeten in dienst activiteit (fil.)
activiteit (fil.) Werkzaamheid. Men onderscheidt immanente activiteit (betreft zichzelf, zelfontwikkeling), bijv. wat we 'leven' noemen, en transitieve actueel
actueel Filosofische term, te omschrijven als: verwerkelijkt datgene wat zijn aanleg of potentie heeft gerealiseerd. Daarom het tegenovergestelde van ad hoc-aanpassing
ad hoc-aanpassing (lett: aanpassing tot hier, tot dit moment) Een aanpassing achteraf van een theorie of hypothese naar aanleiding van een weerlegging. Adelard van Bath
Adelard van Bath (ca. 1080-ca. 1145) Engels filosoof. Maakte grote reizen door de islamitische wereld en was een der eerste vertalers van wetenschappelijke Adorno, Theodor Wiesengrund
Adorno, Theodor Wiesengrund (1903-1969) Duits socioloog, belangrijk vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule. Adorno bewoog zich zowel Advaita
Advaita (Sanskriet: niet-tweeheid) Leer van de Indische wijsgeer Sankara: het absolute staat in een allesomvattende persoonlijke relatie met de wereld. Aegidius Romanus
Aegidius Romanus (Gilles van Rome; 1246-1316) Italiaans scholastisch filosoof; Augustijn, aartsbisschop van Bourges (1295). Verdedigde Thomas affirmatie
affirmatie Bevestiging. In de logica en in de linguïstiek wordt een onderscheid gemaakt tussen affirmatieve (bevestigende) en negatieve (ontkennende) agnosticisme
agnosticisme (Gr: agnostos = niet kennen) De leer dat men omtrent het wezen der dingen, zoals het Godsbestaan, niets met zekerheid kan zeggen. De Agricola, Rudolf
Agricola, Rudolf (eig. Roelof Huysman; ca. 1443-1485) Vader van het humanisme in Nederland en Duitsland. Hoogleraar in Heidelberg (1484). Kw
Agricola, Rudolphus Frisius
Agricola, Rudolphus Frisius (Roelof Huysman; 1443 of 1444-1485) Vader van het humanisme in Nederland en Duitsland; hoogleraar filosofie te akosmisme
akosmisme Aanduiding van de filosofische en religieuze theorie over het niet-bestaan van een uitwendig fysische wereld. Zo noemde Hegel het pantheïsme Akt-psychologie
Akt-psychologie Een historisch gezien interessante tak van de psychologie, die verbonden is aan Franz (von) Brentano (1838-1917). Deze was opgeleid Alain de Lille
Alain de Lille (ook Alanus van Rijsel; ca. 1120-1203) Frans (Latijns) humanist, hoogleraar te Parijs, later monnik. Zijn veelzijdigheid leidde tot de Alberti, Leon Battista
Albert, Hans (geb. 1921) Duits socioloog. Geestverwant van Karl Popper en strijdbaar exponent van het kritisch rationalisme. In de zogenaamde Positivismusstreit Alcmaeon van Croton
Alberti, Leon Battista (1404-1472) Prominent humanist, architect en kunsttheoreticus van de renaissance. Een der eersten die behalve in het Latijn Albert, Hans
Alcmaeon van Croton (geb. ca. 535 v.C.) Grieks arts, natuurfilosoof. Verrichtte als eerste secties op dieren en onderscheidde slagaders en aders. Zag Alexander, Samuel
Alexander, Samuel (1859-1938) Brits filosoof, hoogleraar te Manchester (1893-1923). In zijn hoofdwerk: 'Space, time and deity' (2 dln., 1920) neemt Algarotti, Francesco
Algarotti, Francesco (1712-1764) Italiaans geleerde, encyclopedist, kosmopoliet en kunstkenner. Vriend van Voltaire en Frederik de Grote. Schreef Althusius, Johannes
Althusius, Johannes (1557-1638) Duits rechtsfilosoof, vanaf 1588 hoogleraar te Herborn. Vurig verdediger van de calvinistische rechtsopvatting. Althusser, Louis
Althusser, Louis (1918-1990) Frans filosoof. De marxistische filosoof Althusser benadrukte in zijn werk het verschil tussen de 'jonge' en de 'oude' Marx, Amerbach, Bonifacius
Amerbach, Bonifacius (1496-1562) Zwitsers humanist en rechtsgeleerde. Hans Holbein de Jongere portetteerde hem samen met Erasmus.
Amici, Giovanni Battista
Amici, Giovanni Battista (1786-1863) Italiaans opticien, astronoom en natuurfilosoof. Hij leverde belangrijke bijdragen aan de verbetering van de analogieredenering
analogieredenering Redenering waarbij op grond van overeenstemming tussen dingen op bepaalde punten tot overeenstemming op andere punten analyse
analyse Het uiteenleggen van een eenheid in zijn samenstellende delen. Met deze omschrijving wordt meestal de zogeheten elementaire analyse bedoeld, analytische inductie
analytische inductie Methodologisch begrip van de hand van de Amerikaanse socioloog Florian Znaniecki (1882-1958), te onderscheiden van stati
Anaxagoras van Klazomenai
Anaxagoras van Klazomenai (499 -428 v. C.) Grieks filosoof, behorend tot de jongere natuurfilosofen en als zodanig tot de pre-socraten. Van zijn Anaximander
Anaximander (ca. 611-545 v. C.) Grieks (Ionisch) natuurfilosoof, leerling van Thales van Milete. Volgens Anaximander ontstaan en vergaan de dingen Anaximenes
Anaximenes (ca. 585-525 v. C.) Natuurfilosoof uit Ionië, leerling van Anaximander. Evenals dat bij Anaximander het geval is, is van zijn werk maar Anscombe, Gertrude Elizabeth Margaret
Anscombe, Gertrude Elizabeth Margaret (geb. 1919) Brits filosofe, hoogleraar in de wijsbegeerte aan de universiteit van Cambridge (sinds 1970). Anselmus van Canterbury
Anselmus van Canterbury (1033-1109) Aartsbisschop van Canterburry (1093-1109), belangrijk middeleeuws denker die wel als de grondlegger van antecedens
antecedens (Lat.: `wat voorafgaat') Meestal gebruikt in samenspraak met consequens (`wat volgt'). Beide zijn termen uit de logica waarmee men respectievelijk antinomie
antinomie In onbruik geraakte term voor paradox of contradictie. Met name bekend zijn Kants antinomieën van de zuivere rede: met betrekking tot Antisthenes
Antisthenes (ca. 455-ca. 365 v. C.) Grieks filosoof, die zijn school had in Kynosarges, de plaats waaraan de cynici waarschijnlijk hun naam ontlenen.
antropologie
antropologie Leer over de mens. 1. Culturele antropologie: bestudeert de vorming en aard van sociale structuren en de invloed ervan op de mens. Culturee
antroposofie
antroposofie Antroposofie is een levensbeschouwing die het geestelijke in de mens met de geestelijke grondslagen van het heelal wil verbinden. De apeiron
apeiron (Gr.: `het onbegrensde') De onbegrensde en ongevormde oerstof waaruit volgens Anaximander de wereld en wat daar in is ontstaat en waarin Apel, Karl-Otto
Apel, Karl-Otto (geb. 1922) Duits filosoof, hoogleraar aan diverse universiteiten, o.a. van Kiel (1962-69), Saarbrücken (1969-72) en Frankfurt (van
apollinisch-dionysisch
apollinisch-dionysisch Door Schelling ingevoerd en later vooral door Nietzsche in zwang geraakt begrippenpaar dat de spanning tussen verstandel
Apostel, Leo Jan Maria
Apostel, Leo Jan Maria (1925-1995) Belgisch filosoof. Apostel studeerde filosofie aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) en, na zijn promo
archimedisch punt
archimedisch punt Van Archimedes zou de uitspraak afkomstig zijn: 'Geef mij een vaste plaats om op te staan en ik zal de aarde bewegen.' Dit streven argument (filos.)
argument (filos.) Uitspraak die ter verdediging of ontkrachting van een stelling wordt aangevoerd. Er wordt in de argumentatieleer een onderscheid argumentatieleer
argumentatieleer De leer waarin richtlijnen worden gegeven voor het redeneren en het discussiëren in gewone omgangstaal. In de oudheid vielen argumentatieleer argumentum ad hominem
argumentum ad hominem Niet ter zake doende of zelfs kwaadaardige toespeling op persoonlijke omstandigheden van degene met wie men het oneens Aristippus
Aristippus (ca. 435-356 v.C.) Grieks wijsgeer uit Cyrene. Stichter van de Cyrenese School, leerling van Socrates, wordt beschouwd als grondlegger Aristobulus van Paneas
Aristobulus van Paneas (ca. 160 v.C.) Joods filosoof te Alexandrië, die trachtte een verbinding te leggen tussen joodse theologie en Griekse wijsbegeerte. aristotelisme
aristotelisme De op Aristoteles gebaseerde wijze van het bedrijven van de filosofie. Na de eerste generatie van Aristoteles' leerlingen richtte de door Arnauld, Antoine
Arnauld, Antoine (1612-1694) Frans theoloog, voorvechter van het jansenisme. Schreef 'l'Art de penser' (1662; samen met Pierre Nicole), dat bekend Aron, Jean-Paul
Aron, Jean-Paul (1927-1988) Frans schrijver en filosoof. Aron was een neef van de beroemde Franse filosoof Raymond Aron. Zelf studeerde hij ook associatie (filos.)
associatie (filos.) Term voor de verbinding van voorstellingen die elkaar in het bewustzijn kunnen oproepen. In de filosofie van de achttiende eeuw astraal lichaam
astraal lichaam (meta-organisme) Drager van de persoonlijkheid na de dood. In het Indische denken en in de Griekse filosofie is hierover gespeculeerd. atheïsme 1. algemeen
atheïsme 1. algemeen (Gr: a = zonder, theos = god). Atheïsme is de ontkenning van het bestaan van God als een eigen werkelijkheid buiten mens
atheïsme 2. geschiedenis
atheïsme 2. geschiedenis Atheïstische (van de Griekse woorden: a = zonder en theos = god) uitlatingen zijn waarschijnlijk zo oud als de religie z
atheïsme 4. modern
atheïsme 4. modern (Gr: a = zonder, theos = god). In het algemeen vormt de stelling dat de moderne wetenschap 'god' uitsluit slechts een deel van atman
atman (Sanskriet: zelf, ziel, ik) In de Indische filosofische systemen de eeuwige, onveranderlijke en onstoffelijke kern van het individu. Is de drager atomisten
atomisten Met atomisten worden aangeduid de Griekse filosofen Leucippus van Milete (5e eeuw v.C.), zijn leerling Democritus van Abdera (ca. 460-Atterbom, Per Daniel Amadeus
Atterbom, Per Daniel Amadeus (1790-1855) Zweeds filosoof en letterkundige, introduceerde onder invloed van Friedrich von Schelling de Romantiek attribuut (filos.)
attribuut (filos.) In de scholastiek de term voor de eigenschap of het kenmerk van een ding. Daarnaast ook de eigenschap die aan een substantie toegekend Augustinus, Aurelius 1. algemeen
Augustinus, Aurelius 1. algemeen Augustinus (354-430), stammend uit het Noordafrikaanse geslacht Aurelius, was een bisschop die door zijn veelzijdige Augustinus, Aurelius 5. augustinisme
Augustinus, Aurelius 5. augustinisme De kerkvader Augustinus (354-430) was een veelzijdig denker. Meestal zette hij zijn gedachten op papier naar Aurobindho, Sri
Aurobindho, Sri (ook: Ghose Aurobindho; 1872-1950) Indisch filosoof en mysticus in de Vedanta-traditie. Voorvechter van India's nationale onafhankelijkheid. Austin, John Langshaw
Austin, John Langshaw (1911-1960) Brits filosoof, een der belangrijkste analytische filosofen uit Oxford. Austin legde zich vooral toe op de begripsmatige austromarxisme
austromarxisme Marxistische school die tussen 1920 en 1935 in Oostenrijk tot bloei kwam. Belangrijkste voormannen waren o.a. Karl Renner (1870-autonomie (filosofie en theologie)
autonomie (filosofie en theologie) Het woord autonomie (Grieks: autos = zelf en nomos = wet) is vaak beter bekend in de betekenis van zelfstandigheid Avenarius, Richard
Avenarius, Richard (1843-1896) Zwitsers filosoof. Grondlegger van het empiriocriticisme, waarin hij op het metafysisch karakter wijst van wat hij Averroës
Averroës (1126-1198) Arabisch jurist, arts en wijsgeer. (Zijn naam is een verbastering van het Arabische Ibn Roesjd.) Van de islamitische geleerden
Avicenna
Avicenna (Arabisch: Ibn Sina; 980-1037) Islamitisch medicus en wijsgeer van Perzische afkomst. Zijn filosofie is de belangrijkste geweest van de oosterse axioma
axioma (postulaat) Niet bewijsbare uitspraak die aanvaard wordt als grondslag voor een bepaald wetenschapsgebied. Axioma's voor een bepaald wetenschapsgebied Ayer, Alfred Jules
Ayer, Alfred Jules (1910-1989) Brits filosoof. Ayer studeerde filosofie in Oxford en was sinds 1931 als 'fellow' aan zijn Alma Mater verbonden. Tijdens Baader, Franz Xaver Benedikt von
Baader, Franz Xaver Benedikt von (1765-1841) Duits r.-k. theoloog en filosoof, vanaf 1826 hoogleraar dogmatiek en filosofie te München. Bekend Bachelard, Gaston
Bachelard, Gaston (1884-1962) Frans filosoof, mathematicus en natuurkundige. Publiceerde werken over de geschiedenis en de filosofie van de wetenschap Bachmann, Ingeborg
Bachmann, Ingeborg (1926-1973) Oostenrijks schrijfster en filosofe. In haar werk behandelt ze de problematiek van het menselijk onvermogen tot Backer, Franz de
Backer, Franz de (1891-1961) Vlaams schrijver en filosoof, bekend door de roman 'Het dochterken van Rubens' (1922), waarin hij de gedachtewereld Bacon, Francis (filos.)
Bacon, Francis (filos.) (1561-1626) Engels staatsman en geleerde. Hij studeerde wijsbegeerte en rechten te Cambridge. Na voltooiing van zijn studie Bacon, Roger
Bacon, Roger (ca. 1214-1294) Engels filosoof en natuurgeleerde. Kort na 1247 toegetreden tot de orde der franciscanen. Voorstander van verstandelijke Badener School
Badener School (Zuidwest-Duitse School) Richting binnen het neokantianisme. De grondlegger van de Badener School was Windelband. Hij verklaarde Baerle, Casper van
Baerle, Casper van (ook Casper Barlaeus; 1584-1648) Nederlands predikant, geleerde en dichter. Tot 1619 hoogleraar in de logica, vanaf 1632 hoogleraar Bahya ben Jozef ibn Pakuda
Bahya ben Jozef ibn Pakuda (11e eeuw) Joods filosoof die volgens de overlevering verbonden was aan het rabbinaal gerechtshof te Zaragossa. Zijn Ballanche, Pierre-Simon
Ballanche, Pierre-Simon (1776-1847) Frans dichter en wijsgeer uit de kring rond Chateaubriand en Mme Récamier. Zijn hoofdwerk, 'Essais de paling
Balmès, Jaime Luciano
Balmès, Jaime Luciano (1810-1848) De 'nationale filosoof' van Spanje in de 19e eeuw, dank zij zijn verheerlijking van Spanje en het rooms-katholicisme barokscholastiek
barokscholastiek Tweede fase in de geschiedenis van de scholastiek, ook wel Spaanse scholastiek genaamd. Deze fase begon in de 16e eeuw. In de Bartholomaeus Anglicus
Barth, Paul
Barth, Paul (1858-1922) Duits filosoof. In 1897 hoogleraar te Leipzig. Barth bewoog zich op het terrein van de geschiedfilosofie en trachtte deze uit Bauch, Bruno
Bartholomaeus Anglicus (gest. ca. 1250) Middeleeuws encyclopedist, die talloze planten en dieren beschreef zonder er zelf ooit een goed bekeken
Bauch, Bruno (1877-1942) Duits neokantiaans filosoof. In 1911 hoogleraar te Halle en in 1916 richt hij de Deutsche Philosopische Gesellschaft op. Baumgardt, David
Baumgardt, David (1890-1963) Duits filosoof, in 1937 evenwel uit Duitsland vertrokken. Na een aanvankelijk esthetische en geschiedfilosofische Baur, Franciscus Johannes (Frank)
Baur, Franciscus Johannes (Frank) (1887-1969) Vlaams literatuurhistoricus en filosoof, vanaf 1932 hoogleraar aan de universiteit te Gent. Baur Bavink, Bernhard
Bavink, Bernhard (1879-1947) Duits natuurfilosoof die probeerde de christelijke wereldbeschouwing met de opvattingen van de wetenschap te verzoenen. Bayle, Pierre
Bayle, Pierre (1647-1706) Frans filosoof. Tot zijn dood besteedde Bayle zijn tijd voornamelijk aan het voltooien van zijn `Dictionnaire historique et Bazard, Armand
Bazard, Armand (1791-1832) Leerling van Saint-Simon, schreef met Prosper Enfantin 'Exposition de la doctrine de Saint-Simon' (1828-1830). Zij Beattie, James
Beattie, James (1735-1803) Schots dichter en professor in de filosofie te Aberdeen. Auteur van 'The minstrel, or The progress of genius' (1771-74), Becher, Erich
Becher, Erich (1882-1929) Duits filosoof. In 1916 hoogleraar te München. Becher is een kritisch realist en vitalist, in zoverre dat hij natuur en geest Becker, Oskar
Becker, Oskar (1889-1964) Duits filosoof, in 1931 hoogleraar te Bonn. Becker paste de fenomenologische methode toe in zijn studie van de wiskunde Beerling, Reinier Franciscus
Beerling, Reinier Franciscus (1905-1979) Nederlands filosoof, gepromoveerd bij H.J. Pos ('Moderne doodsproblematiek', 1945); hoogleraar te Leiden begrip
begrip Een begrip wordt in de wijsbegeerte gehanteerd om te beschrijven wat een ding in wezen is. Zodra een ding, bijvoorbeeld 'een bruin paard m
Bekennende Kirche
Bekennende Kirche (Du: Bekenntnis = belijdenis) Afsplitsing van de protestantse Kerk in Duitsland die zich verzette tegen het nationaal-socialisme. Bellaar Spruyt, Cornelis
Bellaar Spruyt, Cornelis (1842-1901) Nederlands wijsgeer. In 1877 hoogleraar te Amsterdam. Bellaar Spruyt was kantiaans georinteerd. Hij wees bellum omnium contra omnes
bellum omnium contra omnes (Lat.: `de oorlog van allen tegen allen') Hobbes gebruikte deze zinsnede om aan te geven hoe mensen zich tegenover Benedict, Ruth Fulton
Benedict, Ruth Fulton (1887-1948) Amerikaans antropologe en leermeesteres van Margaret Mead. Zij was de belangrijkste vertegenwoordiger van Beneke, Friedrich Eduard
Beneke, Friedrich Eduard (1798-1854) Duits filosoof. Werd in 1832 na Hegels dood buitengewoon hoogleraar te Berlijn. Hij ging uit van een natuurw
Bengtsson, Frans Gunnar
Bengtsson, Frans Gunnar (1894-1954) Zweeds filosoof, dichter, romancier en essayist. Zijn werk kenmerkt zich door een grote historische belangst
Bense, Max
Bense, Max (1910-1990) Duits filosoof. Bense werd in 1949 hoogleraar in de mathematische logica en theorie van de techniek in Stuttgart. Hij was Bentham, Jeremy
Bentham, Jeremy (1748-1832) Brits rechtsgeleerde en politiek filosoof. Ontwikkelde zijn utilitaristische ethiek (utilisme) in Fragment on government
beoordeling
beoordeling Waardeoordeel, in die zin onderscheiden van het logische oordeel. Dit onderscheid stamt uit het neokantianisme en werd voor het eerst Berdjajev, Nikolaj Aleksandrovitsj
Berdjajev, Nikolaj Aleksandrovitsj (1874-1948) Religieus denker van Russische origine. Hij zocht naar de plaats van de mens in deze wereld en naar Bergson, Henri
Berg, Jan Hendrik van den (geb. 1914) Nederlands psychiater, hoogleraar in de conflictpsychologie en de fenomenologische methode te Leiden. Introd
Bergson, Henri (1858-1941) Frans filosoof, met zijn filosofie van het scheppende leven heeft hij in de eerste helft van de 20e eeuw invloed uitgeoefend Berg, Jan Hendrik van den
Berkeley, George
Berkeley, George (1685-1753) Anglicaans bisschop, vooral bekend gebleven als filosoof. Hij behoorde tot de empiristische filosofen die uitgingen Berlinger, Rudolph
Berlin, Isaiah (1909-1997) Brits filosoof. Berlin, die in Letland werd geboren en na de Russische Revolutie met zijn ouders naar Groot-Brittannië kwam, Bernardus Sylvestris van Tours
Berlinger, Rudolph (geb. 1907) Duits filosoof, hoogleraar te Würzburg. Komt vanuit de fenomenologische traditie tot een hernieuwde waardering voor Berlin, Isaiah
Bernardus Sylvestris van Tours (Bernhard van Tours,Bernhard Silvestris; ca. 1100-1167) Frans humanist, bekend door zijn 'De mundi universitate', Bernardus van Chartres
Bernardus van Chartres (1050-1126) Middeleeuws filosoof, kanselier van de School van Chartres. Was in zijn natuuropvatting platonistisch en in
Bernays, Paul Isaac
Bernays, Paul Isaac (1888-1977) Zwitsers wiskundige. Hield zich bezig met grondslagenonderzoek en bewijstheorie. Paste de axiomatische metho
Bertalanffy, Ludwig von
Bertalanffy, Ludwig von (1901-1972) Hongaars-Canadees bioloog en filosoof, hoogleraar in Canada (1949). Medeoprichter van de 'Society for Genera
Beth, Evert Willem
Beth, Evert Willem (1908-1964) Nederlands logicus die van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke en systematische beweging (filos.)
beweging (filos.) In natuurwetenschappelijke zin de in de tijd verlopende plaatsverandering van een lichaam of de overgang van een stoffelijk deeltje bewijs (filos.)
bewijs (filos.) Methode waarmee met behulp van logische regels uit een reeks van stellingen of wetten een conclusie wordt afgeleid (deductie). Voor Beyer, Wilhelm R.
Beyer, Wilhelm R. (geb. 1902) Duits filosoof. Bekend als uitgever van de 'Hegeljahrbücher' en als stichter van de Internationale Hegel-Gesellschaft. Beysens, Josephus Theodorus
Beysens, Josephus Theodorus (1864-1945) Nederlands neothomistisch filosoof. In 1895 professor aan het seminarie Warmond. In 1904 bijzonder bhakti
bhakti (Sanskr.) Verering, liefdevolle toewijding, overgave aan het goddelijke brahman of de god Visjnoe. In het hindoeïsme vooral benadrukt in de Biel, Gabriel
Biel, Gabriel (ca. 1410-1495) Duits filosoof en theoloog, hoogleraar in Tübingen. Zocht aansluiting bij de moderne devotie. Geschriften behoren tot Bierens de Haan, Johannes Diderik
Bierens de Haan, Johannes Diderik (1866-1943) Nederlands filosoof. Promoveerde in de theologie (1891) en was aanvankelijk predikant. Gaf aan Bijbel 6. Bijbel en wetenschap
Bijbel 6. Bijbel en wetenschap De Bijbel kan worden bestudeerd als 'richtlijn voor het leven' (dat is de betekenis van de term Torah), dan wel als '
Black, Max
Black, Max (geb. 1909) In Rusland geboren en in Engeland opgeleid analytisch filosoof. Vanaf 1940 in de VS werkzaam, vooral op het gebied van Blanshard, Brand
Blanshard, Brand (geb. 1892) Amerikaanse filosoof, doceerde o.a. te Yale. In 'The nature of thought' (1939) beschrijft Blanshard de ontwikkeling Bloch, Ernst
Bloch, Ernst (1885-1977) Duits marxistisch filosoof. Bloch werd vooral bekend door zijn omvangrijke studie 'Das Prinzip Hoffnung'. Daarin ontwikkelde Blondel, Maurice
Blondel, Maurice (1861-1949) Frans filosoof, achtereenvolgens hoogleraar te Montauban, Lille en Aix-en-Provence. Zag alle menselijke activiteit Bochenski, Joseph Maria
Bochenski, Joseph Maria (geb. 1902) Pools filosoof, dominicaan, hoogleraar te Freiburg. Publiceerde op het gebied van de logica, o.a. 'Formale L
Bodin, Jean
Bodin, Jean (ca. 1530-1596) Frans politiek filosoof. Bodin gebruikte zijn schrijverstalent voor drie soorten onderwerpen: staatsrecht, economie en Boecharin, Nikolaj Ivanovitsj
Boecharin, Nikolaj Ivanovitsj (1888-1938) Russisch marxistisch ideoloog en econoom, medewerker van Lenin en leider van de 3e Internationale (Boek van Vorst Sjang
Boek van Vorst Sjang (Sjang-tjiuun sjoe, Shangjunshu) Het B. dateert uit de 3e eeuw v.C. en geldt als een van de meest karakteristieke werken van boeshido
boeshido (Japans: de weg van de krijgers) Trainingsmethode en ethiek van de samoerai die uitgroeide tot de nationale ideologie. Het vervullen van Boëthius, Anicius Manlius Severinus
Boëthius, Anicius Manlius Severinus (ca. 490-524) Romeins filosoof, voornamelijk bekend als logicus. Boëthius' geschriften weerspiegelen de stand Bolland, Gerardus Johannes Petrus Josephus
Bolland, Gerardus Johannes Petrus Josephus (1854-1922) Nederlands filosoof, hoogleraar te Leiden (vanaf 1896), waar hij de hegeliaanse wijsbegeerte Bollnow, Otto Friedrich
Bollnow, Otto Friedrich (1903-1991) Duits filosoof en pedagoog, hoogleraar te Giessen (1939-46), Mainz (1946-53) en Tübingen (1953-70). Publicee
Bolzano, Bernard
Bolzano, Bernard (1781-1848) Oostenrijks filosoof en wiskundige. Tot priester gewijd en hoogleraar godsdienstfilosofie (1805); afgezet na een conflict Bonald, Louis Gabriel Ambroise, vicomte de
Bonald, Louis Gabriel Ambroise, vicomte de (1754-1840) Frans sociaal-filosoof, samen met Joseph de Maistre de voornaamste theoreticus van de Boodin, John Olof
Boodin, John Olof (1869-1956) Zweeds filosoof die in 1886 naar de VS emigreerde. Leerling en vriend van J. Royce, wiens idealisme hij echter niet Bosanquet, Bernard
Bosanquet, Bernard (1848-1923) Engels filosoof. Doceerde te Oxford, (1871-81) en aan het Saint Andrews College in Schotland (1903-08). In de Boscovich, Ruggiero Giuseppe
Boscovich, Ruggiero Giuseppe (eig. Rudzer Josip Boskovic; 1711-1787) Slavisch-Italiaans filosoof, wis-, natuur- en sterrenkundige. In zijn 'Theoria Bossuet, Jacques Bénigne
Bossuet, Jacques Bénigne (1627-1704) Frans geestelijke, hofprediker, groot redenaar, vanaf 1681 bisschop te Meaux. Toonaangevend denker van Boström, Christopher Jakob
Boström, Christopher Jakob (1797-1866) Zweeds filosoof, hoogleraar in de 'praktische filosofie' te Uppsala tussen 1828 en 1863. In zijn systeem Boulainvilliers, Henri de
Boulainvilliers, Henri de (1658-1722) Graaf van Saint-Saire; Frans historicus, politiek filosoof en statisticus. Ontwikkelde een theorie voor vergelijkend Boutroux, Emile
Boutroux, Emile (1845-1921) Frans filosoof. Na zijn dissertatie 'De la contingence des lois de la nature' (1874), op slag hoogleraar aan de Sorbonne. Braithwaite, Richard Bevan
Braithwaite, Richard Bevan (1900-1990) Brits filosoof, hoogleraar te Cambridge (1953-67). Ontwikkelde in zijn hoofdwerken 'Scientific explanation'
Breda, Herman Leo van
Breda, Herman Leo van (1911-1978) Belgisch filosoof. Richtte in 1938/39 het Husserl-archief in Leuven op, dat de uitgave van de manuscripten Brentano, Franz
Brentano, Franz (1838-1917) Duits filosoof. Brentano was priester, maar verliet in 1873 de Kerk. Hij is vooral bekend geworden omdat hij grote invloed Breysig, Kurt
Breysig, Kurt (1866-1940) Duits geschiedfilosoof, leerling van Gustav Schmoller. Vatte in zijn 'Der Stufenbau und die Gesetze der Weltgeschichte' BRITE
BRITE (Basic Research in Industrial Technologies for Europe) Een programma van de Europese Unie voor onderzoek, ontwikkeling en toepassing van Broad, Charles Dunbar
Broad, Charles Dunbar (1887-1971) Engels filosoof, hoogleraar te Cambridge van 1935 tot 1953. Behoort tot de neo-realistische school van G.E.
