Breemwaard

De Kostverloren waard of Breemwaard

Bij Zuilichem ligt een uiterwaardengebied met bijzondere natuurwaarden. Echte riviernatuur met een lage dynamiek. Het gebied kent geen nevengeulen maar overstroomt met enige regelmaat. Het water blijft er lang staan en kan slechts via een sluisje het gebied verlaten. Ooibos, moeras, stroomdalflora en kleine poelen maken het gevarieerd. Dat wordt door veel organismen gewaardeerd. Van watertorkruid en knikkende distel tot bever, veldleeuwerik, pantserjuffer en ga zo maar door. De lijst is te lang om op te noemen.

De waard werd eind 17e eeuw kostverlorenwaard genoemd omdat na de aanwezigheid van de Fransen, de zomerkade zodanig was vernield dat kost verloren was. Omdat reparatie te duur was bleef deze naam bestaan tot na de watersnood van 1861 de kade alsnog werd gedicht. Toen is ook de naam Breemwaard ontstaan naar de naam van iemand die een sluis dicht (een bremer).

Tot het hoge water van 1995 had de waard vooral een agrarische functie. De maatregelen die na 1995 zijn genomen om de Bommelerwaard voor de toekomst veilig te stellen hadden grote consequenties voor het uiterlijk en gebruik van de Breemwaard. Het agrarisch gebruik speelt nu geen hoofdrol meer. Vee houdt in de zomermaanden het gras kort. Verder krijgt de natuur ruim baan. Klei en zand uit de waard zijn gebruikt om de dijk te verzwaren. Enkele oude kleiputten werden met elkaar verbonden en een oude strang werd enigszins hersteld.

Bij het opnieuw inrichten van het gebied is een boerenpad gespaard gebleven om het gebied toegankelijk te houden. Ook zijn er rillen aangelegd die een nostalgisch spekdammen (zie kader) uiterlijk hebben. Samen met de oude kleiputten, het wilgenstruweel, een griend en de moerasbosjes is het uitgegroeid tot het voorbeeld voor laagdynamische riviernatuur.

Tekst: Dirk Muller

Bronnen:

- Van Balken, A.C., Kampman-Van Houcke, H.M., Kampman, C.U. (1978) De Bommelerwaard; zien, kennen én waarderen; Natuurwacht Zaltbommel

- De Boo, M. 2001, Bomen, beesten en Buitens; Staatsbosbeheer in Gelderland, Staatsbosbeheer, Arnhem

De Breemwaard. Laag dynamische riviernatuur. 100 ha Ecologische hoofdstructuur.

Natuur in de Bommelerwaard weergeven op een grotere kaart

Spekdammen

In de lage delen van de uiterwaarden maakte men dammetjes waarop wilgen werden geplant. De beplanting zorgde ervoor dat de ontstane greppels langzaam verlanden. Het hout werd voor diverse doeleinden gebruikt waaronder het maken van bezinkstukken om de dijken te versterken en als brandstof voor ovens. Het nieuw verkregen land kon na verloop van tijd gebruikt worden voor andere agrarische doeleinden. Er zijn nog enkele voorbeelden te vinden van dergelijke originele elementen. Een ervan ligt bij het wiel tussen Ammerzoden en Well.

De Breemwaard in de zomer. Tussen het geel van het jacobskruiskruid stijgen veldleeuwerikken zingend tot grote hoogte, putterjes zoeken er naar zaden. foto: Harry Kolman, juli 2011.

Wiel bij Well. Spekdammen buitendijks aan de noordwestzijde van het wiel.

Natuur in de Bommelerwaard weergeven op een grotere kaart