Verkleinwoorden

In Nederland gebruiken wij regelmatig verkleinwoorden zoals: schatje, broertje, visje, enz. In het Duits komen verkleinwoorden wat minder vaak voor. Er zijn in het Duits 2 uitgangen: -chen en -lein. En de vorm - chen komt dan nog vaker voor dan -lein. Het lidwoord is bij verkleinwoorden is: das. En vaak wordt er ook een Umlaut toegevoegd aan het woord zodra het een verkleinwoord wordt.

Voorbeelden:

der Mann- das Männchen

die Frau - das Fräulein

die Wurst - das Würstchen