Broch, Hermann
Broch, Hermann (1886-1951) Oostenrijks schrijver, zoon van een joods textielfabrikant. Na een vakopleiding te Wenen en Mühlhausen trad hij toe
Bröcker, Walter
Bröcker, Walter (geb. 1902) Duits filosoof. Tegenstander van het positivisme; stelt dat de moderne wetenschap de mythische eenheid van de wereld Brunner, Constantin
Brunner, Constantin (pseud. van Leopold Wertheimer, 1862-1937) Duits filosoof. Nogal mystiek denker, sterk beïnvloed door het pantheïsme van
Bruno, Giordano
Bruno, Giordano (1548-1600) Italiaans filosoof en vrijdenker. In zijn werk heeft het nieuwe wereldbeeld van de Renaissance, ontstaan uit de bewustwording Buber, Martin
Buber, Martin (1878-1965) Joods wijsgeer, die vooral bekend werd door zijn publicaties over het chassidisme; een stroming die in de 18e eeuw in Oost-Buchanan, George
Buchanan, George (1506-1582) Schots dichter, historicus en humanist. Hij was een veelzijdig, productief publicist van o.a. lyrisch-didactische poëzie, Büchner, Friedrich Karl Christian Ludwig
Büchner, Friedrich Karl Christian Ludwig (1824-1899) Duits filosoof, populariseerde het 19e-eeuwse materialisme. Had enorm succes met zijn boek Budé, Guillaume
Budé, Guillaume (ook Budaeus; 1467-1540) Frans humanistisch schrijver. Hij studeerde rechten en verdiepte zich aansluitend bijzonder in het Grieks. Buridanus, Johannes
Buridanus, Johannes (ca. 1300-1358) Frans scholastiek filosoof. Formuleerde een theorie over beweging (impetusleer), die als een voorloper van Burke, Kenneth
Burke, Kenneth (1897-1993) Amerikaans literair criticus. Burke zag de literatuur als een ritueel, als een symbolische handeling die ons in staat stelt Burleigh, Walter
Burleigh, Walter (1275-na 1343) Engels scholastisch filosoof, leerling van Duns Scotus en tegenstander van het nominalisme van Occam. Vooral bekend Busbecq, Ogier Ghislain de
Busbecq, Ogier Ghislain de (1522-1592) Zuid-Nederlands humanist en diplomaat, zond als gezant van keizer Ferdinand I bij de sultan van Turkije Busleiden, Hiëronymus
Busleiden, Hiëronymus (1470-1517) Zuid-Nederlands humanist en diplomaat, o.a. raadsheer bij de Grote Raad van Mechelen (vanaf 1504) en gezant
Caillois, Roger
Caillois, Roger (geb. 1913) Frans essayist, antropoloog en filosoof. Zijn proza heeft meer de vorm van wijsgerige en sociologische uiteenzettingen Campanella, Tommaso
Campanella, Tommaso (Gian Domenico C.; 1568-1639) Italiaans filosoof; dominicaner monnik. Werd in 1599 wegens ketterij tot gevangenschap Capra, Fritjof
Capra, Fritjof (geb. 1939) Oostenrijks-Amerikaans natuurkundige en filosoof. Capra is van mening dat het huidige paradigma, het wetenschappelijk Carnap, Rudolf
Carnap, Rudolf (1891-1970) Duits filosoof. Carnap kan beschouwd worden als de belangrijkste vertegenwoordiger van het logisch positivisme. Deze Carneades
Carneades (ca. 214-129 v.C.) Grieks filosoof, bestrijder van de Stoa, met name van Chrysippus van Soli. De zekerheid van kennis kan volgens Carneades cartesianisme
cartesianisme De filosofische stroming van de aanhangers van Descartes (wiens naam verlatiniseerd `Cartesius' luidt). De eerste cartesianen waren Casmann, Otto
Casmann, Otto (1562-1607) Protestants Duits filosoof en bestrijder van het aristotelianisme. Zijn hoofdwerk is 'Psychologia anthropologica' (1594-Cassirer, Ernst
Cassirer, Ernst (1874-1945) Duits filosoof, die vooral betekenis heeft gehad door zijn cultuurfilosofische en antropologische denkbeelden. Ook op Castelvetro, Lodovico
Castelvetro, Lodovico (1505-1571) Italiaans schrijver en filosoof. Na in 1555 bij verstek ter dood veroordeeld te zijn op beschuldiging van moord, categorie
categorie Categorie is een soortbegrip waarmee men de dingen kan bepalen en rangschikken. In ons denken werken we veel met deze soortbegrippen. categorisch oordeel
categorisch oordeel Term uit de filosofie van Kant voor een van de twaalf vormen van een oordeel, nl. de onvoorwaardelijke uitspraak, voor Kant categorische propositie
categorische propositie In de Aristotelische logica een enkelvoudige propositie (uitspraak), d.w.z. een propositie die geen andere proposities bevat. causa sui
causa sui (Lat.: `oorzaak van zichzelf') In het algemeen een uitdrukking voor een volstrekte vorm van zelfbepaling, in het bijzonder gebruikt als filosofische causaliteit
causaliteit (oorzakelijkheid) Het feit dat bepaalde verschijnselen de oorzaken zijn van andere verschijnselen (de gevolgen). De relatie tussen oorzaak Celsus
Celsus (ca. 150 n.C.) Platonisch wijsgeer en eerste wetenschappelijke bestrijder van de christelijke leer. Ons bekend uit het geschrift 'Contra Celsum' ceteris paribus
ceteris paribus (Lat.: onder overigens gelijkblijvende omstandigheden) Wetenschappelijke clausule met betrekking tot een bepaalde oorzakelijke re
Charlier, Jean
Charlier, Jean (1924-1989) Belgisch strip-auteur. Charlier gaf het advocatenambt op om zich geheel als striptekenaar te kunnen ontplooien. Hij werkte Chrysippus van Soli
Chrysippus van Soli (280-209 v.C.) Grieks filosoof, leider van de Stoa. Van zijn vele geschriften is niets bewaard gebleven. Stelde de theorie op van Church, Alonzo
Church, Alonzo (geb. 1903) Amerikaans logicus, leverde bijdragen tot de ontwikkeling van de mathematische of symbolische logica, o.a. in 'A formulation Cioran, Emile
Cioran, Emile (1911-1995) Roemeens-Frans essayist. Cioran studeerde filosofie in Boekarest en verbleef sinds 1937 in Frankrijk. Zijn wijsgerig, sceptisch cirkelredenering
cirkelredenering (circulus vitiosus, diallelie, vicieuze cirkel) Redenering waarbij het uitgangspunt de geldigheid van de conclusie veronderstelt. Kan Clap, Thomas
Clap, Thomas (1703-1757) Amerikaans natuurfilosoof, werd in 1739 rector en later president van de Yale-universiteit. Hier deed hij onderzoek op Clarke, Samuel
Clarke, Samuel (1675-1729) Engels filosoof, fervent aanhanger van de opvattingen van Newton. In zijn beroemde briefwisseling met Leibniz verdedigt classificatie
classificatie Indeling van een verzameling met als doel inzicht te verkrijgen in een gecompliceerd geheel. In de biologie worden levende organismen Clauberg, Johannes
Clauberg, Johannes (1622-1665) Duits filosoof, studeerde in Groningen en geldt als een der eerste Duitse cartesianen. Vooral in zijn 'De cognitione Cleanthes van Assos
Cleanthes van Assos (ca. 331-232 v. C.) Grieks filosoof, opvolger van Zeno van Citium, de stichter van de Stoa.
coderen
coderen Het omzetten van voorvallen of gebeurtenissen in symbolen. Een serie geluiden kan bijvoorbeeld begrepen worden als een talige uitdrukking. cogito ergo sum
cogito ergo sum (Latijn: ik denk, dus ik ben/besta) Filosofisch uitgangspunt van Descartes. Het denken zelf, inclusief de stelselmatige twijfel aan de Cohen, Hermann
Cohen, Hermann (1842-1918) Duits filosoof, samen met Paul Natorp oprichter van de Marburger Schule, een sterk logisch-theoretisch en mathematisch coherentietheorie
coherentietheorie Opvatting in de kennistheorie waarbij men waarheid ziet als de consistentie van een groot aantal samenhangende uitspraken. De collectivisme
collectivisme Leer die het individu als ondergeschikt beschouwt aan de gemeenschap (Staat, partij, Kerk, enz.). Het collectivisme staat tegenover individualisme Collingwood, Robin George
Collingwood, Robin George (1889-1943) Engels filosoof en archeoloog. Hoogleraar te Oxford. In zijn 'Religion and philosophy' (1916) en 'Speculum common sense
common sense Het aan alle mensen toebehorende en gemeenschappelijke gezonde verstand. Wordt in de filosofie van de Schotse School als het aangeboren Communistisch Manifest
Communistisch Manifest Politiek pamflet in 1848 gepubliceerd door Karl Marx (1818-1883) en Friedrich Engels (1820-1895). Het Communistisch comprehensie
comprehensie (connotatie) Som van eigenschappen en kenmerken waardoor de inhoud van een algemeen begrip wordt vastgelegd. Samenhangend Comte, Isodore Auguste Marie François-Xavier
Comte, Isodore Auguste Marie François-Xavier (1798-1857) Frans filosoof, grondlegger van het 19e-eeuwse positivisme; Comte is ook bekend concept
concept De bewuste mentale voorstelling van iets. Dit kan betrekking hebben op uiteenlopende begrippen als tafel, God, seksualiteit en zelfs op het conceptformatie
conceptformatie Ook begripsvorming. De vorming van een concept in het hoofd en het kunnen gebruiken ervan. Iemand die bijvoorbeeld een inleiding conceptualisme
conceptualisme Opvatting dat algemene begrippen (universalia) mentale constructies zijn, voortgebracht door het menselijk intellect, waarmee wij Condillac, Étienne Bonnot de
Condillac, Étienne Bonnot de (1715-1780) Frans filosoof, oorspronkelijk opgeleid tot geestelijke. Werkte de ideeën uit van de Engelse filosoof John condition humaine
condition humaine In het existentialistische denken gebruikelijke aanduiding voor de situatie waarin de mens zich bevindt. Wordt vooral daardoor confirmatie
confirmatie Het aannemelijk maken dat een theorie een goede verklaring biedt op grond van gedane waarnemingen. Dit gaat minder ver dan verificatie. confucianisme
confucianisme Confucianisme is de westerse benaming van de officiële staatsleer van het Chinese Keizerrijk. Begonnen als een van de vele gedachtenstromingen Confucius
Confucius (Koeng-foe-tse, Kongfuzi; 551-479 v.C.) Chinees wijsgeer, grondlegger van het confucianisme. Kleine ambtenaar, die veel - vergeefse -
connotatie
connotatie De bijbetekenis die een woord heeft naast de eigenlijke betekenis. Meestal wordt het begrip gebruikt om verwijzingen van emotionele aard connotatie en denotatie (filos.)
connotatie en denotatie (filos.) (comprehensie en extensie) Termen, ingevoerd door Mill om twee betekenissen van een algemene term aan te geven. consistentie (filos.)
consistentie (filos.) Vrij zijn van tegenspraak, in het bijzonder van wiskundige en logische systemen. Door het optreden van paradoxen in de wiskunde consolatio
consolatio (Lat.: troost) Filosofische verhandeling, vaak in briefvorm, die troost moet geven bij droevige gebeurtenissen, zoals dood of verbanning. contextualiteit
contextualiteit Begrip dat een steeds centraler plaats inneemt in de discussies over betekenistheorie in de (taal)filosofie en linguïstiek. In de analytische contingentie
contingentie Toevalligheid in de zin van niet-noodzakelijkheid. Gebruikt voor gebeurtenissen waarvoor geen natuurlijke en dwingende oorzaken gegeven contracttheorie
contracttheorie Theorie waarmee wordt beoogd de politieke ordening van de staat te verklaren uit een al dan niet denkbeeldige overeenkomst tussen contradictio in adjecto
contradictio in adjecto (Lat.) Tegenspraak die ontstaat doordat het bijvoeglijk naamwoord een eigenschap aanduidt die het subject niet kan bezitten, contradictio in terminis
contradictio in terminis (Lat.) Tegenspraak die ontstaat doordat een bepaling van een term wezenlijk tegenstrijdig is met die term, bijv. `koperen strijkijzer' contrapositie
contrapositie Term uit de traditionele logica voor het gelijktijdig ontkennen en van plaats laten verwisselen van de termen van een (bevestigende) bewering. contrastparen
contrastparen Volgens de Franse antropoloog en filosoof Claude Lévi-Strauss aan alle mythologieën ten grondslag liggende tegenstellingen. Contrastparen conventionalisme (filos.)
conventionalisme (filos.) Opvatting waarbij men ervan uitgaat dat de waarheid van uitspraken en van logische of wiskundige beweringen uiteindelijk
copernicaanse omwenteling
copernicaanse omwenteling De wetenschappelijke revolutie ontketend door de vervanging van het traditionele geocentrische wereldbeeld van Ptolemaeu
copula
copula (Lat.: band, riem) In de logica de naam van het koppelwerkwoord in categorische proposities, zoals `is' in `Socrates is een mens'. Voorbeeld: correspondentietheorie
correspondentietheorie Opvatting waarbij men stelt dat de waarheid van uitspraken berust op een ondubbelzinnige overeenstemming (een één-één Cotin, Charles
Cotin, Charles (1604-1682) Frans dichter en filosoof. Hij werd tot priester gewijd en had als hofprediker van Lodewijk XIII en XIV grote invloed op credo quia absurdum
credo quia absurdum (Latijn: ik geloof het omdat het absurd, onbegrijpelijk is) Uitdrukking waarmee aangegeven wordt dat in weerwil van alle op credo ut intelligam
credo ut intelligam (Latijn: ik geloof opdat ik kan begrijpen) Uitspraak waarmee aangegeven wil zijn dat aan een juist verstandelijk inzicht het geloof criterium (filos.)
criterium (filos.) Maatstaf op grond waarvan men een zaak of begrip herkent en van andere onderscheidt. Zo hanteert men voor de indeling van levende criticisme
criticisme Onderzoek naar de voorwaarden waaronder en de vooronderstellingen op grond waarvan wetenschappelijke kennis mogelijk is. Meer in het Critolaus
Critolaus (2e eeuw v.C.) Grieks filosoof die als hoofd van de Peripatetische School Aristoteles en diens opvatting over de eeuwigheid van de wereld Croce, Benedetto
Croce, Benedetto (1866-1952) Italiaans filosoof, criticus, historicus en politicus. Croce was een van de grote Italiaanse denkers uit de eerste helft van Crockaert, Petrus
Crockaert, Petrus (ca. 1470-1514) Zuid-Nederlands filosoof en theoloog, sinds 1503 dominicaan. Vanuit nominalistische opvatting overgegaan naar Crusius, Christian August
Crusius, Christian August (1715-1775) Duits filosoof. Verwierp Leibniz' opvattingen over de 'harmonia praestabilita' en zijn beginsel van voldoend
Cudworth, Ralph
Cudworth, Ralph (1617-1688) Engels filosoof. 1645 hoogleraar te Cambridge. Cudworth wordt beschouwd als leider van de platonisten van Cambridge. cultuurfilosofie
cultuurfilosofie De wijsgerige bezinning op de cultuur, op haar oorsprong, samenhang en ontwikkeling, op haar verhouding tot de natuur en op de verscheidenheid cultuurpessimisme
cultuurpessimisme Verwachting van achteruitgang of verval van de eigen, als waardevol ervaren cultuur. In het bijzonder de na de Eerste Wereldoorlog Cumberland, Richard
Cumberland, Richard (1631-1718) Engels filosoof, behoorde tot de zgn. platonisten van Cambridge. Bestrijder van het materialisme van Hobbes;
Cusanus, Nikolaus
Cusanus, Nikolaus (1401-1464) Duits wijsgeer, theoloog, wiskundige en diplomaat. Cusanus geldt wel als de meest oorspronkelijke denker van de cybernetica
cybernetica (Grieks: kubernètès = stuurman) Tak van wetenschap die de principes bestudeert die ten grondslag liggen aan stuurmechanismen. Deze cynici
cynici Benaming voor een praktisch-filosofische richting in de Griekse Oudheid. Het meest kenmerkende van de cynici was het afwijzen van alle gebruiken cynisme
cynisme Filosofie die gekenmerkt wordt door minachting voor de wereld, afwijzing van alle gebruiken en maatschappelijke banden en schaamteloosheid. Cyrenese School
Cyrenese School (eind 4e - begin 3e eeuw v.C.) Door Socrates' leerling Aristippus (van Cyrene, Noord-Afrika) gestichte filosofenschool, met aanhangers Daisetsoe Teitaro Soezoeki
Daisetsoe Teitaro Soezoeki (1870-1966) Japans filosoof, die een grote bijdrage leverde aan de propaganda van het (Rinzai) zenboeddhisme in Amerika
d'Alembert, Jean-Baptiste Le Rond (1717-1783) Frans wiskundige en filosoof, die vooral bekend is geworden door zijn publicaties op het gebied Ebbinghaus, Julius
Danilevskij, Nikolaj Jakovlevitsj
Danilevskij, Nikolaj Jakovlevitsj (1822-1885) Russisch filosoof, voorstander van het pan-Slavisme. Zijn 'Rossija i Europa' (Rusland en Europa, 1871) Dasein
Dasein (met name bij Heidegger) Het (empirische) aanwezig zijn van een ding of persoon, onderscheiden van het `Sosein' (de gesteldheid, aard of hoedanigheid David van Dinant
David van Dinant (12e eeuw) Afkomstig uit Dinant (België) of Dinan (Bretagne); doceerde filosofie in Parijs. Zijn 'Quaternuli' werden in 1210 samen Dawson, Christopher Henry
Dawson, Christopher Henry (1889-1970) Engels filosoof. Deed onderzoek naar de relatie tussen sociale verschijnselen en religie in de westerse besc
De Morga, Augustus
De Morga, Augustus (1806-1871) Engels logicus en wiskundige, een van de pioniers van de formele logica. Bekend zijn de logische negatiewetten Debray, Régis
Debray, Régis (geb. 1941) Frans filosoof en schrijver, bevriend met Fidel Castro en Che Guevara. Zijn 'Révolution dans la révolution' (1967) gaf een decisieprobleem
decisieprobleem Het probleem in de logica een decisie- oftewel beslissingsmethode te vinden, waarmee in een eindig aantal stappen de vraag beantwoord decisionisme
decisionisme Term voor de opvatting dat aan alle juridische beslissingen geen norm maar een wilsbepaling ten grondslag ligt, die van de rechtsnormen deductie
deductie Redeneervorm waarbij, uitgaande van de waarheid van de premissen, de conclusie noodzakelijk waar is. Zulks in tegenstelling tot de inductie, deductief systeem
deductief systeem Een volgens omschreven logische regels uit axioma's (axiomatisch) opgebouwde theorie (bijv. de euclidische meetkunde).
definitie
definitie Nauwkeurige omschrijving van een begrip zodat dit te onderscheiden is van ieder ander begrip. In zo'n omschrijving valt men dikwijls terug deïsme
deïsme Deïsme is een stroming in de theologie en de filosofie die erkent dat God de wereld heeft geschapen, maar meent dat hij sindsdien niet meer Delboeuf, Joseph Remy Léopold
Delboeuf, Joseph Remy Léopold (1831-1896) Belgisch wiskundig filosoof. Vanaf 1866 hoogleraar te Luik. Zijn 'Prolégomènes philosophiques de Deleuze, Gilles
Deleuze, Gilles (1925-1995) Frans filosoof, hoogleraar aan de universiteit van Lyon (1964-70) en Parijs (vanaf 1970). Deleuze was de filosoof van Delfgaauw, Bernard
Delfgaauw, Bernard (1912-1993) Nederlands filosoof. Delfgaauw studeerde Nederlands, geschiedenis en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam Delmedigo, Elia ben Mozes Abba
Delmedigo, Elia ben Mozes Abba (Elia Cretensis; ca. 1460-1497) Italiaans-joods filosoof. Delmedigo was vooral belangrijk voor de Renaissance demiurg
demiurg (Grieks: dèmiourgos) In de tijd van Homerus iemand die een beroep uitoefende ten behoeve van anderen, zoals dokters en zangers, later beperkt Democritus van Abdera
Democritus van Abdera (ca. 460-370 v. C.) Grieks filosoof, met Leucippus van Milete een der eerste atomisten. Hij was tevens de eerste persoon in denken, deductief en inductief
denken, deductief en inductief Twee vormen van denken die elkaars tegenhanger zijn. Inductief denken begint bij bijzonderheden en feiten en komt denktank
denktank Enigszins spottende betiteling voor instituten waar geleerden zich uitsluitend bezighouden met het berekenen van ontwikkelingen in de toekomst denkwetten
denkwetten (elk oordeel is waar of onwaar) Benaming voor drie fundamentele logische en ontologische wetten waarvan werd verondersteld dat waarheid denotatie
denotatie De betekenis van een begrip zoals die in het begrip zelf al gegeven is, zonder verdere bijbetekenissen. De term is afkomstig van de Britse
deontologie
deontologie In de filosofie de leer van plichten, waarden en normen. In het bijzonder die vorm van ethiek waarbij waarden en normen als ondergeschikt Derbolav, Joseph
Derbolav, Joseph (geb. 1912) Oostenrijks pedagoog en (taal)filosoof. Houdt zich bezig met de wetenschapsfilosofische grondslagen van de pedagogie. Derrida, Jacques
Derrida, Jacques (geb. 1930) Frans filosoof, die kan worden gerekend tot de post-structuralisten, samen met o.a. Foucault. Derrida heeft zich sedert Descartes, René
Descartes, René (1596-1650) Een van de invloedrijkste filosofen van de Nieuwe Tijd. Sinds de 19e eeuw wordt hij beschouwd als de vader van het descriptief schema
descriptief schema (beschrijvingsschema) Stramien met behulp waarvan de verschillende variabele eigenschappen van een voorwerp van wetensch
Despauterius, Johannes
Despauterius, Johannes (eig. Jan de Spauter; ca. 1480-1520) Zuid-Nederlands humanist en taalgeleerde. Despauterius studeerde te Leuven, was rec
determinisme
determinisme Denkwijze die uitgaat van de stelling dat alles wat gebeurt noodzakelijkerwijs gebeurt: iedere gebeurtenis wordt bepaald door omstandigheden deugd
deugd Duurzame verworven gerichtheid op het zedelijk goede. De filosoof Plato onderscheidde vier hoofddeugden: wijsheid, moed, voorzichtigheid deugden, kardinale
deugden, kardinale Hoofddeugden (deugd). Een uitgewerkte leer van vier kardinale deugden werd het eerst geleverd door Plato, in zijn `Politeia'. Deustua, Alejandro Octavio
Deustua, Alejandro Octavio (1849-1945) Peruaans filosoof. In aansluiting op K.C.F. Krause en Bergson vat Deustua vrijheid op als het wezen van Dewey, John
Dewey, John (1859-1952) De invloedrijkste pedagoog en filosoof die Amerika ooit gekend heeft. Hij werd sterk beïnvloed door de evolutietheorie dialectiek
dialectiek Term met verschillende betekenissen. Oorspronkelijk stond hij voor een vorm van debatteerkunst. Hegel en Marx gaven het begrip een andere dialectisch materialisme
dialectisch materialisme Het puur filosofische deel van het marxisme. Het dialectisch materialisme ziet de geschiedenis als bepaald door materiële diatribe
diatribe (Gr.: gesprek) Een levendige verhandeling, gewoonlijk over een ethisch probleem, in lichte gesprekstoon (bijv. in Paradoxa stoicorum van Diemer, Alwin
Diemer, Alwin (geb. 1920) Duits filosoof, hoogleraar te Düsseldorf. Diemer is op vele gebieden actief, o.a. op dat van de wetenschapsmethodologie, Dietrich van Freiberg
Dietrich van Freiberg (ca. 1250-na 1310) Duits filosoof, lid van de dominicaner orde. In zijn 'De intellectu et intelligibili' toont Dietrich von Freiberg Digby, Everard
Digby, Everard (1550-1592) Engels filosoof, doceerde aan het Trinity College te Cambridge, o.a. aan Bacon. In 'Theoria analytica' (1579) toont Digby Dijksterhuis, Eduard Jan
Dijksterhuis, Eduard Jan (1892-1965) Nederlands wetenschapshistoricus, hoogleraar te Utrecht (vanaf 1953) en te Leiden (1955-1960). Bekend door Dikaiarchos van Messene
Dikaiarchos van Messene (2e helft 4e eeuw v.C.) Grieks filosoof en directe leerling van Aristoteles. Van zijn vele geschriften zijn slechts fragmenten dilemma
dilemma Redenering volgens welke men verplicht lijkt te kiezen uit twee (meestal onaangename) mogelijkheden. Een klassiek voorbeeld is het volgende. Dillemans, Roger Henri
Dillemans, Roger Henri (geb. 1932) Belgisch hoogleraar. Dillemans, die doctor in de rechten is en filosofie studeerde, was vanaf 1964 werkzaam als Dilthey, Wilhelm
Dilthey, Wilhelm (1833-1911) Duits filosoof en historicus, die bekend is geworden door zijn studies op het gebied van de geesteswetenschappen. In Ding an sich
Ding an sich Aanduiding die Kant gebruikt voor de werkelijkheid zoals die is. Volgens hem kent de mens de werkelijkheid alleen zoals hij deze waarneemt Dingler, Hugo
Dingler, Hugo (1881-1954) Duits filosoof. In wat hij noemt 'methodische filosofie' wil Dingler aantonen dat onze kennis en waarden een voortbrengsel Dio Chrysostomus
Dio Chrysostomus (geb. ca. 50) Romeins redenaar en filosoof. Onder Vespasianus was hij te Rome werkzaam op wetenschappelijk gebied, maar Domitianus Diogenes de Babyloniër
Diogenes de Babyloniër (Diogenes van Selencia; geb. 2e eeuw v.C.) Stoïcijns filosoof, leerling en opvolger van Chrysippus van Soli. Diogenes be
Diogenes Laërtius
Diogenes Laërtius (3e eeuw n. C.) Grieks schrijver, die in tien boeken het leven en denken beschreef van 82 filosofen, van Thales tot en met Epicurus. Diogenes van Apollonia
Diogenes van Apollonia (tweede helft 5e eeuw v. C.) Grieks filosoof, tijdgenoot van Socrates. Hij wordt gerekend tot de jongere natuurfilosofen (p
Diogenes van Sinope
Diogenes van Sinope (ca. 400-324 v. C.) Grieks wijsgeer, die geldt als de eigenlijke stichter van de school der cynici. Zeer talrijk zijn de anekdoten Discours de la méthode
Discours de la méthode (voluit: 'Discours de la méthode pour bien conduire la raison et chercher la vérité dans les sciences'; 1637) Een der belangrijkste dood
dood Einde van het leven door uitvallen van een of meer van de van elkaar afhankelijke lichaamsfuncties. Bij uitvallen van hartwerking en ademhaling Dooyeweerd, Herman
Dooyeweerd, Herman (1894-1977) Nederlands wijsgeer en jurist. Van 1926-65 hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn bekendhei
doxografen
doxografen Oudste geschiedschrijvers van de (Griekse) filosofie, die de meningen (Grieks: doxa) van de aan hen voorafgaande filosofen opschreven: Draper, John William
Draper, John William (1811-1882) Amerikaans (geboren in Engeland) chemicus en fysioloog, vader van H. Draper, vanaf 1839 hoogleraar te New Driesch, Hans Adolf Eduard
Driesch, Hans Adolf Eduard (1867-1941) Duits filosoof, van oorsprong bioloog. Introduceerde in zijn vitalistische theorie het entelechiebegrip, een
drogreden
drogreden Redeneervorm van deductieve of inductieve aard, die - hoewel ongeldig - een schijn van overtuigingskracht bezit. Valt veelal te ontzenuwen dualisme (filos.)
dualisme (filos.) De opvatting dat er twee heterogene en onherleidbare grondbeginselen zijn. Het dualisme speelt op veel gebieden een rol, maar vooral dubbel-aspect theorie
dubbel-aspect theorie Een geopperde oplossing voor het lichaam-geest probleem. De dubbel-aspect theorie stelt dat lichaam en geest twee zijden van Duhem, Pierre Maurice Marie
Duhem, Pierre Maurice Marie (1861-1916) Frans filosoof en natuurkundige, verrichtte baanbrekend werk op het gebied van de thermodynamica. Duintjer, O.D.
