RK St. Jeroenskerk

Een nieuw kerkgebouw

Nog geen zestig jaar later bleek de Waterstaatskerk te klein te zijn geworden. Een van de oorzaken van de grotere toeloop was de toegenomen populariteit van Jeroen als patroonheilige. Paus Leo XIII gaf Noordwijk voor de tweede maal in zijn geschiedenis de status van bedevaartplaats (1892). Hieraan herinnert een aflaatsteen in het middenportaal van de bestaande kerk. Men stond nu voor de keuze of de bestaande kerk te vergroten of een geheel nieuwe kerk te bouwen. Uiteindelijk werd gekozen voor de laatste optie. Niet zo vreemd, want katholieken wilden in die jaren graag af van Waterstaatskerken, gebouwd in een stijl die zij niet hadden uitgekozen en daarmee de tweederangspositie van het bevolkingsdeel benadrukkend. Men gaf de voorkeur aan een stijl die herinnerde aan de hoogtijdagen van het katholicisme in de middeleeuwen: de neo-gotiek.

De aflaatsteen, thans in het middenportaal van de kerk, herinnert aan het verlenen van de status van bedevaartkerk door Paus Leo XIII in 1892.

Het oorspronkelijke ontwerp door Nicolaas Molenaar door de Noordwijkse fotograaf J. Braakman op een kaart gezet.

Het plan van Nicolaas Molenaar

Aan de architect Nicolaas Molenaar uit Den Haag, die enkele jaren daarvoor het raadhuis van Noordwijk had ontworpen, werd de opdracht gegund. Molenaar maakte een ontwerp voor een volledig nieuw kerkgebouw in neogotische stijl. Molenaar toonde in zijn ontwerp een voorliefde voor een hallenkerk.

Op 17 augustus 1894 werd de eerste steen van het nieuwe gebouw door pastoor G. Honig gelegd. In een pilaar bij het Maria-altaar in de huidige kerk is deze steen nog te zien.

Door geldgebrek bleek het niet mogelijk te zijn het plan van Molenaar volledig uit te voeren. Voorlopig werd alleen het koor gerealiseerd: het werd aangebouwd tegen de bestaande Waterstaatskerk. Het kerkgebouw vormde zo een wonderlijke combinatie van twee bouwstijlen.

Het nieuwe koorgedeelte werd voorzien van een nieuw hoofdaltaar en twee zijaltaren, waarvan het rechter aan Sint-Jeroen werd gewijd. Het bestaande Jeroensbeeld, ontworpen door Jos Graven in 1870, en de schrijn met relieken van Jeroen, ontworpen door het atelier van Gerard Brom, kregen hierin een plaats.

Boven de altaren werden gebrandschilderde ramen aangebracht, die werden geschonken door pastoor Honig en enkele parochianen.

Zo zag de Sint-Jeroenskerk eruit in de periode 1894-1925. Het nieuwe koorgedeelte is aan de achterzijde van de Waterstaatskerk aangebouwd. Het kerkgebouw vormt daardoor in die jaren een mengsel van twee stijlen.

De voltooiing van het kerkgebouw, 1925-1926

Onder leiding van pastoor J. Borsboom werd dertig jaar later besloten het kerkgebouw volledig in neogotische stijl te voltooien. De oorspronkelijke bouwplannen uit 1894 werden echter niet meer uitgevoerd. Nicolaas Molenaar maakte een aangepast ontwerp voor het schip, dat met één travee werd uitgebreid. Ook kwam er een ander ontwerp van de voorgevel: de toren werd niet in het midden maar aan de zuidzijde geplaatst. Tevens werd de oude pastorie vervangen door een geheel nieuw gebouw.

Aan de voorgevel werd een beeld van Sint-Jeroen geplaatst, dat was vervaardigd in het atelier van Cuypers te Roermond. In de kerk werden in de loop der jaren veertien nieuwe kruiswegstaties, geschilderd door Kees Dunselman, geplaatst. Na 1945 verschenen er schilderingen van Cor van Geleuken op de wand onder het zangkoor en tegen de achterwand (Het Laatste Oordeel).

Zo zag het interieur van de kerk eruit kort na de voltooiing in 1927.

Het interieur van de kerk rond 1985. Door de wijze van belichting lijkt de kerk lichter dan zij in werkelijkheid was.

Latere wijzigingen en restauraties

Na het Tweede Vaticaans Concilie werden in de loop van de jaren '70 in de vorige eeuw tal van wijzigingen in het interieur toegepast. Zo verdwenen de preekstoel en communiebanken om plaats te maken voor een nieuw liturgisch centrum, waarop een nieuw altaar werd geplaatst. De keuze voor een eenvoudig en sober interieur was ook te merken aan verschillende wanden en zuilen: de oorspronkelijke kleuren verdwenen achter nieuwe verflagen, die de kerk in de loop der jaren steeds donkerder maakten.

Eind 2016/begin 2017 stond de toren om bouwtechnische redenen opnieuw in de steigers.

In 2000 kwam het - naar later bleek ten onrechte - onheilspellende bericht dat de toren aan de zuidzijde van de kerk op instorten stond. Al spoedig werd begonnen met een ingrijpende restauratie van de toren, die in 2003 gereed kwam.

In 2006 en 2007 werden de buitenmuren van de kerk onder handen genomen. In 2012 heeft een grootscheepse renovatie van het interieur van de kerk plaatsgevonden.

Voor de restauratie van de toren in de periode 2000-2003 is een uitgebreide actie ondernomen om voldoende geld in te zamelen.

Zo ziet de kerk eruit na de ingrijpende restauratie van het interieur in 2012. Het heeft zijn vroegere lichte en kleurrijke uitstraling terug gekregen.

Lees en kijk verder onder Plattegrond.