Modellen

samr model

We gebruiken dit model om de inzet van ict bij de betekenisvolle leeractiviteiten te evalueren en te verbeteren. In een sessie hebben we enkele van de ontworpen betekenisvolle leeractiviteiten naast dit model gelegd met de vragen: Op welk niveau zit de inzet van ict in deze leeractiviteit nu? Wat kunnen we aanpassen om de inzet van ict een niveau hoger te krijgen? En is dit wenselijk met het oog op het leerdoel van de leeractiviteit?

gepersonaliseerd leren

Om te evalueren in hoeverre de te ontworpen leeractiviteiten elementen van gepersonaliseerd leren bevatten, kan gebruik worden gemaakt van de Meetlat Rechtdoen aan verschillen van het iXperium/CoE (overgenomen uit Van Loon, Van der Neut, De Ries en Kral (2016) ). Deze meetlat bestaat uit een een aantal evaluatievragen waarmee kan worden bekeken in welke mate er in een leerarrangement sprake is van verschillende aspecten van gepersonaliseerd leren en wat de rol van ict hierbij is.


We concluderen dat we streven naar betekenisvolle leeractiviteiten met daarbij ict-inzet met een meerwaarde. Hierbij is het niet per se zo dat een hoger niveau in het SAMR beter is. We willen betekenisvolle leeractiviteiten creëren waarbij ict een belangrijke bijdrage levert; we moeten geen ict gaan toevoegen om de ict.

Wat onthouden we hiervan voor ons ontwerp?

  • In de te ontwerpen betekenisvolle leeractiviteiten moet de ict-inzet een meerwaarde bieden. We streven naar ict-inzet op minimaal het niveau Augmentation uit het SAMR-model.
  • Het SAMR-model kan gebruikt worden om tijdens het ontwerpproces te evalueren of de manier waarop ict in de leeractiviteit wordt ingezet nog verbeterd kan worden.
  • Welk niveau van ict-inzet uit SAMR-model voor een leeractiviteit het meest passend is, kan verschillen afhankelijk van de leerinhoud en leerdoelen van de leeractiviteit.
  • Ict kan in betekenisvolle leersituaties onder andere worden ingezet om makkelijk te kunnen schakelen tussen verschillende weergaven, bijv. 2D-3D, tabel-grafiek, etc. Zo blijft de focus op de inhoud en blijft het betekenisvol.


Evaluatievragen uit de Meetlat Rechtdoen aan verschillen

Dimensie: standaardisatie versus differentiatie

  • Is er differentiatie in wat er wordt geleerd?
  • Is er differentiatie naar niveau?
  • Is er differentiatie naar waar en wanneer er wordt geleerd?
  • Is er differentiatie naar hoe er wordt geleerd?
  • Is er differentiatie naar tempo/ tijd waarin er wordt geleerd?
  • Is er differentiatie in instructie?
  • Is er differentiatie in verwerking van leerstof?
  • Is er differentiatie in evaluatie / feedback op het leren?
  • Is er differentiatie in interesses van de leerling?

Dimensie: externe regie (door leraar of tool) versus zelfregie door de leerling

  • Kan een leerling bepalen wat hij leert?
  • Kan een leerling bepalen wanneer hij leert?
  • Kan een leerling bepalen met wie hij leert?
  • Kan een leerling bepalen waar hij leert?
  • Kan een leerling bepalen in welk tempo hij leert?

Wat onthouden we hiervan voor ons ontwerp?

  • We streven naar leerarrangementen waarin op verschillende manieren recht wordt gedaan aan verschillen tussen leerlingen.
  • Door middel van de vragen uit de Meetlat Rechtdoen aan verschillen kan tijdens het ontwerpproces geëvalueerd worden of het leerarrangement nog verbeterd kan worden op het gebied van rechtdoen aan verschillen.