Duintjer, O.D. (geb. 1932) Nederlands filosoof. Tussen 1970 en 1987 hoogleraar kennisleer en metafysica aan de Universiteit van Amsterdam. Na 1987 Duitse Beweging
Duitse Beweging Aanduiding voor de bloeitijd van het Duitse geestelijke leven, die ongeveer samenvalt met het leven van Goethe (1749-1832). Zij Duns Scotus, Johannes
Duns Scotus, Johannes (ca. 1266-1308) Een van de laatste grote denkers uit de scholastiek. Hij was voorstander van een scheiding tussen filosofie Durand van St. Pourçain
Durand van St. Pourçain (Durandus de Sancto Porciano; ca. 1275-1334) Frans filosoof, dominicaan, maar tegenstander van Thomas van Aquino. Dvornikovic, Vladimir
Dvornikovic, Vladimir (1881?-1956?) Kroatisch filosoof, leerling van Wilhelm Wundt, schreef o.a. 'Psychologie der slawischen Melancholie' (1917), d'Alembert, Jean-Baptiste Le Rond
Ebbinghaus, Julius (1885-1981) Duits kantiaans filosoof, ontwikkelde een theorie van de staat uitgaande van de idee dat de organisatie van de gemeenschap egoïsme
egoïsme Ook zelfzucht. Het nastreven van het eigenbelang, zonder met anderen rekening te houden. De verhouding tussen beide is een bekend probleem Ehrenfels, Christian von
Ehrenfels, Christian von (1859-1932) Oostenrijks filosoof en psycholoog, hoogleraar te Praag (1896-1932). Introduceerde de term 'Gestalt' in de p
Ehrlich, Walter
Ehrlich, Walter (1896-19?) Duits filosoof die de traditionele metafysica wil vernieuwen door de introductie van andere opvattingen over tijd en lichamelijkheid. eigenschap
eigenschap In de filosofie iets wat als nadere bepaling aan iets toegevoegd wordt. Zogenaamde `noodzakelijke eigenschappen' zijn eigenschappen die Einfühlung (filos.)
Einfühlung (filos.) (invoeling) Het zich verplaatsen in de ander en diens voorstellingen en het op deze wijze begrijpen ervan. Wordt in het bijzonder Eisler, Rudolph
Eisler, Rudolph (1873-1926) Oostenrijks filosoof. Als leerling van Wundt en beïnvloed door Kant kwam Eisler tot een 'fenomenalisme', waarin hij eleaten
eleaten Griekse filosofen die de eenheid en onveranderlijkheid van het zijnde als uitgangspunt voor hun denken namen en verandering en beweging Ellul, Jacques
Ellul, Jacques (1912-1994) Frans ethicus en theoloog. Ellul studeerde rechten, rechtsgeschiedenis en sociologie in Bordeaux en Parijs, maar maakte Elyot, Thomas
Elyot, Thomas (1499-1546) Engels prozaschrijver, diplomaat en geleerde. Leerling van Thomas More en promotor van het humanisme in Engeland. emanatie (fil.en rel.)
emanatie (fil.en rel.) De leer van de uitvloeïing der dingen uit een hoogste beginsel, de godheid.
Emge, Carl August
Emge, Carl August (1886-1970) Duits rechtsfilosoof; bestreed relativisme in de rechtsfilosofie en werkte het kantiaanse idee van de verplichtende Empedocles van Agrigentum
Empedocles van Agrigentum (ca. 490-ca. 430 v. C.) Grieks filosoof en arts, die wordt gerekend tot de jongere natuurfilosofen (pre-socraten). Hij empirisme
empirisme Een belangrijke filosofische stroming waarin ervan uitgegaan wordt dat voor het bereiken van kennis de zintuiglijke of onmiddellijke ervaring encyclopedisten
encyclopedisten Een groep Franse filosofen, wetenschapsmensen en schrijvers uit de 18e eeuw, die deze benaming te danken hebben aan hun medewerking Engels, Wilhelm Friedrich
Engels, Wilhelm Friedrich (1820-1895) Duits filosoof en socialistisch theoreticus. Stond aanvankelijk onder invloed van Feuerbach en Hegel. Beïnvl
Enneaden
Enneaden Geschriften van de filosoof Plotinus (ca. 204-270). Gepubliceerd in de vorm van zesmaal negen verhandelingen (enneade = negental), geschreven ens
ens (Latijn: zijnde) Filosofisch gebruikt voor zijnde, zijn, wezen, enz. Vooral in de relatie tussen het meest algemene zijn en de afzonderlijke individuele Epictetus
Epictetus (ca. 60-ca. 140) Grieks filosoof, stichtte in Nicopolis (Griekenland) een stoïcijnse school. Bekend om het 'Encheiridion', een door zijn leerling epicurisme
epicurisme Levenshouding, genoemd naar Epicurus, waarbij men ernaar streeft zoveel mogelijk persoonlijke genietingen te smaken. Een belangrijk Epicurus
Epicurus (342-271 v.C.) Grieks wijsgeer en stichter van de Epicureïsche School. Hij is van grote betekenis geweest voor het Griekse denken over de epitome
epitome (Gr.: epitomos = afgesneden) Uittreksel van een wetenschappelijk of literair boek; in het Latijn: excerptum geheten.
equivalentie
equivalentie Gelijkwaardigheid, een connectief ofwel logisch voegwoord, dat genoteerd wordt als ?. De definitie van equivalentie is als volgt: twee Erasmusprijs
Erasmus, Desiderius (ca. 1466/69-1536) Zeer belangrijk vertegenwoordiger van het humanisme. Erasmus publiceerde een groot aantal werken over
Erasmusprijs Geldprijs die jaarlijks wordt toegekend aan een persoon of een instelling die een bijzondere bijdrage heeft geleverd op cultureel-, sociaal- Erasmus, Desiderius
Erdmann, Benno
Erdmann, Benno (1851-1921) Duits filosoof, voorstander van een psychologistische opvatting van de logica als een normatieve wetenschap over het Erdmann, Johann Eduard
Erdmann, Johann Eduard (1805-1892) Duits filosoof. In 1836 hoogleraar aan de universiteit van Halle, de eerste universiteit die naar het hegelianisme ervaring
ervaring 1. De ondervinding van een meegemaakte gebeurtenis. 2. Het door ondervinding leren. Binnen het empirisme wordt deze vorm van ervarin
essentie
essentie (Lat.: essentia, `wezen') In het filosofische spraakgebruik onderscheidt men essentie van existentie. Existentie duidt op het concrete bestaan, esthetica (filos.)
esthetica (filos.) De filosofische discipline waarin men zich bezighoudt met de kunst. Deze discipline is normatief: er worden zowel positief- als negatief-ethiek (filos.)
ethiek (filos.) De wetenschap van wat goed en kwaad is. Ook wordt ethiek wel omschreven als de wetenschap van het zedelijk handelen. Het woord ethos
ethos Complex van fundamentele zedelijke waarden, kenmerkend voor een bepaalde groep, samenleving of tijdvak. Identiek aan het begrip 'tijdgeest' Euclides van Megara
Euclides van Megara (ca. 450-380 v. C.) Grieks filosoof, een van de socratici. Hij wordt beschouwd als de stichter van de door Socrates geïnspireerde eudemonisme
eudemonisme Stroming in de ethiek waarin men het streven naar de grootste mate van gelukzaligheid als richtsnoer voor het menselijk handelen neemt. Eudemus van Rhodos
Eudemus van Rhodos (eind 4e-begin 3e eeuw v. C.) Grieks filosoof, directe leerling van Aristoteles. Eudemus is vooral van belang omdat hij in zijn evidentie (filos.)
evidentie (filos.) Het directe inzicht in de waarheid van een bepaald oordeel. Het begrip is fundamenteel in de filosofie van Descartes en van Husserl existentialisme
existentialisme Verzamelnaam voor een aantal filosofische stromingen waarvan de aanhangers vooral belangstelling hadden voor de positie van de existentie
existentie In het algemeen de term voor het concrete `bestaan', in tegenstelling tot het bestaan in wezen (essentie).
exploratief onderzoek
exploratief onderzoek Een vorm van onderzoek die bedoeld is als een eerste verkenning van het terrein. Dit heeft als doel vage verbanden nader te
extensie (filos.)
extensie (filos.) (denotatie) De verzameling dingen die begrepen zijn onder een algemeen begrip. Wordt vaak gebruikt tegenover comprehensie (connotatie). ezel van Buridanus
ezel van Buridanus Ezel die niet kan kiezen tussen twee schelven hooi en daardoor verhongert. Het verhaal komt voor bij Aristoteles. De Arabische falsificatie
falsificatie Weerlegging. Volgens de wetenschapsfilosoof Karl Raimund Popper (1902-1994) is de ontwikkeling van de wetenschap het meest gediend Farabi, al-
Farabi, al- (ca. 872-950) Islamitisch filosoof, introduceerde de aristotelische logica in de wereld van de islam. Hoewel bekend als de 'tweede Aristoteles' fatalisme
fatalisme (Lat.: fatum, `noodlot') Geloof in de onafwendbaarheid van het lot, dat meestal als door God of goden voorbestemd wordt ervaren.
Februari, M.
Februari, M. (geb. 1963; eig.: Marjolein Drenth) Nederlands schrijfster, kunsthistorica en filosofe die ook regelmatig essays en recensies schrijft voor Fechner, Gustav Theodor
Fechner, Gustav Theodor (1801-1887) Duits filosoof en natuurkundige, hoogleraar te Leipzig (1834). Trachtte de juistheid van zijn metafysica op
Feng Joe-Lan
Feng Joe-Lan (1895-1990) Chinees filosoof. Na een studie Chinese filosofie, studeerde Feng Joe-Lan westerse filosofie aan Columbia University in Feng Tau
Feng Tau (Feng Dao; 881-954) Confucianistisch geleerde, die in de roerige periode van de Vijf Dynastieën (907-960) hoge ambten heeft vervuld onder fenomenalisme
fenomenalisme 1. Het uitgangspunt dat menselijke kennis bedrieglijk is, omdat het wezen van de dingen voor de mens verborgen blijft. 2. De filosofische fenomenologie
fenomenologie (Gr.: phainomenon, `het zich tonende') Filosofische stroming, gericht op beschrijving van de ervaringsverschijnselen, waarbij de methode Ferguson, Adam
Ferguson, Adam (1723-1816) Schots moraalfilosoof en historicus, wordt ook wel beschouwd als grondlegger van de sociologie in Groot-Brittannië. Fetscher, Iring
Fetscher, Iring (geb. 1922) Duits politicoloog en filosoof, sinds 1963 hoogleraar te Frankfurt. Tracht de Duitse filosofie uit te leggen als uitwerking Feuerbach, Ludwig
Feuerbach, Ludwig Ludwig Feuerbach (1804-1872) was een Duits filosoof en theoloog, die vooral op het terrein van de godsdienstfilosofie van belang Feyerabend, Paul Karl
Feyerabend, Paul Karl (1924-1994) Oostenrijks-Amerikaans wetenschapsfilosoof. Hij studeerde filosofie en natuurwetenschappen, o.a. bij Popper.
Feys, Robert
Feys, Robert (1889-1961) Belgisch Vlaams filosoof en logicus. Belangrijk door zijn onderzoek op het gebied van de modale logica. Medeoprichter Fichte, Johann Gottlieb
Fichte, Johann Gottlieb (1762-1814) Duits filosoof. Fichte wordt dikwijls gekarakteriseerd als een subjectief idealist, omdat het subject, het ik, in filosofie
filosofie (wijsbegeerte of begeerte naar wijsheid; Gr./Lat.: philosophia: `liefde tot de wijsheid') Benaming voor een tak van wetenschap waarover nauwelijks filosofie, analytische
filosofie, analytische In ruime zin: een wijze van behandeling van wijsgerige problemen. In enge zin: een wijsgerige methode die is ingesteld op het filosofie, Arabisch-islamitische
filosofie, Arabisch-islamitische Filosofie bedreven door islamitische filosofen in de periode van de 9e tot de 13e eeuw. Hoewel de belangrijkste denkers
filosofie, Chinese
filosofie, Chinese Sterk op de ethiek en het praktisch handelen gerichte filosofie, waarvan de grondslagen in de 6e eeuw v.C. door K'oeng-foe-tsuh filosofie, feministische
filosofie, feministische Het feministische denken heeft twee verschillende uitgangspunten. Allereerst probeert men tot een eigen bepaling van wat de filosofie, Griekse
filosofie, Griekse Oudste vorm van (westerse) filosofie. Vond haar oorsprong in de 7e eeuw in Griekenland en de Griekssprekende gebieden in Klein-filosofie, Indiase
filosofie, Indiase Op de traditioneel godsdienstige teksten (Veda's, Brahmana's) en oude Indische dichterlijke speculaties (Upanisjads; 800 v.C.) gebaseerde filosofie, Japanse
filosofie, Japanse De Japanse filosofie is ontstaan uit de ontmoeting van de wijsbegeerte van het confucianisme en het boeddhisme enerzijds met het filosofie, joodse
filosofie, joodse Onder joodse filosofie verstaat men de traditie die de inhoud, de betekenis, de grondslagen en de gevolgen van het jodendom als geloof filosofie, middeleeuwse
filosofie, middeleeuwse In ruime zin de Europese filosofie in de periode tussen de ondergang van het West-Romeinse Rijk en het begin van de rena
filosofie, moderne
filosofie, moderne In ruime zin de filosofie vanaf de renaissance tot heden. In de beginperiode (17e eeuw) ontworstelde men zich aan de last van he
filosofie, politieke
filosofie, politieke De filosofische discipline waarin men zich bezighoudt met de principes van het menselijk samenleven en de organisatie van maatschappij filosofie, sociale
filosofie, sociale Onderdeel van de filosofie waarin men zich bezighoudt met de vragen en problemen van de samenleving. Thema's die in de sociale filosofische roman
filosofische roman Roman rond wijsgerige thema's. Een volmaakt voorbeeld is Candide (1759) van Voltaire (1694-1778): zowel wegens het polemische finaliteit
finaliteit Binnen een samenhangend geheel geordend en op een doel gericht zijn der dingen. Indien men deze doelgerichtheid als een gevolg van de voorzienigheid Fink, Eugen
Fink, Eugen (geb. 1903) Duits filosoof, sinds 1948 hoogleraar in Freiburg im Breisgau. Medewerker van Husserl en schrijver van gezaghebbende studies Fischer, Kuno
Fischer, Kuno (1824-1907) Duits filosoof, hegeliaan, later meer empiristisch. Dankt zijn roem vooral aan het werk 'Geschichte der neueren Philosophie' Fiske, John
Fiske, John (1842-1901) Amerikaans filosoof en historicus van de Amerikaanse koloniale tijd. Ontwikkelde in zijn 'Outlines of cosmic philosophy' Flam, Leopold
Flam, Leopold (1912-1995) Belgisch filosoof. Flam studeerde sociale wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent, was een aantal jaren leraar geschiedenis Flitner, Wilhelm August
Flitner, Wilhelm August (geb. 1889) Duits cultuurfilosoof en pedagoog, van 1909-57 hoogleraar te Hamburg. Hij is beïnvloed door het werk van de
Fludd, Robert
Fludd, Robert (Flud, Robertus de Fluctibus; 1574-1637) Engels arts en filosoof, voornaamste occultist van de 17e eeuw. In tegenstelling tot de opkomende Forberg, Friedrich Karl
Forberg, Friedrich Karl (1770-1848) Duits filosoof, leerling van Fichte. Bekend doordat hij met zijn artikel 'Über die Entwicklung des Begriffes Religion' formule
formule Een vaste wijze van samenvatting; in de exacte wetenschappen meestal met gebruikmaking van symbolen.
formule van...
formule van... Voor formule van... zoeke men onder de eigennaam of het zelfstandig naamwoord.
Foucault, Michel
Foucault, Michel (1926-1984) Frans filosoof die algemeen tot de structuralisten wordt gerekend, hoewel hij weigert zichzelf `structuralist' te noemen Fouillée, Alfred Jules-Emile
Fouillée, Alfred Jules-Emile (1838-1912) Frans filosoof en socioloog. Centraal in zijn denken staat het begrip 'l'idée-force', d.w.z. kracht-ideeën zijn Franciscus van Meyronnes
Franciscus van Meyronnes (ca. 1288-1328) Frans filosoof; docent te Parijs. Evenals zijn leermeester, Duns Scotus, vooral gericht op begripsverfij
Francquiprijs
Francquiprijs Belgische prijs, in 1932 ingesteld ter bevordering van het wetenschappelijk onderzoek. Jaarlijks wordt de prijs telkens aan vertegenwoordigers Frankfurter Schule
Frank, Philipp
Frank, Philipp (1884-1966) Oostenrijks filosoof en een der oprichters van de Wiener Kreis. Emigreerde in 1936 naar de VS. Wilde filosoferen m.b.Frank, Semjon Ludvigovitsj
Frank, Semjon Ludvigovitsj (1877-1950) Russisch religieus filosoof. Geïnspireerd door het werk van Nikolaus Cusanus. Franks hoofdwerk is 'Nepostizi
Frankfurter Schule Verzamelnaam voor een groep filosofen en sociologen rondom Horkheimer en Adorno. Sinds de jaren dertig hebben zij een ma
Frege, Gottlob
Frege, Gottlob (1848-1925) Belangrijkste logicus van de 19e eeuw. De taak die hij zich als wiskundige stelde, noopte hem tot onderzoek van fundamenteel Freundlich, Rudolf
Freundlich, Rudolf (geb. 1911) Oostenrijks filosoof, hoogleraar te Graz. Hield zich bezig met logica en het ontwikkelen van wetenschappelijk gefundeerde Freyer, Hans
Freyer, Hans (1887-1969) Duits filosoof en socioloog. Onderzocht het sociale gebeuren vanuit de structuurbegrippen 'Gemeinschaft' en 'Gesellschaft', Freytag-Löringhoff, Bruno von
Freytag-Löringhoff, Bruno von (geb. 1912) Duits filosoof, doceert te Tübingen. Werkzaam op het gebied van de filosofie der exacte wetenschappen. Friedmann, Hermann
Friedmann, Hermann (1873-1957) Fins-Duits filosoof. Ontwikkelde wat hij noemt een morfologisch idealisme waarmee hij het mechanistische wer
Fries, Jakob Friedrich
Fries, Jakob Friedrich (1773-1843) Duits filosoof. Leverde een psychologische interpretatie van Kant door ervan uit te gaan dat de grenzen van de Frobenius, Leo
Froben, Johann (Johann Frobenius; ca. 1460-1527) Duits geleerde en boekdrukker in Bazel. Drukte als vriend van Erasmus veel van diens uitgaven
Frobenius, Leo (1873-1938) Duits cultuurfilosoof en etnoloog. Voerde ter verklaring voor het voorkomen van gelijke cultuurtypen op uiteenlopende Froben, Johann
Froe, Arie de
Froe, Arie de (geb. 1907) Nederlands medicus, hoogleraar antropobiologie en menselijke erfelijkheidsleer te Amsterdam (1954-76). Bestreed tijdens Fromm, Erich
Fromm, Erich (1900-1980) Duits-Amerikaans cultuurpsycholoog en filosoof. Hij was een der belangrijkste neo-psychoanalytici en behoorde tot de fundamenteel onderzoek
fundamenteel onderzoek Wetenschappelijk onderzoek dat bedoeld is om meer kennis te verkrijgen en waarvan de praktische relevantie voor het oplo
Funke, Gerhard
Funke, Gerhard (geb. 1914) Duits wijsgeer, deed een fenomenologisch opgezet onderzoek naar de historische ontwikkeling van metafysische uitgangspunten futurologie
futurologie (toekomstkunde, prognostica) Voorspelling van ontwikkelingen in de toekomst met behulp van wetenschappelijke technieken. Onderwerpsgebied fysicalisme
fysicalisme Stroming in het neopositivisme (positivisme), waarin elke uitspraak voor zinloos gehouden wordt die niet met behulp van fysische methoden Gaarder, Jostein
Gaarder, Jostein (geb. 1952) Noors schrijver die in 1991 het `jeugdboek' `De wereld van Sofie' uitgaf, dat een wereldwijde bestseller voor volwassenen Gadamer, Hans-Georg
Gadamer, Hans-Georg (geb. 1900) Duits filosoof, leerling van Heidegger. In zijn hoofdwerk, Wahrheit und Methode (1960), pleitte Gadamer voor gaia-filosofie
gaia-filosofie Filosofie volgens welke het leven op aarde één samenhangend organisme is dat zichzelf reguleert overeenkomstig zijn veranderende behoeften. Gangesja
Gangesja (12e-13e eeuw) Indisch filosoof, belangrijkste vertegenwoordiger van de zgn. jongere Nyaya-school. Schreef 'Tattva-cintamani', een aantal Gansfort, Wessel
Gansfort, Wessel (1420-1489) Noord-Nederlands geleerde. Opgeleid bij de Broeders van het Gemene Leven in Zwolle, later o.a. verblijvend in Parijs Garve, Christian
Garve, Christian (1742-1798) Duits filosoof. Vertaalde en populariseerde het nuchtere en praktische Engelse empirisme. De eerste recensent van de Gay, John (fil.)
