De opbouw

1. Je begint links boven met de afzender. Vaak dus je eigen adres. Voor de postcode staat de afkorting van het land. Nederland = NL, Duitsland = D, Oosterijk = A, Zwitserland = CH.

Na jouw adres komt het adres van de geadresseerde.

Als je ter attentie van een bepaalde medewerker in een bedrijf schrijft, vermeld je dit in het adres. Gebruik daarvoor de afkorting z.H. (=zu Händen) (=t.a.v. = ter attentie van). Voorbeeld:

Hotel nhow

z.H. Frau Müller

Stralauer Allee 3

D - 10245 Berlin

Tussen beide adressen sla je een regel over.

Voorbeeld:

Sanne Peters

Wendeling 59

NL – 6578 BK Emmen

Hotel nhow

Stralauer Allee 3

D - 10245 Berlin

2. Na het adres van de geadresseerde sla je weer een regel over. Het is handig om dan het onderwerp van je brief te noemen. In het Nederlands zie je dit ook al vaak aangeven staan met: betreft. In het Duits gebruik je hiervoor: Betreff. Door het onderwerp aan te geven zorg je ervoor dat je brief sneller op de juiste afdeling terecht komt. De tekst bij Betreff hou je kort. Gebruik 1 tot maximaal een paar woorden. Voorbeeld:

Betreff: Reservierung

3. Na het onderwerp van je brief komt de datum. Deze kun je op twee manieren schrijven. Voorbeelden:

Emmen, den 19.September 2015

of

Emmen, 19.09.2015

4. Je slaat opnieuw een regel over en dan komt de aanhef. Als je geen naam hebt en niet precies weet voor wie de brief bedoeld is, gebruik je volgende aanhef:

Sehr geehrte Damen und Herren,

Weet je wel voor wie de brief bedoeld is gebruik je volgende aanhef bij een man:

Sehr geehrter Herr Müller,

en volgende aanhef bij een vrouw:

Sehr geehrte Frau Peters,

Ook na de aanhef sla je weer een regel over.

5. je eerste zin begin je met een kleine letter! Je schrijft je brief altijd in de Sie (u-beleefdheidsvorm). Ook als je aan meerdere personen tegelijk schrijft. Gebruik korte zinnen. En gebruik woorden die je al kent, zodat je niet alles moet opzoeken in je woordenboek. Denk eraan dat je ook maanden en dagen met een hoofdletter schrijft, net als de zelfstandig naamwoorden.

6. Als je tekst klaar is, sla je weer een regel over en volgt de afsluitende groet en daarna je naam. Er komt geen komma achter de groet. Na de groet komt eerst weer een witregel. Voorbeeld:

Mit freundlichen Grüßen

Sanne Peters