Gay, John (fil.) (1669-1745) Engels filosoof, werkzaam te Cambridge. Zijn 'Dissertation concerning the fundamental principle of virtue or morality' Geach, Peter Thomas
Geach, Peter Thomas (geb. 1916) Brits filosoof, hoogleraar aan diverse Engelse universiteiten, waarvan het laatst aan die van Leeds (1966-81). Geach geest
geest Term, in het filosofische taalgebruik gebruikt als vertaling van het Griekse `pneuma' en `noûs', dat respectievelijk `adem' of `levensgrond' en `geesteswetenschappen
geesteswetenschappen Vage en niet altijd eenduidige betiteling van een categorie wetenschappen die zich naar de aard van hun objecten fundame
Gehlen, Arnold
Gehlen, Arnold (1904-1976) West-Duits socioloog en filosoof, vooral bekend door zijn theorie over sociale instituties en de menselijke cultuur. Volgens geldigheid
geldigheid Criterium voor de deugdelijkheid van redeneringen. Een redenering van premissen P1,..., Pn naar een conclusie C, is dan en slechts dan Gellner, Ernest
Gellner, Ernest (1925-1995) Brits sociaal-antropoloog en filosoof. Gellner was hoogleraar filosofie aan de London School of Economics (1962-84) geluk
geluk De toestand en het ondergaan van (totale) levensvervulling en bevrediging. Bij de Oude Grieken werd deze toestand als levensdoel genomen, generalisatie
generalisatie Het toekennen van een eigenschap aan alle elementen van een verzameling nadat deze eigenschap voor een eindig aantal elementen van Gerson, Johannes
Gerson, Johannes (eig. Jean Charlier; 1363-1429) Frans filosoof en theoloog, kanselier van de universiteit van Parijs. Trachtte de leer van Ockham geschiedfilosofie
geschiedfilosofie Onderdeel van de filosofie dat zich bezighoudt met de theorie van de geschiedenis in haar twee betekenissen: van het verleden en geweten
geweten Van geweten spreekt men wanneer het bewustzijn optreedt als beoordelende instantie die eigen voorgenomen of voltrokken daden van de mens Geyser, Josef
Geyser, Josef (1869-1948) Duits filosoof. Bestreed vanuit neoscholastisch standpunt uit neokantianisme en de fenomenologie en trachtte via een op Ghazali, Aboe Hamid Mohammed al-
Ghazali, Aboe Hamid Mohammed al- (1058-1111) Wetgeleerde, theoloog, filosoof en mysticus. Al-Ghazali werd geboren in Toes (Noordoost-Iran). Gilbert de la Porrée
Gilbert de la Porrée (ca. 1076-1154) Frans theoloog en filosoof, verbonden aan de kloosterschool van Chartres. Paste logische en grammaticale principes gildensocialisme
gildensocialisme Socialistische stroming in het begin van de 20ste eeuw in Engeland. De stroming stond voor afschaffing van de moderne fabrieks
Gilson, Étienne Henry
Gilson, Étienne Henry (1884-1978) Frans filosoof, hoogleraar aan het Collège de France (1932-50), lid van de Académie Française (1946). Een va
Glareanus
Glareanus (eig. Heinrich Loriti; 1488-1563) Zwitsers humanist en muziektheoreticus. Glareanus was in Keulen een leerling van Johannes Cochlaeus Glucksmann, André
Glucksmann, André (geb. 1937) Frans filosoof, een der belangrijkste vertegenwoordigers van de 'nouveaux philosophes', een nieuwe stroming in de godencultus
godencultus Het geheel van in een godsdienst aan god(en) gewijde riten en rituelen. In veel primitieve godsdiensten worden daarbij offerdieren aan godsdienstwetenschappen 4. godsdientsfilosofie
godsdienstwetenschappen 4. godsdientsfilosofie De wijsgerige doordenking van het verschijnsel godsdienst, van de godsdienstige beleving en Gomperz, Heinrich
Gomperz, Heinrich (1873-1942) Wijsgeer, doceerde tot 1936 in Oostenrijk, daarna in Los Angeles. Vatte de categorieën van substantie, identiteit, Gorgias van Leontini
Gorgias van Leontini (ca. 480-380 v. C.) Grieks filosoof, een der sofisten. Volgens hem was de overredingskunst de `koningin van alle vaardigheden'. Grabmann, Martin
Grabmann, Martin (1875-1949) Duits thomistisch wijsgeer, speelde een leidende rol in het onderzoek van de wijsbegeerte van Thomas van Aquino Gracián y Morales, Baltasar
Gracián y Morales, Baltasar (1601-1658) Schrijver, een van de grootste stilisten en moralisten van de 17e eeuw in Spanje. Zijn werk, dat hem tijdens
Grassi, Ernesto
Grassi, Ernesto (1902-1991) Italiaans wijsgeer die sinds 1948 in Duitsland doceert (München). Verdedigt een humanistische kijk op de wereld ('Verteidiging Groethuysen, Bernhard
Groethuysen, Bernhard (1880-1946) Duits geschiedfilosoof. Groethuysen was een leerling van Dilthey en zette diens werk voort in zeer grondig g
grondslagenonderzoek
grondslagenonderzoek De systematische bestudering van de begrippen waarop een wetenschap berust. Het woord `grondslagenonderzoek' zonder Groot, Hugo de
Groot, Hugo de (Grotius; 1583-1645) Nederlands rechtsgeleerde, belangrijk grondlegger van het volkenrecht. Zijn eerste geschrift op dit terrein was
Groot, Joannes Vincentius de
Groot, Joannes Vincentius de (1848-1922) Nederlands filosoof. Dominicaan en sinds 1894 kerkelijk hoogleraar in de thomistische filosofie te Amsterdam
Guardini, Romano
Guardini, Romano (1885-1968) Italiaans-Duits rooms-katholiek theoloog en filosoof, hoogleraar te München. Veel gelezen auteur van religieus-opbouwende Guibert van Nogent
Guibert van Nogent (1053-1124) Frans (Latijns) geschiedschrijver en theoloog. Hij was eerst monnik te Saint-Germer-de-Flay (1066), daarna vanaf Gusdorf, Georges
Gusdorf, Georges (geb. 1912) Frans filosoof, doceert sinds 1952 te Straatsburg. Gusdorf bepleit een centrale plaats van de antropologie binnen de Guyau, Jean Marie
Guyau, Jean Marie (1854-1888) Frans filosoof. Leerling van Alfred Fouillée en een der belangrijkste vertegenwoordigers van het vitalisme. Het leven Haeberlin, Paul
Haeberlin, Paul (1878-1960) Zwitsers filosoof, hoogleraar te Bazel (1922-48), tevens psycholoog en pedagoog. Haeberlin wilde een metafysische Haering, Theodor
Haering, Theodor (1884-1964) Duits filosoof, hoogleraar te Tübingen van 1928-48. Haering maakt, van een neohegeliaanse opstelling uit, onderscheid Hamann, Johann Georg
Hamann, Johann Georg (1730-1788) Duits filosoof, een origineel denker uit Koningsbergen, een stad- en tijdgenoot van de Duitse wijsgeer Imman
Hamelin, Octave
Hamelin, Octave (1856-1907) Frans idealistisch filosoof. Als leerling van Renouvier trachtte hij het kantianisme met het dialectische uitgangspunt Hamilton, William (1788-1856)
Hamilton, William (1788-1856) Schots filosoof en de laatste vertegenwoordiger van de zgn. Schotse School. Met Kant vindt Hamilton dat slechts Hare, Richard Marvyn
Hare, Richard Marvyn (geb. 1919) Brits filosoof, die met zijn Language of morals (1952) een bijdrage leverde aan de ethiek. Hij wordt beschouwd Harrington, James
Harrington, James (1611-1677) Engels politiek auteur. Met zijn aan Cromwell opgedragen 'The Commonwealth of Oceana' (1656), een werk over
Harris, William Torrey
Harris, William Torrey (1835-1909) Amerikaans filosoof en vooraanstaand figuur in het Amerikaanse onderwijsbeleid. In zijn filosofische denken was Hartmann, Eduard von
Hartmann, Eduard von (1842-1906) Duits filosoof, wiens denken een synthese was van verschillende wijsgerige richtingen. Zeer bekend is hij geworden Hartmann, Nicolai
Hartmann, Nicolai (1882-1950) Filosoof met zeer persoonlijke denkbeelden die vooral beroemd is geworden door zijn leer van de waarden. Hij ple
Haskalah
Haskalah (Verlichting) Joodse parallel van de Europese geestesstroming van de Verlichting in de 18e en 19e eeuw. Leiders: Mozes Mendelssohn (1729-hedonisme
hedonisme (Gr.: hèdonè, `genot') Wijsgerige opvatting en levensbeschouwing waarin het zinnelijk genot als richtsnoer voor het handelen wordt genomen. hegelianisme
Hegel, Georg Wilhelm Friedrich (1770-1831) Een der grootste denkers uit de geschiedenis. Hij heeft een enorme invloed op het moderne denken Heidegger, Martin
hegelianisme Benaming voor verschillende wijsgerige richtingen die bij de filosofie van Hegel aansluiten. Toen aan het eind van de 19e eeuw weer Hegel, Georg Wilhelm Friedrich
Heidegger, Martin (1889-1976) Duits filosoof, een zeer belangrijk denker van de 20e eeuw. Zijn boeken zijn meestal erg duister en moeilijk te begrijpen. heilige voorwerpen
heilige voorwerpen Objecten die in een godsdienst vereerd worden, omdat zij beschouwd worden als incarnatie of woonplaats van god(en), bijvoorbeeld Heimsoeth, Heinz
Heimsoeth, Heinz (geb. 1886) Duits filosoof. Doceert sinds 1931 te Keulen; schrijver van een aantal geschiedfilosofische werken, waaronder 'Die Heinemann, Fritz
Heinemann, Fritz (1889-1969) Duits filosoof. Verhuisde in 1937 van Frankfurt am Main naar Oxford. In zijn werken behandelde Heinemann zowel Heiss, Robert
Heiss, Robert (1903-1974) Duits wijsgeer en psycholoog, die zich vooral bezighield met de relatie logica en dialectiek. Zag geschiedenis en ontwikkeling Hellpach, Willy Hugo
Hellpach, Willy Hugo (1877-1955) Duits filosoof en neuroloog. Publiceerde over een breed veld van onderwerpen o.a. over de relatie tussen klimaat, Helmont, Franciscus Mercurius van
Helmont, Franciscus Mercurius van (1614-1699) Zuid-Nederlands arts, filosoof en alchemist. Ontwikkelde een op de opvattingen van zijn vader Helvétius, Claude Adrien
Helvétius, Claude Adrien (1715-1771) Frans filosoof en schrijver, las al heel jong John Lockes 'Essay concerning human understanding' en bleef zi
Hempel, Carl Gustav
Hempel, Carl Gustav (1905-1997) Duits-Amerikaans filosoof, hoogleraar aan Yale (1948) en Princeton University (1955). Zijn wetenschapsfiloso
Hemsterhuis, Franciscus
Hemsterhuis, Franciscus (1721-1790) Nederlands filosoof, wiens invloed vooral in Duitsland merkbaar is geweest. Franciscus (François) Hemsterhuis Heraclitus
Heraclitus (ca. 530-470 v. C.) Zeer belangrijk Grieks filosoof uit Efese in Klein-Azië. Hij wordt gerekend tot de jongere natuurfilosofen en als zodanig Herbart, Johann Friedrich
Herbart, Johann Friedrich (1776-1841) Duits filosoof, psycholoog en pedagoog, hoogleraar te Königsberg en Göttingen. Vooral bekend door zijn herleiding
herleiding Een (wiskundige) formule op een andere, vaak kortere, manier geschreven. Hierbij wordt een gelijkwaardige uitdrukking voor deze formule hermeneutiek 1. algemeen
hermeneutiek 1. algemeen Hermeneutiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het vertalen en uitleggen van geschriften en de uitgangspunten hermeneutiek 3. filosofie
hermeneutiek 3. filosofie De term hermeneutiek is afkomstig van het griekse 'hermeneuein', dat `uitleggen', `verklaren', of `vertalen' betekent. Als filosofische Hermetica
Hermetica Verzameling oorspronkelijk Griekse astrologisch-magische geschriften, toegeschreven aan Hermes Trismegistos (3e-2e eeuw v.C.).
Hertling, Georg, graaf von
Hertling, Georg, graaf von (1843-1919) Duits wijsgeer en conservatief staatsman; trachtte, uitgaande van zijn katholicisme, tot een christelijke filosofie Hessing, Jacob
Hessing, Jacob (1874-1944) Nederlands filosoof, origineel volgeling van de denkbeelden van Hegel en samen met Bolland de grootste verspreider heuristiek
heuristiek Een zoekregel. 1. Dit begrip speelt een centrale rol in de theorie van de wetenschapsfilosoof I. Lakatos. Bij het opstellen van wetenschappelijke Heusde, Philip Willem van
Heusde, Philip Willem van (1778-1839) Nederlands filosoof. Doceerde te Utrecht en huldigde een socratisch-platoons standpunt. Verwant met een Heymans, Gerard
Heymans, Gerard (1857-1930) Nederlands filosoof en psycholoog. Heymans heeft veel werk verzet om de psychologie in Nederland als een zelfstandige hiernamaals
hiernamaals Leven na de dood. Het geloof in het hiernamaals komt bij vrijwel alle volken van de aarde voor. Betreft het geloven in een leven in de Hippias van Elis
Hippias van Elis (eind 5e eeuw v. C.) Grieks filosoof, een der sofisten. Hij beroemde zich op zijn veelzijdigheid en zelfstandigheid. Hij zei dat hij alles historicisme
historicisme De opvatting waarin, evenals in het historisme, er vanuit wordt gegaan dat verschijnselen vanuit een historische ontwikkeling zijn te ve
historisch materialisme
historisch materialisme De opvatting, ontleend aan het marxisme, dat de economische organisatie het meest karakteristieke element van een maatsc
historisch pyrronisme
historisch pyrronisme Zeventiende-eeuwse stroming die zekere kennis van het verleden onmogelijk achtte. Het historisch pyrronisme, genoemd naa
historische benadering (cult.antr.)
historische benadering (cult.antr.) Richting in de godsdienstetnologie waarvan de aanhangers proberen historische relaties tussen godsdiensten op historisme
historisme Benaming voor de theorie dat verschijnselen te verklaren zouden zijn uit de historische ontwikkeling. Deze opvatting, niet te verwarren Hobbes, Thomas
Hobbes, Thomas (1588-1679) Engels filosoof. Hobbes werd als een van de eersten zeer sterk werd beïnvloed door de nieuwe natuurwetenschappelijke Hobhouse, Leonard Trelawney
Hobhouse, Leonard Trelawney (1864-1929) Engels filosoof en socioloog, werd als eerste hoogleraar in de sociologie in Engeland benoemd aan de Hocking, William Ernest
Hocking, William Ernest (1873-1966) Amerikaans filosoof, leerling van Dilthey en Windelband. Probeerde vooral in zijn godsdienstfilosofische stu
Hodgson, Shadworth Holloway
Hodgson, Shadworth Holloway (1832-1912) Engels filosoof. Zijn omvangrijke 'The metaphysic of experience' (4 dln., 1898) zag Hodgson als een Hoëne-Wronski, Jósef Maria
Hoëne-Wronski, Jósef Maria (J.M.H. Wronski; 1778-1853) Pools filosoof, sedert 1810 wonend in Parijs. Hoëne-Wronski wilde, met een min of meer Höffding, Harald
Höffding, Harald (1843-1931) Deens filosoof. Beïnvloed door Kierkegaard en het positivisme van Comte. Höffding stelt dat alleen eigen ervaring en Höfler, Alois
Höfler, Alois (1853-1922) Oostenrijks filosoof, logicus en pedagoog. In 'Grundlehren der Logik' (1890) neemt Höfler in navolging van Brentano de Hofmann, Paul
Hofmann, Paul (1880-1947) Duits filosoof, hoogleraar te Berlijn. Trachtte, in tegenstelling tot de meer zakelijke benadering van andere filosofieën, Hofstadter, Douglas Richard
Hofstadter, Douglas Richard (geb. 1945) Amerikaans fysicus, computerdeskundige, filosoof en schrijver. Zijn grote bekendheid ontleent Hofstadter Holbach, Paul Heinrich Dietrich von
Holbach, Paul Heinrich Dietrich von (ook: Paul Henri Thiry d'Holbach; 1723-1789) Frans filosoof, geboren in Duitsland, studeerde o.a. in Leiden. holisme
holisme De gedachte dat het geheel meer is dan de som der delen; dat eigenschappen van het geheel niet zijn af te leiden uit die van de delen. In de Hollak, J.H.A.
Hollak, J.H.A. (geb. 1915) Nederlands filosoof, van 1966 tot 1985 hoogleraar in de moderne wijsbegeerte in Amsterdam en Nijmegen. In zijn inaugurele Home, Henry
Home, Henry (lord Kames; 1696-1782) Schots wijsgeer. In zijn 'Elements of criticism' (3 dln., 1762-65) maakte Home onderscheid tussen intrinsieke homo educandus
homo educandus Latijnse aanduiding (de mens die opgevoed moet worden) voor het aan alle opvoedkundige theorieën en filosofieën ten grondslag homo homini lupus
homo homini lupus (Lat: de mens is voor zijn medemens een wolf) Stelling van de Engelse filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) ter karakterisering homo mensura-regel
homo mensura-regel (Latijn: mens-maat regel) Stelling van de Griekse sofist Protagoras dat de mens (d.w.z. ieder afzonderlijk) de maat voor alle Hönigswald, Richard
Hönigswald, Richard (1875-1947) Duits filosoof, sedert 1939 echter in de VS. Neokantiaan, verwant met de Marburger School. De invloed van zijn honnête homme
honnête homme Franse classicistische term voor de rustige, beschaafde, oprechte, evenwichtige mens (man). In de Maximes (1664) van La Rochefoucauld Hoogveld, Johannes Hendrikus Everardus Jacobus
Hoogveld, Johannes Hendrikus Everardus Jacobus (1878-1942) Nederlands filosoof en pedagoog, vertegenwoordiger van het Nederlandse neothomisme. Howison, George Holmes
Howison, George Holmes (1834-1916) Amerikaans filosoof en wiskundige. Was van mening dat personen bij hun wetenschappelijke, morele en filosofi
Hubbeling, Hubertus Gesinus
Hubbeling, Hubertus Gesinus (geb. 1925) Nederlands godsdienstfilosoof, hoogleraar in Groningen (1967). Onderzocht het gebruik van logische methoden
Huet, François
Huet, François (1814-1869) Frans filosoof, doceerde van 1835-51 te Gent. Zijn wijsgerig denken was sterk beïnvloed door Descartes. H. was een voorstander hulpwetenschappen
hulpwetenschappen Wetenschappen die in een andere wetenschap als hulpmiddel gebruikt worden bij het verrichten van theoretisch en empirisch humaniora
humaniora (Lat: humanus = menselijk, beschaafd) De wetenschappen die de mens zedelijk verheffen. Vroeger verstond men hieronder de klassieke
humanisme
humanisme Literair-wetenschappelijke kant van de Renaissance, ontstaan eind 13e eeuw in Noord-West Italië. Het humanisme greep terug op de idealen Humanistisch Verbond, Het
Humanistisch Verbond, Het Humanistisch Verbond is een levensbeschouwelijke organisatie die het humanisme verbreidt. Het humanisme in deze Hume, David
Hume, David (1711-1776) Schots filosoof, historicus en letterkundige. Vooral bekend geworden als een filosoof die uitsluitend wenste uit te gaan van Husserl, Edmund
Husserl, Edmund (1859-1938) Duits filosoof. Twee filosofische stromingen, de fenomenologie en het existentialisme gaan op zijn denken terug. Leven
hylemorfisme
hylemorfisme De door Aristoteles naar voren gebrachte opvatting dat al het stoffelijke door twee principes wordt bepaald, nl. een stoffelijk beginsel, hylozoïsme
hylozoïsme Leer dat de materie (Grieks: hulè) bezield, levend (Grieks: zoo-os) is. Kenmerkend voor de leer van de Ionische natuurfilosofen, volgens hysteron proteron
hysteron proteron (Gr.: `het latere eerder') Hiervan is sprake als bij een stelling datgene wat wordt afgeleid, al optreedt in de vooronderstellingen waarop Iamblichus
Iamblichus (250-325) Grieks filosoof, leerling van Porphyrius en vertegenwoordiger van het neoplatonisme.
Ibn Daud, Abraham
Ibn Daud, Abraham (Abraham Ben David; ca. 1110-1180) Joods filosoof, werkzaam in Spanje. Geldt als een van de voorbereiders van de introductie Ibn Toefail
Ibn Toefail Ibn Toefail (gest. 1185) werd geboren in Cadiz en werkte als medicus aan het hof van een prins in Marokko, waar hij ook gestorven is. Hij ideaaltype
ideaaltype Door de Duitse socioloog Max Weber uitgewerkt theoretisch/methodologisch begrip; typologie van een maatschappelijk verschijnsel, waarin, idealisme
idealisme Benaming voor een aantal filosofische stromingen die met elkaar het doel gemeen hebben alles tot een geestelijk beginsel te herleiden. In idealisme, Duits
idealisme, Duits Verzamelnaam voor de door een aantal Duitse filosofen ontwikkelde, bijzondere vormen van het metafysisch idealisme, die bekend idee
idee Een idee is in het gewone spraakgebruik een gedachte, een plan, een ontwerp. In de filosofie heeft de term `idee' een toegespitste betekenis, die ideeënwereld van Plato
ideeënwereld van Plato Een buiten de aarde gelegen wereld met absolute en eeuwige kennis. Volgens de Griekse filosoof Plato (427-347 v. C.) sta
identiteit
identiteit In algemeen logische zin de verhouding tussen identieke dingen. In de mathematische logica is identiteit die bijzondere tweeplaatsige relatie Ideologen
Ideologen Aanduiding voor een groep Franse filosofen die het sensualisme van Condillac aanhingen. Ze verzamelden zich voornamelijk rond Madame ideologie
ideologie Beredeneerd geheel van onderling samenhangende ideeën over mens en maatschappij. Omvat beginselen, maatschappelijke doelstellingen ignoratio elenchi
ignoratio elenchi (Lat.: `onkunde ten aanzien van het bewijs') Een drogreden die erop neerkomt dat een argument wordt gebruikt dat geen betrekking ik
ik Aanduiding voor het subject van het willen en handelen. Sinds Descartes is het `ik' als onderscheiden begrip aanwezig in de geschiedenis van het Illich, Ivan
Illich, Ivan (geb. 1926) Oostenrijks-Amerikaans cultuurfilosoof en maatschappijcriticus. Studeerde filosofie en theologie en werd in 1951 priester. Richtte illusionisme (fil.)
illusionisme (fil.) Filosofische opvatting dat de buitenwereld in haar tijdruimtelijke verschijningsvorm een louter bedrieglijke illusie is, of wel met de imagisme
imagisme Stroming in de Anglo-Amerikaanse poëzie tussen 1909-1917, die zich afzette tegen de breedsprakige laat-romantische poëzie van haar tijd immanent
immanent (Lett.: `er in verblijvend') Filosofische aanduiding voor dat wat tot de structuur van iets behoort, deze niet overschrijdt. In de kennistheorie immanentiefilosofie
immanentiefilosofie Filosofie die de kennis tot het in de bewuste ervaring mogelijke beperkt. Het zijn wordt op deze wijze ondergeschikt aan het bewustzijn. immoralisme
immoralisme De leer die het verplichtend karakter van de zedelijke waarden ontkent. Zowel binnen een bepaald cultureel tijdsbestek als ook in absolute imperatief, categorische
imperatief, categorische Benaming voor een volgens Kant universeel geldende wet. Deze luidt als volgt: `Handel zo dat u zou willen dat uw handelw
indeterminisme
indeterminisme Opvatting dat de loop der gebeurtenissen niet volledig vastligt en dat de menselijke wil niet totaal bepaald is door fysiologische en
individu
individu De mens in zijn meest zelfstandige betekenis, met een eigen, specifieke identiteit, die los staat van zijn sociale omgeving. In het dagelijks en individualisme
individualisme Filosofische opvatting dat slechts het individuele werkelijk is en boven het collectieve staat. Ethisch impliceert dit dat de staat slechts inductie (filos.)
inductie (filos.) Redenering waarbij op grond van een aantal gevallen waarvoor de geldigheid van een uitspraak is vastgesteld, tot de geldigheid voor inductionisme
inductionisme Een wetenschapstheoretische opvatting, die inhoudt dat het waarnemen van feiten steeds vooraf dient te gaan aan het opstellen van theorieën Ingarden, Roman
Ingarden, Roman (1893-1970) Pools filosoof. Ingarden heeft als leerling van Husserl een belangrijke bijdrage geleverd aan de fenomenologische analyse instrumentalisme
instrumentalisme Filosofische opvatting dat het weten zijn waarheid en waarde ontleent aan de mate waarin het dienstig is aan het handelen en dit intellectualisme
intellectualisme (Lat.: intellectus = verstand) Instelling dat men vooral verstandelijk in de wereld moet staan en zich bij zijn doen en laten slechts door intelligibel
intelligibel Filosofische term voor: verstandelijk kenbaar. Zo kan men een intelligibele, dus slechts verstandelijk te vatten wereld aannemen om een intentie
intentie Bewuste gerichtheid van de wil. In de ethiek wordt onderscheid gemaakt tussen de handeling en de intentie achter die handeling. Zo kan een intentionaliteit
intentionaliteit Betrekking hebbend op iets. Dit lijkt een fundamentele eigenschap van mentale inhouden. Gedachten gaan ergens over, bijvoorbeeld intersubjectiviteit
intersubjectiviteit Filosofisch begrip, waarvan sprake is als taal, kennis en bewijsbaarheid voor meerdere subjecten (personen) toegankelijk geacht worden intuïtie
intuïtie Het onmiddellijk kennen, voortvloeiend uit een geestelijke aanschouwing. Als bron van kennis staat intuïtie tegenover het verstandelijke en Ionische natuurfilosofen
Ionische natuurfilosofen Eerste denkers der Griekse filosofie, zo genoemd omdat ze allen uit Ionië afkomstig waren. Ze maakten zich los van de religieus-Irigaray, Luce Marie Ghislaine
Irigaray, Luce Marie Ghislaine (eig. L.M.G. Baudoux-Irigaray, geb. 1932) Belgisch-Frans feministisch filosofe. Centraal in haar werk staat de opvatting
irrationalisme
irrationalisme De opvatting dat behalve het verstand nog andere kenmiddelen bestaan. In deze zin tevens de opvatting dat de werkelijkheid zelf een Isidorus van Sevilla
Isidorus van Sevilla (ca. 560-636) Spaans (Latijns) schrijver en geleerde, vanaf 599 aartsbisschop van Sevilla. Was een groot, universeel geleerde Isocrates
Isocrates (436-338 v.C.) Grieks redenaar, een der tien Attische oratoren. Kreeg grote faam als leraar in de welsprekendheid, voor Isocrates de basis Jacoby, Günther
Jacoby, Günther (1881-1969) Duits filosoof. Vanaf 1919 hoogleraar te Greifswald. In zijn hoofdwerk 'Allgemeine Ontologie der Wirklichkeit' (1925) Jager, Okke
Jager, Okke (1928-1992) Nederlands gereformeerd predikant, wetenschappelijk medewerker aan de Theologische Hogeschool in Kampen, schrijver James, William
James, William (1842-1910) Amerikaans psycholoog, fysioloog en filosoof. Geïnspireerd door het denken van Peirce werkte hij de methode van het Jaspers, Karl
Jaspers, Karl (1883-1969) Duits filosoof. Een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de existentiefilosofie. In zijn wijsgerig denken ruimde Jevons, William Stanley
Jevons, William Stanley (1835-1882) Brits econoom, statisticus en logicus, hoogleraar in de filosofie en de politieke economie te Manchester (1866-Jodl, Friedrich
Jodl, Friedrich (1849-1914) Duits wijsgeer. Voorstander van een op Mill, Comte en Feuerbach gebaseerd materialistisch monisme, d.w.z. dat termen Joël, Karl
Joël, Karl (1864-1934) Duits filosoof, leerling van Dilthey en Eucken. Zijn neo-idealisme is een sterk door Schelling bepaalde organische opvatting Johannes Philoponus
Johannes Philoponus Byzantijns theoloog en filosoof uit de eerste helft der 6e eeuw, geboren te Caesarea. Hij studeerde en leerde te Alexandrië. Hij Johannes Scotus Eriugena
Johannes Scotus Eriugena (ca. 810-ca. 877) Vroeg-middeleeuws filosoof, doceerde vanaf 850 aan de paleisschool van Karel de Kale. Na een conflict
Johannes van Salisbury
Johannes van Salisbury (ca. 1115-1180) Middeleeuws filosoof, bisschop van Chartres (1176). Veelzijdig geleerde, wiens werk 'Metalogicon' een Jolivet, Régis
Jolivet, Régis (1891-1968) Frans neoscholastisch filosoof. Zijn historische studies zijn bekend doordat hij lange ontwikkelingslijnen durfde aan te
Jonas, Hans
Jonas, Hans (1903-1993) Duits filosoof. Doceert in de VS. Vooral bekend door zijn standaardwerk over de gnostiek, 'Gnosis und spätantiker Geist' Jungius, Joachim
Jungius, Joachim (1587-1657) Duits geleerde op het gebied van de filosofie, de geschiedenis en diverse natuurwetenschappen. Hoewel hij geen grote Kabir
Kabir (ca. 1440-1518) Indisch geestelijk leermeester en verlichte. Trachtte het islamitische soefisme te verenigen met het (bhakti) hindoeïsme. Na een Kamlah, Wilhelm
Kamlah, Wilhelm (1905-1976) Duits filosoof. Deed onderzoek naar middeleeuwse filosofie en probeerde taalkritiek en logica te maken tot vruchtbare Kant, Immanuel 1. algemeen
Kant, Immanuel 1. algemeen (1724-1804) Duits filosoof, hoogleraar te Koningsbergen (1770-1796), een der belangrijksten der moderne filosofie. Kant, Immanuel 2. voorkritische periode
Kant, Immanuel 2. voorkritische periode Leven Immanuel Kant werd op 22 april 1724 geboren in Koningsbergen, het huidige Kaliningrad, gelegen Kant, Immanuel 3. Kritik der reinen Vernunft
Kant, Immanuel 3. Kritik der reinen Vernunft In 1781 verscheen als resultaat van tien jaar nadenken - doch neergeschreven in vijf maanden - het Kant, Immanuel 4. moraalfilosofie en religie
Kant, Immanuel 4. moraalfilosofie en religie Bestreek de 'Kritik der reinen Vernunft' het terrein van de kennis van de mens, in drie werken over de Kant, Immanuel 5. Kritik der Urteilskraft
Kant, Immanuel 5. Kritik der Urteilskraft In een brief uit juni 1787 waarin de voltooiing van de 'Kritik der praktischen Vernunft' wordt gemeld, schreef Kant, Immanuel 6. neokantianisme
Kant, Immanuel 6. neokantianisme Neokantianisme is de verzamelnaam voor een aantal wijsgerige richtingen tussen 1865 en 1938 die met elkaar karma
karma Beweging en handeling in het Indische denken. In de kringloop van wedergeboorte heeft elk mens een eigen hoeveelheid karma die hij opbouwt Kassner, Rudolf
Kassner, Rudolf (1873-1959) Oostenrijks schrijver en cultuurfilosoof. Hij studeerde in Wenen en Berlijn filologie, geschiedenis en filosofie, waarna Kaulbach, Friedrich
Kaulbach, Friedrich (geb. 1912) Duits filosoof, kantiaan. Werk o.a. 'Der philosophische Begriff der Bewegung' (1965) en 'Einführung in die Metaphysik' Kautsky, Carolus Johann (Karl)
Kautsky, Carolus Johann (Karl) (1854-1938) Oostenrijks-Duits marxistisch theoreticus, vriend en volgeling van Marx en Engels (verbleef in Engeland Keller, Wilhelm
Keller, Wilhelm (geb. 1909) Zwitsers filosoof. Keller houdt zich bezig met een ontologische fundering en fenomenologische beschrijving van de wil. kennistheorie
kennistheorie (Ook: kentheorie, kennisleer of epistemologie.) Het filosofisch onderzoek van de oorsprong, de problemen en de voorwaarden van, resp. Kerken, Libert vander
Kerken, Libert vander (geb. 1910) Belgisch filosoof, jezuïet, hoogleraar filosofie te Antwerpen (1959-80). Zijn spiritualistische filosofie is geïnspireerd Keyserling, Hermann Alexander
Keyserling, Hermann Alexander (1880-1946) Duits filosoof, afkomstig uit Estland. In zijn hoofdwerk 'Das Reisetagebuch eines Philosophen' (2 dln., Kierkegaard, Sren Aabye
Kierkegaard, Sren Aabye (1813-1855) Deens schrijver, filosoof en theoloog die de geestelijke vader van het 20e-eeuwse existentialisme genoemd Kilwardby, Robert
Kilwardby, Robert (ca. 1200-1279) Engels filosoof, dominicaan. Kwam door een aantal stellingen, die van de opvattingen van Thomas van Aquino Kindi, al-
Kindi, al- (Aboe Joesoef Ja'Koeb; 796-873) De eerste van de grote Arabische filosofen die Aristoteles navolgde. Hij schreef verhandelingen over het Klages, Ludwig
Klages, Ludwig (1872-1956) Duits filosoof, vooral bekend door zijn studies over grafologie en karakterologie. Belangrijker echter door zijn hoofdwerk klassestrijd
klassestrijd De strijd tussen de sociaal-economische klassen, in het bijzonder tussen het proletariaat en de bourgeoisie. Volgens Karl Marx (1818-1883) Klatt, Fritz
Klatt, Fritz (1888-1945) Duits filosoof en pedagoog. Klatt zag het leven als bepaald door een samenspel van ritmen bestaande uit opbouw en afbraak Koestler, Arthur
Koestler, Arthur (eig. Artur Kestler, 1905-1983) Hongaars-Brits schrijver van Joodse afkomst, cultuurcriticus en invloedrijk essayist. Vocht met de Kolakowski, Leszek
Kolakowski, Leszek (geb. 1927) Pools filosoof. Kolakowski werd vooral bekend door zijn antidogmatische politieke opvattingen. In 1968 werd hij Korn, Alejandro
Korn, Alejandro (1860-1936) Argentijns medicus en filosoof. Met Korn kreeg de filosofie in Argentinië een eigen gezicht. Bestreed het dogmatische Krause, Karl Christian Friedrich
Kraus, Oscar
Kraus, Oscar (1872-1942) Tsjechisch wijsgerig schrijver, hoogleraar filosofie in Praag. Hij schreef biografieën van Albert Schweitzer en de filosoof Krings, Hermann
Krause, Karl Christian Friedrich (1781-1832) Duits filosoof, leerling van Fichte en Schelling. Zijn systeem staat tussen pantheïsme en theïsme in:
Krings, Hermann (geb. 1913) Duits filosoof en 'Bildungspolitiker' (adviseert de overheid t.a.v. de vorming van de bevolking op cultureel en ander terrein). Krishnamoerti, Jiddoe
Krishnamoerti, Jiddoe (1895-1986) Indisch filosoof. Genoot in zijn jeugd een westerse opvoeding en werd door de Britse theosofe Annie Besant h
Kritik der reinen Vernunft
Kritik der reinen Vernunft ('Kritiek van de zuivere rede') Hoofdwerk van Immanuel Kant, uitgegeven in 1781. Een der belangrijkste werken uit de kritisch rationalisme
kritisch rationalisme Wetenschapstheoretische positie in de sociale wetenschappen; soms ook beschouwd als stroming in de sociologie sinds de heftige kritisch realisme
kritisch realisme Stroming in de kennistheorie, die er van uitgaat dat de stoffelijke wereld bestaat, maar dat de waarneming ons niet rechtstreeks toegang kritische theorie
kritische theorie Marxistisch georiënteerde benadering in de sociale wetenschappen. De door de Duitse filosoof-socioloog Max Horkheimer geïntroduceerde Kruithof, Jakob (Jaap)
Kruithof, Jakob (Jaap) (geb. 1929) Belgisch filosoof, hoogleraar te Gent sinds 1964. Steunde de studentenrevolte in de jaren 1968-72, voorstander Kuhn, Thomas Samuel
Kuhn, Thomas Samuel (1922-1996) Amerikaans wetenschapsfilosoof. Kuhn studeerde natuurkunde aan Harvard University en doceerde daarna wetensc
Külpe, Oswald
Külpe, Oswald (1862-1915) Duits psycholoog en filosoof. Assistent van Wilhelm Wundt, daarna hoogleraar te Würzburg (1894), Bonn (1909) en München kwantitatieve geschiedenis
kwantitatieve geschiedenis Vorm van geschiedschrijving die voornamelijk gebruik maakt van statistische gevens. De kwantitatieve geschiedschrijving
Kwee, Swan Liat
Kwee, Swan Liat (geb. 1922) Uit Indonesië afkomstig (Chinees) filosoof, die sinds 1946 in Nederland woont. Hoogleraar algemene wijsbegeerte aan Kwo Tsjang
Kwo Tsjang (Kuo Hsiang; gest. 312 n.C.) Chinees filosoof, die een commentaar schreef op het boek van Tsjwang-tsuh (ca. 370 v.C.). Benadrukte de Laas, Ernst
Laas, Ernst (1837-1885) Duits filosoof en pedagoog, vanaf 1872 hoogleraar te Straatsburg. In 'Idealismus und Positivismus' (1879-1884) bestreed hij laboratorium
laboratorium (Latijn: labor = werk) Inrichting voor het verrichten van praktisch wetenschappelijk onderzoek. Was aanvankelijk de benaming voor de Lacan, Jacques Marie Émile
Lacan, Jacques Marie Émile (1901-1981) Frans psychiater en psychoanalyticus, die wordt gerekend tot het structuralisme. Lacan beschouwt niet Lachelier, Jules
Lachelier, Jules (1832-1918) Frans filosoof. Maakte als docent te Parijs Kant in Frankrijk bekend. Lachelier had invloed op Bergson. Zijn subjectief Laird, John
Laird, John (1887-1946) Engels filosoof. Neorealist uit de school van G.E. Moore. Neemt in de metafysica een deïstisch standpunt in. Werken o.a. Lakatos, Imre
Lakatos, Imre (1922-1974) Hongaars-Brits wetenschapsfilosoof. Uit Hongarije gevlucht (1956), hoogleraar aan de London School of Economics (1960). Lalo, Charles
Lalo, Charles (1877-1953) Frans filosoof, hoogleraar van de Sorbonne. Leerling van de socioloog Emile Durkheim. Lalo probeerde andere wetenschappen, Lamennais, Félicité Robert de
Lamennais, Félicité Robert de (1782-1854) Frans religieus en politiek schrijver met grote invloed op het intellectuele klimaat van de 19e eeuw. Aanvan
Lamettrie, Julien Offray de
Lamettrie, Julien Offray de (1709-1751) Frans filosoof en chirurg. Wegens zijn materialistisch en atheïstisch standpunt in 'Histoire naturelle de l'âme' Landmann, Michael
Landmann, Michael (geb. 1913) Zwitsers filosoof, hoogleraar in West-Berlijn. Bekend door zijn boek 'Philosophische Antropologie' (1955).
Landsberg, Paul Ludwig
Landsberg, Paul Ludwig (1901-1944) Duits filosoof, doceerde in Bonn, Barcelona en Parijs. Volgens hem is het doodsbewustzijn het sterkst in tij
Langer, Susanne Katherina
Langer, Susanne Katherina (1895-1985) Amerikaans filosofe, sinds 1954 o.a. verbonden aan het Connecticut College. In haar Introduction to symbolic Larramendi, Manuel de
Larramendi, Manuel de (1690-1766) Baskisch schrijver van een aantal encyclopedische werken. Hij was jezuïet en doceerde theologie en filosofie
Lask, Emil
Lask, Emil (1875-1915) Duits filosoof, vanaf 1910 hoogleraar in Heidelberg. Leerling van W. Windelband. Zijn fenomenologische benadering in 'Die Lassalle, Ferdinand
Lassalle, Ferdinand (eig.: Lassal; 1825-1864) Duits socialistisch politicus en filosoof. Voorzitter en oprichter van de 'Allgemeiner Deutscher Arbe
Lau-tsuh
Lau-tsuh (5e eeuw v.C.) Chinees filosoof, grondlegger van het taoïsme (naast het confucianisme de belangrijkste stroming in de Chinese filosofie). Lavelle, Louis
Lavelle, Louis (1883-1951) Frans filosoof, van 1932-34 hoogleraar aan de Sorbonne en vanaf 1941 aan het Collège de France. Lavelle heeft vóór de Le Roy, Édouard
Le Roy, Édouard (1870-1954) Frans wiskundige en filosoof. Zag als zijn eerste taak het christelijk geloof te verzoenen met wetenschap en filosofie. Le Senne, René
Le Senne, René (1882-1954) Frans filosoof. Met Lavelle redacteur van de reeks Philosophie de l'esprit, uitgegeven met de bedoeling de metafysica Lefèbvre, Henri
Lefèbvre, Henri (1901-1991) Frans filosoof en socioloog. Lefèbvre sloot zich al vroeg aan bij de surrealistische beweging en werd in 1928 lid van de Leibniz, Gottfried Wilhelm
Leibniz, Gottfried Wilhelm (1646-1716) Duits filosoof en universeel geleerde, een van de veelzijdigste genieën die de mensheid ooit gekend heeft. Leibowitz, Yeshayahu
Leibowitz, Yeshayahu (1903-1994) Israëlisch filosoof. Leibowitz, een orthodoxe jood met een zeer grote kennis van de joodse godsdienst en cultuur, Lequier, Joseph Louis Jules
Lequier, Joseph Louis Jules (eig. Jules Léquyer; 1814-1862) Frans filosoof en natuurkundige. Het probleem van vrijheid en morele verantwoordelijkhei
Lessing, Theodor
Lessing, Theodor (1872-1933) Duits psycholoog en cultuurfilosoof. In zijn hoofdwerk 'Geschichte als Sinngebung des Sinnlosen' (1916) blijkt de Leucippus van Milete
Leucippus van Milete (gest. ca. 440 v. C.) Grieks filosoof, eerste der atomisten, die worden gerekend tot de pre-socraten.
leven
leven Eigenschap waardoor organismen (planten, dieren, de mens) zich onderscheiden van de rest van de werkelijkheid. Kenmerkend zijn hierbij het levensfilosofie
levensfilosofie Filosofie waarin de vraag naar de zin van het leven centraal staat. Tegenwoordig een stroming in de wijsbegeerte die het leven in zijn Levinas, Emmanuel
Levinas, Emmanuel (1905-1995) Frans filosoof. Levinas studeerde vanaf 1923 in Straatsburg, later in Freiburg bij Edmund Husserl, wiens fenomenologische Lévi-Strauss, Claude
Lévi-Strauss, Claude (1908-1990) Frans filosoof, aan wiens naam blijvend de methode van het structuralisme verbonden is. Een overzicht van zijn Lévy-Bruhl, Lucien
Lévy, Bernard-Henri (Georges; geb. 1948) Franse romanschrijver, filosoof, politiek commentator en uitgeverslector. `La barbarie à visage humain' Lewis, Clarence Irving
Lévy-Bruhl, Lucien (1857-1939) Frans filosoof, hoogleraar aan de Sorbonne (1899). Leverde belangrijke bijdragen op het gebied van de antropologie. Lévy, Bernard-Henri
Lewis, Clarence Irving (1883-1964) Amerikaans filosoof, hoogleraar van de Harvard University van 1920-53. Lewis ontwikkelde het idee van strikt
Libanius van Antiochië
Libanius van Antiochië (314-393) Grieks redenaar en schrijver van de Tweede Sofistiek. Hij studeerde te Athene, begon een school in Constantino
libertinisme
libertinisme Losbandigheid naar ethische opvattingen. Aanhangers van bepaalde gnostische richtingen kunnen tot de libertijnen gerekend worden; die lichaam-geestprobleem
lichaam-geestprobleem Probleem in de filosofie over het al of niet gescheiden zijn van lichaam en geest. Lichaam en geest zijn door de eeuwen heen Liebert, Arthur
Liebert, Arthur (Arthur Levi, 1878-1946) Duits neokantiaans filosoof. Liebert was hoogleraar in Berlijn, Belgrado en Birmingham. Als voorzitter van Liljeqvist, Per Efraim
Liljeqvist, Per Efraim (1865-1941) Zweeds filosoof, hoogleraar te Lund van 1906-35. Liljeqvist probeerde de ideeën van C.J. Boström met de opva
Littré, Emile
Littré, Emile (1801-1881) Frans filoloog en filosoof, bekend door zijn 'Dictionnaire de la langue française' (1863-77). Aanhanger van Comte, met wie Locke, John
Locke, John (1632-1704) Een van de invloedrijkste Engelse filosofen. Als kennistheoreticus geldt hij als de grondlegger van het Engelse empirisme logica
logica Ook argumentatieleer. De theoretische kunde van het redeneren, waarvan de Griekse wijsgeer Aristoteles (384-322 v. C.) de grondlegger was. logica, aristotelische
logica, aristotelische De kunst van het redeneren zoals die door Aristoteles is ontworpen. Met Aristoteles begint de geschiedenis van de logica. Hij logica, deontische
logica, deontische Logica waarin naast feitelijke oordelen ook normatieve uitspraken mogelijk zijn. Behalve een stand van zaken kan ook aangegeven logica, modale
logica, modale Logica waarin naast standen van zaken (het is waar dat...) ook modaliteiten (het is noodzakelijk dat..., het is mogelijk dat...) aangege
logica, moderne
logica, moderne De kunst van het redeneren. Evenals in de traditionele logica van Aristoteles en zijn volgelingen worden in de moderne logica methoden logica, predikaatlogica,
logos (Gr.: `woord') Zowel een wijsgerige term, waarmee een redelijke wereldwet en oorzaak van al het bestaande wordt aangeduid als een theologisch Lokayata
Lokayata Materialistische stroming in de Oudindische wijsbegeerte. De wereld bestaat slechts uit aarde, water, vuur en lucht. De aanhangers, bekend Lorenzen, Paul Peter Wilhelm
Lorenzen, Paul Peter Wilhelm (geb. 1915) Duits wiskundige en filosoof. Zijn belangrijkste werk ligt op het gebied van het grondslagenonderzoek Losski, Nicolaj Onoefrijevitsj
Losski, Nicolaj Onoefrijevitsj (1870-1965) Russisch filosoof, tot 1921 hoogleraar in St. Petersburg. In 1922 uit Rusland verbannen vanwege zijn geloof.
lotushouding
lotushouding (padmasana) Typische yogahouding: zittend met gekruiste benen, de voeten over de dijen. De handpalmen liggen naar boven, de ogen Lovejoy, Arthur Oncken
Lovejoy, Arthur Oncken (1873-1962) Amerikaans filosoof. Zijn hoofdwerk 'The great chain of being' (1933) is een fundamenteel werk op het gebied
Lucretius Carus
Lucretius Carus (gest. ca. 96 v.C.) Romeins filosoof en dichter, bekend door zijn leerdicht 'De rerum natura', waarin hij een uiteenzetting van het epicurisme Lukács, Georg
Lukács, Georg (1885-1971) Hongaars filosoof, overtuigd marxist, maar geregeld in conflict met de communistische partij van Hongarije. (o.a. 1928, Lyotard, Jean-François
Lyotard, Jean-François (1924-1998) Frans filosoof, die als de belangrijkste vertegenwoordiger van het postmodernisme wordt beschouwd. Aanvankel
Mach, Ernst (1838-1916) Oostenrijks natuurkundige en filosoof. Hij onderzocht o.a. visuele waarneming en bewegingsverschijnselen en verwierp het Maffei, Scipione
Machiavelli, Niccolò
Machiavelli, Niccolò (1469-1527) Italiaans politief filosoof en dichter, grondlegger van het moderne politieke denken. Kanselier van Florence tot 1512. Mach, Ernst
Maffei, Scipione (1675-1755) Italiaans schrijver en historicus; veelzijdig wetenschapsman o.a. op het gebied van kunst, archeologie, economie, politiek, Maimonides, Mozes
Maimonides, Mozes (eig. Mozes ben Maimon; 1135-1204) Spaans-joodse filosoof. Vluchtte in 1146 naar Noord-Afrika, werd rond 1170 leider der
Maine de Biran, Pierre
Maine de Biran, Pierre (eig. Marie François Pierre Gonthier de Biran; 1766-1824) Frans filosoof en politicus. Zijn denken berust op een in vele dagboeken maiorterm
maiorterm Begrip uit de aristotelische logica. In de redenering `Alle mensen zijn sterfelijk (maiorpremisse), Socrates is een mens (minorpremisse), dus Malebranche, Nicolas de
Malebranche, Nicolas de (1638-1715) Frans filosoof en priester, verbonden aan de orde de oratorianen. Onderzoekt in zijn hoofdwerk 'De la recher
Mandeville, Bernard de
Mandeville, Bernard de (1670-1733) Engels schrijver en filosoof van Nederlandse afkomst (hij promoveerde in 1691 tot doctor in de medicijnen te
Mannoury, Gerrit
Mannoury, Gerrit (1867-1956) Nederlands wiskundige en filosoof, hoogleraar Universiteit van Amsterdam (1917-37). Leverde bijdragen aan de grondslagendiscussie Mansion, Augustin
Mansion, Augustin (1882-1966) Belgisch filosoof, neothomist, hoogleraar te Leuven. Mansion was een groot kenner van de Griekse Oudheid en speciaal Marburger School
Marburger School Invloedrijke richting binnen het neokantianisme. Als stichter van de Marburger School geldt Hermann Cohen. Cohen wilde van Marcel, Gabriel
Marcel, Gabriel (1889-1973) Frans filosoof, bekeerde zich in 1929 tot het katholicisme en geldt als een vertegenwoordiger van het christelijk existentialisme. Marcuse, Herbert
Marcuse, Herbert (1898-1979) Duits-Amerikaans politiek filosoof. Marcuse kreeg in de tweede helft van de jaren zestig bekendheid als ideoloog van Maréchal, Joseph
Maréchal, Joseph (1878-1944) Belgisch jezuïet, filosoof en natuurkundige. Wilde het neothomisme een levende filosofie blijven, dan moest volgens Mariana, Juan de
Mariana, Juan de (ca. 1536-1624) Spaans historicus en filosoof, lid van de jezuïetenorde. In 1592 publiceerde hij het beroemde 'Historiae de rebus Marías, Julián
Marías, Julián (geb. 1914) Spaans filosoof en classicus. Schrijft vanuit een katholiek gezichtspunt over de ideeën van zijn leermeester Ortega y Gas
Maritain, Jacques
Maritain, Jacques (1882-1973) Frans filosoof. Vooral bekend geworden door zijn betekenis voor het neothomisme. Op velerlei gebied heeft hij geprobeerd Martelaere, Patricia de
Martelaere, Patricia de (geb. 1957 te Zottegem) Belgisch (Vlaams) schrijfster en filosofe, promoveerde in 1984 op een proefschrift over Hume. Ha
Martineau, James
Martineau, James (1805-1900) Engels filosoof en theoloog, unitariër. Religie berust volgens hem op de persoonlijke, innerlijke ervaring, los van elke marxisme
Marx, Karl Heinrich (1818-1883) Duits filosoof, socialistisch theoreticus en econoom. Marx en zijn vriend Friedrich Engels (1820-1895) hebben beiden materialisme
marxisme De filosofie waarvoor Marx en Engels in de 19e eeuw de grondslagen hebben gelegd. Deze theorie is geen afgerond geheel of een gesloten Marx, Karl Heinrich
materialisme De verzamelnaam voor een aantal filosofische theorieën over de aard van de mensen en van de wereld. In de meest oorspronkelijke vorm materialisme, dialectisch
materialisme, dialectisch Een geschiedenisfilosofie, ontwikkeld in het werk van Marx, die sinds 1917 ten grondslag ligt aan de Sovjetrussische sta
materialisme, psychologisch
materialisme, psychologisch De vorm waarin het materialisme tegenwoordig het meest bekend is. De moderne natuurkunde heeft aangetoond dat Mauthner, Fritz
Mauthner, Fritz (1849-1923) Oostenrijks filosoof, taalkundige en dichter. Wellicht de eerste filosoof die zich met de problemen van de 'gewone' taal maxime
maxime (Lat.: maxima regula = hoogste regel) Kernspreuk, praktische stelregel; algemene gedragsregel waardoor men zich in het leven laat leiden. McLuhan, Herbert Marshall
McLuhan, Herbert Marshall (1911-1980) Canadees socioloog en mediafilosoof, in de jaren zestig uitzonderlijk populair door zijn - vaak warrige - McTaggart, John Ellis
McTaggart, John Ellis Volgens McTaggart (1866-1925) is de werkelijkheid in laatste instantie zuiver geestelijk. De fundamentele relatie tussen individuen Mead, George Herbert
Mead, George Herbert (1863-1931) Amerikaans filosoof en sociaal-psycholoog. Beïnvloed door het pragmatisme en het Duitse idealisme. Mead legd
mecenaat
mecenaat De begunstiging van kunstenaars en geleerden. Genoemd naar de Romeinse staatsman en literator Gaius Maecenas (ca. 70-8 v.C.), die een Meijer, Willem
Meijer, Willem (1842-1926) Nederlands historicus en filosoof. Oprichter van de vereniging 'Het Spinozahuis'. Vertaalde veel werk van Spinoza.
Meinong, Alexius
Meinong, Alexius (1853-1920) Oostenrijks filosoof-psycholoog. Meinong is vooral bekend geworden door zijn Gegenstandstheorie. Deze filosofische Melissus van Samos
Melissus van Samos (ook: Melissus van Elea; ca. 450 v.C.) Grieks filosoof. Zijn opvattingen lijken op die van Parmenides en Zeno. Uit de eeuwigheid Melsen, Andreas Gerardus Maria van
Melsen, Andreas Gerardus Maria van (geb. 1912) Nederlands filosoof, hoogleraar te Nijmegen (1946-78). Deed onderzoek naar de geschiedenis Mendelssohn, Mozes
Mendelssohn, Mozes (1729-1786) Duits filosoof, een der belangrijkste denkers uit de Duitse Verlichting. Trachtte rationeel de religieuze wereldbeschouwing Meng-tse
Meng-tse De filosoof Meng-tse (Mencius) (ca. 372-289 v.C.) was na Confucius de belangrijkste wijsgeer van het Chinese staatsconfucianisme. Ogenschijnlijk Mercier, Désiré Joseph
Mercier, Désiré Joseph (1851-1926) Belgisch r.-k. geestelijke, aartsbisschop van Mechelen (1906-26), kardinaal (vanaf 1907). Oprichter van het Institut Merleau-Ponty, Maurice
Merleau-Ponty, Maurice (1908-1961) Frans filosoof. Hij heeft zich bewogen op het gebied van politiek, wetenschap en kunst. Zijn werken beklemto
metabletica
metabletica Door de fenomenologie geïnspireerde theorie van de Nederlandse psychiater Jan Hendrik van den Berg, die door hem ook wel historische metafysica
meta-ethiek Onderdeel van de filosofie waarin men zich toelegt op het onderzoek van ethische uitspraken en taalgebruik om zo tot nieuwe inzichten methodologie
metafysica Het woord metafysica betekent: wat na de natuur (fysica) komt, wat de natuur overstijgt. (`Meta' kan zowel `na' als `bovenuit' betekenen.) metataal
metataal Taal waarin men uitspraken doet over een tweede taal. Zo kan bijv. de dagelijkse omgangstaal fungeren als metataal voor het doen van uitspraken meta-ethiek
methodologie 1. Analyse van de bij wetenschappelijk onderzoek gebruikte methoden. 2. Onderdeel van de wetenschapsfilosofie, waarin men de wijze Metzke, Erwin
Metzke, Erwin (1906-1956) Duits filosoof. Schreef o.a. 'Karl Rosenkranz und Hegel' (1929), 'Hegels Vorreden mit Kommentar und Einführung in s
Meyer, Lodewijk (1630-1681) Nederlands schrijver. Hij studeerde te Leiden filosofie en medicijnen en vestigde zich als arts te Amsterdam. Hij was Michaël Psellus
Meyerson, Émile
Meyerson, Émile (1859-1933) Frans filosoof, geboortig uit Polen. Wijst een positivistische wetenschapsopvatting af: wetenschap is ontologisch gericht, Meyer, Lodewijk
Michaël Psellus (1018-1078 of 1090) Belangrijkste Byzantijnse filosoof van de tweede helft van de 11e eeuw. Beïnvloed door het neoplatonisme. Michael Scotus
Michael Scotus (1e helft van de 13e eeuw) Schots natuurwetenschappelijk georiënteerd scholasticus. Zijn vertalingen uit het Arabisch en Hebreeuws middenterm
middenterm Begrip uit de aristotelische logica. In het syllogisme `Alle mensen zijn sterfelijk (maiorpremisse), Socrates is een mens (minorpremisse), Milhaud, Gaston
Milhaud, Gaston (1858-1918) Frans filosoof. Met Duhem, Poincaré en Le Roy vertegenwoordiger van de antidogmatische stroming in de wetenschapsfilosofie. Mill, John Stuart
Mill, John Stuart (1806-1873) Brits filosoof en econoom. Een veelzijdig denker die op het gebied van de wijsbegeerte, de politiek en de politieke economie minorterm
minorterm Begrip uit de aristotelische logica. In het syllogisme: `Alle mensen zijn sterfelijk (maiorpremisse), Socrates is een mens (minorpremisse), modus ponens
modus ponens Geldige afleidingsregel uit de logica. Laat A en B uitspraken zijn. Als A B impliceert en A is waar, dan is B waar. Voorbeeld: `Als modus tollens
modus tollens Geldige afleidingsregel uit de logica. Laat A en B uitspraken zijn. Als A B impliceert en B is niet waar, dan is A niet waar. Voorbeeld: mogelijkheid
mogelijkheid In de modale logica wordt een propositie mogelijk genoemd, als zijn ontkenning niet noodzakelijk is. Daarnaast wordt de term in de kennistheorie Moleschott, Jacobus
Moleschott, Jacobus (1822-1893) Nederlands-Italiaans fysioloog en filosoof. Doceerde te Heidelberg, Zürich, Turijn en Rome. Wordt beschouwd
monadenleer
monadenleer Leer die Leibniz naar voren bracht in zijn geschrift 'Monadologie' (1714).
monarchomachen
monarchomachen (monarchenbestrijders) Een aantal calvinistische politieke denkers in het laatste kwart van de 16e eeuw die de absolute monarchie monisme
monisme De wijsgerige opvatting dat er niet twee beginselen zijn, zoals dat in het dualisme het geval is, maar dat er één grondbeginsel is waartoe alle monocausaliteit
monocausaliteit Oorzaak-en-gevolg-relatie waarbij een bepaalde gebeurtenis (gevolg) optreedt, indien een bepaalde andere gebeurtenis (oorzaak) daaraan Montague, William Pepperell
Montague, William Pepperell (1873-1953) Amerikaans filosoof. Hoogleraar aan de Columbia Univerisity. Een van de eersten die het idealisme afwezen; Montesquieu, Charles Louis de Secondat
Montesquieu, Charles Louis de Secondat (1689-1755) Baron de la Brède et de Montesquieu, Frans rechts- en staatkundig filosoof, raadsheer (1714) Moore, George Edward
Moore, George Edward (1873-1958) Brits wijsgeer. Was samen met Bertrand Russell de grondlegger van een vernieuwing in de Engelse filosofie. moraal
moraal Zedelijke normen en gewoonten die gelden in de cultuur, alsmede de leer waarin deze gefundeerd worden en waaruit zij afgeleid worden. Door moral sense
moral sense Letterlijk: het zintuig dat een onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. In de achttiende eeuw werd het begrip door Engelse filosofen moralisten
moralisten Naam van een groep 18e-eeuwse Engelse filosofen, die meenden dat de zedelijkheid als waarde niet te herleiden is tot bijv. psychologische More, Henry
More, Henry (1614-1687) Engels theoloog en filosoof. Aanvankelijk aanhanger van Descartes, ontwikkelde hij zich onder invloed van Plotinus tot More, Thomas
More, Thomas (Morus; 1478-1535) Engels humanist en staatsman. Schetst in zijn hoofdwerk 'Utopia' (1516) een ideale, niet-christelijke samenleving, Morgan, Conwy Lloyd
Morgan, Conwy Lloyd (1852-1936) Engels filosoof, psycholoog en bioloog. Studeerde bij Th. Huxley. Ging van de veronderstelling uit dat de evolutietheorie Mo-ti
Mo-ti (Micius, Mo-tsuh; 4e eeuw v.C.) Chinees filosoof, belangrijkste tegenstander van Confucius. Bestreed diens formalistische ethiek en pleitte voor Mukamis, al-
Mukamis, al- (David ibn Merwan al-Mukamis; gest. ca. 937) Joods wijsgeer. Leefde in het Nabije Oosten. Van zijn 'Twintig verhandelingen' (Isjroen Mumford, Lewis
Mumford, Lewis (1895-1990) Amerikaans cultuurfilosoof. Mumford waarschuwde in zijn werk voor de gevaren van een steeds verder voortschrijde
Münsterberg, Hugo
Münsterberg, Hugo (1863-1916) Duits psycholoog en filosoof. Studeerde o.a. bij Wundt. Door William James in 1892 naar Harvard gehaald. Helde Musonius Rufus
Musonius Rufus (1e eeuw n.C.) Stoïcijns filosoof, voorstander van een sober leven en ambachtelijk werk. Keerde zich ook in de praktische politiek naïef realisme
naïef realisme Het wijsgerige uitgangspunt dat men normaal gesproken de werkelijkheid direct waarneemt. Dit sluit aan bij de menselijke geneigdheid Natorp, Paul
Natorp, Paul (1854-1924) Duits filosoof, hoogleraar te Marburg (1885). Met zijn leermeester H. Cohen de belangrijkste vertegenwoordiger van de naturalisme (filos.)
naturalisme (filos.) De opvatting dat de natuur het alomvattend beginsel van de hele werkelijkheid is. Volgens het filosofisch naturalisme (ook wel naturalistische drogreden
naturalistische drogreden Opvatting in de ethiek dat we de normen waarnaar we handelen kunnen afleiden uit de feiten waarmee we te maken hebben. naturisme
naturisme Levenswijze bewust gericht op een harmonieuze band met de natuur door middel van gezonde voedingswijze, afzien van riskante gewoontes, natuurfilosofie
natuurfilosofie Term met een reeks van betekenissen. Welke betekenis men prefereert is afhankelijk van de mening over de verhouding tussen natuurwetenschap natuurrecht (filos.)
natuurrecht (filos.) Term voor het geheel van rechtsbepalingen waarvan wordt beweerd dat ze voortvloeien uit de natuurlijke orde in de werkelijkheid, natuurrecht (recht)
natuurrecht (recht) Begrip uit de (rechts)filosofie dat inhoudt dat er een recht is dat altijd en overal voor alle mensen geldt. Het is een 'hoger recht', natuurtoestand
natuurtoestand Vóórmaatschappelijk stadium van het menselijk samenleven, zoals beschreven en betiteld door de Engelse wijsgeer Thomas Hobbes, natuurwetenschappelijk model
natuurwetenschappelijk model Het verklaringsmodel dat in de natuurwetenschappen als norm geldt en dat vooral is gestoeld op het blootleggen van natuurwetenschappen
natuurwetenschappen Het geheel van wetenschappen waarin men zich in de ruimste zin bezighoudt met de beschrijving en de verklaring van natuu
Nauta, Lolle Wibe
Nauta, Lolle Wibe (geb. 1929) Nederlands hoogleraar in de wetenschapsfilosofie en sociale filosofie te Groningen (vanaf 1970). Promoveerde op een negatie
negatie Als negatief oordeel de ontkenning van een bewering, in tegenstelling tot de bevestiging ervan. Zo is het oordeel: 'Het is niet zo dat die roos Nell-Breuning, Oswald von
Nell-Breuning, Oswald von (1890-1991) Duits theoloog en filosoof. Von Nell-Breuning studeerde theologie, economie en sociale wetenschappen Nelson, Leonard
Nelson, Leonard (1882-1927) Duits filosoof; vanaf 1919 hoogleraar te Göttingen. Richtte de 'Nieuw-Friesse School' op, die (in navolging van J.F. neoconfucianisme
neoconfucianisme Vorm van confucianisme die opkwam tijdens de Soeng-dynastie (960-1279). Hierin waren ook de door het taoïsme en boeddhis
neohegelianisme
neohegelianisme Filosofische stroming die begon rond de eeuwwisseling, gebaseerd op een hernieuwde belangstelling voor Hegel. Een belangrijk neomarxisme
neomarxisme Denkrichting, vooral gebaseerd op het werk van de `jonge Marx', ten dele als een reactie op het starre sovjetmarxisme. Voor deze stroming neoplatonisme
neoplatonisme Wijsgerig stelsel, ontstaan door de versmelting van de filosofie van Plato, Aristoteles en de Stoa met elementen uit oosterse, mystieke neoscholastiek
neoscholastiek Herleving, in de 19e eeuw, van de scholastiek. Deze herleving volgde op een ware breuk in de scholastieke traditie in de tijd van de neothomisme
neothomisme Heropleving, vanaf het einde van de 19e eeuw, van het thomisme. Een belangrijke impuls daartoe was de door paus Leo XIII uitgevaardigde Nicolaas van Autrecourt
Nicolaas van Autrecourt (1e helft 14e eeuw) Frans scholasticus. Wordt 'de middeleeuwse Hume' genoemd om zijn twijfel aan het objectieve karakter
niets
niets Dat wat niet is of bestaat. In de existentiefilosofie wordt het niets manifest door angst (Heidegger). De term wordt o.a. door de Angelsaksische Nietzsche, Friedrich Wilhelm
Nietzsche, Friedrich Wilhelm (1844-1900) Duits filosoof en dichter. Het is nauwelijks mogelijk de naam van een 19e-eeuws dichter of filosoof te Nieuwentyt, Bernard
Nieuwentyt, Bernard (1654-1718) Nederlands filosoof en wis- en natuurkundige. Arts te West Graftdijk en Purmerend (werd daar later ook burgemeester). nihil est in intellectu quod non prius fuerit in sensu
nihil est in intellectu quod non prius fuerit in sensu (Latijn: in het verstand is niets dat niet eerder in het zintuig was) Het fundamentele uitgangsp
nihilisme
nihilisme (Lat.: nihil = niets) Verwerping van waarheden, waarden of normen. Negatieve houding ten aanzien van traditie en (Russische) autoriteit. nihilisten
nihilisten Stroming van socialistische intellectuelen in het midden van de 19e eeuw in Rusland, waarvan de aanhangers streefden naar de omverwerping nil admirari
nil admirari (Latijn: zich nergens over verwonderen) De eerste woorden van een brief van Horatius. Waarschijnlijk geïnspireerd door de uitspraak van Nizan, Paul
Nizan, Paul (1905-1940) Frans schrijver en filosoof, studiegenoot en vriend van Sartre. Hij was gedurende tien jaar een militant lid van de Franse communistische Nohl, Herman
Nohl, Herman (1879-1960) Duits filosoof, opvoedkundige en sociaal-pedagoog. Beïnvloed door de Duitse historicus en filosoof Wilhelm Dilthey, nominalisme
nominalisme (Lat.: nomen, `naam', `naamwoord') Het kennistheoretische standpunt dat de termen waarmee de mens de werkelijkheid om zich heen non sequitur
non sequitur (Lat.: `het volgt niet') Redenering waarbij de conclusie niet noodzakelijk volgt uit de premissen.
noodzakelijkheid
noodzakelijkheid In wetenschappelijk en filosofisch taalgebruik pleegt men iets noodzakelijk te noemen als het tegengestelde onmogelijk is. Dit geldt noumenon
noumenon (Gr.: `dat wat door het verstand wordt gedacht', tegenover phainomenon, wat verschijnt aan de zintuigen') Iets dat gedacht kan worden, een nous
noûs (Gr.: `verstand', `geest', `denken') Het hoogste gedeelte van het verstand, door Plato en Aristoteles beschouwd als dat wat de mensen van de dieren nouveaux philosophes
nous (Gr.: verstand, geest, denken) Plato en Aristoteles beschouwen de nous, het hoogste gedeelte van het verstand, als dat wat de mensen van de dieren noûs
nouveaux philosophes (Fr.: nieuwe filosofen) Groep Franse denkers, die zich ca. 1975 manifesteert als marxisten die zijn gedesillusioneerd als gevolg Numenius van Apamea
Numenius van Apamea (Noumenius van Apamea; 2e helft 2e eeuw n.C.) Grieks filosoof. Vooral bekend door zijn beschrijving van Plato als een At
object (filos.)
object (filos.) (Lat.: `obiectum', letterlijk: het tegengeworpene) Het voorwerp van het bewustzijn en datgene waarop de mens in zijn handelen is gericht. objectivisme
objectivisme Het tegengestelde van subjectivisme, solipsisme, psychologisme en individualisme. 1. In de kentheorie: de waarheid is objectief, onafhankelijk objectiviteit
objectiviteit Het zich tot de feiten bepalen. Objectiviteit suggereert een soort absolute waarheid die kenbaar is als iemand zijn geest vrijmaakt van vooroordelen occasionalisme
occasionalisme Filosofische leer waarin gesteld wordt dat bij gelegenheid (Lat.: occasio) van een gebeurtenis op fysisch-lichamelijk niveau door God oercommunisme
oercommunisme (primitief communisme) Vooral in het marxisme gebruikte term voor een veronderstelde oermaatschappij, waarin geen privébezit Onsterfelijken
Onsterfelijken (Fr.: Immortels) Bijnaam van de leden van de Académie Française (1635).
ontologie
ontologie (Gr.: on, `het zijnde'; logos, `woord', `leer') De leer van het zijnde, zijnsleer. Aanvankelijk duidde ontologie hetzelfde aan als metafysica, oordeel
oordeel De bevestiging of ontkenning van een uitspraak in de logica. Worden verdeeld naar de kwantiteit, bijv.: alle mensen zijn sterfelijk (algemeen oordeel, categorisch
oordeel, categorisch Term uit de filosofie van Kant voor een van de twaalf vormen van een oordeel, nl. de onvoorwaardelijke uitspraak. Vanuit het oosterse renaissance
oosterse renaissance Onder oosterse renaissance wordt de belangstelling verstaan die in het Westen sinds de jaren vijftig en zestig is gegroeid voor operationele definitie
operationele definitie De grootheden die voorkomen in een definitie zijn gewoonlijk abstract en als zodanig niet rechtstreeks meetbaar. In de operationele operationisme
operationisme Filosofische opvatting dat de betekenis van uitspraken vastligt en vastgelegd moet worden door een aantal uitvoerbare handelingen (optimisme
optimisme Opvatting dat de stand van zaken niet slecht is of dat hij beter zal worden. Veel filosofieën, die uitgaan van het uiteindelijke Goede en religies orakel 4. I-tsjing
orakel 4. I-tsjing (Yijing; Boek der Veranderingen) De I-Tsjing is een Chinees waarzeggersboek. Het is een van de 'vijf confucianistische klassieken'. orde (filos.)
orde (filos.) De wetmatige samenhang tussen 1 de delen van een geheel onderling en 2 de delen én het geheel. Waar de orde bovendien voldoet aan
Ortega y Gasset, José
Ortega y Gasset, José (1883-1955) Spaans filosoof, van 1911 tot 1936 hoogleraar in de metafysica te Madrid. Hier stichtte hij in 1923 het tijdschrift
Palágyi, Menyhert
Palágyi, Menyhert (Melchior Paágyi; 1859-1924) Hongaars-Duits filosoof. Centrale gedachte in zijn filosofie is een soort polariteitsbeginsel, een uit Palmen, Connie
Palmen, Connie (geb. 1955) Nederlands schrijfster en filosofe, wier debuut 'De wetten' (1991) een regelrechte sensatie was: de pers en het publiek Panaetius van Rhodos
Panaetius van Rhodos (180-110 v.C.) Grieks filosoof, ontdeed de stoïcijnse leer van haar scherpste kanten en introduceerde haar in Rome, waar zij panlogisme
panlogisme Aanduiding van het filosofische systeem van Hegel: de wereld is de verwerkelijking van de logos, het denken. De neokantiaan H. Cohen panpsychisme
panpsychisme Een filosofische stroming die aan alles (pan) een zeker soort van bewustzijn (psyche) toekent. Met bewustzijn wordt een bepaalde vorm panta rhei
panta rhei (Gr: alles vloeit) Uitspraak ontleend aan de leerstellingen van de Griekse natuurfilosoof Heraclitus (ca. 530-470 v.C.). Ze geeft uitdrukking paradigma
paradigma Een soort basistheorie of grondplan waarover binnen een groep vakgenoten (de scientific community) overeenstemming bestaat. Het paradigma paradox
paradox Ongerijmdheid en wel in het bijzonder een uitspraak waarvan zowel de bevestiging als de ontkenning logisch een tegenspraak met zich brengt. parallellisme (psychol.)
parallellisme (psychol.) 1. Psychofysisch parallellisme. Een klassieke opvatting over het lichaam-geestprobleem. Stof en geest worden hier gezien paralogisme
paralogisme Valse, verkeerde redenering of gevolgtrekking; drogreden waarmee iemand zichzelf bedriegt (cf. sofisme: drogreden waarmee iemand Parmenides van Elea
Parmenides van Elea (ca. 540- ca. 480 v.C.) Grieks filosoof, behorend tot de eleaten. Afkomstig uit Elea in Neder-Italië. Bekend door zijn leerdicht Pascal, Blaise
Pascal, Blaise (1623-1662) Frans wis- en natuurkundige, wijsgeer, apologeet en schrijver. Blaise heeft grote betekenis gehad voor een aantal exacte passivisme
passivisme In de filosofie de opvatting de dingen op hun beloop te moeten laten, omdat de gevolgen van ingrijpen niet te overzien zijn. De taoïstische Paulsen, Friedrich
Paulsen, Friedrich (1846-1908) Duits pedagoog en neokantiaans filosoof. Van 1878 tot zijn dood hoogleraar te Berlijn. Zijn 'Geschichte des gelehrten Peirce, Charles Sanders
Peirce, Charles Sanders (1839-1914) Amerikaans fysicus, logicus en filosoof. Hij is te beschouwen als de grote wegbereider voor het pragmatisme,
Perelman, Chaïm
Perelman, Chaïm (1912-1984) Belgisch filosoof, sinds 1944 hoogleraar te Brussel. Een der grondleggers van de argumentatieleer, waarmee in probleemstellingen, perfectionisme
perfectionisme Stroming binnen de ethiek waarin het streven naar volmaaktheid (perfectie) als het hoogste goed of belangrijkste doel wordt gezien. peripatetici
peripatetici Naam voor de volgelingen en directe leerlingen van Aristoteles, afgeleid van de wandelgangen (Grieks: peripatoi) in het Lyceum, waar Perry, Ralph Barton
Perry, Ralph Barton (1876-1957) Amerikaans filosoof. Hoogleraar te Harvard. Neorealist. Schreef in 1935 een klassiek geworden biografie, 'The thought personalisme
personalisme Filosofische opvatting waarin de persoon als het belangrijkste geldt, niet alleen als denkend, maar ook als handelend wezen. Deze opvatting perspectivisme
perspectivisme Kennissociologische en filosofische opvatting dat het denken en weten van mensen in die zin nimmer objectief is, dat het altijd wordt pessimisme
pessimisme (Lat.: pessimum, `het slechtste') Levensbeschouwing waarin, in tegenstelling tot het optimisme, hoop en geluk onbereikbaar worden geacht, petitio principii
petitio principii (Lat.: `het stellen van het uitgangspunt') De drogreden waaraan men zich schuldig maakt als men bij het bewijzen van iets in de redenering Petrus Aureoli
Petrus Aureoli (ook P. Auriolus, Pierre d'Auriole, Peter Oriole; ca. 1278-1322) Frans filosoof en theoloog. Lid van de orde der franciscanen. Vertegenwoordigde Petrus Tartaretus
Petrus Tartaretus (ca. 1500) Frans scholasticus, vanaf 1490 rector van de Parijse universiteit. Belangrijk om zijn commentaren op het werk van Duns Petter, John de
Petter, John de (1905-1971) Belgisch filosoof. Thomist. Een van de oprichters van het Tijdschrift voor Filosofie.
Peursen, Cornelis Anthonie van
Peursen, Cornelis Anthonie van (1920-1996) Nederlands hoogleraar in de filosofie (Groningen 1953-60; Leiden vanaf 1960; Amsterdam VU, bu
Peursen, Kees van
Peursen, Kees van (1920-1996) Nederlands cultuurfilosoof. Van Peursen, die hoogleraar was aan de Rijksuniversiteiten van Groningen en Leiden Phaedo
Phaedo Een van de dialogen van Plato, handelend over de onsterfelijkheid van de ziel. Bevat ook de beschrijving van de dood van Socrates. De dialoog Phaedrus (filos.)
Phaedrus (filos.) Een van de dialogen van Plato, waarin hij o.a. zijn Ideeënleer ontwikkelt. Genoemd naar een tijdgenoot van Plato die aan de gesprekken Phänomenologie des Geistes, Die
Phänomenologie des Geistes, Die Een der belangrijkste werken van Hegel, gepubliceerd in 1807. Geeft hierin aan hoe het bewustzijn zich in een Pherecydes
Pherecydes (ca. 584-ca. 498 v.C.) Belangrijk in de geschiedenis van de Griekse kosmogonie door zijn, volgens Aristoteles, meer objectieve benadering Philo van Alexandrië
Philo van Alexandrië (Philo Judaeus; ca. 25 v.C.-50 n.C.) Grieks-Joods filosoof. Ontwikkelde het denkbeeld dat de filosofische opvattingen van Plato Philo van Megara
Philo van Megara (ca. 300 v.C.) Grieks filosoof en logicus, leermeester van de stoïcijn Zeno van Citium. De waarheidstabel van de implicatie (de verbinding Pico della Mirandola, Giovanni
Pico della Mirandola, Giovanni (1463-1494) Italiaans humanistisch filosoof en schrijver. Hij bezocht reeds op veertienjarige leeftijd de universiteit piecemeal engineering
piecemeal engineering (Eng: bij stukjes en beetjes sleutelen) Een begrip ontleend aan de maatschappijvisie van de Oostenrijkse wetenschapsfilosoof Pieper, Josef
Pieper, Josef (geb. 1904) Duits filosoof, hoogleraar te Münster sinds 1946. Produktief schrijver met invloed op het moderne katholicisme. Schreef Pirsig, Robert Maynard
Pirsig, Robert Maynard (geb. 1928) Amerikaans filosoof en schrijver. Vermaard door 'Zen and the art of motorcycle maintenance' (1974), een vers
Plato
Plato (ca. 427- ca. 347 v. C.) Grieks filosoof. Hij is de enige antiek-Griekse filosoof van wie alle werken bewaard zijn gebleven. Zijn bekendste werk platonische liefde
platonische liefde 1. Een belangrijk onderdeel van de ideeënwereld van Plato. Liefde of Eros vatte hij op als het streven van de ziel naar echte, mooie platonisme
platonisme De filosofie van Plato, maar ook de invloed daarvan in latere filosofieën. Deze invloed is steeds zeer groot geweest. Na zijn eerste reis naar Plessner, Helmuth
Plessner, Helmuth (1892-1985) Duits filosoof en socioloog, met Scheler grondlegger van de wijsgerige antropologie. Hij verwerpt het dualisme van Pletho, Georgios Gemistos
Pletho, Georgios Gemistos (ca. 1355-ca. 1452) Byzantijns geleerde en filosoof. Probeerde de filosofie van het oude Griekenland in ere te herstelle
plicht
plicht Bepaalde handelingen die zijn opgelegd door arbeid, beroep, positie of het behoren tot een bepaalde gemeenschap. Zo spreekt men van plichten Plinius de Oude
Plinius de Oude (eig. Gaius Plinius Secundus; ook Plinius Maior; 23/24-79 n.C.) Romeins geleerde met veelzijdige belangstelling. Vervulde eerst Plotinus
Plotinus (ca. 203-270) Grieks wijsgeer, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het neoplatonisme. Hij is zeer bekend geworden door zijn Ploucquet, Gottfried
Ploucquet, Gottfried (1716-1790) Duits filosoof en logicus. Met J.M. Lambert behoorde hij tot de weinigen (beïnvloed door Leibniz) die belangstelling pluralisme
pluralisme (lett: leer van de veelvormigheid) In het algemeen: het hebben van meerdere oorzaken of het bestaan uit meerdere delen. 1. In de wijsbegeerte: Plutarchus van Athene
Plutarchus van Athene (5e eeuw n.C.) Grieks filosoof. Schreef commentaren op o.a. Plato. Eerste vertegenwoordiger van de Atheense school (de A
Plutarchus van Chaeronea
Plutarchus van Chaeronea (ca. 45-125 n.C.) Grieks filosoof en schrijver. Na zijn opleiding in Athene o.a. priester in Delphi. Bezocht Rome, waar
Polak, Leo
Polak, Leo (1880-1941) Nederlands filosoof. Eigenlijke voornaam Leonard. Lid van de Vrijdenkersvereniging 'De Dageraad'. Kritisch rationalist in polemiek
polemiek (Gr.: polemos = strijd) Schriftelijk dispuut (in dagbladen enz.), pennestrijd of twistgeschrijf over een (actueel) onderwerp. In de 16e eeuw Politeia
Politeia Geschrift van Plato, opgebouwd uit tien boeken. Zet hierin zijn leer over de staat en de gemeenschap uiteen.
Pomponazzi, Pietro
Pomponazzi, Pietro (1462-1525) Italiaans filosoof. Geeft in 'De immortalitate animae' (1516) een kritisch overzicht van allerlei argumenten aangaande Popper, Karl Raimund
Popper, Karl Raimund (1902-1994) Oostenrijks-Brits filosoof. Popper is vooral bekend geworden door zijn voorstel van een criterium om wetensc
Porphyrius
Porphyrius (ca. 233-ca. 303) Grieks filosoof, leerling van Plotinus in Rome (263). Nam na diens dood de leiding van zijn school over (270). Trachtte Posidonius van Rhodos
Pos, Hendrik Josephus
Pos, Hendrik Josephus (1898-1955) Nederlands filosoof, hoogleraar te Amsterdam (1932). Eerste voorzitter van de in 1948 opgerichte Fédération
Posidonius van Rhodos (135-50 v.C.) Grieks filosoof, een der belangrijkste stoïcijnse denkers uit de hellenistische periode. Nam veel van Aristoteles positivisme
positivisme In engere zin: de filosofie van Comte. In ruimere zin: een wijsgerige theorie die stelt dat wetenschap de enige geldige kennis oplevert en positivismestrijd
positivisme, logisch 1. algemeen (neopositivisme, logisch empirisme) Een van de meest invloedrijke filosofische stromingen van de 20e eeuw. Het positivisme, logisch 2. Carnap en Popper
positivisme, logisch 2. Carnap en Popper Carnap en Popper Vooral Carnap (1891-1970) heeft de taaltheorie van het logisch positivisme in de
positivismestrijd (Du.: Positivismusstreit) Befaamde methodologische polemiek uit de jaren zestig tussen aanhangers van de Frankfurter Schule en positivisme, logisch 1. algemeen
postmodernisme
postmodernisme Term die vooral gebruikt wordt in de hedendaagse beschouwing over kunst (literatuur, schilderkunst en architectuur), maar die ook postulaat van adequaatheid
postulaat van adequaatheid (Latijn: postulare = eisen) Is het met name door Thomas van Aquino in de filosofie geïntroduceerde criterium voor waarhe
potentie en act
potentie en act (actus, potentia) Filosofisch begrippenpaar dat zoveel betekent als aanleg en verwerkelijking. Met name gehanteerd door Aristoteles pragmatisme
pragmatisme Filosofieën waarin het criterium voor het denken op een of andere manier aan het handelen wordt ontleend, dan wel het denken vanuit praktijk, filosofische
praktijk, filosofische Praktische toepassing van de filosofie, waarbij de filosoof als raadsman of gesprekspartner optreedt. Sinds G. B. Achenbach in praxis (filos.)
praxis (filos.) In de filosofie de naam voor de concrete situatie waarin de handelende mens zich bevindt. Gebruikelijk is in dit verband de tegenstelling Praxis (tijdschrift)
Praxis (tijdschrift) Joegoslavisch tijdschrift dat van 1964 tot 1975 door een aantal filosofen werd uitgegeven en dat tot een humanistischer uitwerking precoderen
precoderen Het vooraf geven van een code aan de verschillende antwoordmogelijkheden van vragen in een meerkeuzetoets of een enquête. Bijv.: bent predikaat
predikaat De relatie tussen iets en datgene wat er van gezegd wordt. Oorspronkelijk werd deze term alleen in de logica gebruikt, maar later werd hij predikaatlogica
predikaat- Formele logica, waarbinnen men uitspraken kan weergeven die betrekking hebben op eigenschappen (predikaten, aangegeven met logica, propositielogica,
predikaatlogica Tak van de logica waarin niet alleen de relaties tussen de proposities worden bestudeerd, zoals in de propositielogica, maar ook de Prévost, Pierre
pre-socraten Enerzijds de aanduiding voor alle Griekse wijsgeren die vóór Socrates hebben geleefd en gewerkt, anderzijds voor de wijsgeren die gelijktijdig principe
Prévost, Pierre (1751-1839) Veelzijdig Zwitsers geleerde, hoogleraar in de literatuurwetenschappen (1784), filosofie en natuurkunde (1793-1823) pre-socraten
principe (Lat.: `begin', `grond') Een grondbeginsel. Een voorbeeld van een dergelijk principe is het Peter's principle. Datgene waaruit een samenstel principe van...
principe van... Voor principe van... kijke men onder de eigennaam of het zelfstandig naamwoord.
Principia mathematica
Principia mathematica Omvangrijk driedelig werk over de relatie tussen logica en wiskunde, geschreven van 1910-13 door Bertrand Russell en Alf
Proclus
Proclus (411-485) Grieks filosoof, een der laatste grote neoplatonisten. Veelzijdig geleerde, wiens grote prestatie lag in een zeer gedetailleerde uitwerking Prodicus van Ceos
Prodicus van Ceos (geb. ca. 460 v. C.) Grieks filosoof, een der sofisten. In zijn ethiek was hij subjectivistisch: de dingen zijn niet goed of slecht, maar proefpersoon
proefpersoon De persoon wiens gedrag tijdens een experiment bestudeerd wordt. Proefpersoon wordt vaak afgekort tot pp en proefpersonen tot ppn.
prolegomena
prolegomena (Gr.) Beknopte inleiding, inleidende opmerkingen; basistheorie.
propositie (filos.)
propositie (filos.) Uitspraak die waar of onwaar kan zijn. In de propositielogica worden de proposities geformaliseerd. Singuliere proposities zijn uitspraken propositielogica
propositie- (proposities) Formele logica waarin men volzinnen en combinaties van volzinnen door middel van symbolen voorstelt en nagaat logos
propositielogica Het eenvoudigste formeel-logische systeem. Met behulp van dit systeem, dat werd ontwikkeld door de Stoa, kan de geldigheid wor
propositionele functie
propositionele functie Uitdrukking, die een bewering wordt wanneer de variabelen vervangen worden door constanten of predikaten. Zo is 'x is een Protagoras van Abdera
Protagoras van Abdera (481-411 v. C.) Grieks filosoof, een der sofisten. Hij trad o.a. op als leraar in Athene, vanwaar hij wegens `goddeloosheid' Proudhon, Pierre Joseph
Proudhon, Pierre Joseph (1809-1865) Frans utopisch socialist en publicist. Tegenstander van onverdiend eigendom, niet van eigendom als principe.
psychologisme
psychologisme Opvatting dat psychische processen en psychologische wetmatigheden als basis genomen moeten worden bij het funderen van logica, Pyrrho van Elis
Pyrrho van Elis (ca. 360-270 v.C.) Grieks filosoof. Grondlegger van het scepticisme: wij kennen de dingen niet en dienen ons derhalve van oordelen Pythagoras
Pythagoras (ca. 570-ca. 500 v.C.) Grieks filosoof, vestigde zich circa 525 in Zuid-Italië (Croton) en stichtte een gesloten filosofische broederschap quaternio terminorum
quaternio terminorum (Latijn = verviervoudiging van termen) In de logica de fout in een redenering die optreedt als een term dubbelzinnig wordt gebruikt.
Quine, Willard Van Orman
Quine, Willard Van Orman (geb. 1908) Amerikaans mathematicus-logicus en filosoof. Quine past in de traditie van de analytische filosofie en werd
Radhakrishnan, Sarvepalli
Radhakrishnan, Sarvepalli (1888-1975) Indisch filosoof en politicus, hoogleraar te Calcutta (1929-49) en ambassadeur in Moskou (1949-52). Terzelfd
Raeymaeker, Louis de
Raeymaeker, Louis de (1895-1970) Belgisch filosoof, hoogleraar te Leuven, neothomist. Schreef o.a. 'Inleiding tot de wijsbegeerte' (1934) en 'De Ramsey, Frank Plumpton
Ramsey, Frank Plumpton (1903-1930) Engels wiskundige en filosoof. Bracht enkele verbeteringen aan in de 'Principia Mathematica' van Russell Ramus, Petrus
Ramus, Petrus (Pierre de la Ramée; 1515-1572) Frans filosoof en logicus. Ontwierp een eigen logica, in zijn verzet tegen Aristoteles en de scholastiek. rationalisme
rationalisme Aanduiding voor een aantal filosofische of wereldbeschouwelijke systemen waarin de rede (Lat.: ratio), of het redelijke, op de een of andere rationalisme, kritisch
rationalisme, kritisch De kennistheoretische opvatting dat zekere uitspraken over de werkelijkheid niet mogelijk zijn. Voorman van het kritisch rationalisme rationaliteit
rationaliteit Een der mogelijke uitgangsprincipes van menselijk handelen, met als essentiële component de logica. De Duitse socioloog Max Weber Ravaisson-Mollien, Jean Gaspard Félix
Ravaisson-Mollien, Jean Gaspard Félix (1813-1900) Frans filosoof en kunsthistoricus. Leerling van Schelling en Victor Cousin. Zijn belangrijkste Raymundus van Sabunde
Raymundus van Sabunde (Ramon Sibiuda; gest. ca. 1432) Spaans filosoof. Doceerde geneeskunde en theologie te Toulouse. Zijn 'Theologia naturali
Razi, al-
Razi, al- (gest. 925). al-Razi is bekend als medicus, alchemist en filosoof. Hij leerde dat er vijf eeuwige beginselen zijn: de Schepper, de ziel, de stof, realisme (filos.)
realisme (filos.) (Lat.: res, `ding', `werkelijkheid') De verzamelnaam voor wijsgerige stromingen waarin ervan wordt uitgegaan dat er onafhankelijk realiteit
realiteit (Lat.: res; `zaak', `ding') Synoniem van werkelijkheid voor zover het voor het geheel van de bestaande dingen wordt gebruikt, waarbij echter rechtvaardigheid
rechtvaardigheid Deugd die erin bestaat aan ieder te geven wat hem met toekomt. Klassiek is de onderscheiding van Aristoteles in de zgn. commutatieve rede
rede (Gr.: logos; Lat. ratio; Du.: Vernunft) 1 Denkvermogen. Het (wereldbeschouwelijk) rationalisme zag de rede (en de wetenschap) als het enige instrument Redeker, Hans
Redeker, Hans (eig. Johannes Eilco R.; geb. 1918) Nederlands dichter en essayist, kunsthistoricus en filosoof, docent wijsbegeerte. Was van 1946-reductio ad absurdum
reductio ad absurdum (Lat.: herleiding tot het ongerijmde) Weerlegging van een redenering of uitspraak door er een tegenstrijdigheid of het tegenovergestelde reductionisten
reductionisten Vertegenwoordigers van de stroming die de levensprocessen tracht te analyseren door de vraagstukken aldoor verder op te delen in kleinere reformisme
reformisme Stroming binnen het socialisme die verwezenlijking van het socialisme wilde bereiken langs parlementaire weg en niet via een revolutie regel van...
regel van... Voor regel van... kijke men onder de eigennaam of het zelfstandig naamwoord.
regressus in infinitum
regressus in infinitum (Lat.: teruggang zonder einde) Situatie waarin men niet tot een eind komt doordat zij steeds opnieuw wordt opgeroepen. Gaa
Rehmke, Johannes
Rehmke, Johannes (1848-1930) Duits filosoof, van 1885-1921 hoogleraar te Greifswald. Kentheoretisch was hij monist, d.w.z. hij maakte geen onderscheid Reid, Thomas
Reid, Thomas (1710-1796) Schots filosoof, grondlegger van de filosofie van de Schotse `School of common sense'. Reid ging er in tegenstelling tot Reinhold, Karl Leonard
Reinhold, Karl Leonard (1758-1823) Oostenrijks filosoof, vanaf 1794 hoogleraar te Kiel. Aanhanger en groot kenner van het criticisme van Kant (
Reininger, Robert
Reininger, Robert (1869-1955) Oostenrijks filosoof. Sluit in zijn kennistheorie aan bij Kant ('Das Psychophysische Problem', 1910), in zijn metafysica relatie (filos.)
relatie (filos.) 1 Algemeen: bepaald verband tussen objecten (bijv. `x is groter dan y'). Eigenschappen van relaties kunnen worden beschreven met behulp relativisme
relativisme 1. Opvatting dat waarheid relatief (betrekkelijk of door de heersende omstandigheden bepaald) is; niet objectief vast te stellen. 2. In de kennistheorie Renouvier, Charles Bernard
Renouvier, Charles Bernard (1815-1903) Frans filosoof. Vertegenwoordiger van het op Kant teruggaande neocriticisme. Wees elke vorm van metafysica Rensi, Guiseppe
Rensi, Guiseppe (1871-1941) Italiaans sceptisch filosoof. Zag de Eerste Wereldoorlog als teken voor het irrationele van deze wereld. Interpreteerde res cogitans en res extensa
res cogitans en res extensa (Lat.: `denkend ding') Descartes' term voor de geestelijke substantie (ziel), die samen met de res extensa (uitgebreid d
research
research Wetenschappelijk (vooral: natuurwetenschappelijk en technisch) onderzoek op grote en goed georganiseerde schaal. Meestal gericht op het Revel, Jean-François
Revel, Jean-François (geb. 1924) Frans filosoof en essayist. Als columnist verbonden aan l'Express (1966-81), waarvan hij van 1978-81 directeur Richard van Middleton
Richard van Middleton (2e helft 13e eeuw, stierf ca. 1300) Engels of Frans scholasticus. Neigde meer dan zijn medefranciscanen tot de thomistische Rickert, Heinrich
Rickert, Heinrich (1863-1936) Duits filosoof, hoogleraar te Heidelberg (1916). Met Windelband grondlegger van de Badense School van het neokantianisme. Ricoeur, Paul
Ricoeur, Paul (geb. 1913) Veelzijdig Frans filosoof die vooral bekendheid heeft gekregen door zijn studies over de wil, de vrijheid en het kwaad. Naast Riehl, Alois
Riehl, Alois (1844-1924) Oostenrijks filosoof. Met 'Der philosophische Kritizismus' (1876-87) schaarde hij zich aan de kant van het neokantianisme. Rintelen, Fritz-Joachim von
Rintelen, Fritz-Joachim von (1898-1979) Duits filosoof. In 'Der Wertgedanke in der europäischen Geistesentwicklung' (deel 1, 1932) schetst hij de Robert van Melun
Robert van Melun (Robertus de Meleduno; gest. 1167) Engels scholasticus. Leerling van Hugo van St.Victor en Abaelardus. Zijn 'Sententiae' bevat Robinet, Jean Baptiste René
Robinet, Jean Baptiste René (1735-1820) Frans filosoof. Dat alle substanties door goed en kwaad in evenwicht worden gehouden is het thema van Romero, Francisco
Romero, Francisco Argentijns filosoof, die probeerde een eigen Argentijnse en Latijns-Amerikaanse filosofie op te bouwen. Belangrijkste thema: het Rorty, Richard
Rorty, Richard (geb. 1931) Amerikaans filosoof, hoogleraar aan de universiteit van Princeton (sinds 1961). Na 1970 heeft hij daarnaast een aantal buitengewone Rosenkrantz, Johann Karl Friedrich
Rosenkrantz, Johann Karl Friedrich (1805-1879) Duits filosoof. Vatte het systeem van Hegel op als de uitdrukking van de Duitse geest, welke hij Rosmini-Serbati, Antonio
Rosmini-Serbati, Antonio (1797-1855) Italiaans filosoof, raadsman van paus Pius IX. Streefde naar de eenwording van Italië. Stichtte in 1828 de c
Rothacker, Erich
Rothacker, Erich (1888-1965) Duits filosoof en psycholoog, beïnvloed door Dilthey. Probeerde feiten en theorieën streng uit elkaar te houden. Werk: Rougemont, Denis de
Rougemont, Denis de (1906-1985) Zwitsers cultuurfilosoof en essayist. Oprichter van het tijdschrift Esprit, samen met E. Mounier. Zijn socialistische Rousseau, Jean-Jacques
Rousseau, Jean-Jacques (1712-1778) Frans schrijver-filosoof. Zijn werk vormt de spil tussen Verlichting en Romantiek. Zijn opvatting dat de men
Royce, Josiah
Royce, Josiah (1855-1916) Amerikaans filosoof. In Amerika de belangrijkste vertegenwoordiger van het absoluut idealisme dat hij vanwege zijn opvattingen Rozanov, Vasili Vasiljevitsj
Rozanov, Vasili Vasiljevitsj (1856-1919) Russisch filosoof, criticus en publicist. Zijn eerste boek 'Over de conceptie. Een poging tot onderzoek van
ruimte
ruimte Term waaraan verschillende betekenissen worden toegekend, afhankelijk van de wetenschap waarin het begrip wordt gebruikt. Wiskunde en
Russell, Bertrand Arthur William
Russell, Bertrand Arthur William (1872-1970) Brits filosoof en wiskundige. Zijn werk op het gebied van de logica en het grondslagenonderzoek van Ryle, Gilbert
Ryle, Gilbert (1900-1976) Brits filosoof, een van de grondleggers van de analytische filosofie. Ryle, hoogleraar te Oxford van 1945 tot 1968, publiceerde saintsimonisme
saintsimonisme Stroming genoemd naar de Franse politicus en sociaal denker Claude de Rouvroy, comte de Saint-Simon (1760-1825). Hij propageerde Salutati, Coluccio
Salutati, Coluccio (1331-1406) Italiaans humanist; was bevriend met de bekendste figuren van zijn tijd, o.a. Petrarca en Boccaccio. Groot verdediger Samkhya
Samkhya Oudste van de zes richtingen binnen het hindoeïsme (ontstaan sinds de 3e eeuw v.C.; oudste tekst: 'Samkhya-karika', 3e-5e eeuw n.C.). Gaat Sanches, Francisco
Sanches, Francisco (1550-1632) Franse filosoof en arts, naar het christendom overgegane jood afkomstig uit Spanje of Portugal. Radicaal scepticus, Santayana, George
Santayana, George (1863-1952) Spaans-Amerikaans filosoof en literair criticus, hoogleraar te Harvard (1907-12), bracht daarna zijn leven grotendeels Sartre, Jean-Paul
Sartre, Jean-Paul (1905-1980) Frans filosoof, roman- en toneelschrijver, essayist en politiek activist. Hij is de belangrijkste vertegenwoordiger van Sassen, Ferdinand Léon Rudolph
Sassen, Ferdinand Léon Rudolph (1894-1971) Nederlands filosoof, hoogleraar te Nijmegen en Leiden. Werk o.a. 'Geschiedenis van de wijsbegeerte sastra
sastra (sjastra) Naam van een serie leerboeken in verzen die samen met de Soetra's de hulpwetenschappen in verband met de Veda's tot onderwerp hebben Scaliger, Joseph-Juste
Scaliger, Joseph-Juste (1540 - 1609) Beroemde Franse filoloog, die o.m. in Leiden met Lipsius, Vossius en Heinsii de klassieke auteurs bestudee
sceptici
sceptici (Gr.: scepsis, `inspectie', `onderzoek'.) Term, speciaal gebruikt voor degenen die zich in hun wijsgerig denken ten doel stellen gevestigde meningen scepticisme
scepticisme De denkhouding die de twijfel tot het hoogste principe maakt, die meent dat geen enkele waarheid tegen twijfel bestand is en in zoverre schaalmodel
schaalmodel Geheel in verhouding verkleind model van een constructie. Vervaardigd voor het verrichten van onderzoek (vooral voor stromingsgedrag Schaff, Adam
Schaff, Adam (geb. 1913) Pools wijsgeer, die tot 1968 beschouwd kon worden als de partijfilosoof van de Poolse communistische partij. Toen uit de Schedel, Hartmann
Schedel, Hartmann (1440-1514) Duits medicus en humanist. Stadarts van Neurenberg. Bekend geworden door zijn grote verzameling geestelijke en scheermes van Ockham
scheermes van Ockham Ook scheermes van Occam. Een in de 14e eeuw door William van Ockham (of: Occam) opgesteld principe, waarmee twee Scheler, Max
Scheler, Max (1874-1928) Duits filosoof, die in zijn denken sterk beïnvloed werd door de fenomenologische wijsbegeerte van Husserl. Men noemt Schelling, Friedrich Wilhelm Joseph von
Schelling, Friedrich Wilhelm Joseph von (1775-1854) Vooraanstaand Duits filosoof van de Romantiek en een der vertegenwoordigers van het Duits Scheuchzer, Johann Jakob
Scheuchzer, Johann Jakob (1672-1733) Zwitsers arts en geleerde, wordt beschouwd als de grondlegger van de paleobotanie door zijn 'Herbarium Schiller, Johann Christoph Friedrich
Schiller, Johann Christoph Friedrich (1759-1805) Duits dichter en toneelschrijver, wiens werk met dat van Goethe hoogtepunt vormt van het Duitse Schleiermacher, Friedrich Ernst Daniel
Schleiermacher, Friedrich Ernst Daniel (1768-1834) Duits filosoof en theoloog, van 1810 tot zijn dood hoogleraar en predikant in Berlijn. Werkte Schlick, Moritz
Schlick, Moritz (1882-1936) Duits filosoof, oprichter van de Wiener Kreis en als zodanig een der grondleggers van het logisch positivisme. Hij werd scholastiek
scholastiek Term waarmee zowel een periode van wijsgerig en theologisch denken als een methode wordt aangeduid. De term is afgeleid van de woorden scholiën
scholiën (Gr.: scholion = korte verklaring) Annotaties bij klassieke schrijvers; korte verklaringen van woorden en zinnen in oude Griekse en Latijnse Scholz, Heinrich
Scholz, Heinrich (1884-1956) Duits theoloog en logicus. Platonist. Schreef 'Abriss der Geschichte der Logik' (1921), een van de eerste belangrijke schone, het
schone, het Uitdrukking voor het object van de esthetica. Grofweg kunnen ten aanzien van het schone twee fundamenteel verschillende opvattingen schoolvorming
schoolvorming Groepsvorming binnen een tak van wetenschap op basis van vaak aan een gezaghebbend pionier ontleende inzichten. Schoolvormin
Schopenhauer, Arthur
Schopenhauer, Arthur (1788-1860) Duits wijsgeer, die geldt als de klassieke vertegenwoordiger van het pessimisme. De belangrijkste thema's uit Schotse School
Schotse School (common sense-filosofie) Filosofische stroming in Schotland tussen 1750 en 1850 die, met een beroep op het gezond verstand (common-Schulze, Gottlob Ernst
Schulze, Gottlob Ernst (1761-1833) Duits filosoof. In zijn, aanvankelijk anoniem uitgegeven (tegen Kant gerichte) 'Aenesidemus' (1792) laat hij zien Schuppe, Ernst Julius Wilhelm
Schuppe, Ernst Julius Wilhelm (1836-1913) Duits filosoof. Beïnvloed door Kant en voorloper van de fenomenologie van Husserl. Uitgangspunt van Schütz, Alfred
Schütz, Alfred (1899-1959) Oostenrijks-Amerikaans socioloog en filosoof, een der belangrijkste vertegenwoordigers van de fenomenologische stroming Sciacca, Michele Federico
Sciacca, Michele Federico (geb. 1908) Italiaans filosoof. Geïnspireerd door Giovanni Gentile ontwikkelde hij zijn integralisme, waarin de activite
scotisme
scotisme Stroming in de filosofie, die zich vooral laat leiden door het denken van Johannes Duns Scotus. Kenmerkend is vooral de verwerping van Searle, John
Searle, John (geb. 1932) Amerikaans filosoof, studeerde filosofie aan de universiteit van Oxford (1952-59) en was daar gedurende de laatste drie jaar Secrétan, Charles
Secrétan, Charles (1815-1895) Zwitsers filosoof. Leerling van A.Vinet en rechtstreeks beïnvloed door Schelling. In zijn 'La philosophie de la liberté' sefer
sefer Hebreeuws woord voor boek, komt bijv. voor in Sefer Chajiem (Boek des Levens).
Seiffert, August
Seiffert, August (geb. 1892) Duits filosoof en essayist. Onafhankelijk, kritisch denker, die in zijn boeken allerlei irrationalistische tendenzen bestrijdt. Sein und Zeit
Sein und Zeit Hoofdwerk van Heidegger (1927) en een van de belangrijkste geschriften der moderne filosofie. Vanuit een fenomenologische opstelling semantiek (filos.)
semantiek (filos.) Betekenisleer. De aanduiding `semantiek' wordt vooral gebruikt in logische zin. In de formele logica benadert men het begrip betekenis sensualisme
sensualisme Een filosofische stroming waarin de opvatting heerst dat alle kennis is opgebouwd uit directe waarnemingen (sensa); ervaring wordt dus serendipity-patroon
serendipity-patroon De in veel wetenschappen niet ongebruikelijke gang van zaken, dat tijdens onderzoekswerkzaamheden gegevens als een toeva
Sextus Empiricus
Sextus Empiricus (ca. 200 n.C.) Grieks filosoof en arts. Zijn bewaard gebleven geschriften vormen het belangrijkste overzicht van het klassieke scepticisme. Sidgwick, Henry
Sidgwick, Henry (1838-1900) Brits filosoof, hoogleraar te Cambridge (1803-1900). Trachtte in de ethiek tot een synthese van de opvattingen van John Siger van Kortrijk
Siger van Kortrijk (Zeger van Kortrijk; na 1280-1341) Zuid-Nederlands filosoof. Zijn werken handelen over logica (invloed van Thomas van Aquino) significa
significa Filosofische bestudering van de taal en andere verstandhoudingsmiddelen, vooral bedreven in de Signifische Kring (ca. 1920) in Nederland, Sigwart, Christoph von
Sigwart, Christoph von (1830-1904) Duits filosoof en logicus. Gaat er in zijn 'Logik' (1873-78) van uit dat logica de ethiek van het denken is. Hij Simmel, Georg
Simmel, Georg (1858-1918) Duits filosoof, hoogleraar te Straatsburg (1914). Introduceerde een relativistisch-pragmatisch waarheidsbegrip en onderzocht Simon van Tournai
Simon van Tournai (ca. 1130-1201) Frans scholasticus, sterk beïnvloed door Petrus Lombardus en Gilbert Porreta. Wordt wel beschouwd als de grondlegger situatie-ethiek
situatie-ethiek De ethiek waarover men spreekt wanneer algemeen geldende waarden en normen geen oplossing bieden voor vraagstukken van actuele Sjankara
Sjankara (ca. 700 n.C.) Indisch filosoof, ontwikkelde in een uitgebreid commentaar op de Brahmasoetras een nieuwe interpretatie van de Vedanta. Sjestov, Ljev
Sjestov, Ljev (eig. Ljev Isaakovitsj Sjwartsman; 1866-1938) Russisch (joods) filosoof, na de revolutie van 1917 uitgeweken naar Frankrijk, hoogleraar Snellmann, Johan Vilhelm
Snellmann, Johan Vilhelm (1806-1881) Fins hegeliaans filosoof. Kwam op voor de onafhankelijkheidsbeweging in Finland. O.a. door zijn toedoen Socrates
Socrates (469-399 v. C.) Grieks filosoof, met wie een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de filosofie begon. Voordien hadden de filosofen zich socratici
socratici Navolgers van Socrates. Een school in de betekenis van een gesloten gemeenschap van leerlingen heeft Socrates niet gehad. Wanneer Plato
Soehrawardi, al-
Soehrawardi, al- (1156-1191) Islamitisch filosoof. Wilde het denken van het oude Perzië nieuw leven inblazen door naast zuiver denken ook aan intuïtieve sofisme
sofisme Drogreden of ongeldige redenering. Genoemd naar de sofisten, die zich veelal van dubieuze discussiemethoden bedienden met het doel hoe sofisten
sofisten Griekse filosofen, die in de 5e eeuw v. C. de burgers tegen betaling leerden hoe zij moesten spreken in de volksvergadering en voor de rechtbank. solipsisme
solipsisme (Latijn: solus ipse = alleen zelf) De filosofische opvatting dat het ik, of het eigen bewustzijn, de voornaamste of de enige realiteit vormt. Solovjov, Vladimir Sergejevitsj
Solovjov, Vladimir Sergejevitsj (1853-1900) Russisch filosoof en dichter. Voorstander van een mystiek christelijke eenheid van het Westen en Oosten. Sopper, Arthur Joseph de
Sopper, Arthur Joseph de (1875-1960) Nederlands filosoof, opvolger, als hoogleraar te Leiden, van de hegeliaan Bolland. In 'Hegel en onze tijd' Sorel, Georges-Eugène
Sorel, Georges-Eugène (1847-1922) Frans ingenieur en sociaal denker. Sorel verheerlijkte in 'Réflexions sur la violence' (1908) de historische rol sorites
sorites Kettingredering: keten van twee of meer syllogismen, waarvan de afzonderlijke conclusies zijn weggelaten, samengenomen tot één redenering. Spann, Othmar
Spann, Othmar (1878-1950) Oostenrijks filosoof, socioloog en econoom. Vertegenwoordiger van het zgn. universalisme, dat er in tegenstelling tot speculatie (filos.)
speculatie (filos.) (speculatief denken) Sinds de Middeleeuwen de term voor de intuïtieve kennis van datgene wat de ervaring te boven gaat. Ook wordt Spencer, Herbert
Spencer, Herbert (1820-1903) Brits sociaal-filosoof, een der hoofdfiguren in de geschiedenis van de sociale wetenschappen. Verwierf eind 19e eeuw Spengler, Oswald
Spengler, Oswald (1880-1936) Duits cultuurfilosoof, bekend door zijn Der Untergang des Abendlandes (2 delen, 1918-1922). Centraal in deze studie Speroni, Sperone
Speroni, Sperone (1500-1588) Italiaans letterkundige en filosoof. Hij genoot tijdens zijn leven groot aanzien als wijsgeer (hij behoorde tot de aristotelische Spinoza, Baruch de
Spinoza, Baruch de (1632-1677) Nederlands filosoof die zich heeft ingezet voor grondig exact onderzoek op allerlei gebieden van wetenschap en Spir, African Alexandrovitsj
Spir, African Alexandrovitsj (1837-1890) Russisch filosoof. Tijdens zijn 15-jarig verblijf in Duitsland schreef hij 'Denken und Wirklichkeit' (1873),
Staal, Johan Frederik
Staal, Johan Frederik (ook wel: Frits; geb. 1930) Nederlands filosoof en sanskritist, hoogleraar filosofie in Zuidaziatische talen te Berkeley. Zijn werk standaardwerk
standaardwerk Gezaghebbend boek op zeker vakgebied.
Stanton Drew
Stanton Drew Gehucht in Zuidwest-Engeland, ten zuiden van Bristol. Bij Stanton Drew werden in november 1997 de resten van een grote houten tempel Steffens, Henrik
Steffens, Henrik (1773-1845) Deens-Duits filosoof en schrijver. Bescholasticus, sterk beïnvloed door Petrus Lombardus en Gilbert Porreta. Wordt Steinbüchel, Theodor
Stein, Edith (1891-1942) Duits filosofe van joodse afkomst; in 1934 r.-k. geworden (kloosternaam: Teresia Benedicta a Cruce). Zij probeerde de fenomenologie Stern, Louis William
Steinbüchel, Theodor (1888-1949) Duits filosoof en theoloog. Probeerde in 'Die philosophische Grundlegung der katholischen Sittenlehre' (1938-Steiner, Rudolf
Steiner, Rudolf (1861-1925) Oostenrijks filosoof en stichter van de antroposofie. Van 1890-97 werkzaam aan het Goethe-Schiller Archiv te Weimar, Stein, Edith
Stern, Louis William (1871-1938) Duits psycholoog en filosoof, hoogleraar te Breslau (1908), Hamburg (1916) en na zijn emigratie in 1933 te Boston Stewart, Dugald
Stewart, Dugald (1753-1828) Schots filosoof. Gaf de Schotse common sense-filosofie het aanzien van een school (de Schotse School). Hoewel hij Stirling, James Hutchinson
Stirling, James Hutchinson (1820-1909) Schots filosoof en essayist. Zijn 'The Secret of Hegel' (1865) legde de grondslag voor de belangstelling voo
Stirner, Max
Stirner, Max (eig. Johann Kaspar Schmidt; 1806-1856) Duits filosoof, aanvankelijk behorend tot de groep rond Marx en Feuerbach. Baarde opzien Stoa (filos.)
Stoa (filos.) Filosofische school in de klassieke oudheid, die vanaf 300 v. C. tot in de Romeinse Keizertijd grote invloed heeft gehad op het denken Stöhr, Adolf
Stöhr, Adolf (1855-1921) Oostenrijks filosoof, lid van de Wiener Kreis. Zijn glossomorfie van het denken, d.w.z. dat het denken afhankelijk is van
Strato van Lampsacus
Strato van Lampsacus (gest. 269 v.C.) Grieks filosoof. Na de dood van Theophrastus leidde hij de Peripatetische School van ca. 286-269. Nam aan Strauss, David Friedrich
Strauss, David Friedrich (1808-1874) Duits theoloog, leerling van F.C. Baur, beïnvloed door Hegel en Schleiermacher. Schreef een opzienbarende, Strawson, Peter Frederick
Strawson, Peter Frederick (geb. 1919) Brits filosoof, belangrijk vertegenwoordiger van de filosofie van de gewone taal (ordinary language philosop
stroming (alg.)
stroming (alg.) (Groep met) gemeenschappelijke overtuiging; richting. Heersende denkwijze of werkwijze op artistiek (maar ook godsdienstig, politiek, structuralisme
structuralisme Term, omstreeks 1935 in Praag ontstaan om de activiteit van de Praagse School of Praagse Structuralistische Kring tegenover het eerdere subject (filos.)
subject (filos.) 1 In kentheoretische zin het waarnemende, denkende, bewuste en handelende individu, in onderscheid van het object; 2 het grammaticale subjectief
subjectief Afhankelijk van een subject, een beoordelaar. Bijvoorbeeld een oordeel of iets al dan niet mooi is, is bij uitstek subjectief. Binnen de wetenschap subjectivisme
subjectivisme Wijsgerige opvatting dat in laatste instantie alleen het subject werkelijk is en al het andere als uitwerking of schepping ervan moet worden subject-predikaat
subject-predikaat In de logica zijn er vier categorische proposities, uitgedrukt door bijv. alle S is P, waarin S het subject en P het predikaat is. Er is substantie
substantie (Lat.: substantia, `wat op zichzelf staat') Het wezen, de drager van eigenschappen. Substantie is een centraal begrip in de westerse metafysica. syllogisme
syllogisme (sluitrede) In de traditionele, aristotelische logica de afleiding van een oordeel (de conclusie) uit twee andere oordelen (de premissen of symbool (algemeen)
symbool (algemeen) Een woord dat in het algemeen spraakgebruik vaag wordt gebruikt en waarvan precies gebruik pas mogelijk is als men onder
systeem
systeem 1. (algemeen) Geheel van bijeenbehorende delen. In verschillende vakgebieden veelal met verschillende woorden gedefinieerd en op verschillende tableau, semantisch
tableau, semantisch Schema dat is ontworpen om de waarheidstafels te vervangen bij het bepalen van de waarheid van een logische formule. Deze Taine, Hippolyte-Adolphe
Taine, Hippolyte-Adolphe (1828-1893) Frans filosoof en geschiedschrijver. Promoveerde op 'Essai sur les fables de La Fontaine' (1853), maakte voo
Takamine, Jokichi
Takamine, Jokichi (1854-1922) Amerikaans chemicus van Japanse afkomst, ging in 1890 naar de VS, waar hij in Clifton een laboratorium oprichtte. Tao
Tao De 'Weg', d.w.z. het omvattende beginsel in de filosofie van Lau-tsuh (Lao-tse). Alles vindt plaats binnen en gebeurt door het Tao, dat plaats vindt Tarski, Alfred
Tarski, Alfred (1902-1983) Pools-Amerikaanse wiskundige en logicus. Tarski heeft op bijna alle gebieden van de mathematische logica belangrijke tautologie
tautologie (Gr.: tautologia = hetzelfde woord) 1. Stijlfiguur waarmee men de nadruk op iets legt door het in andere bewoordingen te herhalen, bijv. Taylor, Alfred Edward
Taylor, Alfred Edward (1869-1945) Engels filosoof, van 1924-45 hoogleraar te Edinburgh. Belangrijk werk op het gebied van de Griekse filosofie
tegenspraak
tegenspraak Vereniging van twee elkaar uitsluitende beweringen. Volgens de wet van de uitgesloten tegenspraak (wet van non-contradictie) is van Teichmüller, Gustav
Teichmüller, Gustav (1832-1888) Duits filosoof, hoogleraar te Dorpat (1871-88). Tegenstander van het empirisme. In zijn theïstische opvattingen Teilhard de Chardin, Pierre
Teilhard de Chardin, Pierre (1881-1955) Frans paleontoloog, filosoof en jezuïet. Verrichtte paleontologisch onderzoek in China. Bekend door zijn teleologie
teleologie (Grieks: telos = doel) Letterlijk: leer van het doel. Een teleologische verklaring van een gebeuren is een verklaring vanuit het doel waarop Telesio, Bernardino
Telesio, Bernardino (1508/1509-1588) Italiaans filosoof. Stichtte de Academia Telesiana of Cosentina te Napels. In zijn 'De rerum natura luxta propria Thales van Milete
Thales van Milete (ca. 624-548 v.C) Grieks wijsgeer en wiskundige, de eerste der Ionische natuurfilosofen. Trachtte alle fysische verschijnselen te theïsme
theïsme (Gr: theos = god) De opvatting dat God de wereld niet alleen heeft geschapen maar haar ook na de schepping in stand houdt en bestuurt. Het theodicee
theodicee 'Rechtvaardiging van God', term afkomstig van Leibniz ter aanduiding van de vraag: hoe zijn God en het kwaad in de wereld te rijmen? In
Theodoricus van Chartres
Theodoricus van Chartres (Thierry van Chartres, 1e helft 12e eeuw)Theodoricus van Carnotensis, T. Brito; Frans filosoof, broer van Bernardus van
Theodorus Metochites
Theodorus Metochites (gest. 1332) Byzantijns geleerde en staasman, zoon van de theoloog Georgius Metochites. Hij was zeer bevriend met keizer
theorema
theorema (stelling) Algemene conclusie waarvan de waarheid op grond van een aantal hypothesen is bewezen.
theosofie
theosofie Mystieke filosofie die stelt dat God en de wereld begrepen kunnen worden uit mystiek inzicht, uit bovennatuurlijk verkregen kennis. Tegenwoordig Thomas van St. Victor
Thomas van St. Victor (gest. 1246) Frans scholasticus, augustijn en koorheer uit het klooster van St.Victor te Parys. Verbond de twee stromingen Thomasius, Christian
Thomasius, Christian (1655-1728) Duits filosoof en jurist, eerste belangrijke denker van de Verlichting in Duitsland. Medeoprichter van de universiteit thomisme
thomisme Theologisch en filosofisch denken, geïnspireerd door het werk van Thomas van Aquino. Beginperiode Het denken van Thomas van Aquino tijd (filos.)
tijd (filos.) Fundamenteel aspect van de werkelijkheid waarover verschillend gedacht wordt. Zo bestaat er de opvatting van een absolute tijd waarbinnen Timon van Phlius
Timon van Phlius (ca. 320 v.C.-ca. 230 v.C.) Grieks scepticus. Leerling van Pyrrho van Elis, wiens opvattingen hij, door ze o.a. in satirische gedichten toeval (filos.)
toeval (filos.) Het gebeuren van iets dat niet voorzien is, hetzij vanuit natuurlijke wetmatigheden, hetzij vanuit menselijke bedoelingen. Datgene wat Topitsch, Ernst
Topitsch, Ernst (geb. 1919) Oostenrijks sociaal wetenschapper en filosoof. Vooral bekend door zijn theorie over het ontstaan en de functie(s) van menselijke Toynbee, Arnold Joseph
Toynbee, Arnold Joseph (1889-1975) Brits geschiedenisfilosoof en historicus, vertegenwoordiger van het cultuurpessimisme. Neef (oomzegger) van
Tractatus logico-philosophicus
Tractatus logico-philosophicus Een der belangrijkste werken der moderne filosofie, in 1918 door Wittgenstein geschreven, gepubliceerd in 1922. traktaat (verhandeling)
traktaat (verhandeling) (Lat.: tractatus) Een verhandeling over een geestelijk-cultureel probleem in de vorm van een pamflet.
transcendent
transcendent Term waarmee wordt aangeduid dat er een grens wordt overschreden, bijv. de grens van het menselijk bewustzijn. Tegenstelling van transcendentaal idealisme
transcendentaal idealisme (transcendentalisme) De opvatting van Kant dat de categorieën tijd en ruimte de voorwaarden zijn voor mogelijke ervaring
Trendelenburg, Friedrich Adolf
Trendelenburg, Friedrich Adolf (1802-72) Duits filosoof. Probeerde tot een wereldbeschouwing te komen waarin in plaats van dialectiek een doelgerichte
Treschow, Niels
Treschow, Niels (1751-1833) Noors filosoof. Trachtte het idee dat God in alles is, te verbinden met het idee dat God boven alles staat. Antidualistisch: trias politica
trias politica (trias politica) Beginsel dat de wetgeving, de uitvoerende en de rechterlijke macht van een staat in afzonderlijke handen dienen te zijn. Troeltsch, Ernst
Troeltsch, Ernst (1865-1923) Duits theoloog en filosoof, hoogleraar theologie te Heidelberg (1894-1915) en verbonden aan de universiteit van Berlijn Tsjitsjerin, Boris Nicolajevitsj
Tsjitsjerin, Boris Nicolajevitsj (1828-1903) Russisch filosoof. Beïnvloed door Kant en vooral Hegel. Achtte de staat of de maatschappij niet belangrijker
Tsjoe Sji
Tsjoe Sji (1130-1200) Chinees filosoof, geleerde en ambtenaar onder de Soeng-dynastie (960-1279). Zijn verzameld werk telt 62 delen en omvat beschouwingen Tsjoeng-joeng
Tsjoeng-joeng (179?-104?v.C.) Chinees filosoof, de belangrijkste confucianist uit de beginperiode van de Han-dynastie (206 v.C.-220 n.C.). Hij slaagde Tsjwang-tsuh
Tsjwang-tsuh (4e eeuw v.C.) Chinees filosoof, leerling en belangrijkste opvolger van Lau-tsuh. Gaf aan diens Tao-leer een ander karakter: Tao als onophoudelijke Turgot, Anne Robert Claude Jacques
Turgot, Anne Robert Claude Jacques (1727-1781) Frans politicus en econoom, baron de l'Aulne. Probeerde als minister van Financiën (1774-76) Turro y Darder, Ramon
Turro y Darder, Ramon (1854-1926) Spaans filosoof en bioloog. Bracht de bezwaren tegen de mechanistische verklaring van de bloedsomloop aan Übermensch
Übermensch In de filosofie van Friedrich Nietzsche (1844-1900) de toekomstige supermens, in wie de door Nietzsche onderscheiden rationele, individualistische, Überweg, Friedrich
Überweg, Friedrich (1826-1871) Duits filosoof. Dankt zijn bekendheid aan het standaardwerk 'Grundrisz der Geschichte der Philosophie' (1863-66
Uexküll, Jakob Johann, Baron von
Uexküll, Jakob Johann, Baron von (1864-1944) Duits filosoof en bioloog, geboren in Estland, hoogleraar te Hamburg (1925). Ging er van uit dat uitgesloten derde
uitgesloten derde De wet van de uitgesloten derde (Lat. exclusi tertii principium) is een axioma dat reeds aan de logica van Aristoteles ten grondslag Ulricus Engelberti van Straatsburg
Ulricus Engelberti van Straatsburg (ca. 1230-1277) Duits scholasticus, dominicaan. Studeerde tussen 1248-54 bij Albertus Magnus te Keulen. Beïnvloed unanimisme
unanimisme Literair-filosofische stroming die de eigen ziel van iedere groep mensen, bijv. de bewoners van een straat, een wijk, wil kenbaar maken. unidimensionaal
unidimensionaal Op één schaal passend. Lengte is bijvoorbeeld een unidimensionaal begrip, omdat alle maten op een schaal die van klein naar groot utilisme
utilisme (Lat.: utilis, `nuttig'.) Filosofische stroming, ontstaan aan het begin van de 19e eeuw, waarin het nut als uitgangspunt voort het handelen wordt utopie
utopie Voorstelling van een ideale maar waarschijnlijk niet realiseerbare maatschappij. Het begrip deed zijn intrede toen in 1516 de Engelse humanist utopisch socialisme
utopisch socialisme Het socialisme vóór Marx, door hem zo genoemd omdat het zich vooral bezighield met het ontwerpen van gedetailleerde doch
Vaihinger, Hans
Vaihinger, Hans (1852-1933) Duits filosoof, vooral bekend als kenner van het werk van Kant; hij is oprichter van de Kantgesellschaft (1904). In zijn Vauvenargues, Luc de Clapiers, marquis de
Vauvenargues, Luc de Clapiers, marquis de (1715-1747) Frans moralist. Zijn 'Introduction à la connaissance de l'esprit humain, suivie de réflexions veldonderzoek
veldonderzoek Onderzoekmethode waarbij de onderzoeker het te onderzoeken veld opzoekt, hetzij voor observatie, hetzij voor deelname aan de te Venn, John
Venn, John (1834-1923) Brits logicus en letterkundige. Publiceerde 'The logic of chance' (1866), 'Symbolic logic' (1881) en 'The principles of empirical Verhoeven, Cornelis Wilhelmus Maria
Verhoeven, Cornelis Wilhelmus Maria (geb. 1928) Nederlands filosoof en schrijver, hoogleraar in de antieke wijsbegeerte aan de Universiteit van verificatie (filos.)
verificatie (filos.) (Latijn: verificare = waar maken) Methode om de wetenschappelijke aanvaardbaarheid van uitspraken vast te stellen door ze te controleren Verlichting
Verlichting (Du.: Aufklärung; Eng.: Enlightenment; Fr: Lumières) Cultuurperiode, - beweging in de 18e eeuw, gefundeerd op het humanisme en het Verstehen
Verstehen (Du: verstaan, begrijpen) Het begrijpen van anderen, bijvoorbeeld historische figuren, door inleving in hun belevingswereld. De Duitse filosoof Vico, Giovanni Battista
Vico, Giovanni Battista (1668-1744) Italiaanse filosoof, schrijver van het geschiedfilosofisch belangrijke Scienza nuova. Zoals Bacon de weg had gewezen vier elementen, de
vier elementen, de Aarde, water, lucht en vuur; volgens de Griekse natuurfilosoof Empedocles (ca. 483-ca. 424 v.C.) de onveranderlijke elementen Vincentius van Beauvais
Vincentius van Beauvais (Vincentius Bellovacensis; ca. 1190-1264) Frans universeel geleerde en christelijk (Latijns) schrijver. Werkte in het dominicanerklooster Vindiciae contra tyrannos
Vindiciae contra tyrannos (Bewijsschrift tegen tirannen) Invloedrijk geschrift uit 1579 van een onbekende monarchomach ('koningsbekamper'), waarin
Vischer, Friedrich Theodor
Vischer, Friedrich Theodor (1807-1887) Duits dichter en estheticus. Zijn belangrijkste werk, 'Aesthetik oder Wissenschaft des Schönen' (1846-57) visualiseren
visualiseren (Door afbeelding of in de geest) veraanschouwelijken.
vitalisme
vitalisme Filosofische theorie waarin het leven verklaard wordt vanuit een levensbeginsel, dat niet meer tot iets anders te herleiden is. Als belangrijkste Vivekananda
Vivekananda (eig. Narendra Nath Datta; 1862-1902) Indiaas godsdienstig leider. Introduceerde in 1893 op de 'International Religious Conference' Vives, Juan Luis
Vives, Juan Luis (1492-1540) Spaans filosoof en pedagoog. Doceerde o.a. in Oxford en Leuven. Bevriend met Erasmus. Op grond van zijn geschrift Vleeschauwer, Herman Jozef de
Vleeschauwer, Herman Jozef de (1899-1986) Belgisch geschiedfilosoof. Neokantiaan. Schrijver van bekende inleidingswerken en monografieën Volkelt, Johannes
Volkelt, Johannes (1848-1930) Duits filosoof. Erkende het bestaan van psychische subjecten buiten het 'ik', het zgn. 'transsubjectives Minimum'. Vertegenwoordiger Vollenhoven, Dirk Hendrik Theodoor
Vollenhoven, Dirk Hendrik Theodoor (1892-1978) Nederlands filosoof, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (1926-63). Een der be
voluntarisme
voluntarisme Leer dat de wil van fundamenteel belang is, bijv. dat de natuur in laatste instantie opgevat moet worden als spontane blinde wil of dat voorsocratici
voorsocratici Benaming voor de Griekse wijsgeren die vóór of gelijktijdig met Socrates (469-399 v.C.) leefden, of niet door hem zijn beïnvloed. De Vorländer, Karl
Vorländer, Karl (1860-1928) Duits filosoof. Dankt zijn bekendheid voornamelijk aan zijn 'Geschichte der Philosophie' (1903), dat vele malen herdrukt vrijheid
vrijheid De gelegenheid om zelf het eigen lot te bepalen. Vrijheid is een vorm van onbelemmerdheid om het eigen doen en laten vorm te geven. Vrijheid waardefilosofie
waardefilosofie Wetenschap, aanvankelijk vooral in het Duitse taalgebied beoefend en later ook in de Verenigde Staten, waarin vragen worden bestudeerd waardevrijheid
waardevrijheid Het vrij zijn van morele overwegingen. De socioloog Max Weber (1864- 1920) stelde aan het begin van deze eeuw dat wetenschap waarheid
waarheid Een filosofisch vraagstuk dat in alle tijden is aangesneden en tot op heden ter discussie staat. Men kan onderscheid maken tussen een benadering waarheidstafel
waarheidstafel Tabel die in de propositielogica gebruikt wordt en waarmee men het waar of niet waar zijn van een samengestelde uitspraak kan bepalen waarneming (filos.)
waarneming (filos.) In de betekenis van `zintuiglijke waarneming' een belangrijk filosofisch vraagstuk. De vraag waar de werkelijkheid ophoudt en Waelhens, Alphonse de
Waelhens, Alphonse de (1911-1981) Belgisch filosoof, sinds 1946 hoogleraar te Leuven. Werkzaam op het gebied van fenomenologie en antropologie
Wahl, Jean
Wahl, Jean (1888-1974) Frans filosoof en dichter. Oprichter van het Collège philosophique. Beïnvloed door o.a. Bergson. De geschiedenis van de Walwyn, William
Walwyn, William (geb. 1600) Engels politiek filosoof en vooraanstaand leveller. Bepleitte in zijn 'Power of love' (1643) de scheiding van Kerk en Staat, Wang Tsj'oeng
Wang Tsj'oeng (ca. 50 v.C.) Belangrijk Chinees geleerde uit de Han-dynastie (206 v.C.-220 n.C.). Auteur van de 'Loen Heng' (Kritische beschouwingen) Weininger, Otto
Weininger, Otto (1880-1903) Oostenrijks filosoof. Bekend door het boek 'Geschlecht und Charakter' (1903), waarin hij eigenschappen van man (positief) Weischedel, Wilhelm
Weischedel, Wilhelm (1905-1975) Duits filosoof, vanaf 1953 hoogleraar in Berlijn. Gaf met de theoloog H. Gollwitzer Kants werken uit (6 dln., 1956-Weltanschauung
Weltanschauung (Du.: wereldvisie) In de vroege Romantiek bedreef men een vergelijkende studie van literatuur op grond van de vooronderstelling Wenzl, Aloys
Wenzl, Aloys (1887-1967) Duits filosoof. Kritisch realist, die een metafysica probeerde op te bouwen, die de moderne inzichten op o.a. natuurwetenschappelijk wereldbeeld
wereldbeeld Het geordende samenstel van opvattingen over de wereld waarin we leven; het (theorethisch) beeld dat men zich van de werkelijkheid wereldbeschouwing
wereldbeschouwing 1 De wetenschappelijk-filosofische visie op de principes van het geheel van alle verschijnselen. Sinds het begin van deze eeuw werkelijkheid
werkelijkheid Realiteit. Het bestaande, het zijnde en daarom het tegengestelde van wat slechts schijnbaar is, gedacht is en wat alleen door het feit dat Wesensschau
Wesensschau Het vatten van het wezen of de idee der dingen (zaken), ook wel `eidetische reductie' genaamd. Het begrip speelt een centrale rol in wet van de parsimoniteit
wet van de parsimoniteit Wetenschapstheoretisch principe dat, waar een keuze uit verschillende, op het oog gelijkwaardige, verklaringen van een wetenschap
wetenschap Een onderdeel van de maatschappij dat zich ten doel heeft gesteld kennis te vergaren. De wetenschap heeft een eigen karakter: de beoefening wetenschapsfilosofie
wetenschap, formele tegenover empirische De formele wetenschappen omvatten wiskunde, logica en aanverwante vakken zoals informatietheorie Whewell, William
wetenschapsfilosofie (vervolg)
wetenschapsfilosofie (vervolg) Popper, Kuhn, Lakatos In de jaren zestig ontstond een discussie tussen twee stromingen, met als belangrijkste vertegenwoordigers wetenschap, formele tegenover empirische
wetenschapsfilosofie De tak van filosofie waarin men zich bezighoudt met het begrip wetenschap, de daarin gevolgde methoden en het probleem v
Whewell, William (1794-1866) Engels filosoof en wetenschapshistoricus. Volgens Whewell was inductie niet het generaliseren van waargenomen feiten, Whitehead, Alfred North
Whitehead, Alfred North (1861-1949) Brits filosoof die in de filosofie van de 20e eeuw een aparte plaats inneemt. Met Russell verrichtte hij baanb
Wiele, Jozef Tolydore Leopold Ghislain van de
Wiele, Jozef Tolydore Leopold Ghislain van de (geb. 1923) Belgisch filosoof, hoogleraar te Leuven (1964). Houdt zich bezig met de wijsgerige Wiener Kreis
Wiener Kreis Weense groep wetenschapsmensen en filosofen, verzameld rondom Moritz Schlick. De groep, die bestond tussen 1920 en 1938, propageerde Wijck, Bernard Hendrik Cornelis Karel van der
Wijck, Bernard Hendrik Cornelis Karel van der (1836-1925) Nederlands filosoof. Hoogleraar te Groningen (1863-90) en Utrecht (1890-1906). Na wijsgerige antropologie
wijsgerige antropologie Tak van de filosofie, waarvan het onderzoeken van het wezen van de mens als doelstelling wordt beschouwd. In deze doelst
wijsheid
wijsheid Menselijke eigenschap die tot uiting komt in een tegelijkertijd bezonnen en praktisch gedrag in alle levensomstandigheden. Kennis van zaken wil (psychol.)
wil (psychol.) Het vermogen van mensen om keuzes te maken op grond van gevoelens en gedachten. In de moderne psychologie speelt het begrip wil Wildiers, Max
Wildiers, Max (1904-1996) Vlaams filosoof en theoloog. Wildiers werd minderbroeder-kapucijn. Na zijn studies, o.m. in Rome, werd hij in 1932 docent Willem van Conches
Willem van Conches (1080-1145) Frans filosoof en theoloog. Studeerde bij Bernardus van Chartres. Zijn 'Dragmaticon Philosophiae', een bewerking Willem van Ockham
Willem van Ockham (gest. 1349) Engels laat-scholastisch filosoof en theoloog, franciscaan. Kwam door zijn radicaal nominalistische opvattingen Willmann, Otto
Willmann, Otto (1839-1920) Duits pedagoog en filosoof. Willmann was een belangrijk vertegenwoordiger van het neo-thomisme, waarvan hij de ideeën Windelband, Wilhelm
Windelband, Wilhelm (1848-1915) Duits filosoof, hoogleraar te Zürich (1876), Freiburg (1877), Straatsburg (1882) en Heidelberg (1903). Oprichter Wittgenstein, Ludwig Josef Johann
Wittgenstein, Ludwig Josef Johann (1889-1951) Oostenrijks filosoof die door zijn systematische en logisch-kritische geschriften grote invloed heeft woe-wee
woe-wee Beginsel in het taoïsme dat stelt dat men geen handeling dient te ondernemen die tegen het natuurlijke verloop der dingen indruist.
Wolff, (Johann) Christian von
Wolff, (Johann) Christian von (1679-1754) Duits filosoof, wiens werk typerend is voor dat van de Duitse Verlichting. Hij systematiseerde de rationalis
Woodbridge, Frederick James Eugene
Woodbridge, Frederick James Eugene (1867-1940) Amerikaans filosoof, hoogleraar aan de Columbia University (1902-37). Zijn naturalisme (of Wulf, Maurice de
Wulf, Maurice de (1867-1947) Belgisch filosoof. Hoogleraar te Leuven (1893-1939). Zijn belangrijkste werk, 'Histoire de la philosophie médiévale' Wundt, Max
Wundt, Max (1879-1963) Duits filosoof, zoon van de psycholoog-filosoof Wilhelm Wundt. Aanhanger van het idealisme in navolging van Kant en Wyttenbach, Daniël Albert
Wyttenbach, Daniël Albert (1746-1820) Zwitsers-Nederlands filosoof en filoloog. Leerling van Chr. Wolff. Was hoogleraar te Amsterdam en Leiden. Xenophanes
Xenophanes (ca. 580-ca. 485 v. C.) Grieks dichter en (natuur)filosoof; hij schreef (als eerste) zijn filosofische geschriften in dichtvorm. Hij is de wegbereider Xenophon
Xenophon (ca. 427-354 v.C.) Grieks geschiedschrijver. Was leerling van Socrates, voor wie hij het opnam in zijn 'Memorabilia'. Nam deel aan de expeditie yin en yang
yin en yang De oerkrachten in de Chinese filosofie, resp. vrouwelijk, donker, negatief en mannelijk, licht en positief. Vullen elkaar wederzijds aan, yoga
yoga In het hindoeïsme alle technieken en disciplines die men aanwendt om te komen tot verlossing. Uitgangspunt daarbij is dat de mens pas wordt zedelijkheid
zedelijkheid Het op de moraal en de ethiek betrokken zijn van het menselijk doen en laten.
zekerheid (filos.)
zekerheid (filos.) Een zeer belangrijk begrip in de filosofie omdat er verschillende soorten zekerheid bestaan. Bijv.: in de wiskunde en logica is de door Zeno van Citium
Zeno van Citium (ca. 335-263 v. C.) Grieks filosoof, stichter van de Stoa. Tegenover de opvattingen van Plato en Aristoteles over een scheiding van Zeno van Elea
Zeno van Elea (ca. 490-ca. 430 v. C.) Grieks filosoof, leerling van Parmenides. Zeno trachtte door middel van paradoxen aan te tonen dat beweging Zeno van Tarsus
Zeno van Tarsus Stoïcijns filosoof uit de 3e en 2e eeuw v.C. Zeno was leerling van Chrysippus van Soli die hij als leermeester opvolgde. Volgens zeven hoofddeugden
zeven hoofddeugden Reeds in de Griekse Oudheid kende men vier eigenschappen van hoge zedelijke waarde, nl. wijsheid, moed, voorzichtigheid